Leishmania bij de hond

Leishmania komt vaker voor. Tot voor enkele jaren kwam de ziekte Leishmania vooral voor in Zuid-Europese landen en andere exotische oorden. In Nederland werd de ziekte eigenlijk zelden gezien. Maar onze honden gaan steeds vaker mee op vakantie en ook worden regelmatig asielhonden uit Zuid-Europa mee terug genomen naar Nederland. Dat is de reden dat we de ziekte Leishmania ook steeds vaker zien binnen onze praktijk. In heel Europa zijn naar schatting inmiddels 2,5 miljoen honden besmet met deze parasiet.

Wat is Leishmania?

Leishmania is een ernstige ziekte die wordt veroorzaakt door een ééncellige parasiet. Deze parasiet wordt overgebracht door een beet van een bepaald type zandvlieg. De ziekte komt in geringe mate voor bij mensen, katten en vossen maar wordt vooral gezien bij honden. Alleen deze zandvlieg kan de ziekte overbrengen. Een met Leishmania besmette hond kan de ziekte niet overbrengen op mensen, katten of op andere honden.

Slechts een klein percentage zandvliegen is besmet met Leishmania, maar omdat in de risico gebieden al een groot aantal honden besmet is, is de ziekte moeilijk uit te roeien. Een besmette zandvlieg brengt de ziekte over op een gezonde hond en een besmette hond brengt de ziekte weer over op een gezonde zandvlieg. Zo wordt de ziekte in stand gehouden.

Waar komt Leishmania voor?

U ziet hier waar Leishmania bij honden voorkomt

Leishmania is wereldwijd verspreid en komt voor op alle continenten, behalve op Australië en de Zuidpool. In Europa beperkt het zich vooralsnog voornamelijk tot de landen rond de Middellandse Zee. Maar de zandvlieg die de ziekte overbrengt, wordt door klimaatveranderingen steeds noordelijker gesignaleerd. Maar op dit moment kunnen honden in Nederland dus nog niet besmet raken met Leishmania. Hoewel de naam anders doet vermoeden komt de zandvlieg vooral voor in parken, tuinen en bossen en dus niet op het zandstrand. De zandvlieg wordt pas actief na de schemering.

Symptomen Leishmania

Het ziektebeeld van Leishmania kan enorm variëren; van geen enkel symptoom tot ernstig ziek en zelfs met dodelijke afloop. Ook kunnen de symptomen na drie maanden na de besmetting optreden maar ook pas jaren later tot zelfs na zeven jaar.  De afweer van de hond bepaalt in grote mate het verloop van de ziekte. Een verzwakte hond zal snel na de beet ziek worden.

Symptomen Leishmania:

  • Lusteloos/veel slapen
  • Koorts
  • Gewichtsverlies
  • Vergrootte lymfklieren
  • Diarree
  • Oogontstekingen
  • Huidproblemen
  • Kale plekken en korsten op de kop
  • Bloedneus
  • Bloed in de urine
  • Nierziekten

Parasiet blijft aanwezig

Met een medische behandeling zijn de klachten redelijk te bestrijden, maar de hond raakt de parasiet nooit meer kwijt. Bij de meeste honden komen de klachten weer terug en dan moet er opnieuw behandeld worden. Uiteindelijk overlijdt een deel van de honden aan de gevolgen van Leishmania.

Diagnose Leishmania

De Leishmania-parasiet kan zich overal in het lichaam nestelen en alle organen en weefsels aantasten. Dit geeft een enorm gevarieerd ziektebeeld. En omdat daarnaast de symptomen meestal niet direct na de buitenlandse reis zichtbaar zijn, is de diagnose niet altijd makkelijk te stellen. Uiteindelijke vaststelling gebeurt via bloed- of weefselonderzoek.

Als u via de officiële kanalen een hond adopteert uit een risicogebied is deze meestal wel getest op Leishmania. Vraag hier altijd naar als u een hond adopteert uit een risicogebied.  Er zijn verschillende manieren om een hond te testen op Leishmania.

  • Via een PCR-test (weefselonderzoek) kan de aanwezigheid van de Leishmania parasiet met zekerheid worden aangetoond. Maar dit betekent niet altijd dat de hond ook de ziekte Leishmania zal ontwikkelen.
  • Een onderzoek op antilichamen (bloedonderzoek) van de parasiet geeft minder zekerheid. Een negatieve testuitslag biedt geen garantie dat uw hond niet besmet is. Het kan zijn dat de hond op dat moment geen infectie doormaakt maar de parasiet wel bij zich draagt en (soms veel) later de ziekte alsnog ontwikkelt.

Behandeling Leishmania

Leishmania wordt behandeld met medicijnen.
Er zijn verschillende mogelijkheden:

  • Milteforan.
    Een drankje dat gedurende 4 weken dagelijks moet worden ingenomen.
  • Allopurinol.
    Tabletten die gedurende 6 tot 8 maanden 3x maal daags moeten worden ingenomen.
  • Glucantime.
    Injecties die gedurende 1 tot 2 maanden dagelijks gegeven moeten worden.

Omdat Leishmania voor zeer verschillende ziektebeelden kan zorgen is daarnaast voor die specifieke klachten meestal een aanvullende behandeling nodig. Als de hond bijvoorbeeld ook veel eiwit in de urine heeft, kan dat leiden tot nierfalen en is hier een gerichte aanpak voor nodig. De eventuele aanvullende behandelingen zijn dus afhankelijk van het verdere ziektebeeld.

Bij een adequate behandeling verdwijnen de klachten meestal volledig, mits er geen restschade is ontstaan. Houd er wel rekening mee dat de hond de Leishmaniaparasiet nooit meer kwijt raakt en de kans dus groot is dat de klachten later weer terugkomen.

Wij adviseren om een hond met een Leishmania besmetting levenslang onder controle van een dierenarts te houden. Denk daarbij aan een halfjaarlijkse of jaarlijkse controle om een eventuele terugkeer van de infectie op tijd te kunnen vaststellen.

Preventie Leishmania

Voorkomen is beter dan genezen. Omdat Leishmania ernstige en meestal ook blijvende gevolgen heeft adviseren wij een preventieve behandeling als u uw hond meeneemt naar één van de risicogebieden. Het voorkomen van Leishmania vraagt om een gecombineerde aanpak, omdat geen enkele maatregel besmetting helemaal uitsluit:

  • Vaccinatie

Sinds een aantal jaren is er een vaccin (CaniLeish) tegen Leishmania op de markt. Het vaccin kan gegeven worden aan honden vanaf 6 maanden. Als het vaccin de eerste keer wordt gegeven zijn 3 vaccinaties nodig met een tussenpozen van exact 3 weken.  Vier weken na de laatste vaccinatie is de hond beschermd. Begin hiermee dus op tijd. Daarna dient dit jaarlijks te worden herhaald met 1 vaccinatie. Het vaccin kan alleen worden toegediend aan Leishmania-negatieve honden. De vaccinatie sluit besmetting niet uit maar verkleint de kans dat de ziekte tot ontwikkeling komt aanzienlijk.

  • Zandvlieg bestrijding

Scalibor en Advantix tegen zandvliegjes en Leishmania

Met een zandvlieg-werend middel verkleint u de kans dat de hond gebeten wordt.

Dit is verkrijgbaar in de vorm van een band of pipetten. De band van Scalibor beschermt tevens tegen vlooien, teken, en hartwormen. De pipetten van Advantix bieden tevens bescherming tegen vlooien en teken. Deze middelen zijn giftig voor katten!

  • De zandvlieg is vooral actief tussen 20.00 ’s avonds en 05.00 uur ‘s morgens. Het is raadzaam om uw hond gedurende die uren zoveel mogelijk binnen te houden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Verzorging poes en kittens

Gedurende de eerste levensweken zijn de kittens volledig afhankelijk van de moeder. Ze kunnen zichzelf nog niet warm en schoon houden en hebben de moeder nodig om hun ontlasting en urine kwijt te kunnen. Onderstaand schema geeft globaal weer waar aan gedacht moet worden tijdens de eerste levensweken van de kittens. Deze zaken worden hier verder toegelicht.

Weeg elk kitten

Na de geboorte is het belangrijk elk kitten te identificeren en te wegen.

Omgevingstemperatuur

Pasgeboren kittens kunnen hun eigen lichaamstemperatuur nog niet op peil houden. Na de geboorte koelen ze flink af, zeker doordat ze nog nat zijn. Hoe sneller de poes ze droog likt en ze tegen elkaar aan kruipen, hoe beter dit voorkomen kan worden. De ideale omgevingstemperatuur in de directe omgeving van de pups is weergegeven in de tabel. Voor de moederpoes ligt de ideale temperatuur een stuk lager. Door middel van een warmtelamp in een deel van de ruimte, kan aan de behoefte van zowel kittens als moeder voldaan worden. Hang de lamp op de juiste hoogte, zodat de kittens het niet te warm of te koud zullen hebben. Hangt de lamp te laag, dan kunnen de kittens verbranden! Met een thermometer in de werpkist ter hoogte van de kittens kun je bepalen of de omgevingstemperatuur juist is. Zorg er ook voor dat de kittens niet op de tocht staan. Kittens die het te koud hebben zijn onrustig, piepen, nemen niet toe in gewicht of vallen zelfs af.

Voeding

Melk. De eerste weken van hun leven drinken kittens uitsluitend moedermelk. Deze melk is zeer voedzaam en energierijk. Bovendien zitten in de eerste melk, ook wel biest of colostrum genoemd, afweerstoffen die de kittens gedurende hun eerste levensweken beschermen tegen verschillende ziektes. Het is dus belangrijk dat een kitten al vrij snel na de geboorte gaat drinken bij de poes. Gezonde kittens zullen al snel nadat ze door de poes zijn schoongelikt op zoek gaan naar een tepel. Het is belangrijk om te controleren of kittens voldoende drinken. Na het drinken dient het kitten rustig te gaan slapen en een gevuld buikje te hebben. Langdurig piepen en onrust kan op honger duiden. Om te weten hoeveel een kitten gedronken heeft, kan deze voor en na het drinken gewogen worden.

Soms kan een kitten te weinig melk drinken, bijvoorbeeld als de poes te weinig melk geeft of het kitten ziek is. In dat geval is het mogelijk om de kittens bij te voeren met kunstmelk. Er zijn verschillende melkvervangende preparaten op de markt, bijvoorbeeld Esbilac® (te koop in de kliniek of via www.dierapotheker.nl). In de eerste week moeten ze minimaal 8x daags gevoerd worden, om de 2 tot 3 uur, dus óók ‘s nachts. Bij kittens die nog wel wat melk bij de moeder drinken kan men dan bijvoorbeeld 4x daags bijvoeren met kunstmelk. Er zijn formules om uit te rekenen hoeveel voeding een kitten nodig heeft. Een richtlijn voor de hoeveelheid kunstmelk wordt aangegeven op de verpakking. Dit kan per situatie echter verschillend zijn! Naarmate de kittens zwaarder worden, dient de hoeveelheid melk steeds verhoogd te worden. Het bijvoeren kan met een voedingssonde in de maag of met een speciale fles met speen voor kittens. Doe dit voorzichtig, het kitten kan zich anders makkelijk verslikken.

Vaste voeding. Vanaf 3 tot 4 weken na de geboorte kunnen de kittens langzamerhand bijgevoerd worden met vaste voeding speciaal bestemd voor kittens. In eerste instantie blikvoer en later brokjes. Geef ze 5 tot 6 keer per dag voeding in een schotel waar de kittens samen uit kunnen eten. Vanaf een leeftijd van 6 tot 8 weken zijn de kittens volledig over op vaste voeding en kunnen ze gespeend worden. Het aantal voedingen kan dan naar 4 keer per dag tot 3 maanden leeftijd. Daarna 3 keer per dag tot 6 maanden leeftijd en daarna naar 2 keer per dag. Jonge kittens mogen wettelijk vanaf 7 weken bij de moeder weggehaald worden, vaak is het verstandiger dit uit te stellen tot een leeftijd van 10-11 weken. Kittens die te vroeg bij de moeder weggehaald worden, hebben een grotere kans op gedragsproblemen.

Voor een optimale groei en gezondheid is een uitgebalanceerde voeding van groot belang. Te weinig, te veel of verkeerde voeding kan ernstige gevolgen hebben voor de rest van zijn leven.

Groei

Bij een gezond kitten zal het gewicht vanaf de geboorte continue toenemen. Een kitten dat meer dan 10% van zijn lichaamsgewicht verliest, loopt risico te sterven en moet worden bijgevoerd. Weeg de kittens dus in de eerste 24 uur na de geboorte en daarna dagelijks. Na 9 dagen dient het kitten in gewicht verdubbeld te zijn. Voor een betrouwbare weging moeten de kittens elke dag rond hetzelfde tijdstip gewogen worden op een nauwkeurige weegschaal. Noteer de gewichten, zodat een groeicurve gemaakt kan worden. Het stagneren van de groei is vaak het eerste teken dat er problemen zijn. Door het gewicht goed bij te houden is men vroeg gewaarschuwd en kan tijdig worden ingegrepen.

Ontlasting en urine

De eerste 2 tot 3 levensweken zijn de kittens nog niet in staat zelf te ontlasten of urineren. De moeder zal dit stimuleren door de kittens te likken op hun buik en rond de anus. Houd in de gaten of dit ook gebeurt. Bij moederloze kittens kunt u het gedrag van de moeder nabootsen door met een vochtig watje over de buik en rond de anus van het kitten te wrijven.

Diarree komt geregeld voor bij kittens en kan allerlei oorzaken hebben, zoals een voerverandering, verkeerde voersamenstelling en allerlei infecties. Onafhankelijk van de oorzaak is het belangrijk om tijdig in te grijpen. Kittens kunnen namelijk snel uitdrogen. Neem dan ook contact op met de dierenarts in geval van diarree.

Hygiëne

Om de kans op infecties zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk het nest (werpkist) goed schoon te houden. Moederpoezen zullen vaak de ontlasting van de kittens opeten, zodat het nest schoon blijft. Maak ook zelf het nest minimaal eenmaal daags schoon.

Ontworming

Vrijwel alle poezen hebben ‘slapende’ (geïnhibeerde) spoelwormlarven in hun lichaam. In tegenstelling tot pups, worden kittens nog niet in de baarmoeder besmet. Wel kunnen ze via de melk besmet worden. Kittens kunnen erg ziek worden van een wormbesmetting en zelfs sterven. Om dit te voorkomen is het belangrijk om alle kittens meerdere keren te ontwormen op 3, 5, en 7 weken leeftijd. Er zijn speciale ontwormingsmiddelen voor kittens op de markt. Ook de poes kan dan meteen samen met de kittens ontwormd worden. Het heeft geen zin om de poes tijdens de dracht extra te ontwormen, omdat de ‘slapende’ spoelwormlarven hiermee niet worden aangepakt.

Vaccinatie

De eerste levensweken worden kittens tegen verschillende ziektes beschermd door afweerstoffen die ze binnenkrijgen via de moedermelk (zorg er dus voor dat de moeder goed gevaccineerd is!). De hoeveelheid afweerstoffen neemt daarna geleidelijk af en het kitten zal zelf afweerstoffen moeten aanmaken om beschermd te blijven. Het is daarom belangrijk om de kittens op tijd te vaccineren. De basisenting voor kittens bestaan uit een serie van twee vaccinaties: de eerste op 8-9 weken leeftijd en de tweede op 12-13 weken leeftijd. Het herhalen  van de vaccinatie heeft meerdere redenen: het immuunsysteem van het kitten is nog niet volledig ontwikkeld, sommige vaccins geven na eenmalige vaccinatie onvoldoende bescherming en afweerstoffen die de kittens van de moeder hebben gekregen kunnen de vaccinatie hinderen. De kittens zijn dan ook pas volledig beschermd na deze serie van twee vaccinaties.

Chippen

Bij het chippen wordt er onderhuids een microchip ingebracht met een identificatienummer dat kan worden uitgelezen. Zo kan de eigenaar altijd worden teruggevonden. Bij katten is chippen niet verplicht, maar wel aan te raden als zij naar buiten gaan.

Fokken met raskatten

Bij het fokken van raskatten met stamboom zijn er vaak extra eisen die gesteld worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bloedtest voor FIV/FeLV. Neem contact op met de rasvereniging voor de meest actuele eisen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Dierenarts Desiree Lahaye dierenartsenpraktijk Horst

Drs. Desiree Lahaye
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Parasieten bij konijn, cavia, fret, rat, chinchilla en hamster

 

Mijten, luizen, vlooien, wormen bij konijn en knaagdieren

Mijten (schurft), vlooien en luizen kunnen hinderlijk zijn voor het konijn en knaagdieren. Deze parasieten veroorzaken vooral schilfering en haaruitval en dat waar het dier het meeste last van heeft: Jeuk. Het is dus het beste om parasieten bij uw konijn of knaagdier te voorkomen en wanneer ze er toch last van hebben dit direct goed te behandelen. Gebruik nooit zomaar de middelen die bij hond en kat gebruikt worden, want deze kunnen giftig zijn voor de kleindieren. Frontline bij het konijn is hiervan een berucht voorbeeld.

Mijten bij het konijn en knaagdier

Er zijn verschillende soorten mijten. De belangrijkste zijn:

  1. De vachtmijt
    De vachtmijt geeft vooral veel losse haren. Maar ook jeuk: de diertjes krabben en bijten zichzelf en zo ontstaan wondjes, roos en kale plekken. De veroorzaker is de Cheyletiella parasitovorax. Deze is goed te vinden door met een vlooienkam de huid uit te kammen en dan de schilfers onder de microscoop te bekijken. We zien dan de mijten en de eitjes. Een andere vorm van vachtmijt is Leoparacarus gibbus, deze is op de haren te zien onder de microscoop, en geeft een kale huid zonder schilfers. De haren vallen als vanzelf uit doordat de haarschachten worden aangetast.Konijnen en knaagdieren die last hebben van de vachtmijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  2. Huidmijt of schurft
    De huidmijt geeft schurft bij het konijn en het knaagdier. Schurft kenmerkt zich door jeuk, vooral bij de oren en andere plekken op de kop. Echter ook op de rest van het lichaam kunnen de gevolgen van de jeuk zichtbaar zijn: kale plekken en wondjes. De diagnose is te stellen door een huidafkrabsel onder de microscoop te bekijken. Dit afkrabsel moet diep uit de huid worden genomen (tot bloedens toe) want de mijten leven in gangen in de huid. Deze mijt is vaak wel lastig te vinden. De huidmijt heeft de naam Notoedres cati of Sarcoptes scabiei. Demodex cuniculi is het maar zelden, deze leeft in de talgklierzakjes van de haren en is microscopisch gemakkelijk te vinden.De huidmijt is goed te behandelen met Ivermectine. 
  3. Oormijt
    Flappert uw konijn of knaagdier veel met de oren? En krabt hij ook aan zijn oor en schudt hij met de kop? De kans is groot dat hij last heeft van oormijt. We zien dan ook vaak bruine korsten in het oor. We zien oormijt vooral bij jonge dieren en bij dieren uit een kinderboederij of opvang. We zien dan ook dat alle dieren er last van hebben. Om de diagnose zeker te stellen kijken we met een otoscoop in het oor en we zien de oormijten dan kruipen.Konijnen en knaagdieren die last hebben van oormijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  4. Oogstmijt
    De oogstmijt, ook wel de herfstmijt genoemd, komt plaatselijk in Nederland voor op kalkrijke gronden in grasstroken langs het water. Een infectie met herstmijt bij konijnen komt niet veel voor en als het voorkomt dan is het rond augustus (oogstmaand). De oogstmijten zitten vooral op de kop van het konijn, vaak op één plek op de neus. Mensen kunnen trouwens ook last hebben van de oogst mijt. De behandeling van oogstmijt gebeurt met een pincet en scherpe lepel. Hiermee haal je de mijten van het dier af. Wanneer uw konijn de oogstmijt in augustus heeft opgelopen dan is het vrijwel zeker dat ze de jaren erna weer besmet worden met deze mijt. Voorkom dus in deze periode dat uw konijn buiten in struiken, bosjes en gras langs het water kan komen.

Vlooien bij knaagdieren en het konijn

Konijnen en knaagdieren kunnen vlooien oplopen. Vaak gebeurt dit via egels. Egels hebben vaak en veel vlooien bij zich. Vlooien kunnen ook bij konijnen jeuk geven en kunnen de ziekte Myxomatose overdragen.

Behandel een konijn met vlooien nooit met Frontline. Frontline is gif voor het konijn. Konijnen en knaagdieren die last hebben van vlooien zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).

Luizen

Luizen zuigen bloed en beschadigen zo de huid van het konijn en knaagdier. In de vacht legt een luis witte eitjes, ze zijn dan ook in een donkere vacht goed zichtbaar. Besmetting van dier naar dier is bij luizen minder aan de orde. Wel kan ook de luis Myxomatose naar het konijn overdragen. Behandel een knaagdier of konijn met luizen met ivermectine en vergeet niet ook de ligplek en de vacht goed schoon te maken.

Schimmels bij knaagdier en konijn

Schimmels komen veel voor bij dieren. Vaak zonder dat die schimmels klachten veroorzaken bij het dier. Wanneer een dier een verlaagde weerstand heeft dan kan een schimmel toeslaan en een dunne huid en kleine korstjes op de huid veroorzaken. Zonder behandeling kunnen die beschadigingen van de huid grote kale plekken worden. Schimmels zijn besmettelijk van dier naar dier en soms ook naar mens. Schimmels zijn vaak hardnekkig en behandelen moet dan ook consequent gebeuren. Een bijzondere vorm van schimmel is Ringworm. Het is te zien doordat er een ring in de huid van konijn of knaagdier ontstaat, vanuit het midden treedt er namelijk genezing op. Ringworm kan jeuk geven die niet erg pijnlijk is.

Madenziekte bij konijnen

Madenziekte, ook wel Myasis genoemd, is een groot gevaar voor konijn in de zomer maanden. Bij warmte is de groene vleesvlieg een bedreiging voor het konijn. Deze vliegen leggen eieren in vieze haren, bijvoorbeeld bij plakpoep rond de anus en onder de staart van het konijn. Ook bij andere ontstekingen van de huid kan de vlieg zich nestelen op het konijn. De aangekoekte poep bij het konijn wordt vooral veroorzaakt doordat het konijn te veel eten krijgt aangeboden. Een konijn heeft namelijk 2 soorten keutels, gewone en blinde darm. En konijn eet die blinde darm keutels altijd op (coprofagie). Wanneer dit niet gebeurt dan geeft dit plakpoep rond de anus van het konijn. Juist die blinde darm keutels zijn namelijk erg plakkerig. De vliegen leggen eitjes op d aangetaste huid en dan ontstaan maden. De witte maden kunnen heel klein zijn maar ook 1 cm lang en ze zijn zeer bewegelijk. Die maden maken gaten in de huid van het konijn en richten zo enorme schade aan. Heeft uw konijn madenziekte? Ga dan naar uw dierenarts, vaak is een behandeling onder narcose noodzakelijk.

Voorkom de madenziekte ten alle tijde. Geef een konijn maar 20 gram voer per kg lichaamsgewicht + altijd hooi. Wanner er toch plakpoep komt, verwijder deze dan direct met lauw water en houdt het hok fris en schoon. Nomyiasis is een effectieve spray die helpt en ondersteunt bij Myasis. De spray doodt de vliegen en de maden op het konijn.

Wormen bij knaagdier en konijn

Ook bij knaagdieren en konijnen komen wormen voor. Dit kunnen verschillende soorten zijn. Bij het konijn is de meest voorkomende de Pinworm. De besmetting komt door het eten van eitjes van de worm. De besmetting kan al gebeuren kort na de geboorte vanuit de moeder van het dier. Ook andere konijnen (buiten) zijn een bron van infectie. We zien bij een worminfectie meestal afwijkende keutels, vaak minder en te kleine. Ook slijmdraden worden wel gezien. De pinworm kunnen we met het blote oog zien zitten op de keutels.

We behandelen worminfecties, met name de spoel- en zweepworm, bij knaagdier en konijn met een antiworm middel op basis van ivermectine. De pinworm van het konijn is hier echter niet bijzonder gevoelig voor. Beter is dan op voorschrift te behandelen met Panacur (cascaderegeling).

E. Cuniculi bij het konijn

E. Cuniculi is een zogenaamde protozoaire ziekte. Een protozoa is een ééncellig organisme die iets groter is dan een bacterie. Deze besmetting komt bij het konijn vaak voor. De E. Cuniculi nestelt zich met name in zenuwweefsel. De symptomen zijn: hersenproblemen, achterhandsproblemen, blaas- of nierproblemen, heen en weer bewegen oogbol, vermageren zonder reden. De diagnose is lastig te stellen en behandelen heeft het meest zin wanneer u er snel bij bent en uw dierenarts bezoekt.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Hebben dieren een geheugen?

Honden leven in het nu?

Je hoort het vaak. Dieren hebben geen besef van tijd en leven permanent in het heden. En zij zouden zich maar amper bewust zijn van het verleden. Hebben ze dan wel een geheugen?

Toch onthouden

Onlangs is gebleken dat honden zich zonder training ingewikkelde gebeurtenissen kunnen herinneren. Hoe? Zo moesten 17 honden een handeling nabootsen bij het horen van het commando “Doe”. Daarna leerden deze honden iets anders, namelijk dat ze moesten gaan liggen nadat de trainer een handeling uitvoert. Toen deze honden dit spelletje kenden en telkens weer gingen liggen wanneer de trainer een handeling had uitgevoerd, kregen ze onverwacht alsnog het commando “Doe”. De honden gingen één voor één de handeling van de trainer nadoen. Apart, ze hadden kennelijk, ook zonder er echt op te letten, onthouden wat de trainer deed. Ook een uur na het spel deed zich dit nog zo voor.

Ook katten kunnen onthouden

Katten halen herinneringen boven wanneer ze naar hun favoriete snack zoeken. Poezen kunnen goed onthouden waar er al eerder eten lag. Ook bij het zien van hun eten, weten ze nog hoe blij ze daar al eerder van werden.

Opmerkelijk toch?

Bovenstaande feiten blijken uit recent wetenschappelijk onderzoek. Honden en katten hebben dus een vorm van geheugen. Hoe lang dat geheugen terug gaat en wat van alles dat dagelijks gebeurt ze nu werkelijk onthouden, dat weten we nog niet. Maar het is al langer bekend dat er ook demente honden en demente katten voorkomen.

Hebben dieren last van hun geheugen?

Nou, olifanten hebben met name een goed geheugen. Ze zijn ook erg meelevend met olifanten van hun eigen groep. Zo kennen ze ook rouw bij het heengaan van één van hen en ze nemen dan ook afscheid. Dat is mentaal best belastend maar de bij uitstek vergeetachtige vogel, de Kapako papegaai, heeft het dan toch een stuk lastiger. Hij vergeet namelijk regelmatig hoe zwaar hij is, waardoor hij bij het opstijgen neerploft. Hij kan namelijk helemaal niet vliegen.

En vergeten mensen wel eens iets?

Ja, zo nu en dan komt het voor. Helemaal lastig wanneer u vergeet het voer voor uw hond te bestellen. Zeker als het al op is.

Onze Bestel reminder

Mogelijk dat onze Bestel reminder (gratis) u kan helpen. Op Dierapotheker.nl kunt u de voeding voor uw hond en kat bestellen en meteen de Bestel Reminder instellen.

Pak deze mee bij uw bestelling en u ontvangt vanzelf bijtijds per email het bestelverzoek voor het voer van uw hond of kat.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Voeding van de hond; wat is belangrijk?

Voeding is de basis voor een gezond en plezierig leven. Ook voor honden.

Wat moet er in hondenvoer zitten?

Hondenvoer moet voedingstoffen bevatten. Dat is logisch en het gaat dan met name om koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen en vitaminen. Veel van die voedingstoffen kan een hond ook zelf aanmaken. Er zijn er echter ook die een hond niet zelf aan kan maken en met het voer moet opnemen. De zogenaamde essentiële voedingsstoffen. Neemt een hond die essentiële voedingsstoffen niet met de dagelijkse voeding op dan gaat dat ten koste van zijn gezondheid.

Hoeveel moet een hond eten?

Vaak krijgen honden te veel voer, wat met name belastend is voor de gewrichten. Dit staat natuurlijk ook in verhouding met hoeveel een hond per dag beweegt. Op iedere verpakking hondenvoeding staat de aanbevolen hoeveelheid voer. Dit is echter een gemiddelde hoeveelheid. Leeftijd, ras en activiteit bepalen ook de hoeveelheid benodigd voer. Kijk uw eigen hond daarom altijd aan op zijn conditie en voer op basis daarvan. Kijk en weeg en stel de hoeveelheid voeding met kleine beetjes per dag bij. Dat geeft vaak het beste resultaat en houdt uw hond langer gezond. Vooral gecastreerde en oudere dieren hebben de neiging sneller te zwaar te worden. Uw dierenarts wil u daar graag mee op weg helpen.

Welk merk hondenvoeding?

Welk merk voeding kan ik nu het beste aan mijn hond geven? Dat is niet zo maar te beantwoorden. Zoals u wel gemerkt heeft, er zijn honderden merken voer verkrijgbaar. Daarbij zijn er vaak flinke prijsverschillen aanwezig. De prijs per kg is echter niet zo maar te vergelijken. Van het ene merk moet u de hond namelijk meer per dag geven dan van het andere merk. Even omrekenen dus om de exacte prijs te weten.

Nu is het natuurlijk niet zo dat alleen dit het verschil maakt in prijs. Een deel van het kwaliteitsverschil in merken zit ook in de biologische waarde van de eiwitten. Dat wil zeggen dat de gebruikte eiwitten goed verteerbare essentiële aminozuren bevatten. En dat die aminozuren qua hoeveelheden zo goed mogelijk passen bij de aminozuur behoefte van de hond. En bovendien moeten die eiwitten goed verteerd worden. Een hele wetenschap op zich dus om het juiste voer samen te stellen, te meer daar de behoeftes per diersoort en ras vaak verschillen. Goed om te weten is dat dierlijke eiwitten vaak een hogere biologische waarde hebben dan plantaardige eiwitten, uitgezonderd soja-eiwit. Vaak betekent een hogere biologische waarde een hogere prijs.

Kenmerken bij de hond die niet de juiste voeding krijgt

Een hond die niet de juiste voeding krijgt laat dat vaak pas wat later zien. Wat kun je dan zien aan de hond?

  • Glans gaat er af.
  • Doffe vacht en veel verharen.
  • Te zachte ontlasting en diarree.
  • Vaak te veel ontlasting.
  • Slomer worden, zit minder goed in zijn vel.

Belangrijkste eigenschappen van een goed hondenvoer

  • Smakelijkheid, uw hond moet het graag eten.
  • Vaste samenstelling, waardoor minder kans op huidklachten en diarree.
  • Ingrediënten met een hoge verteerbaarheid die zorgen voor stevige en minder ontlasting.
  • Optimale balans van voedingsstoffen, die zorgen voor de aanmaak van nieuw lichaamsweefsel en een gezonde groei en herstel.
  • Altijd voldoen aan de juiste energiebehoefte in elke levensfase van de hond.

U kunt het juiste voer voor uw hond altijd bestellen bij Dierapotheker.nl.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Dieren en de wind

Het lijkt wel of het steeds vaker stevig waait en regent in Nederland. Windsnelheden van boven de 100 km per uur zijn al niet meer zo bijzonder. De wind doet steeds meer haar werk. Wij mensen vinden dat vaak maar hinderlijk, maar wat vinden dieren daar eigenlijk van?

Lekker met het hondenhoofd uit het autoraampje

Je hoort vaak zeggen dat honden wind prettig vinden. Zo steken zij maar wat graag tijdens het autorijden hun hoofd door het raampje naar buiten. Dat waait lekker door hun vacht. Maar dat is niet de enige reden dat zij dit aangenaam vinden. Ze doen het ook gewoon uit nieuwsgierigheid en vooral ook om allerlei geuren op te vangen. Zo’n autorit met het raam open is een echt geurenparadijs voor honden. In feite kan de hond dan met zijn neus zien waar u rijdt. De gevaren voor de hond zijn echter te groot om dit toe te staan.

Wandelen door weer en wind

Een hond zal weinig bezwaar maken als u na een tijdje binnen met hem wilt gaan wandelen. ’s Avonds laat, ’s morgens heel vroeg of als regent het buiten, een gezonde hond gaat graag er op uit. Ook als het waait gaat de hond graag op stap. Soms kan de wind wel wat hinderlijk zijn voor de ogen, maar verder maalt een hond er eigenlijk niet om. Al kan het plassen met een ferme zijwind voor een reu een hele uitdaging zijn.

Katten en wind

Katten hebben niet zo veel met wind. Het liefst mijden ze wind en regen. Een uitzondering is wel dat veel katten de warme wind van een föhn bijzonder kunnen waarderen. Warmte dat is iets waar katten heel erg van houden ook als ligplek.

Paarden en wind

Wist u dat paarden bijna net  zo goed kunnen ruiken als honden? Ze kunnen geuren opvangen van meer dan een kilometer ver wanneer de windrichting juist is. Pools onderzoek heeft aangetoond dat paarden bij windsnelheden van 20 km per uur en hoger ongewenst gedrag gaan vertonen. Kennelijk waarderen paarden harde wind niet. Je ziet dan ook vaak in de wind een paard wel heel erg fris worden.

Houden vogels dan wel van wind?

Ja, de meeste vogels houden van wind, maar het moet niet te erg worden. Voor gierzwaluwen is de wind zelfs essentieel voor het voortbestaan. Gierzwaluwen komen nooit op de grond en zij kunnen alleen maar een nest bouwen omdat ze opdwarrelende strootjes en veertjes kunnen bemachtigen door de wind. Stormwind ervaart iedere vogel op zijn eigen manier. Bij windkracht 8 zijn er nog maar weinig vogels die het luchtruim kiezen. Alleen eenden en zwaluwen vliegen nog uit bij windkracht 9. En bij een zware storm (windkracht 10) houden alle vogels hun vleugels stil en zoeken veelal een schuilplaats op.

Uw ervaring in de wind?

Heeft u ook deze ervaring met uw dier in de wind of juist een andere? Laat het hieronder als reactie horen. We zijn benieuwd.

Vragen?

Heeft u vragen over de gezondheid van uw dier? Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Vuurwerkangst voorkomen bij de hond

Tabletje om de hond rustig te houden

Zoals ieder jaar zal er rond oud en nieuw weer flink geknald worden. Rond de jaarwisseling komen er weer veel eigenaren op de praktijk voor ‘een tabletje om de hond rustig te houden’. Elk jaar ligt menig hond bibberend in zijn of haar mand. Het plotselinge kabaal wordt als zeer angstig ervaren. Angst is een natuurlijke reactie om gevaarlijke situaties uit de weg te gaan. Alleen, in het geval van het vuurwerk, kan de hond de angstige situatie niet ontwijken. Er zijn verschillende medicijnen op de markt die de hond wat rustiger kunnen maken. Dit geeft natuurlijk geen blijvende oplossing. Beter zou zijn om met de hond te gaan werken, om de hond te leren om te gaan met het vuurwerk. Deze gedragstherapie, soms ondersteund met medicatie, kan een blijvende oplossing geven.

Tekenen dat een hond angstig is voor vuurwerk

Iemand die zijn dier goed kent zal meteen merken dat er wat aan de hand is en dat het dier angstig is. Deze zal zich ‘anders dan anders ’ gedragen. De ene hond zal wegkruipen in een hoekje (passief), terwijl de andere heen en weer rent en blaft (actief). Beide typen honden kunnen even angstig zijn! Verschillende gedragingen waaraan je kan zien of je hond angstig is, zijn bijvoorbeeld: vluchten, ergens onder zitten/schuilen, trillen, hijgen, kwijlen, grote pupillen, lage houding, vocaliseren (blaffen/grommen/janken), verhoogde waakzaamheid, anaalklieren legen, incontinentie of juist niet willen poepen/plassen en niet/minder willen eten.

Het probleem van vuurwerkangst

Een groot deel van de honden met vuurwerkangst zal ook angstig reageren op andere geluidsprikkels, zoals onweer of een knallende deur. Vaak wordt dit erger naarmate de dieren ouder worden. De angst begint dan met één specifieke situatie, maar breidt zich steeds verder uit. Dit noemen we generalisatie. Vaak gaat het ook samen met verlatingsangst. Het spreekt voor zich dat dit voor zowel hond als baas geen wenselijke situatie is. Voorkomen van het ontstaan van angst en vroegtijdig ingrijpen als de hond angstgedrag vertoont, zijn dus extra belangrijk.

Er zijn vier belangrijke maatregelen die u als eigenaar kunt nemen

  1. Gedragstherapie
  2. Omgeving aanpassen
  3. Medicatie
  4. Feromonen (soort natuurlijke geurstoffen)

1. Gedragstherapie vuurwerkangst

Het is verstandig om lang (maanden!) voor oudjaar te beginnen om de hond te laten wennen aan vuurwerkgeluiden (bijvoorbeeld m.b.v. een vuurwerk-CD of via de gratis te downloaden geluiden op https://soundcloud.com/dogstrust/sets). Op deze manier wordt de hond minder gevoelig voor de geluiden en kun je de geluiden in verband brengen met iets wat prettig is, zoals spelen of eten. Dit noemen we ‘progressieve desensitisatie en counterconditionering’. Het is de enige manier waarop we de hond écht kunnen leren dat vuurwerk niet eng is. Het is bij zeer angstige honden verstandig deze therapie te combineren met medicatie, dit geeft een beter resultaat. Bovendien is het aan te raden om dit alleen te doen in samenwerking met een gedragstherapeut. Het niet goed uitvoeren van deze therapie kan de honden angstiger maken voor vuurwerk. Het nadeel van deze methode is dat er enkele maanden voor moeten worden uitgetrokken, voor er een duidelijk effect gezien wordt. Echter bij een groot deel van de honden kan op deze manier de angst zeker minder worden.

2. De omgeving van de hond aanpassen

Gewoon negeren! Dit is een veelgehoord, maar verouderd en foutief advies. Door als baasje de hond weg te sturen of geen steun te bieden, kun je de hond juist angstiger maken. Gelukkig hebben we een aantal tips voor u. Het is belangrijk om de omstandigheden voor de hond zo aangenaam mogelijk te maken en blootstelling aan prikkels zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door een schuilplaats voor de hond te maken. Angstige honden willen zich graag verstoppen, zorg daarom voor een veilig hutje waar hij zich op zijn gemak voelt. Laat de hond zelf kiezen waar deze wil liggen, ook als dat verstopt onder het bed of juist tegen je aan op de bank is. Ga de hond zeker niet troosten/aaien, maar biedt steun door er te ‘zijn’. Laat de hond nooit alleen als deze een panische reactie heeft! Blijf zelf kalm, probeer de hond eventueel af te leiden met een spelletje of een speciaal speeltje met voertjes erin. Zet de radio of televisie aan (zonder vuurwerkgeluiden uiteraard…), laat wat lampen aan en doe de ramen/deuren/gordijnen/rolluiken dicht. Laat de hond alleen aangelijnd uit en zoek overdag een rustige plek op voor een lange wandeling, zodat deze zijn energie kwijt kan. Ook kun je ervoor kiezen met je hond naar een vuurwerkvrij vakantiepark te gaan. Voor extra steun is een Thundershirt® een goed alternatief. Dit is een shirt dat je de hond aan kan trekken. Het geeft een geborgen gevoel, waardoor in 80% van de gevallen de angst van het dier vermindert. Ook zijn er speciale zonnebrillen (Doggles®) en oordoppen (Mutt Muffs®) op de markt voor honden, die de impact van de lichtflitsen en geluiden kunnen verminderen. Voor deze attributen geldt wel dat de hond hier in een rustige periode en vertrouwde omgeving aan moet wennen. Begin dus niet op het moment dat de hond al bang is.

3. Medicatie bij vuurwerkangst

Medicatie alleen is niet de oplossing, maar kan het beste gecombineerd worden met de maatregelen die hierboven genoemd zijn. Van oudsher werd er altijd Acepromazine gebruikt. Acepromazine is een middel wat de dieren sedeert, d.w.z. suf/slap maakt. Dieren lijken vanaf de buitenkant dus rustig, maar niets is minder waar. Het nadeel van dit middel is dat de dieren juist extra gevoelig worden voor de geluiden om ze heen en paniekerig worden. Door sedatie kunnen ze niet meer vluchten. Hierdoor zal het volgende jaar de angst verergeren. Dit maakt het middel minder geschikt voor het gebruik voor dit doel. Helaas wordt het middel nog steeds op een aantal plekken verkocht om vuurwerkangst te onderdrukken.  Het is bekend onder verschillende merknamen, waaronder Vetranquil® en Calmivet®. Kijk dus goed op de verpakking en gebruik deze middelen niet. Een beter alternatief is vaak te verkrijgen bij uw dierenarts. Deze kan ook met u meedenken over eventuele alternatieve medicijnen. Als natuurlijk alternatief is het mogelijk om voedingssupplementen te gebruiken. Voorbeelden  hiervan zijn Zylkène, Telizen en het Royal Canin Calm diet. Deze zijn op basis van een aminozuur of melkeiwit gemaakt. Er zijn geen harde bewijzen dat ze werken, maar er lijkt wel een redelijk goed effect te zijn bij milde angst. Deze middelen dienen wel langere tijd gegeven te worden. U kunt hier meer lezen over de werking van Telizen.

4. Feromonen

Er zijn bepaalde natuurlijke stoffen die een teef uitscheidt tijdens de melkgift die rustgevend zijn voor de puppy’s. Deze stoffen zijn chemisch nagemaakt (DAP = dog appeasing pheromone) en kunnen ook angst remmend werken bij volwassen dieren. Ze kunnen een goede ondersteuning bieden in stressvolle tijden. De feromonen zijn verkrijgbaar onder de naam Adaptil® in de vorm van een verdamper, halsband en tabletten.

Voorkomen is beter dan genezen!

Ook voor vuurwerkangst geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Doe alsof vuurwerk de normaalste zaak van de wereld is en zorg ervoor dat uw hond geen vervelende ervaring opdoet. En mocht dat toch gebeuren, dan heeft u vast wat aan onze tips uit dit artikel. We wensen u alvast een fijn oud&nieuw toe met gezelligheid voor mens én dier!

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Bronnen:
  • Gedragskliniek voor Dieren, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.
  • PEGD workshop over vuurwerkangst 2016 o.l.v. Valerie Jonckheer-Sheehy, dip. ECAWBM (BM), dierenarts, specialist gedrag & consultant dierenwelzijn.
  Lees hier meer over vuurwerkangst: Vuurwerkangst bij huisdieren Tips vuurwerkangst Rustige jaarwisseling voor uw hond

Gewrichtsproblemen hond

Honden producten van Dierapotheker.nl

Hoe herkent u gewrichtsproblemen bij uw hond?

Wanneer een hond gewrichtsproblemen heeft dan heeft hij pijn en ongemak. Daar moeten we dan iets aan (laten) doen. Maar hoe herkent u die gewrichtsproblemen? U kunt het volgende merken aan uw hond:

  • Na het slapen heeft uw hond moeite met opstaan.
  • Uw hond beweegt minder soepel en is eerder moe.
  • Liggen vindt uw hond fijner dan staan of zitten.
  • Uw hond waardeert het niet wanneer u de gewrichten aanraakt.
  • Uw hond trekt met zijn poot of loopt mank.

Wat is een gewrichtsprobleem?

Wanneer er door slijtage veranderingen zijn in een gewricht dan is er sprake van een gewrichtsprobleem. Het kraakbeen in het gewricht verdwijnt dan sneller dan dat het wordt aangemaakt. Hierdoor krijg je stijve gewrichten waardoor de hond minder makkelijk gaat bewegen en de hond heeft pijn.

Waardoor kan een gewrichtsprobleem ontstaan?

Uw hond kan last krijgen van gewrichtsproblemen door een aantal factoren:
Waardoor kan een hond last krijgen van zijn gewrichten?

  • Overgewicht waardoor de gewrichten zwaarder belast worden.
  • Ouder worden waarbij langzaam aan het gewrichtskraakbeen verdwijnt.
  • Door aangeboren of erfelijke afwijkingen kunnen honden een grotere kans lopen op het krijgen van gewrichtsproblemen.
  • Door een ongeval kan het kraakbeen ook beschadigd raken.
  • Het ras kan ook van invloed zijn, risico rassen zijn bijvoorbeeld de Rottweiler, de Duitse Herder en de Labrador Retriever.

Glucosamine en chondroïtinesulfaat

Kraakbeen wordt continu afgebroken, weer aangemaakt en gerepareerd. Deze reparatie en aanmaak is goed te ondersteunen door 2 bouwstenen van het gewrichtskraakbeen extra aan te voeren. Glucosamine en chondroïtinesulfaat zijn die 2 belangrijke bouwstenen. Veel voedingssupplementen en dieetvoeders bevatten deze beide bouwstenen dan ook.

Therapie gewrichtsproblemen

Hoe kunnen we gewrichtsproblemen bij honden het beste aanpakken?

Wanneer uw dierenarts de diagnose gewrichtsprobleem bij uw hond heeft gesteld dan zijn er veel mogelijkheden uw hond te ondersteunen. Aangepaste beweging, fysiotherapie, aangepast dieet, medicatie, voedingssupplementen of mogelijk een operatie dat zal in overleg met uw dierenarts worden ingesteld. In onze dierenklinieken hebben wij goede ervaring op gedaan met het Hill’s JD Joint Care dieetvoer.

Vragen?

Heeft u vragen over de gezondheid van uw dier? Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Laser therapie bij hond, kat en paard

Lasertherapie is de behandeling van de toekomst. Waar deze therapie bij mensen al op grote schaal wordt ingezet, is dit bij onze dieren nog maar beperkt. Met de laser zal de pijn snel verminderen en zal de wondgenezing versnellen.

Wat is lasertherapie?

Bij lasertherapie wordt vaak in meerdere korte sessies een bepaald gebied met de laserstraal behandeld. Wij hebben hiervoor de MLS® Laser van ASAlaser. Al bij de eerste behandeling zien we effect. De laserbehandeling zorgt ervoor dat in het behandelde gebied snel een afname is van ontsteking, pijn en zwelling (oedeem). Ook wordt de bloeddoorstroming gestimuleerd en zorgt het voor een snellere wondgenezing. Dit zorgt ervoor dat er aanzienlijk minder behandelingen nodig zijn voor uw dier hersteld is, dan zonder lasertherapie. Dit is voordelig voor u en voor uw huisdier.

Waarvoor is lasertherapie geschikt?

Lasertherapie kan ingezet worden voor zeer veel doeleinden. Denk hierbij aan: acute en chronische peesletsels, peesschedeontstekingen, kneuzingen, bloeduitstortingen, likgranulomen, verrekte of gescheurde spieren, osteoartritis, perianale fistels, gingivitis-stomatitis (mondholte-ontstekingen) en genezing van traumatische en operatieve wonden.

Paarden Honden
Artritis en osteoartrose Artritis en osteoartrose (gewrichtsaandoening)
Bursitis/synovitis Bursitis
(slijmbeursontsteking)
Epiphysitis Gingivitis-stomatitis
(mondholte-ontsteking)
Fractuur Kneuzingen en
onderhuidse bloedingen
Laminitis
(hoefbevangenheid)
Peesbeschadigingen (acuut/chronisch)
Oedeem/hematoom Perianaalklier fistels
Pees/peesschedeontsteking Spierverrekking/scheuring
Pijn (acuut en chronisch) Tussenwervelschijf-
problemen
Rugpijn Wonden
Spiercontractuur/
verrekking/scheuring
Straalbeen aandoeningen
Wonden  

Hoe gaat het in zijn werk?

De behandeling is geheel pijnloos en kan meestal zonder verdoving (sedatie) uitgevoerd worden. U als eigenaar kan vaak bij de behandeling aanwezig blijven en het is doorgaans niet nodig om de haren op de plek van de behandeling te scheren. Het aantal behandelingen varieert van 2 tot 10. De behandeling kan variëren van dagelijks tot eens per drie dagen. Dit hangt af van de ernst en aard van de aandoening. Bij acute problemen zijn vaak minder sessies nodig dan bij chronische problemen. De duur van een sessie hangt af van de grootte van het gebied dat behandeld wordt. Voor een gebied van 10 x 5 cm, varieert de duur van 2,5 tot 8 minuten.

Achtergrond van de MLS® lasertherapie

MLS® staat voor Multiwave Locked System. Hierbij wordt gelijktijdig zowel een continue als pulserende laserstraal uitgezonden met verschillende golflengte. Het grote voordeel hiervan is dat een sessie maar kort duurt en snel en langdurige verbetering geeft. De lichtpuls die zo wordt opgewekt, dringt tot een bepaalde diepte in het weefsel door. Het weefsel vangt het licht van de laserstraal op en absorbeert dit. Het licht wordt dan omgezet in warmte. Welke structuren hierbij behandeld worden, hangt af van de instellingen. Voor elke behandeling passen we de instellingen aan, zodat we zo selectief en doelgericht mogelijk kunnen werken.

De vermindering van de ontsteking en zwelling worden veroorzaakt door het weghalen van de stoffen die een ontsteking uitlokken en door een aanpassing van de bloeddoorstroming. Tegelijk worden hierdoor zuurstof en voedingsstoffen naar het behandelde gebied gebracht, waardoor de genezing sneller kan verlopen. Ook de pijn zal snel minder worden. Dit komt doordat de pijnzenuwen geblokkeerd worden en de pijndrempel tegelijk omhoog gaat.

Kijk voor nog meer informatie en voorbeelden van dieren die behandeld zijn met lasertherapie op www.asaveterinary.com.

Wat zijn de kosten?

Het tarief bij Dierenartsenpraktijk Horst voor één lasersessie is 35 Euro.
Een abonnement van 10 laser-behandelingen = 250 Euro.

Wat zijn de nadelen?

De laserstraal is erg schadelijk voor de ogen. Hiervoor worden dan ook maatregelen getroffen (speciale bril op). Lasertherapie mag in verschillende situaties niet worden toegepast, zoals bij: neoplastisch weefsel (tumoren),  een actieve bloeding, systemische infectie (algeheel ziek zijn door een ziekteverwekker), schimmelinfectie, het gebied van de groeischijven, (hemi)laminectomie (hernia-operatie) en dieren met een slechte afweer.

Vragen?

Heeft u vragen over wat laseren voor uw dier kan betekenen? Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Wat, wanneer en hoeveel voer ik mijn kat en hond?

Droog of nat voer

Welk voer u kiest voor uw huisdier is vooral afhankelijk van de persoonlijke voorkeur van uzelf en uw hond of kat, de gezondheid van uw huisdier en uw portemonnee. We zetten daarom de voor- en nadelen van droog of nat voer voor u op een rijtje.

Droge brokjes

Veel baasjes kiezen voor droge brokjes als honden- en kattenvoer. Brokjes hebben verschillende voordelen; ze zijn over het algemeen goedkoper, lang houdbaar, makkelijk in het gebruik en u kunt het voer een hele dag laten staan.

Vaak wordt gedacht dat brokjes ook veel beter zijn voor het gebit. Maar dit geldt alleen als u speciale brokken gebruikt met een aangepaste vorm en structuur. Uit onderzoek blijkt namelijk dat er weinig verschil is tussen blikvoer en veel gebruikte brokjes bij het ontstaan van tandplak, tandsteen of tandverkleuring.  Dit komt omdat de meeste brokjes makkelijk uit elkaar vallen en honden en katten vaak ook niet goed kauwen.

Een aantal merken heeft speciale Dental Diets in hun voerlijnen. Voeders met de VOHC-erkenning (Veterinary Oral Health Council) hebben de goede eigenschap tandplak te voorkomen en te verwijderen.  Hier kunt u zien welke voeders deze erkenning hebben. Maar de goedkoopste en beste manier om het gebit van uw huisdier schoon te houden blijft toch een dagelijkse poetsbeurt van het honden– of kattengebit.

Als u alleen droog voer geeft is het belangrijk dat de drinkbak van uw huisdier altijd vers water bevat, omdat brokken vaak meer zout bevatten en maar weinig (8%) vocht.

Nat voer

Het grote voordeel van natvoer is dat het een grote hoeveelheid vocht bevat waardoor het risico op urinewegproblemen, zoals blaasgruis, blaasstenen en infecties, veel kleiner is.  Dit is vooral van belang voor katten. Zij zijn gevoelig voor urinewegaandoeningen en drinken over het algemeen weinig. Wist u dat Hydracare van Purina daarbij kan helpen?

Deze grote hoeveelheid vocht zorgt er ook voor dat het voer in verhouding weinig calorieën bevat. Een kat of hond met overgewicht krijgt hierdoor een verzadigd gevoel met een beperkte calorie inname.

Nat voer ruikt ook veel sterker. Voor u misschien minder aangenaam, maar het zet lastige eters wel eerder aan tot eten.

Wat vinden honden en katten lekker?

Het zal u niet verbazen dat de meeste honden en katten de voorkeur hebben voor natvoer. Gewoon omdat het lekkerder en sterker ruikt. Natvoer is verkrijgbaar in allerlei verpakkingen, zoals blikjes, pouches en kuipjes.

Honden en katten zijn wat kieskeuriger als het brokjes betreft. Niet elk voer zullen ze lekker vinden en soms kost het even tijd om ze aan het voer te laten wennen. Een klein beetje warm water toevoegen wil dan nog wel eens helpen omdat het daardoor wat sterker gaat ruiken.

Kwaliteit voer

Er zijn grote kwaliteitsverschillen in honden- en kattenvoer. Dit geldt zowel voor nat- als droogvoer. Dit verklaart ook de verschillen in prijs. De goedkopere soorten bevatten veel plantaardige eiwitten van mindere kwaliteit. Dit voer wordt minder goed verteerd en de dieren produceren daardoor ook meer ontlasting.  Ook bevatten deze voeders vaak niet de essentiële aminozuren in de juiste hoeveelheid waardoor er eerder huidproblemen zoals eczeem, jeuk en kale plekken kunnen ontstaan.

Goed voer bevat koolhydraten, eiwitten, vetten en mineralen in de juiste verhouding. Voer dat wij adviseren vanuit onze praktijk zijn Hill’s, Royal Canin en Purina PRO PLAN.

Hoe vaak en hoeveel moet ik voeren?

Elk voer heeft een andere samenstelling en dus ook een ander voeradvies. Houd u aan de hoeveelheden die op de verpakking staan aangegeven. Overgewicht is tegenwoordig namelijk een van de grootste problemen van onze huisdieren.

Katten hebben een gecompliceerd en gevoelig spijsverteringsstelsel. Van nature eten zij meerdere malen per dag kleine maaltijden.  Hierdoor blijft ook de urine-pH veel stabieler.  Dit pleit voor het gebruik van brokjes omdat u deze de hele dag  kunt laten staan. Maar katten met urineweg problemen kunt u beter nat voer geven.

Honden krijgen meestal 2 maaltijden verspreid over de dag. Als uw hond maag/darmklachten heeft kunt u beter 3 tot 4 kleinere maaltijden geven.

Wat is nu het beste voor mijn huisdier?

Wij krijgen in onze klinieken vaak de vraag wat nu de beste voeding voor hond en kat is.

Wat is nu het beste voer voor mijn kat?

Een algemeen antwoord bestaat niet op deze vraag. Niet wat betreft voedingsstoffen, maar ook niet wat betreft type voeding, dus nat of droog. De keuze voor een voeding moet individueel bepaald worden en is onder andere afhankelijk van het dier en u en de levensfase en gezondheidsstatus van uw hond of kat.

Voordelen van droogvoer

  • Makkelijker in gebruik
  • Minder geur
  • Lagere kosten (veel minder van nodig dan van natvoer)
  • Beter voor het gebit (niet altijd)

Voordelen natvoer

  • Smakelijkheid
  • Bevat minder calorieën per portie
  • Ondersteuning urinewegen
  • Kan beter zijn voor pups en oudere dieren
  • “Natuurlijker” en meer verzadigend

Conclusie voeren hond en kat

Zowel nat- als droogvoer heeft  voor- en nadelen. En het gebruik hangt dus helemaal af van de persoonlijke omstandigheden van u en uw hond of kat. U kunt het natuurlijk ook altijd combineren. Veel honden en katten genieten dagelijks al van de smakelijke combinatie van droog- en natvoeding. Voor huisdier en eigenaar is het voeren dan een moment om naar uit te kijken. Als uw huisdier een dieet gebruikt op voorschrift van de dierenarts is het wel van belang dat u zowel het droog-als natvoer uit dezelfde lijn geeft. Maar ga in elk geval voor kwalitatief goed voer. De gezondheid van uw dier vaart er wel bij. Smakelijk eten!

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl