Tekenziekte gevaar hond

De ziekte Babesiose is een infectie bij de hond die wordt overgedragen door een teek. Vooral honden die terug komen van Zuid-Europese landen hebben kans op een infectie met deze parasiet. Maar ook in de Noord-Europese landen zelf neemt de kans op een infectie toe.

Teek ook in België

De teek, Dermacentor reticulatus, die Babesiose kan veroorzaken komt in Nederland al langer voor en sinds 2017 ook in België. In 2018 is in België bij 2 honden, die niet in het buitenland zijn geweest, Babesiose vastgesteld. Deze honden hebben gewandeld in een natuurgebied in West-Vlaanderen. In Nederland is een nieuw onderzoek gestart naar de verspreiding van en de ziekten bij teken.

Al snel besmetting

https://www.youtube.com/watch?v=K6L2xRYfCj4

We zijn er altijd van uit gegaan dat voor de overdracht van Babesiose de teek een bloedmaaltijd van tenminste 48 uur nodig heeft. Nieuw onderzoek laat zien dat dit al binnen 8 uur kan. Dat komt vooral door de onderbroken bloedmaaltijden waarbij teken van de ene naar de andere gastheer gaan.

Adequate tekenpreventie

Het adequaat voorkomen en bestrijden van teken bij de hond is dus steeds meer van belang om de verspreiding van de ziekte Babesiose tegen te gaan. De voorkeur gaat dan uit naar een tekenmiddel met een snelle + werende (repellende) werking.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Bron: European Centre for Disease Prevention and Control

Anderen lazen ook:
Tekenziekte gevaar hond
 Seresto vlooien- en tekenband
 Seresto halsband hond kat
 Advantix teek vlo hond
 Vlooien bij de kat
Vakantiekriebels bij uw huisdier
 Teken en ziekte van Lyme bij de hond
 Huisdier mee op vakantie
 Teek bij uw hond
 Teken en honden
 Ontwormen, ontvlooien en teken voorkomen bij hond en kat
Tekenonderzoek in Nederland

Ringworm schimmel bij hond en kat

Niet iedereen weet het maar ringworm is een infectie met een schimmel. Deze schimmel geeft bij de mens ringvormige huidontstekingen, bij hond en kat echter niet.

Wat zien we bij hond en kat wel?

Ofwel een hond laat niets zien en heeft toch de schimmel bij zich ofwel de hond heeft kale, schilferende plakken. Jeuk ontbreekt meestal. Voor de kat geldt hetzelfde. Bij hond en kat is de ringworm schimmel infectie een hardnekkige infectie, die ook soortgenoten kan besmetten.

Hoe kom je aan een ringworm besmetting?

Een ringworm besmetting komt vanuit de omgeving of van soortgenoten. De voortplanting van schimmels gaat via sporen en die sporen kunnen jarenlang blijven bestaan en zijn lastig af te doden. Ringworm besmettingen komen het meeste voor bij dieren met minder weerstand, dus bij jonge, oude en zieke dieren.

Hoe weten we dat het om ringworm gaat?

Een ringworm infectie bij de mens is dus vrij herkenbaar. Bij hond en kat niet. De veelgebruikte Woodse lamp geeft maar in 50% van de gevallen een positief resultaat. Uw dierenarts kan de diagnose stellen door het kweken van de schimmel op haren en huidschilfers, maar de nu beschikbare PCR test is het meest betrouwbaar.

Behandeling ringworm

1. De plekken ruim scheren en behandelen met shampoo’s of zalven op basis van Ketoconazole die schimmels doden. Zo wordt nieuwe sporenvorming voorkomen.

2. Alle andere dieren + mensen in huis controleren en zo nodig mee behandelen.

3. Kat en hond behandelen met een schimmeldodend middel op basis van Itraconazole. Itraconazole (Itrafungol®, Itradrops®) is een wat duurder diergeneesmiddel maar wel zo veilig voor uw dier.

4. Omgeving van hond en kat behandelen. In de omgeving zijn altijd heel veel sporen aanwezig van de schimmel. Dus flink blijven stofzuigen en de omgeving behandelen met verdunde bleek en een middel op basis van Ketoconazole.

De behandeling dient minimaal 4-6 weken te worden ingezet waarna een 1e controle met de PCR test kan gebeuren.  Blijven door behandelen en 4 weken later een 2e PCR test. Uitslag 2x negatief, dan behandeling stoppen.

Hoe kan de omgeving schoongemaakt worden?

De omgeving moet het liefst dagelijks goed schoongemaakt worden. Het beste kan eerst goed gestofzuigd (met HEPA filter) en daarna geschrobt worden met water en een normaal schoonmaakmiddel. Daarnaast wordt geadviseerd om 2 keer per week te desinfecteren met een 1 op 10 verdunde bleekoplossing. Alle kleedjes/zachte materialen moeten (het liefst 2 keer achter elkaar) in de wasmachine op 60 graden. Vraag uw dierenarts om verder advies.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Hartwormziekte huisdier

Steeds vaker hoor je over de hartworm bij huisdieren. Hoe zit dat nou eigenlijk? Een draadvormige worm veroorzaakt hartwormziekte. De hartworm kan diep in het lichaam doordringen. Ze komen tot in de lichaamsholten en de bloedvaten en bevinden zich dan vooral in de longslagader. Door bloedzuigende insecten worden ze overgebracht op andere dieren en veroorzaken zo een besmetting. Het zijn vooral muggen die de rol van tussengastheer spelen.

Besmettelijke larven

Volwassen hartwormen produceren larven, die wel tot 2.5 jaar lang in het bloed kunnen blijven. Er zit zo’n ½ jaar tussen besmet raken en symptomen gaan vertonen. De volwassen hartworm zelf kan ruim 6 jaar oud worden en deze komt voor in Latijns- en Noord-Amerika, Afrika, Azië, Australië en Zuid- en Midden-Europese landen, tot in Noordoost-Frankrijk.

Risico neemt toe

Ook in Noord-Europese landen zijn muggen aanwezig die de hartworm kunnen overbrengen, maar het warme seizoen is (nog) te kort voor de ontwikkeling van de besmettelijke larvale stadia van de hartworm. Door het steeds vaker voorkomen van warmere zomers neemt de kans echter wel toe dat hartworm ook hier een keer zal worden overgebracht. De in Nederland tot nu toe beschreven gevallen waren honden die afkomstig waren uit de eerder genoemde gebieden.

Vooral de hond

Vooral de hond is gevoelig voor een hartworminfectie. De kat is dat veel minder. Bij een hartworminfectie vertonen de honden in eerste instantie een licht hoestje en zijn ze sneller moe. Bij een acute en een ernstige chronische infectie zijn de symptomen veel meer uitgesproken. Acute sterfte is dan ook mogelijk.

Preventie staat voorop

De diagnose hartwormziekte is lastig te stellen en de behandeling is complex. Belangrijk is dat wanneer de hond of kat wordt meegenomen naar gebieden waar hartworm voorkomt, dat er dan een preventieve behandeling wordt ingesteld. Hiervoor kan maandelijks bij zowel hond als kat de werkzame stof selamectine, moxidectine of milbemycine worden gebruikt. Producten die dit bevatten zijn o.a. Milbemax en Milpro. Door de toepassing van deze goed werkzame middelen is het voorkomen van hartworm bij de hond in een land als Italië inmiddels gedaald van 50% naar 17%. In Nederland wordt hartwormziekte nog weinig gemeld. Dat kan door onbekendheid zijn, maar ook doordat de ziekte niet zo snel wordt overgebracht tijdens een verblijf van enkele weken in een gebied waar de hartworm voorkomt.

Hartworm bij de mens

Ook de mens kan besmet raken met de hartworm. Dit is echter een uitzondering, de mens is dan een oneigenlijke gastheer waar de hartworm zijn levenscyclus niet voltooid. Ze kunnen zich dan inkapselen in de longen en uiteindelijk verkalken.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Anderen lazen ook ons artikel over wat vertelt de poep van mijn hond en meer artikelen over wormen bij dieren

Worm soorten bij de hond

Wormen bij de hond

Uw hond kan besmet worden met verschillende soorten wormen. In Nederland is het vaak de spoelworm die zich nestelt in uw hond. Andere wormsoorten die de hond belagen zijn de lintworm, de zweepworm, de haakworm en de Franse hartworm. De symptomen die wormen bij een hond kunnen veroorzaken variëren van geen symptomen tot ernstige klachten afhankelijk van de soort worm en de mate van besmetting.

Gelukkig is er meestal een adequate behandeling mogelijk wanneer honden wormen al hebben opgenomen, maar het voorkomen van wormbesmetting staat altijd voorop. Ook voor de gezondheid van de mens en vooral kinderen.

De spoelworm bij de hond

De bekendste worm in Nederland is de spoelworm (Toxocara spp). De volwassen wormen zien eruit als dunne ronde slierten en kunnen lijken op elastiekjes. Ze komen overal in de omgeving voor en een groot deel van de honden en katten in Nederland raakt besmet.

Alle pups zijn besmet met spoelwormen

Wist u dat 100% van de pups spoelwormen heeft? En dat 5% van de volwassen honden spoelwormen met zich meedraagt? In kennels is maar liefst 1 op de 3 honden besmet met spoelwormen. 

Veel mensen denken dat je bij een wormbesmetting wormen in de ontlasting moet zien. Helaas zien we op het spreekuur nog erg vaak dieren die (bijna) nooit ontwormd worden omdat de eigenaar nog nooit wormen in de ontlasting heeft gezien. Helaas is dat geen garantie! Alleen bij een massale wormbesmetting zullen de wormen spontaan naar buiten komen. Ze kunnen in de ontlasting of in het braaksel te zien zijn. In de meeste gevallen gaat het echter alleen om de eitjes. Deze kunnen we met  het blote oog niet zien. Eventueel kunt u een ontlastingsonderzoek laten uitvoeren om deze eitjes vast te stellen.

Pups al in de baarmoeder besmet met spoelwormen

Pups kunnen al in de baarmoeder besmet raken met spoelwormen, en ook via moedermelk kan een teef spoelwormen doorgeven aan haar puppy’s. Goed om te weten is dat hierdoor vrijwel iedere pup besmet is met spoelwormen. Spoelwormen komen niet alleen in de darmen voor, maar ook in de longen. Ook mensen kunnen besmet worden met spoelwormen (zoönose). Spoelwormen kunnen de lever en longen van de mens bereiken en daar schade aanrichten. Zelfs de ogen en hersenen van mensen kunnen worden aangetast door spoelwormen. 

Hoe komt mijn hond aan spoelwormen?

Spoelworm cyclus bij de hond (ESCCAP)

Spoelwormen komen overal in de omgeving voor. Honden  nemen de besmettelijke eitjes op door bijvoorbeeld het likken aan hun vacht of poten. Uit die eieren komen larven die door de darmwand in het lichaam kunnen komen. Ze ‘reizen’ door het lichaam (larva migrans) en worden via de longen weer opgehoest en komen zo in de darm terecht. Daar ontwikkelen ze zich tot volwassen wormen die eitjes zullen leggen. Eén spoelworm kan wel 200.000 eitjes per dag produceren. De eitjes komen met de ontlasting in de omgeving terecht, waar ze jarenlang kunnen blijven leven en ze een volgend dier kunnen besmetten.

Bij de reis door het lichaam komen de wormlarfjes in verschillende organen terecht, waar ze in ‘rust’ (inhibitie) gaan. Daar kunnen ze levenslang blijven zitten. Tijdens de dracht kunnen de larven bij de hond al in de baarmoeder de pups besmetten. Bij kittens kan dat niet. Na de geboorte kunnen de wormlarven via de moedermelk overgaan op de pups en kittens.

Wordt mijn dier ziek van de spoelwormen?

Tijdens de reis door het lichaam (larva migrans) kunnen de larven schade aan verschillende organen geven. Vooral jonge dieren zijn hiervoor gevoelig. De symptomen van een spoelwormbesmetting bij een jonge hond zijn vooral hoesten en in ernstiger gevallen longontsteking. Ook kunnen ze braken, diarree en een dik ‘wormbuikje’ krijgen. Verder kunnen ze vermageren of minder goed groeien. Bij volwassen dieren zien we minder vaak klinische problemen.

Wat is het spoelworm risico voor de mens?

Spoelwormen (Toxocara) zijn een zoönose. Dat betekent dat ze besmettelijk zijn voor mensen. Na opname van de wormeitjes komen de larven uit en die ‘reizen’ dan door uw lichaam (larva migrans). Vaak merkt u niets van een besmetting, maar soms ontstaan ziekteverschijnselen als buikgriep, hoesten, spierpijn of algemeen ziek zijn. Een zeer ernstige vorm, die we vooral bij jonge kinderen kunnen zien, is de ‘larva migrans’ in het oog. Dit kan tot blindheid leiden.

Kinderen met spoelwormen hebben vaker astma

Het zijn juist de kinderen die graag buiten spelen, in de tuin, in het park en in de zandbak. Daarbij wroeten zij met hun handjes in de aarde en het zand en steken dan vaak die handjes ongewassen in hun mond. Kinderen die geïnfecteerd zijn met spoelwormen hebben vaker astma dan niet-geïnfecteerde kinderen. Astma is één van de meest voorkomende chronische ziektebeelden bij kinderen met een grote sociale en economische impact. Daarbij kunnen de spoelwormen ook andere aandoeningen bij kinderen geven. Professor Wim van Aalderen, Emeritus Hoogleraar Kindergeneeskunde deelt interessante inzichten hierover in een artikel over kinderen en het spoelworm gevaar.

Voorkomen van spoelwormen bij kinderen

Kinderen die een spoelworm infectie hebben opgelopen zijn lastig te behandelen. In veel gevallen is er geen aanwijzing dat de behandeling van de worminfectie zal leiden tot verminderen van de ernst of het verdwijnen van de ziektesymptomen. Vandaar dat preventie, het voorkomen van een besmetting, een must is.

Hoe weet ik of mijn hond spoelwormen heeft?

Spoelwormen kunt u soms in het braaksel van een hond aantreffen, vooral bij pups en ook een enkele keer in de ontlasting. Maar meestal zijn spoelwormen en ook andere wormen niet zo maar te zien. De onzichtbare eitjes zitten in de ontlasting. Door microscopisch ontlasting onderzoek kunnen wij deze eitjes wel zien. Dit betekent dus dat wanneer u geen wormen ziet uw hond wel degelijk (zwaar) besmet kan zijn. 

Wat kan ik zelf doen?

Na het geven van een ontwormingsmiddel is het belangrijk om goed op de ontlasting van uw dier te letten. Spoelwormen zien er uit als witte ronde sliertjes (soort ‘spaghetti’). Ziet u wormen in de ontlasting, dan betekent het dat uw dier last heeft van wormen en is het belangrijk om de ontworming na 2 weken te herhalen.

De lintworm

Lintwormen zijn lange platte dunne wormen die uit verschillende ‘stukjes’ (segmenten) bestaan. Een segment kan soms lijken op een rijstkorrel. Er bestaan verschillende soorten lintwormen, zoals Dypilidium caninum, Taeniae spp en Echinococcus multilocularis (vossenlintworm). De meeste infecties met lintwormen verlopen zonder symptomen, al wordt soms wel jeuk bij de anus gezien (‘sleetje rijden’).

Lintworm overdracht via vlo en muis

Lintworm cyclus bij de hond (ESCCAP)

Volwassen lintwormen leven in de darm van honden en katten. De eitjes komen in de omgeving terecht en worden opgenomen voor de zogenaamde ‘tussengastheren’, zoals vlooien of muizen. In die tussengastheren ontwikkelt de lintworm zich tot een ‘blaasworm’.  Wanneer een hond zo’n tussengastheer opeet, komt hieruit weer een lintworm. Zorg dus voor een goede vlooienbestrijding. Rauw vlees voeding vormt eveneens een risico op het krijgen van lintwormen.

Rijstkorrels in de ontlasting

Lintwormen zitten met weerhaakjes in de darmwand van de hond. Lintwormen laten daar steeds samengebundelde eitjes los in de vorm van rijstkorrels. Die eitjes verlaten het lichaam van de hond via de anus en kunnen dan jeuk veroorzaken. Op de ontlasting van uw hond ziet u dan kleine witte stukjes (maden) of de opgedroogde vorm die wat bruiner is (rijstkorrel). Een hond gaat dan vaak “sleetje rijden” en is er verder niet ziek van. De lintworm kan via de vlo worden overgedragen op honden. Besmetting van mensen met de lintworm komt vrijwel niet voor.

De Vossenlintworm

Vossenlintworm cyclus bij de hond (ESCCAP)

Naast de honden lintworm is er ook een vossenlintworm die de hond kan besmetten. Honden hebben daar geen last van, maar de vossenlintworm is wel gevaarlijk voor de mens. De vossenlintworm kan namelijk de lever, botten, longen en hersenen van de mens ernstig aantasten.

De zweepworm

Zweepworm cyclus bij de hond (ESCCAP)

De zweepworm, ook wel kennelworm of Trichuris vulpis genoemd, leeft in de darm en kan bloederige en slijmerige ontlasting veroorzaken. De eieren zijn zeer besmettelijk en kunnen lang in de omgeving aanwezig blijven. Vooral in kennels met een matige hygiëne zien we nogal eens zweepwormen. Zweepwormen geven bloederige diarree bij de hond.

De haakworm

Haakworm cyclus bij de hond (ESCCAP)

Ook de haakwormen, Uncinaria stenocephala en Ancylostoma caninum, komen overal voor. Haakwormen, zoals de mijnworm, kunnen bloederige diarree, bloedarmoede en vermagering bij de hond veroorzaken. De vos is meestal de besmettingsbron, maar ook moedermelk kan pups besmetten met de mijnworm. Bij honden in kennels, windhonden en jachtmeutes zien we soms dergelijke besmettingen. 

De Franse hartworm

Franse hartworm cyclus bij de hond (ESCCAP)

De Franse hartworm is een andere naam voor de worm Angiostrongylus vasorum. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, komt deze niet alleen in Frankrijk voor. Ook in Nederland kan een hond besmet raken met deze worm. De worm leeft in het hart en de bloedvaten van de longen en kan leiden tot ernstige longproblemen.

De Franse hartworm leeft in slakken en kikkers. Wanneer zij een hond besmetten dan gaan zij door de darmwand naar het hart en de longslagader waar ze eieren leggen die vastlopen in de long. De Dirofilaria, een andere hartworm, komt niet In Nederland voor, maar wel in bijvoorbeeld Italië en Frankrijk en andere Middellandse zee-landen. Deze hartworm wordt overgebracht door de mug en richt veel schade aan in hart en longen van de hond. Het ontwormen van een hond met Dirofilaria is niet eenvoudig, daarom is het vooral zaak om besmetting met deze hartworm te voorkomen.

Alles over wormen bij Esccap

Voor onafhankelijke informatie over worm infecties bij huisdieren kunt u terecht op de website van het ESCCAP. Dit is een Europese organisatie van parasitologen die richtlijnen uitbrengt om u te helpen de juiste strategie te kiezen voor uw dier. U vindt hier de complete richtlijn Wormbestrijding bij hond en kat van april 2020.

Maandelijks ontwormen?


Er gaan steeds meer geluiden op om honden maandelijks te ontwormen. Waarom? Met name omdat kinderen vatbaar zijn voor de spoelworm, de Toxocara. Kinderen kunnen van de spoelworm vervelende aandoeningen krijgen zoals astma en eczeem. Ook epileptische aanvallen, buikpijn, oogproblemen, hersenaandoeningen en gedragsafwijkingen kunnen het gevolg bij kinderen zijn. Honden en katten zijn overbrenger van de spoelworm naar kinderen en aangetoond is dat maandelijks ontwormen van de hond en kat er voor zorgt dat er geen spoelworm besmetting naar kinderen meer kan optreden.

Waarom maandelijks ontwormen?

Overal waar honden en katten poepen, kunnen zij spoelworm eieren achterlaten. Die wormeieren vormen weer een besmettingsrisico voor andere dieren, kinderen en volwassenen. Die ei-uitscheiding moet dus geheel voorkomen worden.

En dat kan door maandelijks ontwormen van hond en kat. Bij 4x per jaar ontwormen is aangetoond dat de wormei uitscheiding afneemt. Echter we willen de ei uitscheiding geheel voorkomen. Nu heeft onderzoek laten zien dat dit kan door maandelijks te ontwormen. De prepatent fase is voor de spoelworm namelijk iets meer dan 4 weken. Door binnen die prepatent periode te ontwormen voorkom je dat hondenToxocara wormeieren uitscheiden. Zo wordt de volksgezondheid beschermd, aldus de ESCCAP-richtlijn. Het advies is dan om maandelijks hond en kat te ontwormen bij verblijf in een familie met kleine kinderen waarbij het dier regelmatig in de tuin of elders buiten komt.

Ontwormen van pups

Pups kunnen in de baarmoeder van de teef al besmet worden met de spoelworm, Toxocara canis. Ook door de moedermelk worden ze besmet. Dit kan bij de pups zelf ernstige problemen geven. Het advies is dan ook om pups iedere 2 weken te ontwormen tot een leeftijd van 8-10 weken, daarna maandelijks.

Ontworm advies voor uw hond van onze dierenartsen

Ontworm uw volwassen hond minimaal 4x per jaar met een ontwormingsmiddel dat werkt tegen zowel spoel- als lintwormen, zoals Milbemax®. Honden die in een gezin leven kunnen het beste maandelijks ontwormd worden. Pups tot 8 weken leeftijd iedere 2 weken ontwormen, daarna maandelijks tot ze een half jaar zijn en dan 4x per jaar. 

Wormhygiëne advies voor hondeneigenaren

  • Zorg voor een goede persoonlijke hygiëne (handen wassen).
  • Houdt de nagels van uw kinderen kort.
  • Laat honden niet uit op plaatsen waar kinderen spelen of, nog beter, deponeer de ontlasting in de grijze vuilniscontainer. Hondenpoep is overigens restafval. Dek de zandbak af.
  • Verschoon regelmatig de ligplaatsen van uw hond.

Vragen?

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Neem gerust contact met ons op, email: info@dierapotheker.nl


Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Vijf Worm Weetjes

Wormen en huisdieren lijken onlosmakelijk verbonden aan elkaar. Er leven vele misverstanden over deze krioelende beestjes bij en in onze honden en katten. We krijgen hier dan ook nogal eens vragen over in onze klinieken.

Vijf veel voorkomende vragen hebben we op een rijtje gezet:

1. Wordt mijn huisdier dunner als hij een lintworm heeft?

Dit is vrijwel nooit het geval. Een lintworm geeft vooral jeuk bij de anus. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan uw huisdier diarree krijgen van de lintworm en dan ook wat gewicht verliezen. Een lintworm wordt meestal opgenomen door het inslikken van een vlo. Ook rauw (niet ingevroren) vlees is een risico. Lintwormen komen voor bij honden en katten, maar ook bij kinderen.

2. Is ontwormen een forse belasting voor mijn huisdier?

Er worden vrijwel nooit bijverschijnselen gezien bij het ontwormen van huisdieren. De geregistreerde ontwormingsmiddelen (REG NL) zijn vooraf uitvoerig getest en mocht er zich toch wat voordoen dan kunt u dit melden.

3. Zijn worminfecties te voorkomen door het voeren van vers vlees?

Dit is natuurlijk niet waar, want dan waren de maagdarmwormen al lang verdwenen in de evolutie. Vers vlees kan bijvoorbeeld lintwormen bevatten, maar ook Neospora en Toxoplasma. Deze parasieten worden gedood door temperaturen boven de 70 °C en onder -12 °C voor minimaal 2 dagen. Overigens worden bacteriën niet gedood door invriezen, wel door verhitten.

4. Is het opruimen van hun poep beter voor mijn hond en kat?

De beste manier om het risico op krijgen van wormen te verminderen is het opruimen van hondenpoep (veelal verplicht). Ook kattenpoep is een bedreiging voor de volks- en kattengezondheid. Deze poep valt overigens onder het restafval.

5. Kan mijn hond wormen hebben als ik geen wormen zie?

Alleen wanneer uw hond of kat vol spoelwormen zit dan kunt u mogelijk een spoelworm zien. Het is een feit dat vrijwel 100% van alle kittens en puppy’s spoelwormen heeft. Toch zien we die spoelwormen vrijwel nooit. Wanneer we de ontlasting onder de microscoop leggen dan zijn de wormeieren wel te zien.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Anderen lazen ook ons artikel over wat vertelt de poep van mijn hond en meer artikelen over wormen bij dieren

Aanpak wormen bij hond en kat

Spoelwormen komen bij honden en katten vaak voor. Ongeveer 5% van de dieren is besmet. Bij de hond zien we vooral de hondenspoelworm, Toxocara canis. Bij de kat zien we de kattenspoelworm, Toxocara cati.

Hoe komt mijn dier aan spoelwormen?

Spoelwormen komen overal in de omgeving voor. Honden en katten nemen de besmettelijke eitjes op door bijvoorbeeld het likken aan hun vacht of poten. Uit die eieren komen larven die door de darmwand in het lichaam kunnen komen. Ze ‘reizen’ door het lichaam (larva migrans) en worden via de longen weer opgehoest en komen zo in de darm terecht. Daar ontwikkelen ze zich tot volwassen wormen die eitjes zullen leggen. Eén spoelworm kan wel 200.000 eitjes per dag produceren. De eitjes komen met de ontlasting in de omgeving terecht, waar ze jarenlang kunnen blijven leven en ze een volgend dier kunnen besmetten.

Bij de reis door het lichaam komen de wormlarfjes in verschillende organen terecht, waar ze in ‘rust’ (inhibitie) gaan. Daar kunnen ze levenslang blijven zitten. Tijdens de dracht kunnen de larven bij de hond al in de baarmoeder de pups besmetten. Bij kittens kan dat niet. Na de geboorte kunnen de wormlarven via de moedermelk overgaan op de pups en kittens.

Wordt mijn dier ziek van de wormen?

Tijdens de reis door het lichaam (larva migrans) kunnen de larven schade aan verschillende organen geven. Vooral jonge dieren zijn hiervoor gevoelig. Ze kunnnen gaan hoesten en een longontsteking krijgen. Ook kunnen ze braken, diarree en een dik ‘wormbuikje’ krijgen. Verder kunnen ze vermageren of minder goed groeien. Bij volwassen dieren zien we minder vaak klinische problemen.

Hoe weet ik of mijn dier wormen heeft?

Veel mensen denken dat je bij een wormbesmetting wormen in de ontlasting moet zien. Helaas zien we op het spreekuur nog erg vaak dieren die (bijna) nooit ontwormd worden omdat de eigenaar nog nooit wormen in de ontlasting heeft gezien. Helaas is dat geen garantie! Alleen bij een massale wormbesmetting zullen de wormen spontaan naar buiten komen. Ze kunnen in de ontlasting of in het braaksel te zien zijn. In de meeste gevallen gaat het echter alleen om de eitjes. Deze kunnen we met  het blote oog niet zien. Eventueel kunt u een ontlastingsonderzoek laten uitvoeren om deze eitjes vast te stellen.

Wat kan ik zelf doen?

Na het geven van een ontwormingsmiddel is het belangrijk om goed op de ontlasting van uw dier te letten. Spoelwormen zien er uit als witte ronde sliertjes (soort ‘spaghetti’). Ziet u wormen in de ontlasting, dan betekent het dat uw dier last heeft van wormen en is het belangrijk om de ontworming na 2 weken te herhalen.

Wanneer moet mijn hond ontwormd worden?

Alle pups worden geboren met wormen en moeten daarom meerdere malen ontwormd worden. Dit gebeurt op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd. Daarna elke 2 maanden tot de leeftijd van een half jaar. Vanaf dat moment is het aan te bevelen alle honden 4x per jaar te behandelen. In sommige gevallen zelfs nog vaker. Wilt u dit liever niet? Laat dan een ontlastingsonderzoek uitvoeren om te bepalen of er wormen aanwezig zijn. Dan weet u zeker dat uw hond de juiste behandeling  krijgt.

Het heeft geen zin om drachtige teven extra te ontwormen om wormbesmetting bij pups te voorkomen. De wormlarven zijn al in het lichaam van de teef aanwezig en worden niet gedood door de ontworming. Ontworm de teef steeds samen met de pups wanneer deze geboren zijn.

Wanneer moet mijn kat ontwormd worden?

Alle kittens krijgen spoelwormen met de melk en uit de omgeving en moeten daarom meerdere malen ontwormd worden. Dit gebeurt op 3, 5, 7 en 9 weken leeftijd. Daarna elke 2 maanden tot de leeftijd van een half jaar. Vanaf dat moment is het aan te bevelen alle katten 4x per jaar te behandelen. In sommige gevallen zelfs nog vaker. Wilt u uw kat liever niet ontwormen? Laat dan een ontlastingsonderzoek uitvoeren om te bepalen of er wormen aanwezig zijn. Dan weet u zeker dat uw kat de juiste behandeling  krijgt.

Het heeft geen zin om drachtige poezen extra te ontwormen om wormbesmetting bij kittens te voorkomen. De wormlarven zijn al in het lichaam van de poes aanwezig en worden niet gedood door de ontworming. Ontworm de poes steeds samen met de kittens wanneer deze geboren zijn.

Mijn kat komt nooit buiten, waarom moet ik toch ontwormen?

Binnenkatten lopen een kleiner risico om besmet te worden met wormen dan katten die buiten vrij rondlopen. Toch kunnen ze wormen krijgen. Dit kan bijvoorbeeld doordat de wormeieren ongemerkt via schoenen of tassen mee naar binnen worden genomen. Ook door het vangen van muizen of wanneer een kat vlooien heeft kan uw kat een worminfectie krijgen. Ons advies is om binnenkatten minimaal 1-2x per jaar te ontwormen of de ontlasting te laten controleren bij de dierenarts.

Welk ontwormingsmiddel moet ik gebruiken?

Er zijn allerlei soorten ontwormingsmiddelen te  verkrijgen. Er bestaan zowel tabletten, pasta’s, vloeistof en pipetjes die op de huid kunnen worden toegediend. Sommige middelen hoeven per behandeling maar 1 keer worden toegediend, andere bestaan uit een kuur van meerdere dagen. Laat u informeren door de dierenarts welk ontwormingsmiddel het meest geschikt is voor uw dier.

Wat is het risico voor de mens?

Spoelwormen (Toxocara) zijn een zoönose. Dat betekent dat ze besmettelijk zijn voor mensen. Na opname van de wormeitjes komen de larven uit en die ‘reizen’ dan door je lichaam (larva migrans). Vaak merk je niets van een besmetting, maar soms ontstaan ziekteverschijnselen als buikgriep, hoesten, spierpijn of algemeen ziek zijn. Een zeer ernstige vorm, die we vooral bij jonge kinderen kunnen zien, is de ‘larva migrans’ in het oog. Dit kan tot blindheid leiden!

Wees verstandig!

Regelmatig ontwormen is belangrijk om uw dier én uzelf gezond te houden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Anderen lazen ook ons artikel over wat vertelt de poep van mijn hond
en meer artikelen over wormen bij dieren

Sterilisatie en castratie konijn

Waarom castratie van de rammelaar?

Konijnen die in huis gehouden worden zullen over het algemeen gecastreerd/gesteriliseerd moeten worden. Tussen 3½ en 9 maanden komen konijnen in de puberteit. Bij mannetjes betekent dit vaak extreem sproeigedrag. Ze hebben een sterke neiging om hun territorium af te bakenen. Dit betekent dat het konijn ook over kleren en schoenen sproeit, van het mens dat hij als “eigendom” ziet. Het heeft niets met zindelijkheid te maken, maar alles met hormonen.

Territoriaal gedrag kan ook ineens optreden wat de kooi betreft. Mocht eerst eten neergezet worden, of geaaid als het konijn in de kooi zit, plotseling gaat het konijn grommen en bijten om zijn territorium te verdedigen. Op dit moment ziet het konijn de hand niet meer als de hand van de mens waarvan hij houdt, maar als “iets wat zijn territorium binnendringt”. Vaak gebeurt het dat het konijn na het bijten bij zinnen komt, schrikt van zijn gedrag en schuldbewust de hand gaat likken. Om de volgende dag weer precies hetzelfde te doen. Hier kan castratie helpen, omdat dit puur hormonaal gedrag is. Ook het sproeien zal na castratie verdwijnen.

Gestamp?

Als er meer konijnen in huis gehouden worden is castratie noodzakelijk. Ongecastreerde konijnen, ook broertjes, zullen vechten op leven en dood. Vanaf ongeveer 3 maanden ontstaat territoriumdrift en dominantiebepaling. De gevechten gaan om te bepalen wie de baas is, dus wie het territorium beheerst. Broertjes, of mannetjes die vanaf heel jong samen zitten, moeten op de leeftijd van 3 maanden gescheiden worden, met 5 maanden gecastreerd worden, en een paar weken na de castratie weer aan elkaar gewend worden. Om ze niet teveel van elkaar te laten vervreemden moeten ze in de scheidingsperiode wel contact kunnen houden met elkaar, ze moeten elkaar kunnen zien en ruiken, en indien mogelijk gescheiden door gaas tegen elkaar aan kunnen liggen. Ze zullen niet kunnen vechten en ze hebben beiden hun eigen territorium. Als de konijnen nerveus van elkaar worden, wat zich kan uiten door gestamp, is het beter de kooien iets uit elkaar te zetten, maar zo dat ze nog steeds elkaar kunnen zien en ruiken. Als ze helemaal geen contact meer met elkaar zouden hebben gedurende lange tijd, zullen ze elkaar na de castratie als vreemde konijnen zien, en kunnen alsnog gevechten uitbreken.

Na castratie kunnen de mannetjes nog gedurende 3 weken vruchtbaar zijn! Houd konijnen dus nog enkele weken apart om te voorkomen dat ze zich alsnog voortplanten.

Waarom sterilisatie van de voedster?

Met vrouwtjes is het precies hetzelfde. Lijkt het altijd koek en ei te zijn met twee zusjes, ineens kunnen om hormonale redenen gevechten uitbreken. Vrouwtjes hebben net zo goed territoriumdrift en dominantiebepaling. Vaak gaat het er niet zo heftig aan toe als bij mannetjes, maar kunnen van tijd tot tijd toch in gevecht losbarsten. En elkaar erg verwonden. Ook kunnen ze sproeigedrag vertonen en overal territoriale keutels achterlaten. Als twee vrouwtjes steeds vechten moeten ze ook gescheiden worden. Sterilisatie is de oplossing voor dit gedrag. Vrouwtjes kunnen vanaf 6 maanden gesteriliseerd worden. Na de sterilisatie duurt het nog even voordat de hormonen verdwenen zijn. Daarna kunnen de vrouwtjes weer aan elkaar gewend worden. Net zoals de mannetjes moeten de vrouwtjes in de scheidingsperiode zoveel mogelijk contact kunnen houden.

Sterilisatie is ook ten zeerste aan te raden als er geen plan is het vrouwtje een nestje te laten krijgen. Vrijwel alle voedsters die niet gesteriliseerd zijn krijgen op latere leeftijd baarmoederkanker. Door sterilisatie kan dit worden voorkomen. Lees hierover meer in het desbetreffende hoofdstuk.

Algemene informatie over narcose en operatie

Een konijn mag beslist nooit vasten voor een operatie! Dit kan zorgen voor stilliggende darmen. Een konijn moet altijd voedsel in de darmen hebben. Dus het is goed om het konijn gewoon voor de operatie te laten eten, en tot het allerlaatst hooi tot zijn beschikking te geven. Andere dieren (honden en katten) moeten voor de narcose nuchter zijn, omdat ze anders kunnen braken en voedsel in de longen terecht kan komen. Konijnen kunnen niet braken en lopen dit risico dus niet. Na de operatie moet het konijn in een warme omgeving bijkomen, dus op een warmtematje, of onder een warmte lamp.

Elk geopereerd konijn, wat voor operatie dan ook, moet na de operatie in huis gehouden worden. Het moet een warme plek hebben. Een konijntje dat onder narcose is geweest, is niet in staat zijn/haar lichaamstemperatuur te regelen, en loopt het gevaar op onderkoeling. Een gecastreerd konijn dat op kranten moet zitten kan beter een dekentje of een oude handdoek gegeven worden, dat is warmer en prettiger.

Nog een reden om het konijn in de huiskamer te houden is dat je zo goed kunt opletten of zij/hij weer gaat eten en drinken. Dit moet dezelfde dag nog het geval zijn. Het is zaak dat een konijn binnen 12 uur na de operatie weer gaat eten. Een konijn dat langer dan 12 uur geen voedsel in de darmen krijgt, raakt in de problemen. Een konijn dat een paar uur na de operatie nog niets drinkt, moet water gegeven worden met behulp van een spuitje.

Het is het beste om regelmatig voedsel aan te bieden. Peterselie, selderie, blaadje andijvie (als het konijn gewend is om groenvoer te eten!) smaakt een ziek konijn meestal beter dan droogvoer. Hooi moet bij het konijn neergelegd worden zodat het makkelijk kan eten. Een extra bak water moet neergezet worden, omdat het zwakke dier misschien geen zin heeft om uit een flesje te drinken. Geef het konijn een paar uur na de operatie drinken met een spuitje. Als het konijn 12 uur na de operatie nog niet eet, ook geen hooi, moet het gedwangvoerd worden. Dit kan bijvoorbeeld met Critical Care®.

Een konijn zonder pijn zal eerder weer gaan eten, en snel helemaal opknappen. Informeer dus bij de dierenarts of er een pijnstiller gegeven is, en vraag een extra pijnstiller mee naar huis. Pijnbestrijding bij een konijn is heel erg belangrijk, steeds meer dierenartsen komen gelukkig tot dit besef.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interneDrs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Baarmoeder kanker konijn

Baarmoederkanker (uterusadenocarcinoom) is de meest voorkomende vorm van kanker bij het konijn. Vrijwel elk vrouwelijk konijn dat niet gesteriliseerd is, zal dit ontwikkelen. Meestal is dit rond de 5 jaar leeftijd. Het is een kwaadaardige tumor die vrij langzaam groeit en een grote kans heeft op  uitzaaiingen naar andere organen.

Wat zijn de symptomen?

De aanwezigheid van baarmoederkanker zal meestal lang niet worden opgemerkt. Soms wordt bloed in de urine of bloederige uitvloeiing bij de vulva opgemerkt. Ook kunnen ze algemeen ziek worden of verschijnselen krijgen die veroorzaakt worden door de uitzaaiingen naar bijvoorbeeld de longen, hersenen of lever.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met lichamelijk onderzoek en echografie kan een baarmoedertumor worden vastgesteld.

Waaruit bestaat de  behandeling?

De baarmoeder  kan operatief worden verwijderd, mits er geen uitzaaiingen zijn.

Hoe kan baarmoederkanker worden voorkomen?

Wij raden aan om elk vrouwelijk konijn te steriliseren rond de leeftijd van 4-6 maanden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interneDrs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Normale vruchtbaarheidscyclus kat

Een poes die vruchtbaar wordt, noemen we krols. Van nature zijn poezen krols van het voorjaar tot het najaar. In de winter hebben ze dan een rustperiode. Katten die alleen binnenshuis gehouden worden, kunnen het hele jaar door krols worden.

Eerste krolsheid

De eerste krolsheid begint meestal rond de 6 maanden leeftijd. Er is wel een grote variatie in, zo kan het al vanaf 3 maanden, maar ook pas op 1 jarige leeftijd. De gemiddelde krolsheid duurt 7-9 dagen en deze krolsheid treedt elke 2-4 weken op. Als een poes gedekt is zonder dat ze drachtig is geworden, is de periode tussen twee krolsheden langer (7 weken). Als poezen een nestje hebben gehad, kunnen ze soms al 1 week na de geboorte weer opnieuw vruchtbaar zijn en gedekt worden. Houd hier rekening mee als u geen nestje meer wilt.

Aanhankelijker

Tijdens de krolsheid toont de poes vaak ander gedrag om aan de katers te laten weten dat ze vruchtbaar is. Ze kan aanhankelijker zijn, meer miauwen of zelfs een klagend/huilend geluid maken. Ook kan ze de neiging hebben weg te lopen, rusteloos zijn, minder eten, over de grond rollen, andere houdingen aannemen en soms zelfs gaan sproeien. In tegenstelling tot de hond, kun je aan een poes aan de buitenkant nauwelijks iets zien.

Eisprong bij dekken

Poezen zijn ‘induced ovulators’.  Dat betekent dat zij pas een eisprong hebben wanneer ze gedekt worden. Zonder dekking, is er bij de poes dus geen eisprong. Wanneer een poes vlak achter elkaar door verschillende katers gedekt wordt, kunnen de kittens in een nestje meerdere vaders hebben!

Vermijd stress

Bij de poes is in veel mindere mate dan bij de hond sprake van fertiliteitsbegeleiding. Voor een succesvolle dekking is tijd en het vermijden van stress zeer belangrijk. Indien de poes niet gedekt wordt of na dekking niet drachtig is, kan dit verschillende redenen hebben.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Niet vorderende bevalling, dystocia, kat

Dystocia (niet vorderende bevalling)

Wanneer u vermoedt dat er problemen zijn rond/tijdens de bevalling, is het belangrijk dat u contact opneemt met de dierenarts. Dierenartsenpraktijk Horst is 24 uur per dag, 7 dagen in de week, telefonisch bereikbaar op (+31)077-3982169. Schroom niet om te bellen!

Wat is dystocia?

Dystocia staat voor een niet vorderende bevalling (partus). Het kan zijn dat de bevalling niet op gang komt of dat tijdens de bevalling er geen vordering meer is. Dit kan verschillende oorzaken hebben.
Oorzaken voor een afwijkende bevalling (niet volledig)  
Door het kitten Door de poes
Afwijkende ligging Te nauw of vervormd geboortekanaal
Te groot (bv als er maar 1 kitten is) Weeënzwakte
Afwijkend of dood kitten Afwijking van de baarmoeder
  Stress/verstoringen tijdens de bevalling

Wanneer is het belangrijk om contact op te nemen?

  • Te lange draagtijd (drachtlengte > 70 dagen). N.b. De drachtlengte bij de poes is lastig te bepalen. Vaak wordt de eerste dag van de kater-poes interactie gekozen als begin van de drachtlengte.
  • De poes blijft langdurig (>24 uur) in de ontsluitingsfase en start niet met persen.
  • Er komt vruchtwater of rode/groene/zwarte uitvloeiing af zonder dat de poes persweeën krijgt.
  • De poes perst langdurig (>45 min op het eerste kitten, >30 min op volgende kittens), zonder dat er een kitten geboren wordt.
  • De poes perst nu en dan zwak (1-2 uur), zonder vordering.
  • De poes perst niet meer (>2-3 uur), terwijl er nog wel kittens in de baarmoeder zitten.
  • Er is >15 min een kitten of vruchtblaas uit de vulva zichtbaar zonder vordering.
  • De poes is plotseling erg sloom of angstig of vertoont andere ziekteverschijnselen.
  • Er komt stinkende uitvloeiing of veel bloed uit de vulva.

Wat kunnen we doen?

Met lichamelijk onderzoek, echografie en röntgenfoto’s kunnen we bepalen hoeveel kittens er nog in de baarmoeder zitten en of ze nog gezond zijn. Afhankelijk van de bevindingen kan gekozen worden voor afwachten, manuele hulp, medicatie (oxytocine) of een keizersnede. Gelukkig kan met tijdige hulp vaak een mooi nestje op de wereld gezet worden!

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl