Abces kat

Bijna dagelijks zien we wel een kat op het spreekuur met een abces. Vaak zijn het jonge katers die buiten komen en niet terugdeinzen voor een gevecht met andere katten. Maar wat is zo’n abces nou eigenlijk? En wat kunt u ermee?

Wat is een abces?

Een abces is een holte onder huid die gevuld is met pus. Bij katten zien we vaak abcessen ten gevolge van een bijtwond of krabwond tijdens het vechten met een andere kat. De hoektanden of nagels van een kat maken een klein gaatje in de huid en brengen zo bacteriën naar binnen. Het wondje aan de buitenkant gaat vaak snel dicht met een korst, waardoor de bacteriën zijn opgesloten en zich lekker kunnen vermenigvuldigen. Vaak vormt er zich dan binnen enkele dagen een abces.

Wat zijn de symptomen?

Een abces vormt zich vaak rond de kop, nek, poten of staartbasis. Meestal merkt u als eerste dat een kat zich minder goed voelt, slechter eet en slomer is. Het wondje in de huid is soms te zien, maar meestal wordt dit niet opgemerkt doordat het bedekt wordt door de haren. Wel kunnen de haren op die plek soms wat uitsteken. Een zich ontwikkelend abces is pijnlijk en een kat zal het dan ook niet prettig vinden als u de plek aanraakt. Het abces zelf kan zichtbaar of voelbaar zijn als een duidelijke zwelling. Bij aan abces aan een poot zal de kat vaak mank lopen of de poot omhoog houden. Het kan dan net lijken of het pootje gebroken is. De huid die over het abces heen zit staat flink onder spanning en kan op een gegeven moment openbreken. Er zal dan pus uitstromen. De wond kan soms erg groot zijn.

Hoe stellen we de diagnose?

Een pijnlijke zwelling met een wondje/korstje betekent vaak dat sprake is van een abces. Indien het abces al open is, dan is het makkelijk te weten dat het om een abces gaat. In andere gevallen zal uw dierenarts met een naaldje in de zwelling prikken, om te bekijken of het inderdaad pus is wat erin zit.

Wat kunt u zelf doen?

Wanneer u het vermoeden heeft dat uw kat gevochten heeft, dan kunt u met uw hand door de vacht gaan en goed voelen of er wondjes, korstjes of pijnlijke en gezwollen plekken zijn. Wanneer er een wondje zit, kunt u deze zelf goed schoon houden. Ook kunt u het korstje eraf halen, zodat het wondje open blijft en de kans op het ontstaan van een abces kleiner wordt. Wanneer een abces al open is, dan kunt u deze soms zelf schoonspoelen met een zoutoplossing. Vaak is dit nog pijnlijk en lukt het niet goed bij een wakkere kat. Wanneer u vermoedt dat uw kat een abces heeft, is het daarom verstandig om contact op te nemen met de dierenarts.

Waaruit bestaat de therapie?

Vaak zal een abces geopend en gespoeld moeten worden. Omdat dit pijnlijk is, zullen we dit meestal met een roesje doen. In enkele gevallen is het nodig om een drain te plaatsen, waardoor de wond nog een paar dagen open blijft en de viezigheid er goed uit kan. Aanvullend geven we soms antibioticum en pijnstillers. Ook bestaat de mogelijkheid om de wond schoon te houden met bijvoorbeeld Maxani Cleanser spray.

Hoe kan een abces voorkomen worden?

Omdat we abcessen vooral zien bij katten die vechten, is het vaak verstandig om katers te castreren. De drang om te vechten neemt daarmee vaak af.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

EHBO bij huisdieren

EHBO = Eerste Hulp Bij Ongelukken Een ongeluk zit in een klein hoekje. Het is daarom belangrijk dat u weet wat u moet doen als uw hond of kat gewond raakt.

Twee belangrijke regels

1. Zorg voor uw eigen veiligheid Een dier met pijn en stress kan onverwacht reageren en u krabben of bijten. Niemand heeft er iets aan als uzelf gewond raakt. Voorkom dat de hond u kan bijten door bijvoorbeeld een bandje of muilkorf rond zijn bek te doen. Een kat kunt u in een grote handdoek wikkelen. 2. Blijf rustig Raak niet in paniek en bewaar de rust. Wanneer u gaat stressen, dan zal het dier dit merken en (nog) angstiger worden. Bel altijd een dierenarts om te overleggen wat u kunt doen. Indien u zelf geen vervoer heeft naar de praktijk, kunt u vaak de dierenambulance inschakelen.

Afwachten of naar de dierenarts?

Wanneer een hond of kat niet erg ziek is, kun je vaak even wachten met naar de dierenarts gaan. Milde diarree of een keer overgeven gaan vaak vanzelf over. Als uw dier verder vrolijk is en nog wel eet en drinkt, dan hoeft u niet direct naar de dierenarts. Wordt uw dier zieker of treden de symptomen vaker of langduriger op, dan kunt u het beste uw dierenarts raadplegen. Ook als u twijfelt, kunt u altijd met uw dierenarts overleggen! Wanneer er een ongeluk is gebeurd of uw dier verwondingen heeft, is het raadzaam zo snel mogelijk een dierenarts te bellen. Hechten van wonden dient meestal binnen 6 uur te gebeuren. Als u wacht tot de volgende dag, dan is het vaak te laat. Wanneer uw dier aangereden is, maar er geen zichtbare verwondingen zijn, dan is het toch verstandig een dierenarts op te zoeken. Inwendig letsel kan soms in eerste instantie niet zichtbaar zijn, maar wel levensbedreigend worden.

Veel voorkomende situaties:

  • Honden schudden vaak tijdens het bijten. U ziet dan soms alleen kleine gaatjes in de huid, terwijl de schade onder de huid zeer groot is. Laat dit dan ook altijd beoordelen door een dierenarts. Kattenbeten kunnen leiden tot vervelende abcessen. Een klein gaatje in de huid zonder dat er geschud is, kan vaak zelf worden schoongemaakt en afgewacht.
  • Stelp zelf de bloeding door op de wond te drukken of een verband aan te leggen. Ga daarna naar een dierenarts.
  • Voorwerp of gif ingeslikt. Laat uw dier nooit zelf braken met bijvoorbeeld een schep zout in de bek! Neem contact op met de dierenarts om te beslissen wat er het beste kan gebeuren.
  • Zowel inwendig als uitwendig letsel kunnen voorkomen. Ga altijd naar een dierenarts.
  • Eerst water, de rest komt later! Koel uw dier zeker 10 minuten met lauw water en bel dan de dierenarts.
  • Honden die met warm weer in een auto worden achtergelaten of erg actief zijn, kunnen snel oververhit raken. Dit is levensbedreigend. Start snel met koelen en bel de dierenarts.

EHBO cursus

Indien u niet snel een dierenarts kunt bereiken of de situatie levensbedreigend is, dan is het fijn als u weet wat u zelf kunt doen. Op internet (bijvoorbeeld www.LICG.nl/ehbo-bij-huisdieren) kunt u diverse tips vinden over EHBO bij dieren. Ook bestaan er EHBO cursussen voor dieren. Bij voldoende animo kunnen wij in de praktijk ook een EHBO lezing verzorgen. Wilt u een informatie avond over EHBO bij hond en kat bijwonen? Stuur dan een e-mail naar dierenarts@daphorst.com.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Heeft mijn hond roos?

Schilfering puppy
Op het spreekuur komt een Golden retriever pup van 9 weken oud met wat schilfertjes tussen de haren. De nieuwe eigenaren vroegen of dit roos was en of ze er iets mee moesten doen. Logische vragen. En omdat er veel meer mensen zijn die zich dit afvragen, gaan we er wat verder op in.

Wat is het?

Roos bij mensen wordt gekenmerkt door veel losse huidschilfers op de behaarde hoofdhuid. Dit komt doordat de huidcellen zich veel sneller vernieuwen dan normaal. Ook bij honden zien we regelmatig een overmatige schilfering, al noemen we dat geen roos. Dit kan ontstaan doordat er veel meer huidcellen worden aangemaakt, of doordat er teveel huidcellen worden afgestoten. Bij pups vanaf zo’n 8 weken leeftijd zien we regelmatig duidelijke schilfering in de vacht. Deze kan veroorzaakt worden door een vachtmijt, Cheyletiella, maar ook door huidafwijkingen zoals ichthyosis. Dit is zeker bij Golden retrievers onder de 1 jaar een veelvoorkomend probleem. Ook bij oudere honden komen afwijkingen voor die leiden tot schilfering. Primaire seborroe is er daar een van, dit is erfelijk. Er zijn echter ook veel onderliggende oorzaken die seborroe kunnen geven, zoals infecties, allergieën, voedingsproblemen/tekorten, immuunstoornissen en hormoonafwijkingen.

Wat zijn de symptomen?

Overmatige schilfering is te herkennen aan witte/witgele/grijzige schilfers. Deze schilfers kunnen los in de vacht zitten, maar ook aan de huid vast. Meestal is er geen jeuk, maar dat kan wel. Daarnaast kan de huid soms rood verkleurd zijn en heel droog of juist vettig. Hierbij kan een onaangename geur aanwezig zijn.

Hoe stellen we de diagnose?

Vachtmijten kunnen we zien onder de microscoop. Vragen over de gezondheid en voorgeschiedenis van uw hond en een algeheel lichamelijk onderzoek kunnen verder een indruk geven van de onderliggende oorzaak van de schilfers. Soms zijn aanvullende onderzoeken, zoals een kweek, bloedonderzoek of huidbiopt nodig. Ook kan een speciaal dieet worden voorgeschreven.

Hoe wordt het behandeld?

Vaak horen we dat een hond met schilfers te weinig vet binnenkrijgt. Eigenaren zijn dan zelf al begonnen met het geven van schapenvet of zalmolie. Daar is meestal niets mis mee, maar zal zeker niet in alle gevallen voldoende zijn. Zoals u net hebt gelezen, kan uw hond namelijk van alles mankeren. Als de onderliggende oorzaak bekend is, kan gericht een behandeling worden ingesteld.

Vachtmijten kunnen behandeld worden met middelen tegen parasieten. Deze worden op de huid gedruppeld met een pipet. Uw dierenarts weet welk middel hiervoor geschikt is. Bij ichthyosis en andere huidproblemen, willen we de huidbarrière verbeteren. Dit betekent dit dat we gebruik zullen maken van producten die op de huid worden aangebracht en dus van buitenaf inwerken. Dit kan een medicinale shampoo zijn, maar er zijn bijvoorbeeld ook pipetjes. Bij hele milde vormen van ichthyosis bij pups, wordt ook wel afgewacht. De schilfering verdwijnt soms wanneer de puppyvacht plaatsmaakt voor de volwassen haren. Andere onderliggende oorzaken van schilfering vergen soms weer een heel andere aanpak. Elk geval is uniek!

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl  

Epilepsie hond

Epilepsie bij de hond nader bekeken
Plotseling verstijven, omvallen, krampen, speekselen, de urine laten lopen…. Het beeld van een epileptische aanval is akelig. Epilepsie kan gezien worden als een soort kortsluiting in de hersenen. Net als bij mensen, komt het ook bij honden voor. Naast deze gegeneraliseerde vorm, bestaat er ook een focale (partiële) vorm die veel subtieler tot uiting komt. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de verschillende vormen, oorzaken, diagnostiek en behandeling van epilepsie bij de hond.

Symptomen van epilepsie

Een gegeneraliseerde (algehele) toeval kan worden opgedeeld in drie fases.
  1. Voorbereidende fase (prodroma): De hond kan ‘aanvoelen’ dat er wat gaat gebeuren en ander gedrag tonen. Zo kan deze meer aanhankelijk worden of juist onrustiger. Deze fase is niet bij elke hond opvallend aanwezig.
  2. De aanval zelf (ictus): De hond is niet bij bewustzijn. Verder zien we verstijven, krampen, omvallen, speekselen, urine en eventueel het laten lopen van de ontlasting. De symptomen kunnen in verschillende mate aanwezig zijn. De duur van een aanval is meestal maximaal 1 à 2 minuten.
  3. De na-fase (post-ictaal): De hond moet bijkomen van de aanval en kan wat verward en onrustig of juist sloom zijn. Sommige honden zien slecht. De meesten hebben flinke honger en dorst. Deze fase kan soms zelfs enkele dagen duren.
Naast deze gegeneraliseerde vorm, is er ook een focale vorm, waarbij de hond nog wel bij bewustzijn is. De hond heeft dan bijvoorbeeld alleen trillingen van een poot of oor. In andere gevallen zien we bijvoorbeeld het najagen van de staart of ‘vliegen happen’. Zo’n aanval kan wel overgaan in een gegeneraliseerde toeval. 

Verschillende oorzaken

De oorzaken voor epilepsie zijn in drie groepen te verdelen. Zo kan er een afwijking zijn in de hersenen, zoals een tumor, ontsteking, trauma of aangeboren afwijking. Dit noemen we structurele epilepsie. Bij de (konings)poedel komt een erfelijke vorm voor die ‘neonatale encephalopathie’ heet. Deze treedt op binnen 5 weken na de geboorte en pups sterven vaak op jonge leeftijd. Er is een DNA test beschikbaar, waardoor een juiste keuze van de ouderdieren gemaakt kan worden. Ook kunnen afwijkingen in het bloed leiden tot een epileptische aanval, dit noemen we reactieve epilepsie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan lever- en nieraandoeningen, vergiftigingen of afwijkingen aan het suiker- of zoutgehalte. De laatste groep is de ‘idiopathische epilepsie’. Dit is de meest voorkomende vorm en treedt voor het eerst op tussen 0,5 en 6 jaar leeftijd. Bij bepaalde rassen, zoals de poedel, komt dit vaker voor en speelt erfelijkheid een rol. Bij deze vorm zijn er geen afwijkingen met de onderzoeken te vinden.

Onderzoek naar epilepsie

Het kan soms lastig zijn om te bepalen of de symptomen bij epilepsie horen, of dat er een andere oorzaak is. Het maken van een filmpje en het bijhouden van een epilepsie dagboek kan helpen bij de diagnose. Daarnaast is bloedonderzoek verstandig, zeker wanneer uw hond ouder is dan 6 jaar of tussen de aanvallen door niet helemaal normaal is. Uiteindelijk kan alleen met een MRI- of CT-scan en onderzoek van hersenvocht een definitieve diagnose gesteld worden. 

Wat te doen tijdens een aanval?

Een epileptische aanval is niet alleen naar om te zien, maar kan ook vervelende gevolgen hebben voor het dier. Bij een langdurige aanval (≥ 20 minuten) kan er hersenschade optreden ten gevolge van zuurstoftekort, suikertekort, oververhitting en de bloeddruk. Maar ook kunnen onderliggende oorzaken voor de epilepsie meer problemen geven. Neem met spoed contact op met een dierenarts bij een langer durende aanval (≥ 5 minuten) of meerdere korte aanvallen die elkaar snel opvolgen. Tijdens de aanval is het belangrijk om de hond zoveel mogelijk met rust te laten en het geluid en licht in de omgeving te dempen. Zorg dat de hond zich niet kan verwonden. Kom niet in de buurt van zijn bek! Door de desoriëntatie en krampen kan het zijn dat u gebeten wordt. U hoeft niet bang te zijn dat de tong wordt ingeslikt. Een aanval is voor de hond zelf op dat moment niet pijnlijk. De periode na de aanval zelf, kan een hond soms nog dagenlang van slag zijn. Probeer dan zoveel mogelijk de normale routine aan te houden.

Therapie bij epilepsie

Tijdens een spoedsituatie wordt vaak medicatie via een infuus gegeven om de aanval zo snel mogelijk te stoppen. De therapie daarna hangt af van de oorzaak en ernst van de epilepsie. Bij reactieve of structurele epilepsie kan de oorzaak soms worden weggenomen, waardoor de aanvallen stoppen. In andere gevallen zal gestart worden met anti-epileptica. Omdat deze medicijnen bijwerkingen kunnen hebben, zal per situatie een afweging gemaakt moeten worden of het verstandig is te starten. In het algemeen wordt de richtlijn gehanteerd om te starten met medicatie als er 2 of meer toevallen in een half jaar voorkomen of als de aanvallen langer duren of erg hevig zijn.

Wat is de prognose?

De prognose is geheel afhankelijk van de oorzaak. Honden met idiopathische epilepsie kunnen met de juiste medicatie heel oud worden. Het doel van de medicatie is om de aanvallen sterk te verminderen. Het lukt vrijwel nooit om de hond helemaal aanvalsvrij te krijgen. Wanneer er wel een onderliggende oorzaak te vinden is, kan de prognose soms slecht zijn, denk bijvoorbeeld aan een hersentumor. Daarom is het ook fijn om meer te weten over de oorzaak. Poedels die lijden aan erfelijke epilepsie, mogen niet worden ingezet voor de fok.

In het kort

Bij poedels komen zowel gegeneraliseerde als focale toevallen voor. Neem contact op met uw dierenarts als uw hond voor de eerste keer een aanval heeft, een aanval die langer duurt dan 5 minuten, of meerdere korte aanvallen achter elkaar. Samen met uw dierenarts wordt een plan opgesteld dat het beste bij u en uw trouwe viervoeter past.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Referenties:
  • Chen X, Johnson GS, Schnabel RD, Taylor JF, Johnson GC, Parker HG, et al., A neonatal encephalopathy with seizures in standard poodle dogs with a missense mutation in the canine ortholog of ATF2. Neurogenetics (2008) 9:41-49.
  • epilepsie-bij-honden.nl
  • VetVisuals® International

Leververvetting kat

Leververvetting (leverlipidose) is de meest voorkomende vorm van leverproblemen bij de kat. We zien het vooral bij katten met overgewicht die enkele dagen of weken stoppen met eten.

Hoe ontstaat het?

Wanneer een kat stopt met eten, zullen de vetreserves worden aangesproken. Zeker bij te zware katten gebeurt dit in zulke grote hoeveelheden, dat de hoeveelheid vet de normale functie van de lever verstoort. Dit leidt weer tot misselijkheid en nog slechter eten. De kat wordt dan steeds zieker. Bij 50-95%  van de katten met leververvetting is er een onderliggende aandoening te vinden. Denk hierbij aan ontstekingen van het maagdarmkanaal, de lever, de alvleesklier, de urinewegen en de nieren. Ook kan stress door bijvoorbeeld veranderingen in de omgeving of het dieet leiden tot het ontwikkelen van leververvetting. In andere gevallen is er geen oorzaak te vinden voor de slechte eetlust en is uiteindelijk alleen de leververvetting de oorzaak dat de kat slecht blijft eten.

Wat zijn de symptomen?

Een dikke kat die slecht eet en vermagert heeft waarschijnlijk leververvetting. Daarnaast zien we braken, sloomheid en zwakte. Minder vaak worden diarree, verstopping en kwijlen gezien. In de kliniek zien we vaak dat de slijmvliezen en huid een gele kleur hebben (geelzucht) en katten zijn vaak uitgedroogd. De lever is vergroot. Katten worden steeds zieker en kunnen eraan overlijden.

Hoe stellen we de diagnose?

Met klinisch onderzoek en bloedonderzoek kunnen we de diagnose vaak stellen. In het bloed zullen de leverwaardes vaak verhoogd zijn. Bij >80% van de katten met leververvetting zien we een duidelijk verhoogd alkalisch fosfatase (AF). Ook kunnen er nog andere afwijkingen in het bloed gevonden worden.

Waaruit bestaat de behandeling?

Het voornaamste is dat een kat zo snel mogelijk weer voedsel binnenkrijgt en niet nog verder afvalt. Daarom is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Ook kunnen medicijnen tegen de misselijkheid en voor het verhogen van de eetlust worden gegeven. Soms is het nodig de kat te dwangvoeren of vloeibaar voedsel te geven via een sonde in de neus of slokdarm. Via een infuus geven we dan ook extra vocht.

Hoe kan het worden voorkomen?

Het is belangrijk dat een kat elke dag eet! Ga naar de dierenarts indien uw kat slechter gaat eten. Wanneer we zo snel mogelijk de oorzaak opsporen en behandelen, is de kans het grootst dat er geen leververvetting zal optreden. Omdat dikke katten sneller last krijgen van leververvetting dan dunne katten, is het belangrijk dat uw kat een gezond gewicht heeft. Indien u het lastig vindt om te bepalen of uw kat een goed gewicht heeft, willen we u daar graag mee helpen. Ook bij de jaarlijkse gezondheidscontrole geven wij hier aandacht aan.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Reisziekte hond

Hoe voorkom ik reisziekte bij mijn hond?
Net als mensen, kunnen honden wagenziek worden. Een hond met reisziekte (wagenziekte) is misselijk. Dit komt doordat het evenwichtsorgaan tijdens het reizen andere signalen krijgt dan wat de hond aan bewegingen waarneemt. Dit leidt tot desoriëntatie en daarmee misselijkheid en braken. Het komt voor op alle leeftijden, maar we zien het vooral bij jonge honden. Bijna 20% van de honden heeft er wel eens last van. Het kan een ritje voor zowel hond als baas erg onaangenaam maken. Gelukkig is er wel wat aan te doen!

Wat zijn de symptomen?

Typische symptomen die wijzen op reisziekte zijn hijgen, rusteloosheid, angst, trillen, misselijkheid, overmatig kwijlen, smakken, kokhalzen en braken.  

Hoe stellen we de diagnose?

Aan de hand van de symptomen die optreden tijdens het reizen wordt het waarschijnlijk dat het om reisziekte gaat.

Waar uit bestaat de behandeling?

Er zijn medicijnen voor dieren op de markt die reisziekte kunnen voorkomen. Deze zijn alleen bij de dierenarts verkrijgbaar. De tabletten worden 1 uur voor het reizen ingegeven en werken gedurende minimaal 12 tot wel 24 uur. In het verleden werden ook wel tabletjes voor mensen gegeven. De effectiviteit van deze medicijnen is bij de hond echter erg wisselend. Er zijn ook natuurlijke middelen verkrijgbaar die kunnen helpen om een dier te laten ontspannen. Denk hierbij aan Adaptil, Bach rescue druppels pets, etc. Deze doen niets aan de misselijkheid, maar zouden ondersteuning kunnen geven om de stress gepaard met het reizen te verminderen. Naast medicijnen is het ook belangrijk om de hond te leren dat reizen niet erg is. Dit kan soms erg lastig zijn. Sommige honden beginnen al te kwijlen en onrustig te worden als ze in een stilstaande auto zitten, omdat ze eerder misselijkheid ervaren hebben. De stress die hiermee gepaard gaat, maakt het alleen maar erger. Heel veel geduld en het opdoen van positieve ervaringen zijn dan belangrijk. Is uw hond echt bang tijdens het rijden? Neem dan contact op met een ervaren gedragstherapeut. Besteed tijdens het rijden geen aandacht aan uw hond als deze misselijk wordt. Ga hem niet troosten of aaien, want daarmee kan je zijn gedrag bevestigen. Zet de auto op tijd aan de kant, dus voordat de hond gaat braken. Houdt de motor het liefst wel draaiend en blijf dan in de auto tot de misselijkheid wat is afgenomen. Dan leert uw hond niet zo’n sterke associatie tussen de auto en de misselijkheid.

Hoe wordt het reizen zo aangenaam mogelijk?

Om misselijkheid te voorkomen, hebben we voor u een aantal tips:
  • Vervoer uw hond op een veilige manier, dus in een kennel of met een reistuigje.
  • Rijd voorzichtig en vermijd plotseling optrekken of remmen.
  • Zorg voor een aangename temperatuur in de auto. Laat een hond ook nooit alleen achter in een auto! De temperatuur kan ontzettend snel oplopen.
  • Laat de hond altijd eerst aan de auto wennen. Begin in een stilstaande auto en ga pas een klein stukje rijden als de hond op zijn gemak is. Maak zeker de eerste reizen voor een pup zo leuk mogelijk en rijdt bijvoorbeeld alleen een klein stukje naar leuke plek als een park of bos.
  • Stop regelmatig voor een pauze om de hond wat te laten bewegen en drinken.
  • Laat eventueel de ramen een klein stukje open, zodat er frisse lucht binnenkomt. En rook ook niet in de auto.
  • Geef geen maaltijd binnen 1-2 uur voor het reizen, door een volle maag kan uw hond eerder last krijgen van misselijkheid.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Is uw dier door een bij, wesp of hornaar gestoken?

U heeft het vast weleens gezien. Uw hond of kat hapt naar een insect. Honden en katten spelen nu eenmaal graag met iets dat beweegt. Dat kan gevolgen hebben.

Is uw dier gestoken door een wesp?

Een wesp is een stekend insect met een onbehaard lichaam en een slanke “wespentaille”. Alleen de vrouwtjes steken, zonder angel maar met gif, vooral bij de ingang van hun grondnest.

Is uw dier gestoken door een bij of hommel?

Een bij is een stekend insect met een behaard lichaam. Alleen de vrouwtjes steken, met angel en gif, en alleen als ze in gevaar is. Wanneer de angel vastzit in een dier en de bij rukt zich los dan scheurt de gifblaas. Einde bijenleven. Het gif blijft werkzaam tot een minuut na de bijensteek. Haal dus de angel met een pincet direct uit de huid van het gestoken dier.

Is uw dier gestoken door een hornaar?

Een hornaar lijkt op een wesp, maar is flink wat groter. Hornaars worden steeds vaker in Nederland gezien. Een hornaar, die ook wel paardenwesp wordt genoemd, is minder agressief en hun gif is niet zo krachtig. Toch is een steek van een hornaar wel pijnlijk.

Is uw dier gestoken door een mug, muskiet of vlieg?

Een hond of kat kan, net zoals wij, gestoken worden door een mug, muskiet of vlieg. Zo’n muggen- of muskietenbeet heeft vaak weinig gevolgen, maar de mug en muskiet zuigen ook bloed. Daardoor kunnen zij ziekten en ziekteverwekkende parasieten overbrengen zoals hartworm.

Wat te doen wanneer mijn hond of kat gestoken is door een insect?

  • Steek op lijf, poten of staart?
    Koel de steekplek af met een nat washandje of doek met ijsklontjes en een scheut azijn of een coldpack. Haal  voorzichtig de angel uit de huid wanneer het een bijensteek is. Desinfecteer het wondje. Door het koelen zal binnen een paar uur de zwelling minderen, is dit niet het geval, bel dan uw dierenarts.
  • Steek in bek of keelholte?
    Door zwelling van de mond, lip, tong of keelholte van uw dier kan acute ademnood ontstaan. Bel direct uw dierenarts.
  • Heeft uw dier een allergische reactie op de insectenbeet?
    U ziet dan dat uw hond of kat een heftige zwelling heeft op de steekplek en dat uw dier slomer en shockerig wordt. Hij raakt afwezig. Bel direct uw dierenarts.
  • Wilt u uw dier verlichten na een insectenbeet?
    Wanneer uw dier een insectenbeet heeft opgelopen en u heeft geconstateerd dat het eigenlijk wel goed met hem gaat, dan kunt u op de plek van de insectenbeet wat honingzalf of honinggel aanbrengen. Honing verlicht en verzacht. Wij adviseren de Remedy+ ByeBugBite, de honingzalf van Vetramil en de honinggel van Maxani.
  • Insectensteken voorkomen?
    Dat gaat nooit geheel lukken. Er zijn wel effectieve anti insectensprays verkrijgbaar, die gericht ingezet in de omgeving van uw dier het aantal insectensteken sterk kan verminderen. Met name de Tedax spray is geschikt voor hond, paard en mens en werkt ook tegen teken.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Vetramil wondzalf dier

vetramil honingzalf dieren

100% natuurlijk

Vetramil® is een wondzalf op basis van honing en essentiële oliën voor oppervlakkige en diepe wonden bij kleine en grote huisdieren. De goed smeerbare crème kan direct op de wond worden aangebracht, of op een verbandgaasje. Door de vette samenstelling blijft de zalf ook in een natte omgeving goed op de huid en het wondoppervlak gefixeerd. De zalf is gemaakt van 100% natuurlijke grondstoffen en bevat geen conserveringsmiddelen of residuen van toxische stoffen. Voor extra veiligheid wordt de honing gammabestraald.

Honing

Vetramil is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit van Wageningen. Vetramil bevat zuivere honing voor medische toepassingen. Deze honing wordt geproduceerd onder volledig gecontroleerde omstandigheden en heeft daardoor een reproduceerbare kwaliteit en samenstelling. De honing bevat enzymen die zorgen voor een lage pH en in een vochtig wondmilieu voor een slow-relase van kleine hoeveelheden waterstofperoxide. Hierdoor worden geïnfecteerde wonden snel schoon. Door de werking van honing komt de wond tot rust en wordt het wondhelingsproces gestimuleerd.

Essentiële oliën

Vetramil® bevat essentiële oliën die een verzorgende werking hebben op de beschadigde huid. Bovendien houden de essentiële oliën vliegen op afstand en door de bittere smaak van de essentiële oliën likken de dieren niet aan de zalf.

Toepassingen

Ondersteuning van de conditie en natuurlijke weerstand van de huid.

Vetramil Honingzalf 10, 30 en 180 gram
Goed smeerbare zalf op basis van honing en etherische oliën.
Vetramil Derma shampoo
Shampoo voor een geprikkelde huid.
Vetramil Paw Wax
Wax ter bescherming van voetzolen en bij kloven.
Vetramil Spoelvloeistof/Clean
Spoelvloeistof op basis van honing en propyleenglycol voor lokale toepassing.

Direct bestellen

U kunt de Vetramil hier bestellen

Toxoplasmose en Neospora hond

Toxoplasma gondii en Neospora caninum zijn ziekteverwekkers die bij de hond leiden tot infecties van het zenuwstelsel en de spieren. Honden worden besmet door opname van besmette oöcysten (eitjes) uit de omgeving, bijvoorbeeld door het eten van kattenpoep, en door het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees. Puppy’s kunnen in de baarmoeder al besmet worden met Neospora. Honden scheiden Neospora oöcysten met hun ontlasting uit, waarna ze na 2-3 dagen besmettelijk zijn. Een besmetting kan op alle leeftijden voorkomen, maar zien we vooral bij jonge dieren en dieren met een verminderde weerstand.  

Wat zijn de symptomen?

We zien soms algemene symptomen, zoals sloomheid, verminderde eetlust, koorts en diarree. Vaker zien we een aantasting van het zenuwstelsel of de spieren met een acuut verloop. Voorbeelden van symptomen zijn: epileptische aanvallen, gedragsveranderingen, verminderd bewustzijn, spiertrillingen/trekkingen, ‘dronkemansgang’ en verlamming. Ook kunnen oogontstekingen en blindheid optreden. Bij pups die al in de baarmoeder besmet zijn, kan er een typisch beeld gezien worden waarbij de achterpoten overstrekken, de spiermassa snel afneemt en een steeds erger wordende verlamming optreedt.  Vaak zal dit bij meerdere pups uit hetzelfde nest zo zijn.

Hoe stellen we de diagnose?

Op basis van de verschijnselen en het verhaal kunnen we soms al een infectie vermoeden.  Zeker wanneer een hond rauw vlees te eten krijgt. Vaak kunnen de verschijnselen ook door andere oorzaken komen, dus is verder onderzoek nodig. Met bloedonderzoek kunnen antistoffen worden aangetoond. Bij aanwezigheid van antistoffen weten we alleen dat de hond ergens in zijn leven Toxoplasma of Neospora heeft opgelopen. We kunnen dus niet met zekerheid zeggen of de symptomen hier ook door worden veroorzaakt. Onderzoek van weefsel (bijvoorbeeld een spierbiopt) is nodig om dit aan te kunnen tonen.  Ook een goede reactie op de therapie versterkt het vermoeden van een actieve infectie.  

Waaruit bestaat de behandeling?

Toxoplasma en Neospora kunnen worden behandeld met verschillende soorten antibioticum die vaak wekenlang gegeven moeten worden. Tegen de pijn worden vaak pijnstillers of ontstekingsremmers gegeven. Afhankelijk van de symptomen kunnen nog verdere ondersteunende maatregelen worden getroffen, zoals fysiotherapie en medicijnen tegen epilepsie.

Wat is de prognose?

Wanneer de hersenen of het ruggenmerg zijn aangetast, is de kans op herstel klein. Een vroegtijdige diagnose en behandeling zijn essentieel. Honden kunnen soms ‘anders zijn’ na het doormaken van een infectie.

Voorkomen van een infectie

  • Geef uw hond geen rauw of onvoldoende verhit vlees.
  • Verwijder honden- en kattenpoep dagelijks en gooi dit bij het restafval om verspreiding te voorkomen.
  • Een teef die pups heeft gekregen met Neospora, kan beter niet meer ingezet worden voor de fokkerij.
  • Laat honden niet poepen in weides waar koeien lopen, omdat koeien zo besmet kunnen worden en een abortus kunnen krijgen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Binnengekomen vragen: 1. Verdwijnen de toxoplasmose symptomen als je er snel genoeg bij bent? – De behandeling van toxoplasmose hangt af van de verschijnselen en de organen die aangedaan zijn. Soms zijn bv medicijnen tegen epilepsie nodig of alleen antibioticum. Het antibioticum slaagt er doorgaans niet in om de parasiet uit het lichaam te halen, maar kan wel leiden tot verbetering van de symptomen. Neurologische verschijnselen blijven vaak wel in meer of mindere mate aanwezig. 2. Qua prognose zegt u dat wanneer hersenen of ruggenmerg zijn aangetast de kans op herstel klein is, maar hoe weet je wat er is aangetast? Op een mri is niets te zien? – Onderzoek naar toxoplasmose kan onder andere door hersenvocht af te tappen en na te laten kijken. Indien daar ontsteking in aanwezig is, is waarschijnlijk dat toxoplasma ook in hersenen of ruggenmerg zit. 3. Ten aanzien van een vroegtijdige prognose, hoe weet je wanneer je er vroeg genoeg bij bent? De parasiet kan immers 2 jaar in een lijf overleven. – Het is erg lastig om te bepalen of je ‘vroeg genoeg’ bent. Vaak wordt er niet snel aan toxoplasmose gedacht en ook per patiënt zal verschillen hoe snel de ziekte zich verspreid en welke organen aangedaan zijn.

Toxoplasmose kat

Katten en babys
Toxoplasma gondii is een protozo (een eencellig micro-organisme) die bij katten voorkomt en het zenuwstelsel en de spieren kan aantasten. Katten worden vooral besmet door het eten van rauw vlees en prooidieren. Besmette katten scheiden de oöcysten (een soort eitjes) uit in de ontlasting gedurende 2-3 weken. In de omgeving duurt het 2-3 dagen voordat ze besmettelijk zijn voor andere dieren of mensen. Ze blijven wel jarenlang besmettelijk! Toxoplasmose komt vooral voor bij jonge katten. Op 1-jarige leeftijd heeft zo’n 60% van de Nederlandse katten toxoplasmose opgelopen. Na een besmetting is een kat meestal levenslang immuun.

Wat zijn de symptomen?

Meestal zien we bij de kat geen ziekteverschijnselen. Sommige katten krijgen diarree. Verder kan een longontsteking ontstaan, waarbij de kat benauwd wordt. Ook kan sprake zijn van koorts, verminderde eetlust, buikpijn en oogontstekingen. Bij jonge katten worden wel eens zenuwverschijnselen gezien, waarbij de achterpoten minder goed functioneren.  

Hoe stellen we de diagnose?

Met bloedonderzoek kunnen antistoffen tegen Toxoplasma worden aangetoond. Bij aanwezigheid van antistoffen weten we alleen dat de kat ergens in zijn leven Toxoplasma heeft opgelopen. We kunnen dus niet met zekerheid zeggen of de symptomen door Toxoplasma worden veroorzaakt. Onderzoek van weefsel (bijvoorbeeld een spierbiopt) is nodig om dit aan te kunnen tonen.  Ook een goede reactie op de therapie versterkt het vermoeden van een actieve infectie.

Waaruit bestaat de behandeling?

Toxoplasma kan worden behandeld met verschillende soorten antibioticum die vaak wekenlang gegeven moeten worden. Tegen de pijn worden vaak pijnstillers of ontstekingsremmers gegeven. Afhankelijk van de symptomen kunnen nog verdere ondersteunende maatregelen worden getroffen.

Wat is de prognose?

Wanneer de hersenen zijn aangetast, is de kans op herstel klein. Een vroegtijdige diagnose en behandeling zijn essentieel.

Gevaarlijk voor zwangere vrouwen!

Gedurende één keer in hun leven scheiden katten gedurende een aantal weken Toxoplasma eieren uit. Mensen kunnen in aanraking komen met Toxoplasma via kattenpoep, via aarde die door kattenpoep is verontreinigd of door het eten van rauw of onvoldoende gaar vlees. Mensen merken meestal weinig van een infectie met Toxoplasma, alleen wanneer je tijdens je zwangerschap voor het eerst met de parasiet in aanraking komt, kan de baby geïnfecteerd worden. Deze infectie geeft met name grote problemen in de eerste 3 maanden van de zwangerschap. Afwijkingen aan met name de hersenen en de ogen kunnen ontstaan en het kan leiden tot een miskraam. In de laatste 6 maanden van de zwangerschap is de kans op schade aan het kind kleiner, maar nog steeds aanwezig! Wanneer je als mens éénmaal geïnfecteerd raakt met Toxoplasmose, blijft de infectie ‘latent’ aanwezig. Zolang je gezondheid goed is, zal je in het algemeen hier niets van merken. Met behulp van bloedonderzoek kan gekeken worden of er antistoffen in het bloed zitten, en je dus de infectie al doorgemaakt hebt. Heb je dat nog niet, dan is het erg belangrijk op te passen wanneer je zwanger bent! Toxoplasmose is niet besmettelijk van mens op mens.

Dus om een infectie met Toxoplasmose te voorkomen, wanneer je zwanger bent:

  • verhit vlees tot het gaar is. Eet geen rauw vlees!
  • vermijd contact met tuinaarde en zand in de zandbak. Draag desnoods handschoenen. Was groenten altijd zorgvuldig.
  • verschoon de kattenbak niet zelf of doe dit dagelijks, want de eitjes zijn pas na 2-3 dagen gevaarlijk.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl