Dit verse vlees is niet gedroogd, bewerkt of eerder ingevroren geweest
Bij dit verse vlees gaan fruit, groenten, bessen en kruiden (biologische teelt)
Op lage temperatuur worden de brokjes dan traag in kleine porties gebakken
Hoe wordt Edgard & Cooper verpakt?
De zakken van de brokjes zijn van 100% afbreekbare en composteerbare materialen, zoals maïsmeel
Tekening en tekst op de zak zijn van inkten op waterbasis zonder chemische stoffen
De natvoeding is verpakt in recyclebare aluminium blikjes en kuipjes
Welke smaken Edgard & Cooper zijn er voor mijn hond?
9 Smaken brokjes
Verse Scharreleend & Scharrelkip met bakbanaan, wortel, erwten en mango Verse Scharrelkip met mango, appel, wortel en blauwe bes Verse Noorse Zalm met zwarte bes, appel, mango en rode biet Verse Biokalkoen & Biokip (vrije uitloop) met biochiazaad, biopeer en biowortel Vers Biorund & verse Biokip (vrije uitloop) met bio rode biet, biokokosnoot en bioboerenkool Vers Hert & Scharreleend met blauwe bes, peer, rode biet en appel Vers Graslam met blauwe bes, rode biet, wortel en appel Verse Scharrelkip & Noorse zalm met broccoli, rode bosbes, veenbes en blauwe bes Vers Konijn met broccoli en pruimen
8 Smaken natvoer in blik
Eend & Kip met erwten, banaan en mango Rund met rode biet, peer en broccoli Kip & Kalkoen met aardbei, wortel en appel Wild & Eend met peer, blauwe bes en rode biet Lam & Rund met rode biet, wortel en appel Zalm & Forel met mango, rode biet en appel Konijn en Eend met pruimen en aardappel Kip & Zalm met broccoli, boerenkool en veenbes
11 Smaken natvoer in kuipjes
Rund & Eend met erwten Wild & Eend met veenbes, zoete aardappel en rode biet Lam & Rund met wortel, appel en rode biet Kip & Kalkoen met appel, veenbes en wortel Eend & Kip met pompoen, wortel en broccoli Biokip & Biovis met erwten Biorund met biochiazaad en biokokosnoot Biovis met biowortel en biovenkel Biokalkoen met biochiazaad en biokokosnoot Kip & Zalm met erwten, broccoli en veenbes Zalm & Forel met spinazie, appel en rode biet
Cherry eye is een aandoening die we regelmatig in de praktijk tegenkomen. Het is een oogaandoening die we vooral zien bij jonge honden. Het lijkt met name voor te komen bij doggen. Een cherry eye is een zwelling van de traanklier die aan de binnenzijde van het derde ooglid zit. Door de zwelling puilt deze klier naar buiten en wordt zichtbaar bij de binnenste ooghoek. Deze rode zwelling ziet er een beetje uit als een kers, vandaar de naam cherry eye. Vaak zien we het eerst aan een oog en enige tijd later ook bij het andere oog.
Wat zijn de verschijnselen?
Wanneer u een rode zwelling ziet bij de binnenste ooghoek, zou dit wel eens een cherry eye kunnen zijn. Soms zien we dat zo’n cherry eye komt en gaat. Het ziet er niet alleen gek uit, het is ook vervelend voor de hond en het oog is gevoeliger voor infecties. Veelal is er dan ook sprake van een ontsteking met vieze oogafscheiding.
Hoe stellen we de diagnose?
Met oogonderzoek kunnen we vaststellen dat het om een cherry eye gaat.
Waaruit bestaat de therapie?
Een cherry eye kan eigenlijk alleen verholpen worden met een operatie. Vroeger werd de traanklier verwijderd. Tegenwoordig laten we de klier zitten, maar hechten we deze weg onder het slijmvlies in een soort zakje. In het begin is het dan nog wat gezwollen, maar dit trekt vaak snel weg. Het voordeel van deze methode is dat de traanproductie van het oog behouden blijft en er minder kans is op complicaties (zoals droge ogen).
Wat is de prognose?
De operatie is meestal succesvol. Een enkele keer zien we dat er opnieuw een cherry eye optreedt. Wel zien we vaker dat het andere oog na enige tijd ook aan de beurt is.
We willen allemaal dat onze kat zo gezond mogelijk oud wordt. We geven ze eten, drinken, een slaapplaats, diergeneeskundige zorg en ruimte om hun natuurlijke gedrag uit te kunnen voeren. Ook is het onze taak om stress en angst te voorkomen. Maar wat nou als een kat bejaard en/of ziek is? Dan moeten we onszelf de vraag stellen of de kwaliteit van leven nog wel goed is, om onnodig lijden te voorkomen.
Wat is kwaliteit van leven voor de kat?
Met kwaliteit van leven wordt ook wel iemands ‘welbevinden’ bedoeld. Dit is een subjectief begrip. Het is namelijk lastig te meten en wordt deels bepaald door iemands perspectief. Een goede levenskwaliteit betekent dat er veel positieve ervaringen en weinig of geen negatieve ervaringen zijn. En deze ervaringen worden weer bepaald door lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid en relaties met de omgeving. U als katteneigenaar, zult dus voor uw eigen kat moeten bedenken of de kwaliteit van leven voor uw kat nog goed is. U kent de normale gedragingen van uw kat immers het beste. Uiteraard kan uw dierenarts helpen om deze inschatting te maken.
Wat kunt u zelf doen?
Het is uw en onze taak om ervoor te zorgen dat katten op zo’n manier kunnen leven, dat de levenskwaliteit nog ruim voldoende is. Het moet ‘het waard zijn om voor te leven’. U kunt uw kat op verschillende manieren helpen:
Voedsel en water. Bij sommige ziektes is een speciaal dieet gewenst en geef oudere katten (>8 jaar) senior voeding. Natvoeding kan soms een uitkomst zijn om zowel de voedsel- als wateropname te verhogen. Stimuleer drinken door meerdere grote waterbakken te plaatsen (weg van de voer/kattenbak).
Oudere katten kunnen soms moeilijker bij de kattenbak en vinden het vaak vervelend als er een deurtje in zit dat steeds tegen hun pijnlijke lijf aankomt als ze erin of eruit stappen. Zorg dus voor een kattenbak met een lage instap en het liefst zonder kap.
Slaap- en rustplek. Geef uw kat een fijne rustige ligplek en zorg ervoor dat deze goed bereikbaar is. Katten houden vaak van hoge plekjes. Zorg voor een opstapje als uw kat er niet meer goed in kan springen.
Bij sommige ziektes of pijn door bijvoorbeeld artrose, is het wenselijk om medicatie in te geven. Dit kan soms op verschillende manieren, waardoor we samen kunnen zoeken naar een manier die voor u en uw kat het beste werkt.
Keuze voor euthanasie
Het is onvermijdelijk dat er een moment komt waarop u afscheid zult moeten nemen. Het is uw taak om uw kat het beste leven te geven wat mogelijk is en lijden te voorkomen. Het wordt lijden wanneer de negatieve ervaringen de positieve ervaringen overheersen. Denk dan bijvoorbeeld aan een kat die alleen nog maar in zijn mandje slaapt en eet, terwijl het eerst een hele vrolijke actieve kat was die graag op schoot klom. En dat betekent dat u soms voor de keuze komt te staan om uw kat te laten inslapen. Dit is een lastige beslissing die u altijd met uw dierenarts kunt bespreken.
Wat gebeurt er bij euthanasie?
Uw dierenarts zal uw kat met een injectie eerst onder narcose (in slaap) brengen. Het is fijn als u erbij bent om uw kat te steunen en op zijn/haar gemak te stellen. Als uw kat diep in slaap is, zal de dierenarts een tweede injectie geven met een sterk middel dat ervoor zorgt dat er een hartstilstand optreedt en uw kat komt te overlijden. Hier zal uw kat helemaal niets van merken! Alle spieren zullen ontspannen en soms laat uw kat zijn urine en/of ontlasting lopen. In tegenstelling tot in films, zullen de ogen open blijven. U heeft altijd de gelegenheid om afscheid te nemen van uw kat.
Wat gebeurt er daarna?
U kunt kiezen voor begraven, crematie of destructie. Ook kan het fijn zijn om een pootafdruk of plukje haar te bewaren. U kunt uw wensen kenbaar maken.
Het komt regelmatig voor dat eigenaren een vlooienmiddel voor de hond, ook aan hun kat geven. Ook al is dit goedbedoeld, het kan vervelende gevolgen hebben. Pipetten voor de hond bevatten namelijk wel eens de stof permethrin of amitraz. De hond kan hier prima tegen, maar de kat absoluut niet! De stof werkt in op het zenuwstelsel. Honden kunnen deze stof in hun lichaam snel afbreken, waardoor het niet giftig is. De lever van katten werkt echter net een beetje anders. Ze missen een bepaald enzym (glucuronosyltransferase) in de lever. Hierdoor wordt het niet goed afgebroken en stapelt de giftige stof zich op.
Wat zijn de verschijnselen?
We zien vooral neurologische verschijnselen, zoals: spiertrillingen, krampen, wijde pupillen, epileptische aanvallen en bewustzijnsverlies. Ook kunnen we kwijlen, braken en een verhoogde lichaamstemperatuur zien. De kat kan zelfs sterven. De ernst van de verschijnselen hangt af van de opgenomen hoeveelheid.
Hoe stellen we de diagnose?
Afhankelijk van uw verhaal en de verschijnselen, kunnen we een vermoeden uitspreken van een vergiftiging. Met bloedonderzoek kunnen we beoordelen of er schade is opgetreden aan de organen.
Waaruit bestaat de therapie?
Verdere opname van de stof dient te worden voorkomen door de kat grondig te wassen met water en zeep. Er wordt infuus gegeven om de stof zo snel mogelijk uit het lichaam te krijgen en de kat te ondersteunen. Bij ernstige vergiftiging kan een speciale vetoplossing (lipidenemulsie) gegeven worden. Afhankelijk van de ernst zien we vaak dat een kat na 1-3 dagen weer opknapt. Wanneer sprake is van epileptische aanvallen, wordt vaak medicatie gegeven om deze te onderdrukken.
Wat is de prognose?
De prognose is afhankelijk van de ernst en de snelheid waarmee een behandeling wordt ingesteld. Helaas zal zo’n 10 tot 40% van de katten sterven. Geef dus nooit een vlooienmiddel dat bedoeld is voor honden, aan uw kat!
Bij veel mensen staan wel eens lelies in huis, op zichzelf of in een mooi boeket. Het is echter oppassen geblazen als er een kat in huis is, want ze zijn erg giftig voor katten! Alle delen van de lelie zijn giftig, dus zowel de bloem, meeldraden/stuifmeel, de blaadjes en de stengel. Zelfs het bloemenwater kan giftig zijn! Zelfs een klein stukje van een blad kan al dodelijk zijn. En wanneer een kat vlak langs de lelie loopt en zo stuifmeel in zijn vacht krijgt, kan de kat door het schoonlikken van zijn vacht al een giftige dosis binnenkrijgen!
Wat zijn de symptomen?
De giftige stof in lelies veroorzaakt ernstige nierschade. De nieren kunnen zelfs helemaal stoppen met functioneren, waardoor de afvalstoffen niet meer worden afgevoerd en geen urine meer geproduceerd wordt. Als dit niet gauw behandeld wordt, is het dodelijk. Verschijnselen van een vergiftiging zijn bijvoorbeeld kwijlen, braken, minder/niet eten en sloomheid.
Hoe stellen we de diagnose?
Dit gaat op basis van een vermoeden. Neem direct contact op met de dierenarts indien u denkt dat uw kat in contact is geweest met lelies. Hoe eerder we maatregelen nemen, hoe beter.
Waaruit bestaat de therapie?
We zullen proberen om de kat te laten braken, indien het nog maar kort geleden is dat deze van de lelie gegeten heeft. Daarnaast wordt een therapie ingesteld met medicijnen en infuus om de verdere opname van de gifstof te beperken. Wanneer de behandeling wordt gestart vóórdat er nierfalen is opgetreden, is de prognose goed. Wanneer er al nierschade aanwezig is, dan is de prognose veel slechter.
Wat kunt u zelf doen?
Haal geen lelies in huis (of tuin) als u een kat heeft! Voorkomen is in dit geval écht beter dan genezen. Ziet u stuifmeel in de vacht? Was de kat dan zo snel mogelijk, om oplikken te voorkomen.
‘De beste therapeut heeft een vacht en vier poten’. Dit zegt Servie. Servie is een oorlogsveteraan die tijdens zijn missies in Afghanistan een posttraumatische stressstoornis heeft opgelopen. ‘Voordat mijn assistentiehond in mijn leven kwam was ik erg ver heen, had last van hevige depressies en paranoïde gedachten. Dat is nu totaal anders. Met mijn assistentiehond aan mijn zijde kruip ik uit het dal, heb minder medicatie nodig en de therapie slaat beter aan. Ook mijn omgeving is heel enthousiast.’
Servie is een van de 250 mensen die via de organisatie Bultersmekke Assistancedogs de eigen hond zelf heeft opgeleid tot een officiële assistentiehond (hulphond). Een bewuste keuze om meerdere redenen.
Aanvoelvermogen van de hond optimaal gebruiken
Honden hebben het bijzondere vermogen om aan te voelen hoe het baasje zich voelt. Eerder nog dan het baasje het zelf in de gaten heeft. Zo kan een epilepsie-assistentiehond tot een uur van tevoren zijn baasje waarschuwen voor een epileptische aanval die gaat komen. Of bij diabetici, een assistentiehond heeft eerder dan zijn baasje in de gaten dat de suikerwaarden in het bloed niet ok zijn. En voor mensen die snel overprikkeld en/of angstig zijn en veel stress ervaren kan een assistentiehond een uitkomst zijn. De hond wordt geleerd hoe hij zijn baasje eenduidig kan aangeven dat de stress zich aan het opbouwen is.
Hoe sterker de band tussen hond en baas hoe beter het aanvoelvermogen van de hond. En hoe beter dus de hond zijn baasje kan assisteren. Bultersmekke Assistancedogs kiest er daarom voor om mensen zelf hun hond te laten leiden. Dan is de kans op een sterke band het grootst. Mensen worden door instructeurs intensief begeleid in de opleiding van hun hond. Over het algemeen zo’n twee jaar. De instructeurs trainen baasje en hond thuis bij het baasje.
Eigen hond
Vaak bestaat het beeld dat een assistentiehonden een labrador of een golden retriever moet zijn. De ervaring leert echter dat het voor mensen belangrijk is om zelf een hond te kunnen kiezen die goed bij het eigen karakter en de eigen zorgvraag past.
Voor de een is dat een golden retriever, voor een ander een witte herder, een border collie of een windhond om maar een paar rassen te noemen. Heel veel honden zijn geschikt om assistentiehond te worden. Het programma van Bultersmekke Assistancedogs geeft die ruimte. Servie, ex-militair, bijvoorbeeld ging heel bewust voor een Hollandse herder. Een hond die echt bìj hem past.
Boost voor het zelfvertrouwen
Het zelf opleiden van je hond is een intensief proces. Daar moet je echt tijd en ruimte voor maken. Maar het is ook een heel mooi proces. Vaak ervaren mensen met beperkingen een tekort aan eigenwaarde. Zelf met succes een hond opleiden tot assistentiehond geeft een enorme boost. Ook om deze reden kiest Bultersmekke Assistancedogs ervoor mensen onder intensieve begeleiding de eigen hond te laten opleiden.
Lagere kosten
Doordat mensen zelf de eigen hond opleiden blijven de kosten van de opleiding relatief laag. Er worden geen kosten gemaakt voor externe verblijf- en trainingsplekken gedurende de twee jaren dat de hond wordt opgeleid. Ook dat kan voor mensen reden zijn om Bultersmekke Assistancedogs te kiezen.
Zeer beperkte vergoedingen voor assistentiehonden
Hoe efficiënt de opleiding van een assistentiehond ook is, het blijft voor veel mensen met een lichamelijke of psychische beperking moeilijk de kosten van een assistentiehond vergoed te krijgen. De zorgverzekeraar kent maar in een zeer beperkt aantal gevallen vergoedingen toe.
Kinderen en jongeren maken nauwelijks kans bij de zorgverzekeraar en mensen met psychische problematiek zelfs in het geheel niet. Soms is het mogelijk dat een gemeente bijdraagt. Maar lang niet iedere gemeente is bereid een assistentiehond te vergoeden.
Donaties blijven heel belangrijk
Daarom is een assistentiehond voor een groot aantal mensen alleen maar mogelijk als donateurs en sponsors bijdragen. Dat geldt ook voor Romy en haar hulphond Buddy. Dankzij mensen in haar omgeving en bedrijven zoals Hill’s en Dierapotheker.nl is het haar gelukt de bekostiging rond te krijgen. Een hele knappe prestatie! Wilt u bijdragen aan de opleiding van assistentiehonden? Graag. Uw donatie aan Stichting Bultersmekke is aftrekbaar van de inkomstenbelasting. De stichting is een ANBI.
