Leptospirose hond

Wat te doen met uw hond bij een overstroming?

 


Laat u uw hond ook jaarlijks vaccineren tegen de ziekte van Weil?

Dat is wel zo verstandig!

Wat is Leptospirose?

Leptospirose is vaak beter bekend onder de naam ‘de ziekte van Weil’. Dit is een bacteriële infectie die nare gevolgen kan hebben voor de nieren en lever. Leptospiren zijn bacteriën, die zich kunnen vermeerderen in het bloed. Ze produceren toxinen, ofwel gifstoffen, die bloedvaten beschadigen en zo bloedingen veroorzaken. Met name de nieren en de lever worden aangetast, maar ook andere organen. De ziekte zien we vooral in de zomer en herfst.

Hoe vindt de besmetting plaats?

De bacterie wordt uitgescheiden via de urine van (wilde) knaagdieren. Uw hond kan besmet worden als de bacteriën vanuit de omgeving in aanraking komen met de slijmvliezen of wondjes. Besmette honden scheiden op hun beurt de bacterie weer uit via de urine. Honden die aan elkaar geslachtsdelen likken, kunnen zo elkaar besmetten. Zo kunnen ook andere huisdieren en uzelf besmet raken. Ook door bloed-bloedcontact kan besmetting plaatsvinden.

Leptospirose bij honden door zwemmen in de sloot

We horen vaak in de spreekkamer dat honden alleen risico lopen als ze in het water komen. Maar is dit feit of fabel? Aangezien knaagdieren niet alleen langs het water lopen, maar ook op grasvelden en in de stad, kan uw hond in feite overal besmet raken. Het is dus duidelijk een fabeltje. Uw hond loopt wel meer risico wanneer deze zwemt, van natuurwater drinkt of gras eet of meedoet met de jacht. De leptospirose bacteriën overleven namelijk het langst in stilstaand en traag stromend water en vochtige grond.

Wat zijn de symptomen?

De tijd tussen besmetting en ziek worden is ongeveer 5-15 dagen. Bij honden kan de ziekte acuut optreden waarbij koorts, sufheid, braken, diarree, veel drinken en plassen, slechte eetlust, geelzucht en bloedverlies met de urine kunnen voorkomen. Als de hond niet tijdig wordt behandeld, is het verloop vaak dodelijk. Als honden de acute vorm overleven, kan zich een chronisch ziektebeeld ontwikkelen als gevolg van blijvende orgaanschade of er treedt herstel op.

Gevaarlijk voor mensen en andere dieren!

Leptospirose is een ‘zoönose’. Dat betekent dat het een ziekte is die overgedragen kan worden van dieren op mensen. De ziekte wordt bij mensen gekenmerkt door het optreden van griepachtige verschijnselen. Bijvoorbeeld hoofdpijn, koorts, spierpijn, misselijkheid en braken. De ziekteverschijnselen kunnen mild zijn, maar sommige mensen ontwikkelen ook nier en/of leverfalen. Bij zwangere vrouwen kan het leiden tot abortus. Neem dan ook altijd contact op met uw huisarts indien u contact heeft gehad met een dier met leptospirose.

Tegenwoordig is ook bekend dat katten leptospirose kunnen krijgen. Vooral de echte jagers lopen een hoger risico. Ziekteverschijnselen bij de kat zijn waarschijnlijk milder dan bij de hond, maar zouden wel een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van chronisch nierfalen.

Hoe stellen we de diagnose?

We kunnen met bloed- en urineonderzoek de aanwezigheid van leptospiren aantonen. Dit kan soms nog best lastig zijn. Bij een verdenking op leptospirose zullen we dan ook vast starten met de behandeling.

Waaruit bestaat de behandeling?

Dieren met leptospirose worden opgenomen in de kliniek, aan het infuus gelegd om lever- en nierschade te beperken en behandeld met een antibioticum. Twaalf uur na het starten met het antibioticum vindt er meestal geen uitscheiding van leptospiren in de urine meer plaats en is de hond dus niet meer besmettelijk. De hond zal nog wel onder behandeling en controle moeten blijven.

Wanneer een hond leptospirose heeft, is het vaak verstandig om de andere honden in huis ook te behandelen en eventueel te vaccineren indien dit niet jaarlijks gebeurd is.

Slootwater kan ziekte van Weil veroorzaken bij honden

Hoe is leptospirose te voorkomen?

Gelukkig bestaat de mogelijkheid om uw hond tegen leptospirose te beschermen. Er bestaan vele verschillende varianten van de leptospirose bacteriën. Tot voor kort waren er 2 varianten die vaker voorkwamen. Recent blijkt dat er steeds vaker infecties optreden met 2 andere varianten. Er is nu een nieuw vaccin beschikbaar dat tegen alle 4 de varianten bescherming biedt. Dit vaccin dient als basis twee keer toegediend te worden met 3-4 weken tussentijd en daarna jaarlijks herhaald te worden. Indien het langer dan 18 maanden geleden is dat uw dier gevaccineerd is tegen leptospirose, dient opnieuw de basisvaccinatie gegeven te worden.

Heeft vaccinatie wel zin?

In de spreekkamer horen we vaak dat vaccinatie tegen de 4 varianten van leptospirose geen zin heeft, omdat er in totaal meer dan 250 varianten bestaan. Dat klinkt logisch toch? De 4 varianten van leptospirose in het vaccin zijn de varianten die in Europa het meest bij honden met leptospirose worden gevonden. Dit zijn de serovars Canicola, Icterohaemorrhagiae, Grippotyphosa en Australis. Ook al zal geen enkel vaccin 100% bescherming bieden, vaccinatie vermindert zowel de kans op het optreden van leptospirose als de ernst van de ziekteverschijnselen. Ook zorgen vaccins ervoor dat de uitscheiding van de bacteriën met de urine vermindert, waardoor het risico op verdere verspreiding afneemt.

Kan ik mijn hond laten ‘titeren’ voor leptospirose?

Het is niet mogelijk om voor leptospirose een titerbepaling (meting van de antistoffen) te laten doen. Er is geen verband aangetoond tussen de hoogte van de titer en de bescherming tegen ziekte.

Is het al weer meer dan een jaar geleden dat uw hond gevaccineerd is,
maak dan een afspraak!

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Kennelhoest hond

Ooronderzoek door dierenarts Daphne Boet

Kennelhoest (besmettelijke hondenhoest)

Lees hier meer over kennelhoest.

Welke vaccins tegen kennelhoest zijn er?

Er bestaan twee type vaccins tegen kennelhoest: de neusdruppelvaccinatie en de onderhuidse injectie. Beide vaccins hebben voor- en nadelen die we hieronder kort toelichten.

De neusdruppelvaccinatie:

Dit is de zogenaamde ‘KC-enting’. Het vaccin bevat zowel Bordetella bronchiseptica als Parainfluenza in levende vorm en wordt met een kleine hoeveelheid vloeistof in de neus gedruppeld. De vaccinatie kan vanaf een leeftijd van 3 weken gegeven worden en is na eenmalige vaccinatie één jaar geldig. Het voordeel van deze enting is dat bescherming tegen infectie optreedt op de plek waar de infectie binnenkomt (de neus). Gevaccineerde dieren kunnen enkele weken de ziekteverwekkers uitscheiden. Vaccinatie kan het beste minimaal drie weken voorafgaand aan bijvoorbeeld pensionbezoek worden toegediend, om optimale bescherming te garanderen. Vooral bij zeer jonge gevoelige pups kan na vaccinatie een tijdelijke oog- en neusuitvloeiing worden gezien.

De onderhuidse injectie:

Deze injectie bevat zowel Bordetella bronchiseptica als Parainfluenza in geïnactiveerde (dode) vorm en dient bij de eerste keer geboosterd (herhaald) te worden na 2-3 weken. Daarna is deze één jaar geldig. Sommige honden vinden de neusdruppelvaccinatie erg vervelend of laten het gewoonweg niet toe. Dan kan een onderhuidse injectie uitkomst bieden. Ook is de injectie aan te raden als de hond last van het ‘BOS-syndroom’ heeft (kortsnuitig ras) of als er mensen in de omgeving van de hond een verminderd immuunsysteem hebben (bv. jonge kinderen, zwangeren, ouderen en mensen die chemotherapie ondergaan). Het nadeel van dit vaccin is dat we vaker een onderhuidse zwelling zien op de injectieplaats die tijdelijk pijnlijk kan zijn. Het vaccin biedt alleen bescherming ter hoogte van de longen.

Werkt vaccinatie tegen kennelhoest nou echt?

Geen enkele vaccinatie biedt 100% bescherming. De vaccinaties bieden bescherming tegen ziekte door de meest voorkomende verwekkers van kennelhoest. Er zijn daarnaast nog andere ziekteverwekkers die een rol kunnen spelen bij kennelhoest. Ook na vaccinatie kan een hond dus nog (milde) symptomen van kennelhoest krijgen.

Wanneer is vaccinatie aan te raden?

Een kennelhoest vaccinatie is volgens de Nederlandse wet niet verplicht. Wel kunnen dierenpensions, shows en cursussen de vaccinatie verplicht stellen.  Informeer dan ook altijd vooraf of dit inderdaad het geval is, zodat u niet voor verrassingen komt te staan.

Jonge honden, honden met een verminderde werking van het afweerapparaat en honden met een reeds aanwezige longaandoening zijn vatbaarder voor kennelhoest dan gezonde, volwassen honden. De kans op het oplopen van kennelhoest is groter als honden veel (verschillende)  contacten hebben met andere honden, zoals bij pensions, asielen, cursussen en shows. Vaccinatie is in die gevallen dan ook aan te raden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl

Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Herpes virus hond

Bestel-voor-uw-hond-bij-de-Dierapotheker

Pupsterfte door Herpes virus

De ziekte die door het CHV Herpesvirus wordt veroorzaakt uit zich door vruchtbaarheidproblemen bij de teef en eventueel abortus. Bij de jonge pups in het nest kan dit virus algemene ziekteverschijnselen, zoals braken, lusteloosheid en diarree veroorzaken, waarbij ook pupsterfte op kan treden. Deze pupsterfte door het Herpes virus kan oplopen tot wel 100% waarbij de sterfte veelal optreedt in de eerste week na de geboorte. Daarom is direct herkennen van deze CHV infectie van het grootste belang voor fokkers.

60% besmet

Het Canine Herpesvirus (CHV) is in Nederland voor het eerst in 1971 geïsoleerd. Het stellen van de diagnose is steeds eenvoudiger geworden en inmiddels wordt dit virus in Nederland regelmatig aangetoond. Daarbij valt op dat ook reuen steeds vaker besmet zijn met het virus. 60% van de honden in Nederland heeft antistoffen tegen het Herpes virus. Dat betekent dat deze honden in contact zijn geweest met het virus. Het herpesvirus dat deze ziekte veroorzaakt wordt ofwel tijdens de dracht of vlak na de geboorte van de teef op de pups overgedragen, waarbij de teef het virus bij zich kan dragen zonder er zelf ziek van te zijn.

Symptomen

  • Volwassen reu Geen tot geringe symptomen, zoals lichte neus-, oog- en voorhuiduitvloeiing. Eventueel een lichte beschadiging op de penis.
  • Niet gedekte teef Geen tot geringe symptomen, zoals lichte neus-, oog- en schede-uitvloeiing. Eventueel een lichte beschadiging in de schede.
  • Gedekte teef Dezelfde symptomen als bij de niet-gedekte teef kunnen voorkomen, maar er kan ook sprake zijn van resorptie en mummificatie van de vruchten, abortus, vroeggeboorte, dood geboren pups en levend geboren ernstig verzwakte pups. Volgens de Faculteit Diergeneeskunde in Gent (B) is puppy sterfte het symptoom van de Herpes infectie.
  • Pups tot 3 weken leeftijd Zowel gezonde als ook doodzieke pups kunnen voorkomen. Dit is afhankelijk van de immuunstatus. De zieke pups vertonen weinig kenmerkende symptomen zoals sloomheid, weinig eetlust, gespannen en pijnlijke buik, snellere ademhaling, eventueel gillen. Ook kunnen ze slijnmvliesbloedingen krijgen. Opvallend is dat ze geen temperatuusverhoging hebben. Ze kunnen snel sterven doordat het Herpes virus zich snel verspreidt in de organen. De behandeling (vocht, warm houden en antibiotica) van de zieke pups is vaak teleurstellend. Overleven deze pups de infectie dan kan dat later problemen geven met de longen, ogen, nieren of hersenen.
  • Pups vanaf 3 weken leeftijd Wanneer pups besmet worden na 3 weken leeftijd dan is vaak niezen met wat neusuitvloeiing het enige dat we zien. Eventueel bij de teefjes een lichte infectie van de schede.

Houdt het virus buiten de deur

Heeft u een drachtige teef?  Mijdt contact van de teef met mogelijk besmette dieren en een besmette omgeving. Zijn de pups geboren? Reinig en ontsmet de werpplaats zorgvuldig. Het herpesvirus wordt snel gedood door ontsmetting. Mijdt contact van de pups en teef met mogelijk besmette dieren en een besmette omgeving. Laat de pups zoveel mogelijk biest opnemen in de eerste 24 uur na de geboorte. Hierdoor krijgen ze passief antistoffen binnen. Bij een Herpes uitbraak kan van een CHV+ hond hyperimmuun serum gewonnen worden om daarmee de pups jonger dan 3 weken te behandelen.

Vaccineren

Er is een vaccin ontwikkeld tegen CHV, het Herpes virus bij honden. Herpes vaccin beschermt honden Dit vaccin is Eurican® Herpes 205 van Merial. U kunt uw teef hiermee laten vaccineren door uw dierenarts.

Wanneer vaccineren?

1e enting teef: begin loopsheid of 7-10 dagen na dekking. 2e enting teef: 1-2 weken voor de verwachte werpdatum.

Wat gebeurt er na vaccineren?

Nadat de teef is gevaccineerd worden er antistoffen tegen het CHV aangemaakt. Hierdoor gaat de biest (eerste melk) die de teef produceert veel van die antistoffen bevatten. Zo krijgen de pups die die biest drinken vanzelf de juiste CHV-antistoffen binnen.

Wat kan ik nog meer doen?

  • Test nieuwe honden in uw kennel op antistoffen tegen CHV. Sluit nieuwe honden met een hoge IgM titer tegen CHV (tijdelijk) uit voor fokkerij.
  • Mijdt verdachte reuen en teven of laat ze 2x testen op CHV antistoffen met 4 weken tussentijd. Een stijging van de CHV-antistoffen in die 4 weken is bewijzend voor een CHV infectie.

Nieuwe PCR test op Herpes virus

We kunnen nu ook het CHV virus zelf aantonen met de PCR test. Dit kan in het slijmvlies van de schede van de teef en in het sperma van de reu. Lastig daarbij is wel dat op het moment van testen de hond het virus moet uitscheiden.

Lastige infectie

Ook kan het voorkomen dat gezonde honden, die het virus eerder overwonnen hebben, het CHV virus blijven verspreiden. Deze honden hebben vaak wel antilichamen tegen het Herpes virus. Een teef die een besmet nest heeft gehad kan de volgende keer weer een besmet nest krijgen maar dat hoeft niet.

Conclusie

Voor fokkers:
  • Stel u goed op de hoogte van de CHV Herpes feiten.
  • Neem tijdig de juiste maatregelen als u een nestje gaat fokken.
  • Vaccineer en/of test uw teef in overleg met de dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Heeft het enten van honden zin?

Vaccineren hond vaccicheck
Het is weer zover, u krijgt een oproep van de dierenarts dat het weer tijd is voor de jaarlijkse vaccinatie van uw hond. U wilt natuurlijk dat uw hond gezond blijft, maar is het nou wel nodig om elk jaar te vaccineren? Een aantal jaar geleden was het heel normaal om elk jaar voor de ‘cocktail’ naar de dierenarts te gaan. Zo normaal als het toen was, is het al lang niet meer.

Stoppen met vaccineren?

De voordelen van jaarlijks vaccineren zijn duidelijk, uw hond bouwt weerstand op tegen veel voorkomende besmettelijke ziektes. Een veelgehoord argument om niet te vaccineren is dat de ‘vorige hond’ ook nooit gevaccineerd werd en nooit ergens last van had. Deze ziektes komen echter wel degelijk voor, kunnen een dodelijk verloop hebben en worden in de praktijk met enige regelmaat gezien bij slecht gevaccineerde dieren! Wanneer we zomaar zouden stoppen met vaccineren, nemen we dus een groot risico.

Parvo

Neem het parvovirus. Een tiental jaar geleden kwam het parvovirus regelmatig voor bij pups. In de meeste gevallen loopt dit dodelijk af. Dankzij het vaccineren van de volwassen dieren en pups is deze ziekte gelukkig flink teruggedrongen in Nederland. Andere ziektes waartegen we onze honden beschermen door middel van vaccinatie zijn bijvoorbeeld: de ziekte van Weil (Leptospirose), hondenziekte (Canine Distemper virus), besmettelijke leverontsteking (HCC) en eventueel aangevuld met kennelhoest en hondsdolheid (Rabiës).

Weerstand opbouwen

Om weerstand op te bouwen zijn meerdere vaccinaties nodig. Bij pups gebeurt dit meestal op de leeftijd van 6, 9 en 12 weken en daarna weer op 1 jarige leeftijd. Dit zijn de basisvaccinaties. Om de weerstand te behouden, is het belangrijk bij volwassen honden de vaccinaties jaarlijks te herhalen. Voor leptospirose en kennelhoest is dit elk jaar, voor de anderen eens in de drie jaar. De meervoudige vaccinatie van pups is noodzakelijk, omdat we niet precies weten wanneer de afweerstoffen die de pups van de moeder hebben gekregen gaan dalen. Dit gebeurt ergens tussen de 5 en 15 weken leeftijd. Door op tijd te beginnen met vaccineren en deze vaccinatie te herhalen, worden de pups zo optimaal mogelijk beschermd. Wat u misschien niet wist, is dat vaccinatie van honden ook belangrijk is om mensen te beschermen. De ziekte van Weil bijvoorbeeld is besmettelijk voor mensen en kan leiden tot een heftige nier- en leverontsteking. Reden te meer om niet zomaar te stoppen met vaccineren. Heeft-vaccineren-zin-hondDoor een goed vaccinatiebeleid beschermen we puppy’s en volwassen honden tegen veel voorkomende besmettelijke ziektes.

Bijwerkingen?

Steeds vaker hoor je dat hondeneigenaren bang zijn om hun hond te laten vaccineren. Van zwellingen op de injectieplaats en allergische reacties tot koorts en epilepsie, de meest uiteenlopende bijwerkingen worden gemeld. In de spreekkamer is duidelijk te merken dat de eigenaar steeds kritischer en voorzichtiger wordt. We willen niet meer zomaar alle vaccins aan onze honden geven. Is dat terecht? Zoals alle medicijnen, kunnen ook vaccins bijwerkingen hebben. De frequentie waarin deze voorkomen, is erg laag. In een groot onderzoek bij ruim 1.25 miljoen honden, werd bij 0.38% een bijwerking gezien. Meestal gaat het om een tijdelijke zwelling op de injectieplaats of een allergische reactie. Met tijdig ingrijpen en de juiste medicatie kan dit veelal goed onderdrukt worden. Bij 99.62% van de honden worden dus geen bijwerkingen gezien. In veel gevallen is de angst voor bijwerkingen dus onterecht. Bijwerkingen vaccinatie hond Het percentage honden met en zonder bijwerkingen na vaccinatie in een grootschalig onderzoek bij ruim 1.25 miljoen honden.

Voorkom onnodig vaccineren

Jarenlang was het onduidelijk hoe lang een vaccin bescherming bood tegen ziekte. Recente onderzoeken wijzen uit dat de bescherming tegen een aantal ziektes (veel) langer aanhoudt dan een jaar. Een uitzondering hierop vormen de ziekte van Weil en kennelhoest. Deze dienen dan ook jaarlijks gegeven te worden. De bescherming tegen parvo, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking is (na een goede basisvaccinatie!) bij de meeste honden langer. Deze tijdsperiode is echter per individu en per ziekteverwekker verschillend. Om tot één vaccinatiebeleid te komen, wordt voor de bescherming een termijn van 3 jaar aangehouden, waarna opnieuw wordt gevaccineerd. Een deel van de honden zal dan echter nog beschermd zijn en heeft de vaccinatie niet direct nodig. Om onderscheid te maken tussen welke honden wel en welke honden niet gevaccineerd hoeven te worden, bestaat de mogelijkheid om de titer te bepalen. Onnodige vaccinatie kan zo voorkomen worden. De Vacci-Check titerbepaling meet de afweerstoffen in het bloed tegen parvovirus, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking. De Rapidstatus titertest geeft in 10 minuten een betrouwbare positieve dan wel negatieve uitslag voor de 3 hondenziektes.

Titerbepaling afweerstoffen

De titer is een maat voor de hoeveelheid afweerstoffen in het bloed. Als deze titer boven een bepaalde waarde uitkomt, dan is de bescherming nog voldoende. Als deze lager is, dan is vaccinatie nodig. Veel dierenartsen bieden een sneltest aan die de bescherming tegen parvo, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking kan meten. Hiervoor wordt een kleine hoeveelheid bloed afgenomen en dezelfde dag is het resultaat beschikbaar. De test geeft een uitkomst van S0 tot S6. De hoogte van de titer is een momentopname en is geen maat voor de beschermingsduur. De testen die gebruikt worden geven dus geen zekere garantie voor de beschermingsduur en zijn minder geschikt om een interval tussen vaccinaties te bepalen. De WSAVA (World Small Animal Veterinary Association) heeft in 2016 richtlijnen uitgebracht waarin een maximaal interval van 3 jaar kan worden afgegeven. Dit is in de Nederlandse consensus uit juli 2017 ook opgenomen. Wij houden ons aan deze richtlijnen. De kosten van de test zijn veelal vergelijkbaar met de prijs die u voor een vaccinatie betaalt. Hier bovenop komen de kosten voor de vaccinatie tegen de ziekte van Weil, kennelhoest en eventueel voor de ziektes die de test aangeeft. De totale kosten zullen dan mogelijk hoger zijn dan u gewend bent. Hier tegenover staat dat we dan daadwerkelijk maatwerk kunnen leveren. Het voorkomt onnodig vaccineren en maakt de kans op bijwerkingen daarmee nog kleiner. Voor welke dieren is een titerbepaling zeker van belang? Voor honden die een goede basisvaccinatie (als pup en op 1 jarige leeftijd) gehad hebben, kan de titer in principe voor het eerst op vierjarige leeftijd bepaald worden. Dit is het interval waarop we normaal gesproken weer zouden vaccineren. Het is dan niet met zekerheid te zeggen of  het vaccin goed is aangeslagen. Door de titer te bepalen, kan dit wel gecontroleerd worden. Eventueel kan bij pups op 16 weken leeftijd ook beoordeeld worden of de bescherming voldoende is, omdat bij 10-15% van de pups dit niet zo blijkt te zijn! Bij oude dieren, zieke dieren, dieren die in het verleden een bijwerking hebben gehad of dieren waarvan onbekend is of ze in het verleden zijn gevaccineerd, kan de titerbepaling aantonen of vaccinatie strikt noodzakelijk is. Lees meer over de Vaccicheck en titerbepaling.

Samen met uw dierenarts

We weten nu dat niet vaccineren uit angst voor bijwerkingen of met het idee dat die ziektes toch bijna nooit voorkomen, uiterst onverstandig is. Neem de beslissing om wel of niet te vaccineren en de titer te bepalen, in samenspraak met uw dierenarts. Samen werken we aan vaccineren op maat.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Bronvermelding:
  • Moore et al. (2005) Adverse events diagnosed within three days of vaccine administration in dogs. Journal of the American Veterinary Medical Association. Vol. 227, No. 7, pp1102-1108.
  • Paul Overgaauw, Maico Boumans, Herman Egberink. Hond en kat vaccineren of eerst serologisch testen? Consensus n.a.v. een rondetafelgesprek. 19 juli 2017. https://www.knmvd.nl/hond-en-kat-vaccineren-eerst-serologisch-testen/

Feline Chronic Gingivitis-Stomatitis complex (FCGS) kat

Bestel alles voor uw kat bij Dierapotheker.nl

Wat is het?

Bij katten komt het Feline Chronic Gingivitis-complex voor (FCGS). Dit is een steeds terugkerende en soms zeer uitgebreide mondslijmvliesontsteking. Het komt voor op alle leeftijden, waarbij de eerste symptomen vaak al bij jonge dieren te zien zijn. Er zijn meerdere oorzaken die een rol kunnen spelen, zoals: tandplak, tandsteen, tandhalslaesies, afgebroken kiezen, verminderde weerstand (door bv. FeLV/FIV infectie), Calicivirus infectie (niesziekte) en allergieën. Ook lijkt het bij sommige rassen vaker voor te komen dan andere.

Wat zijn de symptomen?

Er zijn drie vormen die tegelijk of apart van elkaar kunnen voorkomen. In het eerste stadium is alleen het tandvlees ontstoken (gingivitis). Het tandvlees is dan rood, gezwollen en bloedt snel. De kat zal uit de bek stinken. In het tweede stadium raakt het wangslijmvlies ook betrokken bij de ontsteking. In het derde stadium raakt ook het slijmvlies bij de keel en het gehemelte ontstoken. De ontstekingen zijn erg pijnlijk en de kat zal vaak stoppen met eten, met een scheve kop eten of zich meer terugtrekken.

Hoe stellen we de diagnose?

Met een goede bekinspectie kan de uitgebreidheid van de aandoening worden vastgesteld. Met dentale röntgenfoto’s kunnen afwijkingen aan de tandhals en –wortels worden vastgesteld. Bloedonderzoek kan FIV/FeLV uitsluiten.

Waaruit bestaat de behandeling?

Behandeling met pijnstillers, antibioticum of andere medicijnen werkt helaas vaak onvoldoende. Vaak zal worden overgegaan tot een professionele gebitsreiniging en extractie van de betrokken kies of tand. Soms is de enige oplossing om alle kiezen te trekken. Dit klinkt misschien afschrikwekkend, maar de kat zal zich hierna veel beter voelen en weer normaal kunnen eten.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Röntgenfoto gebit hond onmisbaar

Waarom röntgenfoto’s van het huisdier gebit onmisbaar zijn

Sinds kort beschikt dierenartsenpraktijk Horst over apparatuur om dentale (tandheelkundige) röntgenfoto’s te maken. In onderstaande tekst kunt u meer lezen over het hoe en waarom van deze foto’s bij uw huisdier. Dentaal betekent tanden.

Het gebit van de hond en kat

Honden en katten ontwikkelen eerst een melkgebit. Gedurende de eerste 5-7 levensmaanden wisselt het melkgebit naar een volwassen gebit. Een volwassen hond heeft 42 gebitselementen, een volwassen kat heeft er 30. Wist u dat een volwassen mens in totaal 32 tanden en kiezen heeft?

Controleer zelf regelmatig het gebit van uw hond

Hoe is een tand of kies opgebouwd?

Een tand of kies bestaat uit twee delen:

  1. De kroon, dat is het gedeelte dat boven het tandvlees uitsteekt.
  2. De wortel, dat is het gedeelte dat onder het tandvlees zit.

Het aantal wortels verschilt per element: tanden hebben één wortel, kiezen hebben één, twee of drie wortels. De kroon bestaat uit tandbeen of dentine, bedekt door een harde laag glazuur, daardoor is een gezonde tand of kies ongevoelig.

Wel gevoelig is het tandbeen. Beschadiging van de glazuurlaag geeft dan ook een heftige en felle pijn. De wortel wordt ook gevormd door tandbeen en is niet met glazuur bedekt maar door een laag op bot gelijkend materiaal, het cement.

Het zenuwweefsel bevindt zich middenin de tand of kies, in de pulpaholte, die zich richting de wortel vernauwt tot het wortelkanaal.  Deze pulpaholte wordt met het ouder worden steeds nauwer.

Hoe worden röntgenfoto’s van het gebit gemaakt?

Om het gebit röntgenologisch goed in beeld te brengen is speciale apparatuur nodig, de zogenaamde dentale röntgen. De dentale röntgen bestaat uit een beweegbare röntgenbuis met röntgenplaatjes, die een paar cm klein zijn. Wanneer we het gebit van uw hond of kat röntgenologisch in beeld brengen dan moet hij daarvoor even in narcose. De röntgenologische plaatjes worden dan in de bek van uw huisdier geplaatst en de röntgenbuis wordt op de juiste wijze gepositioneerd. Zo kunnen we in korte tijd perfecte dentale röntgenfoto’s maken.

Wanneer zijn röntgenfoto’s van het gebit nodig?

Röntgenfoto’s kunnen op veel vragen antwoord geven en bij een flink aantal gebitsaandoeningen en behandelingen is het maken van dentale röntgenfoto’s dan ook onmisbaar.

 1. Gebitsaandoeningen

Tandvleesontsteking

Paradontitis, ontsteking van het tandvlees en diepere weefsels rondom de tanden en/of kiezen, waarbij deze weefsels zich steeds verder terugtrekken, kaakbot wordt aangetast en gebitselementen uiteindelijk los kunnen komen te staan.

Abcessen van wortelpunten

Een wortelpuntabces, een ontsteking met pusvorming, kan leiden tot een fistel (ontstekingskanaal), dat zich vanuit de wortelpunt naar de huid toe vormt, daarbij bijvoorbeeld op de snuit in de buurt van het oog eindigend in een huidwond.

Tandoplossing

Tandresorptie, een proces waarbij de tanden en kiezen door het lichaam zelf worden aangetast en opgelost. Vooral katten staan bekend om deze tandoplossende beschadigingen.

Cariës, “gaatjes”

Gaatjes zijn met het blote oog lang niet altijd zichtbaar, zeker niet wanneer deze zich op het grensvlak van twee elementen bevinden.

Het niet doorbreken van een volwassen tand of kies

Op het moment dat bepaalde tanden of kiezen niet doorkomen kan met een dentale röntgenfoto worden onderzocht of er daadwerkelijk elementen zijn die niet doorkomen of dat deze elementen ontbreken.

Beschadigingen aan gebitselementen

Trauma aan tanden of kiezen. Met behulp van röntgenfoto’s kan een inschatting worden gemaakt of de tand of kies nog te redden valt en wat de beste behandeling is.

Kaakbot ontsteking

De ontsteking van het kaakbot kun je zien op een dentale röntgenfoto.

Tumoren in de bek

Tumoren kunnen een reden zijn voor pijnlijkheid in de bek, maar kunnen ook zorgen voor verminderde wondgenezing aansluitend op verwijdering van tanden en kiezen.

2. Gebitsbehandelingen

Laten zitten of verwijderen?

Dat wat van de tanden en kiezen dat boven het tandvlees uitsteekt, de kronen, kan worden beoordeeld bij het openen van de bek. Zo kun je ook zien of er sprake is van tandsteen. De mate van tandsteen kan uiteraard worden bepaald en er kan worden bekeken of de kronen intact zijn en of er sprake is van verkleuring van het element.

Met de pocketsonde kan dan worden gecontroleerd op de aanwezigheid en de diepte van pockets, ruimten tussen het tandvlees en de tand of kies die ontstaan als gevolg van uitgebreide ontsteking (parodontitis). Het controleren op pockets is een handeling die uw tandarts ook bij u zal uitvoeren tijdens periodieke controles.

Op basis van deze onderzoeken kan soms al worden vastgesteld dat een element moet worden verwijderd. Vaak is het na deze onderzoeken echter nog onvoldoende duidelijk of het verstandig is om een tand of kies te laten zitten. Is reiniging van het gebit gevolgd door goede gebitsverzorging voldoende? Kan de beschadiging van de kroon worden gerepareerd, kan een wortelkanaalbehandeling worden overwogen of is verwijdering van de tand of kies toch het beste?

Door het maken van röntgenfoto’s kan het gehele element (dus ook de pulpaholte en de wortel) en het omliggende weefsel goed worden bekeken en kan deze beslissing veel beter worden genomen. Op die manier wordt voorkomen dat enige tijd na de gebitsbehandeling uw hond of kat toch weer onder narcose moet om een aanvullende behandeling te ondergaan.

Hoe verwijderen we een tand of kies bij uw huisdier?

Het aantal wortels voor de diverse elementen van het gebit verschilt. Daarbij kan de richting waarin een wortel verloopt flink variëren, kunnen wortels vergroeid/verankerd zijn met het kaakbot en kan verlies van kaakbot zijn opgetreden door ontsteking. De kans op het afbreken van elementen tijdens het verwijderen en het risico op een breuk van de kaak zijn van dit soort factoren afhankelijk.

Door röntgenonderzoek kunnen deze factoren worden geïnventariseerd en kan de veiligste manier worden bepaald om een element bij uw huisdier te verwijderen.

Opsporen van wortel restanten bij hond en kat

Wortels van honden en zeker van katten kunnen een kleine omvang hebben of door bepaalde processen zijn aangetast, waardoor ze vrij kwetsbaar zijn. Ondanks een juiste techniek kan het daarom voorkomen dat een wortel afbreekt. Dit wortelrestant dient te worden verwijderd en dentale röntgenfoto’s aan het begin en aan het einde van het verwijderen van de tand of kies zijn dan een must. Uw huisdier zal de eerste niet zijn waarbij zonder dentale röntgen check later toch blijkt dat er restanten van elementen zijn achter gebleven.

Wortelkanaalbehandeling huisdier

Voorafgaand aan een wortelkanaalbehandeling en ter controle volgend op deze behandeling zijn dentale röntgenfoto’s van belang.

Röntgenfoto gebit onmisbaar

Veel problemen zoals pijn door onnodig toegebrachte schade en terugkeren van problemen door achterblijven van wortelresten kunnen worden voorkomen door goede röntgendiagnostiek toe te passen. Röntgenfoto’s van het gebit uw hond of kat zijn in veel gevallen onmisbaar voor een goede diagnostiek, behandeling en/of controle van een bepaalde gebitsaandoening. Nog lang niet iedere dierenartsenpraktijk in Nederland heeft de mogelijkheid om röntgenfoto’s van tanden en kiezen te maken, maar het aantal praktijken dat hier wel mee werkt neemt snel toe en dit is terecht!

Vragen?


Drs. Daphne Boet
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Röntgenfoto gebit hond

Gezond gebit hond

Vroeger dacht men dat het gebit van een huisdier niet zo belangrijk was. Tegenwoordig weten we gelukkig wel beter. Een gezond gebit is belangrijk voor de totale gezondheid van uw huisdier. En net als bij de mens, is het voorkomen van gebitsproblemen beter dan genezen. Daarom is het belangrijk om tandplak en tandsteen te voorkomen of te vertragen en is dagelijkse verzorging van het gebit door de eigenaar hierin erg belangrijk.

Veel honden en katten met gebitsprobleem

Ongeveer 80% van de honden ouder dan 3 jaar en 70% van de katten heeft gebitsproblemen. De meeste mensen zijn gewend dat hun eigen tandarts foto’s maakt van hun gebit, zodat de tandarts kan beoordelen hoe het met de tand of kies gaat én of er afwijkingen te zien zijn.

Bekijk regelmatig het gebit van uw hond

Röntgen foto gebit maakt veel zichtbaar

Ook bij uw hond of kat is het belangrijk om röntgenfoto’s van het gebit te maken om het totale gebit goed te kunnen beoordelen. Van de tanden en kiezen is alleen de kroon zichtbaar in de mondholte. Echter, het grootste gedeelte van een tand of kies (ook wel element genoemd) bevindt zich onder het tandvlees en in de kaak. Wij hebben we de mogelijkheid om foto’s (= dentale röntgenfoto’s) te maken van het gebit van uw hond of kat.

Ervaring eigenaar Geer Peters: “Hoi, ik vond het geweldig dat jullie met jullie apparaten de afgebroken tand van onze Joya hebben kunnen repareren. Het was echt heel mooi om het resultaat te zien en het is nog altijd perfect. Nogmaals dank jullie wel”.

Eerder en beter behandelen

Door het maken van foto’s van het gebit kunnen wij juist het gedeelte dat niet direct zichtbaar is goed in kaart brengen en beoordelen. Hierdoor kunnen wij afwijkingen eerder diagnosticeren en in een vroeg stadium behandelen, zodat uw huisdier een gezond gebit blijft behouden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Dierenarts drs. Robin Holle kijkt u aan

Drs. Robin Holle
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Gebit hond en kat

Bestel-voor-uw-hond-bij-de-Dierapotheker

Veel honden en katten lopen rond met gebitsproblemen.

Deze zijn niet alleen pijnlijk, maar kunnen ook gevaren opleveren voor de gezondheid van het dier. Bij een tandvleesbeschadiging kunnen bacteriën in de bloedbaan terecht komen en ontstekingen veroorzaken van bijvoorbeeld hartkleppen, lever, nieren en gewrichten. Door het gebit en tandvlees goed in conditie te houden kunnen deze problemen worden voorkomen.

Tandplak

Problemen beginnen vaak onschuldig met tandplak. Tandplak is een geelwit laagje dat bestaat uit voedselresten, speeksel en bacteriën. Mineralen uit het speeksel kunnen tandplak omzetten in tandsteen. Tandplak is vaak makkelijk thuis te verwijderen, maar eenmaal ontstane tandsteen dient professioneel verwijderd te worden.

Op het tandsteen zitten veel bacteriën die vanaf daar tot ontsteking en beschadiging van het tandvlees kunnen leiden. Ontstoken tandvlees wordt rood, gezwollen en pijnlijk. Het sluit niet meer aan op de tanden en/of kiezen en er ontstaan holtes, ofwel pockets. In deze holtes hoopt vuil met bacteriën op. Vanuit deze holtes kunnen de wortels aangetast worden, maar ook bijvoorbeeld het kaakbot. Tanden en kiezen kunnen los gaan zitten en kunnen veel pijnklachten geven. Veel dieren laten dit niet zo snel merken.

Jonge en oude dieren

Bij jonge dieren kan het gebeuren dat tijdens het wisselen melktanden aanwezig blijven naast de blijvende tanden. Wanneer deze melktanden niet vanzelf los raken en uitvallen moeten deze verwijderd worden. Tussen de melk- en blijvende tanden kan zich namelijk veel vuil ophopen, en zodoende kunnen weer ontstekingen ontstaan.

Bij oudere honden wordt soms veel slijtage van het gebit gezien door veel spelen met balletjes en stokken. Slijtage is niet meer op te lossen, maar wel zou u er voor kunnen kiezen uw hond te laten spelen met ’tandvriendelijkere’ speeltjes. Een tand of kies kan ook gemakkelijk afbreken, waardoor het wortelkanaal open kan komen te liggen. Een wortelontsteking en veel kiespijn kan het gevolg zijn. Het is vaak mogelijk de tand of kies te herstellen, maar soms moet ook besloten worden over te gaan tot complete verwijdering van de tand of kies.

Ruikt uw kat of hond uit zijn mond?

Katten kunnen soms vuurrood tandvlees hebben. Dit kan te maken hebben met tandproblemen maar dit kan ook door een ziekte veroorzaakt worden, namelijk een virus of er kan een probleem zijn met de eigen afweer van de kat.
Ruikt uw hond of kat uit zijn mond? Heeft uw hond moeite met harde brokken? Neem contact op met uw dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Dierenarts drs. Robin Holle kijkt u aan

Drs. Robin Holle
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Supreme voeding konijn

Herfsttips voor konijnen in huis en buiten huis

Of het nu gaat om een konijn, een cavia, een hamster of een gerbil, elke diersoort heeft zijn eigen specifieke voedingsbehoeften. Dierenartsenpraktijk Horst adviseert de kwaliteits voeding Science Plan van Supreme Petfoods. De producten van Supreme Petfood zijn speciaal samengesteld om aan de unieke behoeften van elke soort kleine huisdieren te voldoen.

Elke diervoeding van Supreme Petfoods is uitgebreid onderzocht, om er zeker van te zijn, dat het de juiste voeding biedt aan uw huisdier. Het resultaat is een unieke reeks diervoedingen voor huisdier eigenaren met een konijn, cavia, chinchilla, degoe, hamster, gerbil, rat, muis en fret.

Alleen het beste

Omdat Supreme geeft om kleine huisdieren, stelt zij de hoogst mogelijke eisen aan al haar activiteiten. Dit begint al bij het onderzoek naar de behoeften van kleine huisdieren, waarbij dierenartsen en voedingsdeskundigen betrokken zijn, die voortdurend de laatste inzichten omtrent het welzijn van kleine huisdieren erbij houden. Dit zet zich voort in het productieproces, dat, waar mogelijk, aan dezelfde eisen voldoet die gesteld worden aan de bereiding van voeding voor de mens. Elke productielijn is volledig toegewijd aan één product. Dit betekent dat het vegetarische voer wordt bereid in een ruimte die volledig vlees-vrij is. De laatste stap in het proces is de traceerbaarheid tot aan het moment van verkoop. Dit betekent dat wanneer u dit voer aanschaft, u er zeker van kunt zijn dat kosten nog moeite zijn gespaard om ervoor te zorgen dat u uw huisdier voert op de best mogelijke manier.

Luzerne als vezelbron

Zo maakt Supreme gebruik van luzerne als belangrijke vezelbron in haar producten voor het konijn, de cavia, de chinchilla en de degoe. Deze luzerne wordt geoogst in de Champagne streek in Frankrijk, waarbij alleen de derde snede wordt gebruikt, omdat deze snede de beste luzerne biedt. Luzerne is namelijk niet zomaar een vezelbron, het bevat belangrijke eiwitten, vitaminen, mineralen en vetzuren die uw huisdier nodig heeft. Door een speciale droogtechniek, bij hoge temperatuur en opslag in een omgeving met klimaatbeheersing (niet te vochtig en bij de optimale temperatuur), blijven alle aanwezige voedingsstoffen behouden en komen uw huisdier ten goede.

Direct bestellen

U kunt bij Dierapotheker.nl de Supreme Science Plan voeders met korting bestellen: bestel hier Supreme

 

Equana Healthy Horse Hydration

Paard met gespitste oren

Equana, hersteldrank voor het paard

Voor toppaarden, die vaak een maximale inspanning leveren is er de hersteldrank van Equana. Equana Healthy Horse Hydration is samengesteld met de wetenschappers van HAS Den Bosch.

Waarom Equana Healthy Horse Hydration voor uw paard?

  • Door de Equana aan uw paard te geven gaat hij vaak direct en beter drinken.
  • De smaak van het water voor uw paard is overal hetzelfde.
  • Equana helpt uw paard vlot te herstellen.

Elektrolyten, aminozuren en vitaminen

Equana bestaat niet alleen uit elektrolyten, maar bevat ook belangrijke aminozuren en vitaminen. Deze ingrediënten spelen een belangrijke rol in het herstel en de lichaamsfuncties van uw paard. Equana Healthy Horse Hydration is daarom meer dan alleen een elektrolyten mix.

Gebruik Equana

Voor paarden: doe de inhoud van 1 zakje (40 gram) in een emmer.
Voor pony’s: doe de inhoud van 1/2 zakje (20 gram) in een emmer.
Voeg hier 3 liter water aan toe.
Vervolgens goed roeren, zodat Equana Healthy Horse Hydration volledig is opgelost.