Hoefbevangenheid is een ontsteking van de lamellen (laminitis). De lamellen zijn een kwetsbaar onderdeel van de ondervoet die ervoor zorgen dat de hoornschoen stevig aan het hoefbeen vastzit. Door verstoring in de doorbloeding kunnen de lamellen gaan ontsteken. Bij zo’n ontsteking bestaat de kans dat de lamellen worden afgebroken en de hoornschoen loslaat. Hierdoor kan het hoefbeen ‘zakken’ en ‘kantelen’. In ernstige gevallen komt het hoefbeen door de zool naar buiten en moet de dierenarts het paard laten inslapen.
Wat zijn de symptomen?
Acute hoefbevangenheid is zeer pijnlijk en kan zich uiten in het naar voren plaatsen van de benen, ‘trippelen’, heel voorzicht lopen (‘op eieren’), helemaal niet meer willen lopen of zelfs alleen nog maar willen liggen. De hoeven zijn warmer dan normaal en in de kootholte is het ‘kloppen’ van bloedvaten vaak goed te voelen. Ook is het pijnlijk als er op de hoeven wordt getikt of als er met een speciale tang in wordt geknepen. In meer chronische gevallen herkent men de hoefbevangenheid aan de kenmerkende ringen op de hoefwand. Het paard is dan vaak minder of helemaal niet kreupel.
Oorzaken voor hoefbevangenheid
De verstoring van de hormoonbalans is de meest voorkomende oorzaak van hoefbevangenheid. Aandoeningen die voor zo’n verstoring van de hormoonhuishouding zorgen zijn pituitary pars intermedia dysfunction (PPID, voorheen de ziekte van Cushing genoemd) en het equine metabole syndroom (EMS). Deze paarden of pony’s worden vermoedelijk herhaaldelijk hoefbevangen door een afwijkende suikerstofwisseling . Dit gebeurt vaak na het grazen op een ‘vette’ weide of na het eten van krachtvoer. Uit enkele onderzoeken blijkt dat meer dan 80% van de paarden met hoefbevangenheid lijdt aan PPID of EMS.*1,2) In het najaar is PPID in ongeveer 70% van de gevallen de veroorzaker van deze ernstige voetaandoening.*3) PPID werd voorheen gedacht de meest voorkomende oorzaak bij iets oudere paarden of pony’s te zijn en EMS bij de iets jongere dieren. Dit betekent niet dat bij jongere paarden geen PPID voorkomt. Uit recent nog niet gepubliceerd Engels onderzoek blijkt dat een aanzienlijk deel van de paarden tussen de 10 tot 15 jaar met een geschiedenis van hoefbevangenheid, PPID heeft.*3,4)
Andere minder vaak voorkomende oorzaken van hoefbevangenheid zijn ziekten elders in het lichaam. Hierbij worden gifstoffen gevormd. Voorbeelden zijn: baarmoederontsteking als gevolg van achterblijvende nageboorte, diarree en ernstige longontsteking. Overbelasting van de voet kan ook een oorzaak zijn (b.v. door het niet willen belasten van een ernstige pijnlijk been aan de andere zijde, of door het lopen op een harde ondergrond).
Hoe wordt de diagnose gesteld?
De dierenarts zal op basis van het klinisch beeld en lichamelijk onderzoek de diagnose kunnen stellen. Daarnaast is bloedonderzoek sterk aan te raden.
Bij hoefbevangenheid is het heel belangrijk om er samen met de dierenarts achter te komen wat de oorzaak is, zodat deze ook behandeld kan worden. Een bloedonderzoek kan hierbij erg nuttig zijn. Ook wanneer uw paard geen acute aanval heeft, maar herhaaldelijk hoefbevangen is, kan bloedonderzoek extra informatie geven. PPID en EMS zijn met bloedonderzoek aan te tonen. Bespreek met uw dierenarts het testen op PPID en EMS en stel een behandeling in, zodat de kans op hoefbevangenheid kleiner wordt.
Meer weten over PPID?
Ga naar www.ppidbijpaarden.nl.
Waaruit bestaat de therapie?
Als een paard of pony aan de pijnlijke ernstige acute vorm van hoefbevangenheid lijdt, dient er direct actie te worden ondernomen. Omdat de gevolgen groot kunnen zijn, is het consulteren van de dierenarts altijd noodzakelijk. Een paar dingen kunt u alvast doen: loop niet met uw paard en zorg dat de voeten gekoeld worden. Paarden die hoefbevangen zijn willen de voeten graag ontlasten. Geef het paard daarom een plek waar hij kan liggen. De dierenarts zal medicijnen geven die de pijn en ontsteking remmen en soms ook medicijnen die de doorbloeding stimuleren. De Bonpard Colon voeding kan uw paard verder helpen.
Voorkomen hoefbevangenheid
Hoefbevangenheid kan voorkomen worden door uw paard of pony niet te veel te laten eten. Met name op de grazige weide in het voorjaar. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar toch, dat kan nu met het speciale anti graas masker.
*Referenties: 1. Donaldson MT, Jorgensen AJ, Beech J. (2004) Evaluation of suspected pituitary pars intermedia dysfunction in horses with laminitis. Apr 1;224(7):1123-7. 2. Karikoski NP, Horn I, McGowan TW, McGowan CM. (2011) The prevalence of endocrinopathic laminitis among horses presented for laminitis at a first-opinion/referral equine hospital. Domest Anim Endocrinol. 2011 Oct;41(3):111-7. 3. ‘Talk about laminitis’ campagne (2012), 3567 paarden in augustus t/m november onderzocht op PPID, Groot Brittannië, data on file Boehringer Ingelheim. 4. Rendle D.(2013). Nieuwe inzichten in de diagnostiek van PPID bij het paard. Dier en Arts, nr 8/9. 5. Prongatz M.C, Graubener C, Wehrli Eser M. (2010) Equine Cushing Syndrom – Wirkungen einer Langzeittherapie. Pfedeheilkunde 26(4):598-603
Vragen?
Neem gerust contact met ons op,
Drs. Maarten van Dijck
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl