Gebitsproblemen cavia

De tanden van konijnen en knaagdieren groeien levenslang door. Zolang de slijtage van de tanden en kiezen op een goede manier verloopt, zal dit geen problemen opleveren. Echter vaak zien we dat de stand van het gebit niet helemaal optimaal is waardoor er op een gegeven moment problemen ontstaan. Oorzaken kunnen zijn: tekort aan vitamine C, erfelijke achtergrond en verkeerde voeding.

De voortanden (snijtanden) van een cavia moeten niet te lang zijn en kaarsrecht zijn afgesleten. Als dat niet zo is ontstaan er vaak in de loop van de tijd problemen. De problemen worden niet alleen veroorzaakt door te lange voortanden, maar vaak is ook de stand van de kiezen niet juist. Door een afwijkende stand van de kiezen, ontstaan er haken op de kiezen. De haken kunnen zowel de tong als de wang van de cavia ernstig beschadigen. Dit is zeer pijnlijk en ze zullen minder gaan eten. Hierdoor kunnen enorme abcessen aan de kop ontstaan. Bij doorgroeiende kiezen zien we vaak ‘brugvorming’ optreden. Hierbij groeien de binnenkanten van de kiezen in de onderkaak naar elkaar toe. Deze vormen als het ware een brug over de tong. De cavia kan hierdoor niet goed eten!

Wat zijn de symptomen?

Bij veel konijnen en knaagdieren die gebitsproblemen hebben zien we dat ze in eerste instantie hun hooi niet meer zo graag eten, later zullen zij ook minder krachtvoer (brokjes) gaan eten.  Ook kunnen ze langer op hun eten kauwen en het voedsel weer uit de mond laten vallen. De verminderde voedselopname leidt tot vermagering. Mogelijk ontstaan er abcessen op de kop die het gevolg zijn van kiesproblemen. Verder kunt u merken dat de dieren speekselen. Dit komt doordat haken op de kiezen de tong en wangen beschadigen, dit maakt het slikken pijnlijk.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De kiezen van konijnen en knaagdieren zijn soms moeilijk in beeld te brengen zonder het dier een lichte narcose (dit gebeurt met een zeer veilige gasnarcose!) te geven. Toch geven de voortanden ons al veel informatie over de conditie van het gebit en kan een deel van de mondholte met een otoscoop in beeld gebracht worden. De voortanden mogen niet te lang zijn; let wel, de tanden van knaagdieren zijn veel langer dan de tanden van konijnen.  De voortanden moeten even lang zijn en het snijvlak moet een haakse hoek maken met de zijrand van de tanden.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Indien de snijtanden te lang zijn, kunnen deze worden geslepen. Dit kan vaak bij de wakkere cavia gebeuren. De haken op de kiezen kunnen onder narcose worden weggeslepen. Dit kan soms zeer lastig zijn en de problemen keren bijna altijd weer terug na enkele weken tot maanden.

De nazorg is heel belangrijk. Na de ingreep moet de cavia weer zo snel mogelijk goed gaan eten. Dit betekent dat er een goede pijnstilling moet worden gegeven. Op de kliniek krijgen de dieren na de ingreep onder de huid een infuus met wat glucose. De eerste dagen zal er vloeibare voeding gegeven worden. Het herstel verloopt in de meeste gevallen boven verwachting vlot!

Wat kunt u zelf doen?

Het is verstandig om de snijtanden regelmatig te bekijken. De meeste cavia’s laten dit prima toe. U kunt aan de dierenarts vragen hoe u dit het beste kunt doen. Let goed op uw cavia, voel terwijl u het konijn aait of het is afgevallen, of nog beter weeg de cavia regelmatig. Een cavia met een gezond gebit zal nooit speekselen.

Een gezond gebit slijt af doordat de tanden en kiezen zichzelf slijpen. Knagen is dus niet nodig om de tanden te slijpen. Het geven van knaag/likstenen raden wij af, aangezien dit een grotere kans op blaasproblemen met zich meebrengt. Om aan de knaagbehoefte van een cavia te voldoen, kunnen wel takken worden gegeven (bv. wilg of hazelaar).

Zorg bij cavia’s voor voldoende Vitamine C in de voeding (minimaal 10 mg per kg lichaamsgewicht per dag). Zieke en drachtige dieren hebben zelfs nog meer vitamine C nodig (30 mg per kg lichaamsgewicht). Dit zit in speciaal caviavoer en groenvoer. Ook is het verstandig tabletjes met vitamine C erbij te geven, omdat het vitamine C in het caviavoer zeer snel wordt afgebroken.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Dierenarts drs. Robin Holle kijkt u aan

Drs. Robin Holle
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Cysteuze ovaria cavia

Ovariële cysten zijn met vocht gevulde holtes op de eierstokken. Deze kunnen soms wel 10 cm groot worden. Ze komen zeer vaak voor bij vrouwelijke cavia’s vanaf ongeveer 2 jaar leeftijd.

Wat zijn de symptomen?

Veel cavia’s hebben geen symptomen. Ook kunnen ze vage klachten hebben doordat de cysten heel groot kunnen worden en op de organen kunnen drukken. Symptomen zijn bijvoorbeeld: minder/niet eten, tekenen van pijn, stiller zitten, dikkere buik en problemen met de ademhaling of spijsvertering. Soms kunnen de cysten hormonen produceren, wat kan leiden tot symmetrische kaalheid op de flanken en ander gedrag. Soms wordt bloed in de urine gezien.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De dierenarts zal de cysten vaak kunnen voelen met lichamelijk onderzoek. Met echografie kan dit bevestigd worden.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Bij voorkeur worden de eierstokken en eventueel de baarmoeder met een operatie verwijderd. Hierbij is wel een operatierisico aanwezig. Ook kunnen de cystes soms worden leeggezogen met een naald, de kans dat de cystes terugkeren is dan zeer groot.

Hoe kunnen ovariële cystes voorkomen worden?

Sterilisatie van de vrouwelijke cavia voorkomt dat ovariële cysten kunnen ontstaan. Dit wordt echter niet standaard gedaan! De sterilisatie is bij een cavia namelijk een zware operatie met een vrij grote kans op complicaties. Deze wordt dan ook enkel uitgevoerd indien er al sprake is van ovariële cysten of baarmoederproblemen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Castratie cavia

Waarom castratie?

Met castratie kan onderlinge agressie worden voorkomen. Ook is er dan geen kans meer op ongewenste nakomelingen. Denk eraan dat mannelijke cavia’s al vanaf 4 weken leeftijd vruchtbaar kunnen zijn! Castratie  kan vanaf 4 maanden leeftijd. Na castratie kunnen de mannetjes nog gedurende 6 weken vruchtbaar zijn! Houd cavia’s dus nog enkele weken apart om te voorkomen dat ze zich alsnog voortplanten.

Algemene informatie over narcose en operatie

Een cavia mag beslist nooit vasten voor een operatie! Dit kan zorgen voor stilliggende darmen en dat is een levensgevaarlijke situatie. Een cavia moet altijd voedsel in de darmen hebben. Dus het is goed om de cavia gewoon voor de operatie te laten eten, en tot het allerlaatst hooi tot zijn beschikking te geven. Na de operatie moet de cavia in een warme omgeving bijkomen, dus op een warmtematje, of onder een warmtelamp.

Een cavia die onder narcose is geweest kan zichzelf moeilijk warm houden. Houd de cavia dus binnenshuis. Nog een reden om de cavia in de huiskamer te houden is dat je zo goed kunt opletten of zij/hij weer gaat eten en drinken. Dit moet dezelfde dag nog het geval zijn. Het is zaak dat een cavia binnen 12 uur na de operatie weer gaat eten. Een cavia die langer dan 12 uur geen voedsel in de darmen krijgt, raakt in de problemen.

Regelmatig eten

Het is het beste om regelmatig voedsel aan te bieden. Groenvoer smaakt een zieke cavia meestal beter dan droogvoer. Zorg dat eten en water in de buurt staan. Als de cavia 12 uur na de operatie nog niet eet, ook geen groenvoer of hooi, moet het gedwangvoerd worden. Dit kan bijvoorbeeld met Critical Care®.

Een cavia zonder pijn zal eerder weer gaan eten, en snel helemaal opknappen. Informeer dus bij de dierenarts of er een pijnstiller gegeven is, en vraag een extra pijnstiller mee naar huis. Pijnbestrijding bij een cavia is heel erg belangrijk, steeds meer dierenartsen komen gelukkig tot dit besef.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst

Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Voeding cavia

Veel cavia’s zijn helaas te dik omdat ze te veel of te calorierijk voedsel krijgen. Ook te weinig lichaamsbeweging kan een rol spelen. De meeste cavia’s krijgen te veel droogvoer en te weinig hooi en groenvoer. Dit kan gebits- en gezondheidsproblemen veroorzaken. Bij cavia’s is het zeer belangrijk extra vitamine C te geven. Dit zit in groenvoer en daarnaast kunnen ook vitamine C tabletjes worden gegeven.

Wat eet een cavia?

  1. Onbeperkt hooi Een cavia moet dag en nacht over vers hooi kunnen beschikken. Dit is het belangrijkste onderdeel van het dieet. Als antwoord op de vraag wat een cavia eet staat hooi dus op nummer 1.
  2. Droogvoer Dit is het minst belangrijke onderdeel van de voeding van de cavia. Nadelen van droogvoer Droogvoer is erg calorierijk en zorgt al snel voor zwaarlijvigheid. Daarnaast bevatten veel merken erg veel calcium, waardoor blaasstenen kunnen ontstaan. Te weinig vezels zorgen voor een te trage darmwerking, waardoor verstoppingen kunnen ontstaan. Welk droogvoer is geschikt? Het beste kunnen uitsluitend groene korrels (biks) speciaal voor cavia’s gevoerd worden, zodat de cavia alle essentiële voedingsstoffen binnenkrijgt. Konijnenvoer is niet geschikt, omdat hier geen vitamine C aan toegevoegd is. Een goed voer met veel vezels is Supreme Science Selective. Hoeveelheid Cavia’s hebben genoeg aan 15 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag, verdeeld over ’s  morgens en ’s avonds. Dit lijkt heel weinig, maar is meer dan voldoende voor een gemiddelde cavia.
  3. Groenvoer Groente en gras Laten wennen Zoals bekend hebben cavia’s een zeer gevoelig darmstelsel. Als daar wat mis mee is, worden ze onmiddellijk ziek. Cavia’s bouwen hun darmflora op door het soort voedsel wat ze krijgen. In de darmen bevinden zich nuttige bacteriën, die nodig zijn om het voedsel af te breken. Als je een cavia nieuw voedsel geeft, moeten daar dus bacteriën voor gevormd worden. Geef je teveel nieuw voedsel ineens, dan zijn daar nog niet voldoende bacteriën voor gevormd en raakt je cavia aan de diarree. Het wennen kan door de eerste dag 1 soort groente ter grootte van 1-2 cm te geven. Als de dag erna de keutels mooi droog zijn, mag de dubbele hoeveelheid gegeven worden. Wacht dan weer een dag en eventueel kan dan een klein stukje van een andere groente gegeven worden. Bouw dit op deze manier steeds langzaam op. Worden de keutels zacht en/of nat, stop dan met de laatst gegeven groente/hoeveelheid. Een richtlijn voor de uiteindelijke hoeveelheid is ongeveer 50-100 gram verse groente per kilogram lichaamsgewicht per dag.Geschikte groenten (Het beste is om te variëren) Andijvie, broccoli, komkommer (met mate), paprika, radijs, tomaat, witlof, wortel en wortelloof. Eventueel kan een klein beetje peterselie gegeven worden (met mate, bevat veel oxalaat).Groenten die niet gegeven mogen worden Bieslook, champignons, prei, uit, knoflook, alle soorten bonen en erwten, rabarber, vaste koolsoorten (kans op gasvorming!), aardappelen en aardappelschillen, mais, spruitjes. Klaver, nat gras en gemaaid gras zijn ook niet goed, omdat dit kan gisten.Fruit Ook fruit moet langzaam opgebouwd worden om diarree te voorkomen. Het bevat een hoog suikergehalte en mag dus slechts in kleine hoeveelheden gegeven worden. Geschikt fruit is bijvoorbeeld appel.
  4. Water Voldoende inname van water (door drinken of groenvoer) is belangrijk voor een goede darmwerking en gezonde blaas.
  5. Vitamine C Een cavia kan zelf geen vitamine C aanmaken. Zij moeten alle vitamine C dus uit de voeding halen. Ze hebben per dag 10-30 mg per kg lichaamsgewicht aan vitamine C nodig. Ze kunnen dit uit het caviavoer en groenvoer halen. Ook kan dagelijks een tabletje van 50mg Vitamine C worden gegeven.

Andere caviaweetjes over voeding

  • Een knaag- of liksteen kan beter niet gegeven worden aan een cavia. Het gebit van een cavia slijpt zichzelf tijdens het eten en het knagen is hiervoor niet nodig. Knaagstenen bevatten veel calcium. Dit komt rechtstreeks in de blaas en zorgt daar voor problemen.
  • Caviasnoepjes en sticks bevatten veel suikers en kunnen zorgen voor een verstoorde darmwerking, deze kunnen beter niet gegeven worden.
  • Geef een cavia extra vitamine C. Vaak eten ze vitamine C tabletjes op alsof het snoepjes zijn. Een tekort aan vitamine C leidt bijvoorbeeld tot gebitsproblemen, diarree en bewegingsstoornissen.
  • Als een cavia langzamer gaat eten, minder gaat eten, natte mondhoeken heeft, kwijlt stiller/rustiger wordt of vermagert, kan er een probleem zijn met het gebit. De tanden van een cavia groeien levenslang door! Als het gebit niet goed afslijt, kunnen de snijtanden te lang worden of haken op de kiezen ontstaan. Soms wordt er zelfs een ‘brug’ over de tong gevormd. Dit is zeer pijnlijk en zorg ervoor dat een cavia niet meer goed kan eten. Dit moet bij de dierenarts behandeld worden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Blaasproblemen cavia

Bij cavia’s komen frequent blaasproblemen voor. Vaak spelen blaasgruis en/of – stenen een rol. Vaak is dit calciumoxalaat, calciumfosfaat of struviet. De oorzaak kan liggen bij een opklimmende bacteriële blaasontsteking of door voeding met veel calcium en oxalaat.

Wat zijn de symptomen?

Cavia’s kunnen last krijgen bij het plassen, bijvoorbeeld: vaak kleine beetjes plassen, bloed in de urine, een andere urinegeur of urine die zeer dik is of steentjes bevat. Als een steen zorgt voor verstopping van de plasbuis of urineleider, zal de cavia zeer snel achteruit gaan en kunnen sterven. De cavia zal dan slomer zijn, stil zitten, minder/niet willen eten en uitdrogen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s, echografie en urine onderzoek kan de diagnose worden gesteld. Ook kan een urinekweek worden ingezet om te bepalen of en welke bacterie aanwezig is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Wanneer de plasbuis geblokkeerd is of stenen in de blaas aanwezig zijn, is operatie noodzakelijk. In sommige gevallen kan de blaas zonder operatie gespoeld worden. Ook pijnstillers, voldoende vocht en eventueel antibioticum kunnen worden gegeven.  De kans is zeer groot dat de problemen na behandeling terugkomen.

Hoe kunnen blaasproblemen worden voorkomen?

Zorg ervoor dat cavia’s voldoende zullen drinken. Dit kan door elke dag schoon water en groenvoer te geven. Geef voeding waar weinig calcium en oxalaat in zit. Vermijd dan ook peterselie, selderij en spinazie. Daarnaast kan calcium-arm hooi worden gegeven en mogen knaagstenen/supplementen niet meer gegeven worden! Een cavia heeft geen knaagstenen nodig om het gebit af te slijten, dus deze kunt u gerust weglaten. Ook voldoende lichaamsbeweging is zeer belangrijk. Zorg voor een grote schone kooi en vrije beweging.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Huid en vacht problemen cavia

Wat is het en wat zijn de symptomen? Veel voorkomende oorzaken van vachtproblemen en jeuk bij de cavia zijn mijten en huidschimmel.
  • Trixacurus caviae is een mijt die vooral voorkomt op nek, schouders, dijen en buik. Een infectie zorgt voor een extreme jeuk. Vaak worden wondjes met korstvorming en kaalheid gezien. Ook kan pus gevormd worden. Soms is de jeuk zo heftig dat het lijkt alsof de cavia een epileptische aanval krijgt.
  • Huidschimmel bij cavia’s begint vaak op de neus. Ook de rest van de kop, nek, rug en flanken kunnen aangetast zijn. Vaak zijn het duidelijk afgegrensde plekken met kaalheid, schilfering en roodheid aan de randen. Om deze reden wordt het ook wel ringworm genoemd. Deze schimmel is tevens zeer besmettelijk voor mensen, dus pas goed op en ga bij twijfel zelf naar de huisarts.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met microscopisch onderzoek van huidafkrabsels kunnen mijten worden gevonden. Om schimmel aan te tonen kan met een Woodse lamp worden gekeken. Vaak is een schimmelkweek noodzakelijk.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Therapie van schurftmijt bestaat uit behandeling met injecties of een oplossing met ivermectine. Huidschimmel kan behandeld worden met medicijnen die in de bek worden gegeven of door de cavia te wassen met een speciale vloeistof. Daarnaast zijn goede hygiëne en ontsmetting van de omgeving belangrijk. De prognose is goed.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Informatie over de cavia

Wat is een cavia?

De cavia komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en werd in de16e eeuw in Europa geïmporteerd, waarschijnlijk via Suriname. De vacht kan zowel glad als ruw en kort- als langharig zijn. Cavia’s worden ten onrechte nogal eens marmot genoemd. De echte marmotten zijn de ‘mulmeltiere’ die in de alpen voorkomen. De cavia is een knaagdier en heeft steeds doorgroeiende tanden. Door slijtage worden ze niet te lang. Soms slijten ze onvoldoende en kunnen ze gebitsproblemen geven. Een mannelijke cavia wordt een beer genoemd, een vrouwelijke cavia een zeug. Voor uitgebreide informatie over aanschaf en huisvesting van cavia’s, kijk ook op LICG.

Gedrag

De cavia is een groepsdier met een duidelijke hiërarchie onder de beertjes. Bij de vrouwtjes (zeugjes) komt dit verschijnsel veel minder of niet voor. Beertjes in de groep worden door de dominante beer in de groep geduld maar als zij avances maken naar zeugjes zullen zij worden verjaagd.

Hanteren

De cavia is een goed te hanteren dier dat niet zo snel zal bijten. Hij moet met beide handen worden opgepakt. Het beste is het dier rond de schouders te pakken en met de andere hand het onderlichaam te ondersteunen. Vooral bij drachtige cavia’s is het belangrijk het onderlichaam te ondersteunen omdat dit erg zwaar wordt. Bij zware of drachtige dieren bestaat namelijk het gevaar dat de vingertoppen in de buikholte een leverscheuring veroorzaken met als gevolg een inwendige bloeding met dodelijke afloop.

Voortplanting

Meestal past men polygame fok toe van 1 beertje met 4 à 5 zeugjes. Cavia’s maken geen nest maar verschuilen zich graag in hooi, dat dus ook beschikbaar moet zijn. Dat beschermt bovendien de pasgeboren jongen tegen afkoeling. Pasgeboren cavia’s zijn meer volgroeid dan bij anderen knaagdieren het geval is. Het zijn nestvlieders. Bij de geboorte zijn de jongen al behaard, de ogen zijn open en het gebit is ontwikkeld. Kort na de geboorte kunnen de jongen al voer opnemen en water drinken. Hoewel het zeugje maar 1 paar tepels heeft, kan ze goed nesten van 3 a 4 jongen groot brengen.

Fokgegevens

  • Geslachtsrijp: vanaf 4-7 weken. Haal de mannetjes dus op tijd (voor de 4 weken leeftijd) weg bij de moeder en zusjes!
  • Fokrijpheid: 3 maanden (beer), 5 maanden (zeug). Vrouwelijke dieren moeten op jonge leeftijd (vóór de 6-8 maanden leeftijd) gedekt worden. Gebeurt dit later, dan kan het geboortekanaal te klein zijn en kunnen de jongen niet goed geboren worden. Dan zal een keizersnede nodig zijn.
  • Draagtijd: 59-72 dagen. Cavia’s zijn nestvlieders en de jongen worden met haar geboren.
  • Nestgrootte: 1-6 jongen (gemiddeld 4)
  • Geboortegewicht: 70-100 gram
  • Speenleeftijd: 3-4 weken
  • Volwassen gewicht: beertje: 950-1200 gram, zeugje: 700-850 gram
  • Levensverwachting: 4-5 jaar (max. 8 jaar)

Hoe verzorg je een cavia?

Het lijkt zo makkelijk om een cavia te houden. Op zich is het dat ook wel maar het vraagt wel tijd, consequent handelen en aandacht. Vooral de huisvesting en de dagelijkse voeding zijn van belang. Daarom staan we daar hier even nader bij stil.

Huisvesting van de cavia

Cavia’s worden het best in grote, vlakke kooien gehouden. Ze moeten zich kunnen verschuilen, bijvoorbeeld in hooi of onder een afdakje. Als bodembedekking kunnen houtkrullen, hooi of zaagsel gebruikt worden. Zaagsel heeft als nadeel dat het zich bij de beertjes kan ophopen onder de voorhuid van de penis en daar een chronische ontsteking veroorzaken. De ideale omgevingstemperatuur is 20-24 °C. Ze kunnen goed tegen lagere temperaturen als ze een goede bodembedekking hebben. Cavia’s zijn slecht bestand tegen hoge temperaturen. Deze mag zeker niet hoger zijn dan 30 graden.

Voeding van de cavia

Cavia’s missen een enzym dat nodig is om vitamine C te maken. De cavia heeft dus dagelijks aanvoer van vitamine C nodig: minimaal 10 mg per kg lichaamsgewicht per dag. Dit is niet het geval bij het konijn. Konijnenvoer kan dus niet aan cavia’s kan worden gegeven zonder dat extra vitamine C wordt verstrekt. Cavia voeding bevat extra toegevoegd vitamine C, maar dit alleen is onvoldoende. Fruit en groenvoer zijn hiervoor geschikt, maar vitamine C kan ook met een tabletje worden gegeven. Veel cavia’s zien dit echt als een snoepje! Cavia’s zijn planteneters. Hoewel hooi vaak als voedsel wordt gegeven, moet het zodanig worden verstrekt dat de cavia het tevens als beschuttingsmateriaal kan gebruiken. Wat hooi en appel zijn vaak onmisbaar voor een goede conditie. Bij verstrekken van groenvoer moet men oppassen geen ziekten in te brengen. Cavia’s zijn kieskeurige eters. Ze kunnen eten en drinken weigeren als het voedsel of de voerbak zijn veranderd. Ze zijn ook slordige eters. Ze morsen veel en doen hun behoeften in de voerbak. Het voedsel moet dus vaak worden ververst en de voerbak moet regelmatig worden schoongemaakt. Ook waterflessen met liefst roestvrij stalen drinktuiten moeten vaak worden gereinigd, omdat cavia’s in de fles terugspuwen. Water en voer moeten vrij ter beschikking staan. Dierenartsenpraktijk Horst adviseert de Supreme Science Selective voeding voor uw cavia. Deze is bij Dierapotheker.nl te bestellen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Parasieten bij konijn, cavia, fret, rat, chinchilla en hamster

 

Mijten, luizen, vlooien, wormen bij konijn en knaagdieren

Mijten (schurft), vlooien en luizen kunnen hinderlijk zijn voor het konijn en knaagdieren. Deze parasieten veroorzaken vooral schilfering en haaruitval en dat waar het dier het meeste last van heeft: Jeuk. Het is dus het beste om parasieten bij uw konijn of knaagdier te voorkomen en wanneer ze er toch last van hebben dit direct goed te behandelen. Gebruik nooit zomaar de middelen die bij hond en kat gebruikt worden, want deze kunnen giftig zijn voor de kleindieren. Frontline bij het konijn is hiervan een berucht voorbeeld.

Mijten bij het konijn en knaagdier

Er zijn verschillende soorten mijten. De belangrijkste zijn:

  1. De vachtmijt
    De vachtmijt geeft vooral veel losse haren. Maar ook jeuk: de diertjes krabben en bijten zichzelf en zo ontstaan wondjes, roos en kale plekken. De veroorzaker is de Cheyletiella parasitovorax. Deze is goed te vinden door met een vlooienkam de huid uit te kammen en dan de schilfers onder de microscoop te bekijken. We zien dan de mijten en de eitjes. Een andere vorm van vachtmijt is Leoparacarus gibbus, deze is op de haren te zien onder de microscoop, en geeft een kale huid zonder schilfers. De haren vallen als vanzelf uit doordat de haarschachten worden aangetast.Konijnen en knaagdieren die last hebben van de vachtmijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  2. Huidmijt of schurft
    De huidmijt geeft schurft bij het konijn en het knaagdier. Schurft kenmerkt zich door jeuk, vooral bij de oren en andere plekken op de kop. Echter ook op de rest van het lichaam kunnen de gevolgen van de jeuk zichtbaar zijn: kale plekken en wondjes. De diagnose is te stellen door een huidafkrabsel onder de microscoop te bekijken. Dit afkrabsel moet diep uit de huid worden genomen (tot bloedens toe) want de mijten leven in gangen in de huid. Deze mijt is vaak wel lastig te vinden. De huidmijt heeft de naam Notoedres cati of Sarcoptes scabiei. Demodex cuniculi is het maar zelden, deze leeft in de talgklierzakjes van de haren en is microscopisch gemakkelijk te vinden.De huidmijt is goed te behandelen met Ivermectine. 
  3. Oormijt
    Flappert uw konijn of knaagdier veel met de oren? En krabt hij ook aan zijn oor en schudt hij met de kop? De kans is groot dat hij last heeft van oormijt. We zien dan ook vaak bruine korsten in het oor. We zien oormijt vooral bij jonge dieren en bij dieren uit een kinderboederij of opvang. We zien dan ook dat alle dieren er last van hebben. Om de diagnose zeker te stellen kijken we met een otoscoop in het oor en we zien de oormijten dan kruipen.Konijnen en knaagdieren die last hebben van oormijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  4. Oogstmijt
    De oogstmijt, ook wel de herfstmijt genoemd, komt plaatselijk in Nederland voor op kalkrijke gronden in grasstroken langs het water. Een infectie met herstmijt bij konijnen komt niet veel voor en als het voorkomt dan is het rond augustus (oogstmaand). De oogstmijten zitten vooral op de kop van het konijn, vaak op één plek op de neus. Mensen kunnen trouwens ook last hebben van de oogst mijt. De behandeling van oogstmijt gebeurt met een pincet en scherpe lepel. Hiermee haal je de mijten van het dier af. Wanneer uw konijn de oogstmijt in augustus heeft opgelopen dan is het vrijwel zeker dat ze de jaren erna weer besmet worden met deze mijt. Voorkom dus in deze periode dat uw konijn buiten in struiken, bosjes en gras langs het water kan komen.

Vlooien bij knaagdieren en het konijn

Konijnen en knaagdieren kunnen vlooien oplopen. Vaak gebeurt dit via egels. Egels hebben vaak en veel vlooien bij zich. Vlooien kunnen ook bij konijnen jeuk geven en kunnen de ziekte Myxomatose overdragen.

Behandel een konijn met vlooien nooit met Frontline. Frontline is gif voor het konijn. Konijnen en knaagdieren die last hebben van vlooien zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).

Luizen

Luizen zuigen bloed en beschadigen zo de huid van het konijn en knaagdier. In de vacht legt een luis witte eitjes, ze zijn dan ook in een donkere vacht goed zichtbaar. Besmetting van dier naar dier is bij luizen minder aan de orde. Wel kan ook de luis Myxomatose naar het konijn overdragen. Behandel een knaagdier of konijn met luizen met ivermectine en vergeet niet ook de ligplek en de vacht goed schoon te maken.

Schimmels bij knaagdier en konijn

Schimmels komen veel voor bij dieren. Vaak zonder dat die schimmels klachten veroorzaken bij het dier. Wanneer een dier een verlaagde weerstand heeft dan kan een schimmel toeslaan en een dunne huid en kleine korstjes op de huid veroorzaken. Zonder behandeling kunnen die beschadigingen van de huid grote kale plekken worden. Schimmels zijn besmettelijk van dier naar dier en soms ook naar mens. Schimmels zijn vaak hardnekkig en behandelen moet dan ook consequent gebeuren. Een bijzondere vorm van schimmel is Ringworm. Het is te zien doordat er een ring in de huid van konijn of knaagdier ontstaat, vanuit het midden treedt er namelijk genezing op. Ringworm kan jeuk geven die niet erg pijnlijk is.

Madenziekte bij konijnen

Madenziekte, ook wel Myasis genoemd, is een groot gevaar voor konijn in de zomer maanden. Bij warmte is de groene vleesvlieg een bedreiging voor het konijn. Deze vliegen leggen eieren in vieze haren, bijvoorbeeld bij plakpoep rond de anus en onder de staart van het konijn. Ook bij andere ontstekingen van de huid kan de vlieg zich nestelen op het konijn. De aangekoekte poep bij het konijn wordt vooral veroorzaakt doordat het konijn te veel eten krijgt aangeboden. Een konijn heeft namelijk 2 soorten keutels, gewone en blinde darm. En konijn eet die blinde darm keutels altijd op (coprofagie). Wanneer dit niet gebeurt dan geeft dit plakpoep rond de anus van het konijn. Juist die blinde darm keutels zijn namelijk erg plakkerig. De vliegen leggen eitjes op d aangetaste huid en dan ontstaan maden. De witte maden kunnen heel klein zijn maar ook 1 cm lang en ze zijn zeer bewegelijk. Die maden maken gaten in de huid van het konijn en richten zo enorme schade aan. Heeft uw konijn madenziekte? Ga dan naar uw dierenarts, vaak is een behandeling onder narcose noodzakelijk.

Voorkom de madenziekte ten alle tijde. Geef een konijn maar 20 gram voer per kg lichaamsgewicht + altijd hooi. Wanner er toch plakpoep komt, verwijder deze dan direct met lauw water en houdt het hok fris en schoon. Nomyiasis is een effectieve spray die helpt en ondersteunt bij Myasis. De spray doodt de vliegen en de maden op het konijn.

Wormen bij knaagdier en konijn

Ook bij knaagdieren en konijnen komen wormen voor. Dit kunnen verschillende soorten zijn. Bij het konijn is de meest voorkomende de Pinworm. De besmetting komt door het eten van eitjes van de worm. De besmetting kan al gebeuren kort na de geboorte vanuit de moeder van het dier. Ook andere konijnen (buiten) zijn een bron van infectie. We zien bij een worminfectie meestal afwijkende keutels, vaak minder en te kleine. Ook slijmdraden worden wel gezien. De pinworm kunnen we met het blote oog zien zitten op de keutels.

We behandelen worminfecties, met name de spoel- en zweepworm, bij knaagdier en konijn met een antiworm middel op basis van ivermectine. De pinworm van het konijn is hier echter niet bijzonder gevoelig voor. Beter is dan op voorschrift te behandelen met Panacur (cascaderegeling).

E. Cuniculi bij het konijn

E. Cuniculi is een zogenaamde protozoaire ziekte. Een protozoa is een ééncellig organisme die iets groter is dan een bacterie. Deze besmetting komt bij het konijn vaak voor. De E. Cuniculi nestelt zich met name in zenuwweefsel. De symptomen zijn: hersenproblemen, achterhandsproblemen, blaas- of nierproblemen, heen en weer bewegen oogbol, vermageren zonder reden. De diagnose is lastig te stellen en behandelen heeft het meest zin wanneer u er snel bij bent en uw dierenarts bezoekt.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl