Ziekte van Addison

Een literatuurstudie door co-assistente Chantalle Metekohy in opdracht van Dierenartsenpraktijk Horst

Wat is hypoadrenocorticisme/de ziekte van Addison?

Hypoadrenocorticisme, oftewel de ziekte van Addison is een aandoening van de bijnieren. Dit zijn kleine organen die bij de nieren liggen. De bijnieren zorgen normaal gesproken voor de productie van glucocorticoïden, zoals cortisol, en mineralocorticoïden, zoals aldosteron. Glucocorticoïden dragen bij aan het op peil houden van de ‘suiker’ spiegel (= glucose) in het bloed. Dit doen ze onder andere door de opname van glucose door organen te verminderen en eiwit en vet af te breken, die op hun beurt kunnen dienen als grondstof voor glucose. Daarnaast beïnvloeden glucocorticoïden bijna alle weefsels en vele processen in het lichaam, waaronder bloedcellen en het immuunsysteem. Mineralocorticoïden reguleren onder andere de hoeveelheid vocht in het lichaam, de elektrolyten (natrium, kalium en chloride) balans en de bloeddruk. Bij de aandoening hypoadrenocorticisme ontstaat een tekort aan deze stoffen.

Bij primair hypoadrenocorticisme wordt de bijnier vernietigd. Men denkt dat dit komt door het immuunsysteem van het dier, zoals het bij de mens bekend is. Hierbij vallen de cellen van de afweer, de cellen van de bijnier aan. De productie van de gluco- en mineralocorticoïden door deze cellen stopt, en er ontstaat een tekort aan deze stoffen.

Wat zijn de symptomen?

De verschijnselen worden met name veroorzaakt door het tekort aan mineralocorticoïden. Vaak zijn de eerste verschijnselen zeer mild (zwakte, uitputting, braken, niet willen eten) en worden over het hoofd gezien. De meeste patiënten worden aangeboden met ernstige depressie, zwakte en uitdroging, ten gevolge van verlies van zouten (elektrolyten).

Hoe stellen we de diagnose?

Een verandering van de elektrolyten balans (natrium en kalium) in het bloed is een sterke aanwijzing voor de ziekte. Om de diagnose ‘Addison’ te bevestigen wordt een zogenaamde ACTH stimulatie test uitgevoerd. Hierbij wordt een synthetische vorm van het stofje ACTH toegediend door middel van een injectie en meet men direct en na een uur het cortisolgehalte in het bloed. Bij gezonde honden zien we een grote stijging van cortisol en bij honden met de ziekte van Addison zien we geen of een heel kleine stijging. Zo kunnen we de ziekte bevestigen.

Hoe kun je het beste behandelen?

Als de ziekte eenmaal gediagnosticeerd is moeten de uitdroging en de elektrolytenbalans hersteld worden door middel van infusen en het geven van glucocorticoïden en mineralocorticoïden. Zodra de hond weer gaat eten kan de medicatie (gluco-, mineralocorticoïden en zout) via de bek worden gegeven. Daarna moeten de elektrolyten regelmatig gecontroleerd worden en de dosering indien nodig worden aangepast. Als de juiste dosering van de medicatie bereikt is, is de prognose voor honden met hypoadrenocorticisme goed.

De secundaire vorm van deze aandoening

Naast de primaire vorm van adrenocorticisme, bestaat er ook een secundaire vorm. Hierbij gaat er iets mis met de aansturing van de bijnieren. De afgifte van de gluco- en mineralocorticoïden wordt normaal aangestuurd door een orgaan dat bij de hersenen ligt, de hypofyse, die het stofje ACTH afgeeft. Als deze afgifte vermindert, zullen de bijnieren ook minder gluco- en mineralcorticoïden afgeven.

Verminderde afgifte van ACTH kan bijvoorbeeld voorkomen bij een tumor van de hypofyse of hersentrauma. Daarnaast kan het ook optreden bij langdurige toediening van corticosteroïden (bv. prednison). De bijnieren zijn dan zo onderdrukt, dat bij plotseling stoppen van de medicijnen een tekort aan glucocorticoïden ontstaat en de hond de symptomen van Addison krijgt. Op den duur zal de hypofyse weer voldoende ACTH gaan afgeven en de bijnieren opnieuw voldoende stimuleren. Maar dit betekent dat nooit zomaar met de medicijnen gestopt mag worden!

Chantalle Metekohy, co-assistent Dierenartsenpraktijk Horst e.o.

Literatuur
– Bell J. Managing Polygenic Disease www.vin.com/proceedings.plx?CID=TUFTSBG2003&PID=5115&O=Generic
– Burton S., DeLay J., Holmes A., Somerville C., Eye J., Shaw D., Wack O., Hanna P., Hypoadrenocorticism in young related Nova Scotia duck Tolling retrievers. Canadian Veterinary Journal (1997) 38, 231-4
– Chase K., Sargan D., Miller K. Ostrander E.A., Lark K.G., Understanding the genetics of autoimmune disease: two loci that regulate late onset Addison’s didease in Portuguese Water Dogs. International Journa of immunogenetics (2006) 33, 179-184
– Famula T.R., Belanger J.M., Oberbauer A.M. Heritability and complex segregation analysis of hypoadrenocorticism in the standard poodle. Journal of small Animal Practice (2003) 44, 8-12
– Oberbauer A.M. Genetics: Epilepsy & Addison’s Disease. Tufts’ Canine and Feline Breeding and Genetics Conference (2005)
– Oberbauer A.M., Benemann K.S., Belanger J.M., Wagner D.R., Ward J.H., Famula T.R. Inheritance of hypoadrenocorticism in bearded collies. American Journal of Veterinairy Research (2002) 63, 643-7
– Oberbauer A.M., Bell J.S., Belanger J.M., Famula T.R., Genetic evaluation of Addison’s disease in the Portuguese Water dog. BMC Veterinary Research (2006) 2:15 (doi:10.1186/1746-6148-2-15)
– Rijnberk A., Kooistra H.S., Clinical Endocrinology of Dogs and Cats. (2010) 103-9
– Smallwood L.J. Barsanti J.A. Hypoadrenocorticism in a family of leonbergers. Journal American Animal Hospital Association (1995) 31, 301-5

Knobbels en bobbels in de hondenhuid

Knobbels en bobbels in de hondenhuid zoals talgkliercysten, mastocytomen en melanomas.

Als dierenartsen zien wij het bijna dagelijks, bulten in of vlak onder de huid bij honden. Vaak gaat het om onschuldige talgcysten of vetbulten, maar soms is er meer aan de hand.

Wat moet ik doen als mijn hond een bult heeft?

Wanneer u een bultje voelt bij uw hond, is het altijd verstandig om naar de dierenarts te gaan. Deze kan er vervolgens met een naald in prikken om zo wat cellen uit de bult op te zuigen (dunne naald biopsie). De cellen worden vervolgens opgestuurd naar een laboratorium en bekeken onder een microscoop. Soms kiest de dierenarts ervoor om een groter stukje van de bult of zelfs de hele bult weg te halen en te laten onderzoeken.

Hoe weet ik of mijn hond een tumor heeft?

In het laboratorium wordt door specialisten vervolgens de aard van de bult bepaald en vastgesteld of dit een goed- of kwaadaardige tumor is. Goedaardig wil zeggen dat deze niet uitzaait naar andere organen. Toch kunnen goedaardige tumoren voor problemen zorgen door bijvoorbeeld de locatie of de grootte van de bult. Daarom is het soms verstandig deze tumoren helemaal (liefst in een vroeg stadium) te verwijderen. Het verwijderen van tumoren in of onder de huid gebeurt in het algemeen onder algehele anesthesie. Kwaadaardige tumoren moeten altijd verwijderd worden maar soms is het hiervoor te laat en zijn er al uitzaaiingen naar bijvoorbeeld de longen of de lever.

Vetbulten

Meer dan een kwart van alle huidtumoren bij de hond zijn vetbulten. Deze goedaardige tumoren komen vooral voor op de borstkast bij oudere teven die vaak aan de zware kant zijn maar ook bij reuen worden deze vetbultjes vaak gevonden. Deze bulten geven zelden problemen maar sommige lipomen kunnen ingroeien in de onderliggende spieren of bindweefsel en zo voor bijvoorbeeld kreupelheden zorgen. In heel zeldzame gevallen kunnen vetbulten ook kwaadaardig zijn (liposarcomen).

Hoe voelt een vetbult aan bij een hond?

Een vetbult voelt vaak aan als een zachte, ronde bult die net onder de huid van de hond ligt. Kenmerken van een vetbult bij honden zijn:

  • Ligt net onder de huid.
  • Voelt zacht aan.
  • Is vrij te bewegen onder de huid.
  • Is niet pijnlijk.

Insectenbeet bulten

Uw hond kan natuurlijk gestoken worden door een wesp, bij, hommel, hornaar, mug , muskiet of vlieg. Dat kan op allerlei plekken op het lichaam en ook op de huid. Dan kan een bult ontstaan. U leest hier meer over insectensteken bij huisdieren. Wanneer uw hond een insectenbeet heeft opgelopen en u heeft geconstateerd dat het eigenlijk wel goed met hem gaat, dan kunt u op de plek van de insectenbeet wat honingzalf of honinggel aanbrengen. Honing verlicht en verzacht. Wij adviseren de Remedy+ ByeBugBitede honingzalf van Vetramil en de honinggel van Maxani.

Steelwratten en andere wratten

Steelwratten (adenomen) zijn bloemkoolachtige woekeringen die vaak voor wratjes worden aangezien. Het zijn gesteelde tumoren die uitgaan van talgklieren en zijn meestal groter dan 1cm. Ze komen vaak voor op de kop (oogleden) maar ook elders op het lichaam. Ze komen veel voor bij oudere honden. Echte wratten (ook wel papillomen genoemd) zijn onder te verdelen in twee groepen. De eerste vorm komt voornamelijk voor bij puppy’s en jonge honden en wordt veroorzaakt door het papilloma virus. Dit papilloma virus is diersoort specifiek en dus alleen besmettelijk voor de hond. De tijd tussen infectie en het verschijnen van de ziekteverschijnselen is 1 tot 2 maanden. De tweede groep wratten komt vooral voor bij oudere honden en ontstaan spontaan. Het virus speelt geen rol bij deze wratten die steelvormig, bloemkoolachtig of draadvormig kunnen zijn. Ze verschijnen meestal aan de kop (ook aan de oogleden) en poten. Het aantal kan variëren van één enkele tot grote aantallen afzonderlijke papillomen. Gewoonlijk zijn ze kleiner dan 0,5 cm.

Mastocytomen

mastocytoma hond

Mastocytomen zijn tumoren uitgaande van zogenaamde mestcellen. Dit zijn met blaasjes gevulde cellen die een rol spelen in het afweersysteem van de hond. Tumoren van mestcellen worden regelmatig gezien bij honden van alle leeftijden maar vooral bij honden tussen de 8 en 10 jaar. Van alle in dit artikel genoemde bulten, zijn mastocytomen de gevaarlijkste!  Ze kunnen overal op en in het lichaam voorkomen en vertonen zich meestal als zachte niet pijnlijke dikten in of onder de huid. Ze kunnen dan ook makkelijk worden verward met vetbulten of met zachte bindweefseltumoren.  De groeisnelheid van mastocytomen is erg variabel, soms groeien ze heel traag (jaren), soms zeer snel (weken). Laat u dus niet geruststellen door een langzaam groeiende zachte dikte. Wanneer de diagnose is gesteld, moet gekeken worden of de tumor nog te verwijderen is. Mastocytomen groeien namelijk met lange onzichtbare uitlopers in de omgeving en dus  moet er ruim om de tumor heen  worden gesneden om hem geheel te verwijderen.  In een vroeg stadium volstaat het ruim verwijderen van de tumor.

Melanomas

Melanoom hond

Melanomen zijn donker gekleurde huidtumoren die meestal goedaardig zijn. Ze kunnen vlak op de huid liggen of erboven uit groeien. Kwaadaardige melanomen komen voor bij oudere honden en worden meestal gevonden op de lippen, mond, het nagelbed, onderaan de buik aan het scrotum. Nagelbedmelanomen zijn lastig van de buitenkant te zien. Meestal is aan de buitenkant slechts een zwelling van de teen zichtbaar terwijl binnenin de tumor het bot wegvreet. De kwaadaardige melanomen groeien erg snel en zaaien makkelijk uit naar andere organen. Bij twijfel van een donker plekje is het daarom altijd verstandig er een dierenarts naar te laten kijken. Een snelle chirurgische verwijdering is essentieel voor een goede afloop wanneer het plekje een kwaadaardig melanoom betreft.

Talgkliercysten

Talgkliercysten zijn geen tumoren maar verstopte en ingekapselde talgklieren. Deze cysten komen veel voor bij honden van middelbare tot oudere leeftijd. Vaak worden ze gezien op de rug of in de nek. Deze cysten ontstaan doordat de afvoergang van de talgklier verstopt raakt. Hierdoor ontstaat een holte gevuld met een vieze talgachtige substantie die ingekapseld wordt. Het heeft weinig nut om deze cysten uit te knijpen aangezien hierdoor de oorzaak niet weggenomen wordt en de cyste snel weer volloopt. Door het uitknijpen kunnen ook bacteriën hun weg banen naar de cyste en zo voor nog meer problemen zorgen (talgklierabces). In principe hoeven de cysten niet voor problemen te zorgen en kunnen ze onbehandeld blijven. Wanneer de cyste ontstoken raakt, de huid boven de cyste vaak beschadigd of de eigenaar een dergelijke bobbel een vervelend gezicht vindt, kan de cyste verwijderd worden.

Conclusie

Bovengenoemde tumoren en cysten zijn de meest voorkomende bulten in of onder de huid bij de hond. Toch zijn er ook nog een groot aantal andere oorzaken die bulten kunnen veroorzaken. Daarom is het altijd verstandig om een dierenarts te raadplegen wanneer u iets voelt

Knobbels en bobbels in de hondenhuid

Dit artikel is geschreven door mij, Anouk Meuwissen, co-assistent bij dierenartspraktijk Horst e.o.. In het laatste jaar van de studie dierengeneeskunde mogen studenten praktijkervaring opdoen in een paar, door de Universiteit geselecteerde, praktijken.  DAP Horst is hier een van en ik ben ontzettend blij dat ik hier een aantal weken mag meelopen. Het is een grote praktijk die diergeneeskundige zorg op hoog niveau verleent en bijna alle diagnostische mogelijkheden in huis heeft.

Zonbescherming en zonnebrand hond & kat

Wat te doen met de kat en de zon?

Het zonnetje schijnt weer volop. Dat is natuurlijk heerlijk genieten, maar tegelijkertijd ook oppassen geblazen. Net als mensen, kunnen dieren door de zon verbranden. Vooral dieren met een dunbehaarde of witte vacht lopen risico. En ook net als mensen, lopen onze huisdieren het risico op het ontwikkelen van huidkanker. Bij katten is bijvoorbeeld het plaveiselcelcarcinoom aan de oorschelpen een hele beruchte.

Wat zijn de symptomen van verbranding door de zon?

Net als bij mensen kunnen we verbranding door de zon in drie groepen opdelen: 1e, 2e en 3e graad verbranding. Daarnaast kennen we de zonnedermatitis en het plaveiselcelcarcinoom.

  • 1e graad: milde roodheid van de huid.
  • 2e graad: rode en pijnlijke huid. Er kan wat haarverlies zijn bij de oorranden en soms zijn deze gezwollen en pijnlijk.
  • 3e graad: de huid is diep verbrand en er is op die plek geen haar aanwezig. De huid kan wittig lijken. Als de zenuwen ook beschadigd zijn, is het niet pijnlijk.
  • Zonnedermatitis: Bij langdurige blootstelling aan de zon kan de huid chronisch beschadigd raken. Dit wordt elke zomer erger en kan makkelijk tot plaveiselcelcarcinoom leiden. We zien verdikking en schilfering van de huid bij de oren en daarnaast geeft het jeuk, waarbij de kat kan krabben en met zijn kop kan schudden.
  • Plaveiselcelcarcinoom: Dit is een kwaadaardige tumor die eruit ziet als een wond met korstjes die steeds weer open kan gaan en niet geneest. Ook worden roodheid, irritatie en haarverlies gezien. We zien dit vaak bij katten met witte oren.

Honden en katten kunnen ook oververhit raken. Dit is levensbedreigend. Symptomen die hierop kunnen wijzen zijn: hijgen, rode slijmvliezen, speekselen, zwakte, angst, bloedingen en flauwtes. Zoek direct hulp.

Hoe stellen we de diagnose?

Vaak hebben we op basis van de symptomen al een vermoeden dat het gaat om zonnebrand. Soms zijn aanvullende onderzoeken, zoals huidafkrabsels en biopten, nodig om andere aandoeningen uit te sluiten.

Waaruit bestaat de therapie?

Vraag de dierenarts om hulp indien u vermoedt dat uw hond of kat verbrand is. Bij 2e of 3e graad verbrandingen kan medicatie voorgeschreven worden om de huid te verzorgen, te beschermen tegen infectie en te helpen tegen de jeuk en pijn. Bij hevige verbrandingen of oververhitting wordt ook een infuus gegeven.

Wanneer sprake is van een plaveiselcelcarcinoom van de oren of neus, zullen deze (deels) geamputeerd moeten worden.

Wat kan ik doen om mijn hond en kat te beschermen?

  • Houd uw huisdier binnen of in de schaduw, zeker tussen 10.00 en 16.00 uur. Ook op bewolkte dagen kan de UV straling erg sterk zijn en kan verbranding optreden.
  • Zorg ervoor dat uw hond of kat ook binnen niet in de zon kan gaan liggen gedurende die tijden. Doe bijvoorbeeld zonneschermen omlaag of plak UV werende folie op de ramen.
  • Smeer met zonnebrandcrème geschikt voor hond en kat. Vooral de dunbehaarde delen goed insmeren: oorranden, neus, rond de lippen, liezen en buik. Smeer het liefst meerdere keren per dag en zeker nadat de hond gezwommen heeft.
  • Er bestaan speciale zonnebrillen voor honden.

Moet ik mijn huisdier nou insmeren met zonnebrandcrème?

Vooral katten en honden met witte oren en neus en honden met een dunne en korte vacht, zoals Bull Terriers, Dalmatiërs en Boxers en katten met een dunne vacht, zoals de Devon Rex, Cornish Rex en Sphinx, moeten goed ingesmeerd worden om ze te beschermen. Ze hebben te weinig pigment (melanine) en beschermende haren om zich tegen de zon te beschermen. Katten die buiten komen lopen natuurlijk het meeste risico, maar ook binnenkatten die graag achter het raam in het zonnetje liggen, kunnen verbranden. Smeer vooral de neus en oorschelpen in met zonnebrandcrème, liefst meerdere keren per dag.

Welke zonnebrandcrème is geschikt?

Katten wassen zichzelf graag en zullen ook na het poetsen van hun oren de pootjes weer aflikken. Ook honden likken zichzelf. Het is dus belangrijk om een product te gebruiken dat niet giftig is bij inname. Gebruik dan ook geen producten met octyl salicylate, homosalate, para-aminobenzoic acid of zink oxide, omdat deze giftig kunnen zijn voor honden en katten. Kies ook een middel zonder parfum. Ook veel zonnebrandmiddeltjes voor baby’s en kinderen zijn daarom ongeschikt.

Speciale zonnebrandcrème voor dieren

Er zijn speciale zonnebrandcrèmes voor dieren op de markt: SunCare van Maxani en Dermoscent Sunfree. Voor hond en kat ideaal. Smeer zonnebrandcrème altijd eerst alleen op een klein plekje, om te kijken of er  geen overgevoeligheidsreactie optreedt. Door de crème bijvoorbeeld vlak voor een maaltijd of speelsessie te smeren, zal de kat even afgeleid zijn en het er niet meteen afpoetsen. Zo krijgt het de kans om in de huid te trekken. Bovendien laat SunCare geen witte waas achter en is het waterresistent.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenarts

Overmatig poetsen kat

Sommige katten blijven zichzelf maar poetsen en likken, soms zelfs tot ze er kale plekken van krijgen. Zijn deze katten zo ontzettend ijdel? Het antwoord is nee. Overmatig poetsen komt in verreweg de meeste gevallen door jeuk of pijn. Daarnaast wordt gedacht dat stress ook een rol kan spelen. Katten beginnen zich dan te likken om zich beter te voelen tijdens stressvolle gebeurtenissen. Dit gedrag kan op den duur dwangmatig worden.

Kan het betekenen dat mijn kat ziek is?

De meest voorkomende oorzaak voor overmatig poetsen is een overgevoeligheid voor vlooien. Ook andere oorzaken voor jeuk, zoals een voedselovergevoeligheid, kunnen een reden zijn. Een blaasontsteking geeft pijn en dan zien we vaak dat de kat de buik, binnenkant achterpoten en rond de geslachtsopening kaal likt.  Ook het feline hyperesthesie syndroom kan een oorzaak zijn.

Wat zijn de symptomen?

Als een kat zichzelf blijft poetsen, zie je vaak plekken met gebroken of weinig haar, kale plekken en soms zelfs huidbeschadigingen. In extreme gevallen kan een kat zelfs hele plukken eruit bijten of trekken. Dit gedrag is soms moeilijk te onderbreken. In principe kun je de gevolgen van overmatig poetsen zien op alle plekken van het lijf waar de kat bij kan met zijn tong. Vaak zien we als probleemgebieden de buik, binnenkant van de achterpoten en de flanken. In veel gevallen zijn de plekken symmetrisch aanwezig. Let op! Kale plekken door overmatig poetsen moeten onderscheiden worden van kale plekken door haaruitval. Bij overmatig poetsen zullen de nieuwe/korte haren wat stug en prikkend aanvoelen. Bij kaalheid door haaruitval zullen de haren doorgaans zacht zijn. 

Hoe stellen we de diagnose?

Het is belangrijk om oorzaken voor jeuk en pijn te onderzoeken. Dit betekent een grondig lichamelijk onderzoek en aanvullende onderzoeken zoals huidtesten, urine onderzoek, echografie en een eliminatiedieet.

Waaruit bestaat de behandeling?

Dit hangt van de oorzaak af. Bij twijfel over vlooien, is het altijd verstandig de kat, andere huisdieren en de omgeving hiervoor te behandelen. Van een beet kunnen ze enkele weken jeuk houden! Ook worden eventuele stressfactoren in beeld gebracht en aangepakt.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Grasaar gevaar voor hond en kat

Grasaar gevaar voor de hond

Grasaren kunnen dieren behoorlijk dwars zitten. Enkele feiten over het gevaar van grasaren voor uw hond en kat op een rijtje.

Wat is een grasaar?

Grasaren komen voor in het voorjaar en de zomer wanneer het gras gaat bloeien. De groene grasaren worden dan meer geel van kleur door uitdroging en vallen in losse zaden uit elkaar. Aan die zaden zitten weerhaakjes waarmee de grasaren in de vacht van dieren blijven zitten. Zo worden de zaden over grote afstanden verspreid. Door de weerhaakjes kunnen de grasaren in de vacht naar voren kruipen, vandaar hun bijnaam kruipers.

Grasaar problemen

Een grasaar kan bij onze huisdieren problemen geven. Zo kunnen de grasaren in het oor terecht komen, of in het oog en de neus. Ook kunnen ze door de dierenhuid dringen vooral tussen de tenen en aan hoofd en hals. Gevolg is dan vaak een vervelende ontsteking, fistels of een abces. Helemaal vervelend wordt het wanneer de grasaar gaat zwerven door het lichaam van de hond of kat nadat de grasaar is opgegeten. De grasaar kan dan zelfs weer door de huid van dat zelfde dier naar buiten komen. Ze kunnen zich zo gemakkelijk verplaatsen door die weerhaakjes en richten tijdens het transport veel schade aan in het lichaam van het dier.

Symptomen huisdier met grasaar

De symptomen die een dier met een grasaar laat zien zijn afhankelijk van de plaats waar de grasaar zich in het dier heeft genesteld.
Zit de grasaar in het oor: kopschudden en piepen, neus: heftig niezen, oog: heftig knijpen met het oog, keel: hoesten, tussen de tenen: bijten aan de poot, mank lopen, huid: zwelling en pijn.

Grasaar in oog hond

Oog verwijderd

Genezing oog na verwijdering

Geheel verwijderen grasaar

Verwijderde grasaar bij elleboog hond

 
Verwijderde grasaar bij elleboog hond Jessy van Paula Sloenhek

Waar de grasaar zich ook bevindt in het dier, geheel en direct verwijderen is altijd geboden. Uw dierenarts heeft de ervaring om dit snel te doen en zo kan erger leed voorkomen worden. Zeker wanneer de grasaar in het oog zit moet deze vlot verwijderd worden. De kans bestaat dan dat het hoornvlies wordt doorboord en dat het oog verloren gaat.

Grasaar niet geheel verwijderd

Wanneer het niet lukt om de grasaar in zijn geheel te verwijderen dan kan dat problemen geven. De achtergebleven resten kunnen lastige ontstekingen veroorzaken. Lukt het, ook operatief onder narcose, niet om de grasaar in zijn geheel te verwijderen dan kan uw dierenarts er voor kiezen om eventueel onder antibiotica de grasaar “uit te laten zweren”.  Maar als het even kan: verwijderen die grasaar.

Check uw hond na iedere wandeling

Uw dier loopt de meeste kans om een grasaar op te lopen in de randen van gras, van tuintjes, langs stoepen, dijken in voorjaar en zomer. Midden in het lange gras zie je ze minder vaak. Check uw hond dan ook na iedere wandeling bij de eerder genoemde lichaamsdelen op grasaren. Wel zo verstandig.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenarts
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Ingezonden bericht 15072019 van Mirjam Niemans, natuurgids:

Kruipertjes bedreiging voor honden!

Haal ze weg!

Hoewel ik een groot voorstander ben van Natuurlijk tuinieren, en allerlei inheemse planten van mij naar hartenlust en dan vooral ten bate van insecten, hun gang mogen gaan, is er toch eentje bij, die ik als dierenliefhebber graag geëlimineerd zou willen zien.

Het Kruipertje. Ofwel Hordeum murinum.

Hoe zit dat dan?

Het kruipertje is een inheemse grassoort, op zich aardig om te zien, vanwege de bloeiwijze: hij maakt mooie platte aren. Maar op die aar zitten allemaal weerhaakjes. Daar werden vroeger leuke spelletjes mee gedaan door dorpskinderen, iemand dan zo’n aar onder zijn of haar trui stoppen en de aar kroop dan vanzelf naar boven. Haha, wat een lol!

Je ziet het kruipertje steeds vaker. Het plantje groeit vaak aan de rand van tuinen, langs huizen, dijken, bermen… Want het heeft zandige grond nodig. En het moet voortdurend bemest worden. Bijvoorbeeld door uitgelaten honden.

Zo staat dit op de site van Flora van Nederland.

Gevaarlijk!

Jammer genoeg zijn die honden lang niet allemaal meer zo uitgelaten, als zij in contact zijn gekomen met dit plantje. Hoewel zij dagelijks hun best doen om de plantjes te bemesten krijgen zij daarvoor in ruil, als zij een beetje pech hebben, ernstige verwondingen. Het kruipertje zoekt door middel van die weerhaakjes zich een weg in hondenpootjes, tussen de tenen (dit overkwam de hond van mijn moeder, die heeft maanden lang met ontstoken tenen rond moeten lopen totdat de halm eindelijk uit zijn voet was gezweerd), kan in de oren gaan zitten en nog erger, de halmen van de aren kunnen in een hondenoog terechtkomen. Er is dan geen redden meer aan. Nadat dan eindelijk, na diverse bezoekjes aan de dierenarts, gebleken is dat er een halm van zo’n kruipertjes-aar in het oog van de hond terecht is gekomen, is het al te laat. Het oog van de hond gaat etteren, het dier heeft een verschrikkelijke pijn, wordt blind en tenslotte moet het oog eruit.

Dit overkwam de hond van goede vrienden van mij. Zie hieronder de foto’s. Je zou er een waarschuwing bij moeten doen, het zijn schokkende beelden. Vooral voor een dierenliefhebber, en helemaal als je zelf een hond hebt! Zij vroegen aan de dierenarts die hen uiteindelijk geholpen heeft om het oog van hun hond operatief te verwijderen, of die vaker te maken had gehad met letsel ten gevolge van dit akelige plantje. O ja, zo vaak, was het antwoord!

Gemeente, Help!

Dat is erg. Heel erg. Dat het zo vaak voorkomt. Letsel ten gevolge van dit plantje. Want met alle bouwactiviteiten in Amsterdam, waarbij voor een droge, zandige bodem wordt gezorgd, stijgt het aantal Kruipertjes explosief!

Ik doe hierbij een dringend beroep op de Gemeente, om niet alleen op de Eikenprocessierups en de Japanse duizendknoop in te grijpen. Haal alsjeblieft bij het onderhoud van het algemene groen die gevaarlijke gemene Kruipertjes weg. Liefst voor de bloei! Want als je na de bloei met je bosmaaier die plantjes afmaait en ze niet direct grondig verwijdert, blijven de zaden, inclusief de halmen met weerhaakjes alsnog achter.

U kunt zelf ook wat doen

Ik hoop van harte dat hier gehoor aan wordt gegeven. En tot die tijd, mensen, heeft u een tuin of terras, haal dit plantje dan alsjeblieft weg. Voor de honden, maar ook voor de kinderen, want die kunnen ook de dupe worden.

Vriendelijke groet,

Mirjam Niemans, natuurgids

Hondenziekte

(foto: Bob van Genugten, DVM)

Hondenziekte, ook wel de ziekte van Carré genoemd is een zeer besmettelijke ziekte voor de hond en ook voor vossen en fretten. Er is geen gevaar voor mens en kat.

Virus verspreidt zich makkelijk

Een hond met het hondenziektevirus verspreidt dit virus snel en gemakkelijk naar andere honden. Het virus bevindt zich o.a. in het vocht uit neus en oren en komt van daar uit in de lucht. Ook honden die de infectie overleven kunnen nog wel 4 maanden lang het virus overbrengen. Buiten de hond gaat het virus gauw dood, maar ook via bijvoorbeeld de mens (handen) en kleding kan het worden overgebracht.

Symptomen hondenziekte

Kort na de infectie heeft de hond kortdurend koorts. Dit is 3 tot 6 dagen na infectie en noemen we de incubatietijd.  Daarna komt de koorts, 1 tot 4 weken later, terug en houdt langer aan. Nu kunnen we 2 vormen van hondenziekte zien bij de hond, namelijk de lichte en de ernstige vorm.

Bij de lichte vorm is de hond wat slomer, er kan wat uitvloeiing uit neus en ogen zijn (tranen) en mogelijk een hoestje. Ze zijn wel een besmettingsbron voor de onbeschermde hond.

Bij de ernstige vorm krijgt de hond moeite met ademhalen en ook longontsteking kan voorkomen. Braken en diarree wordt gezien en de huid van de neus en zoolkussens kan hard en droog (hardpad disease) worden. Daarbij kunnen toevallen komen en spier samentrekkingen en verlamming van de ledematen. Vaak hoor je dan ook een piepende hoest en zie je flink tranende ogen.

Hoe weet je dat het hondenziekte is?

Uw dierenarts kan de diagnose meestal stellen aan de hand van de symptomen die de hond laat zien. Ter bevestiging kan een neusswab (oog kan ook) worden genomen en daar kan al dan niet het hondenziekte virus met de PCR test worden aangetoond. 100% betrouwbaar is de test niet.

Behandeling hondenziekte

Aangezien hondenziekte door een virus wordt veroorzaakt is een echte behandeling niet mogelijk. Ondersteunende verpleging (opname in quarantaine) met infusen, antibraakmiddel, dwangvoeding en medicatie kan de hond helpen bij het doorstaan van het virus.

Beschermen tegen hondenziekte

De enting tegen hondenziekte, de ziekte van Carré, werkt binnen enkele uren. De hond is na een paar dagen volledig beschermd.

De enting is ook bijzonder effectief om verspreiding van het virus te voorkomen. Hoe meer honden voldoende antistoffen tegen het virus bij zich hebben, hoe minder kans dat het virus zich verspreidt en honden besmet.

Wanneer de teef is gevaccineerd tegen hondenziekte dan zijn de pups via de moedermelk beschermd. Daarna gaat de pup zelf weerstand opbouwen. In die tussenliggende periode zijn pups vatbaar voor de ziekte. Een enting kan dan helpen maar antilichamen uit de moedermelk zorgen er soms voor dat het vaccin onvoldoende werkt.  Deze enting wordt meestal tussen 9 en 12 weken leeftijd gegeven.

Is mijn hond beschermd tegen hondenziekte?

In het dierenpaspoort van uw hond kunt u zien of uw hond gevaccineerd is en waartegen. Staat de D (van distemper = hondenziekte) op de sticker vermeld dan is uw hond tegen hondenziekte geënt. Deze enting geeft bescherming gedurende 3 jaar.

Met een bloedtest, de Vaccicheck, kan de hoeveelheid antistoffen tegen het hondenziekte virus worden bepaald en zo kan bekeken worden of een enting noodzakelijk is.

Prognose hondenziekte

Volledige genezing van hondenziekte is mogelijk. Maar het komt ook dat de hond overlijdt of wordt geëuthanaseerd vanwege de gevolgen van de infectie. Een hond met oogklachten of hardpad disease heeft een slechte prognose. Een hond met klachten van het zenuwstelsel raakt die niet meer kwijt, maar een goed leven is mogelijk.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Jacques Jenniskens dierenarts gezelschapsdieren hond

Drs. Ing. Jacques Jenniskens
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Anderen lazen ook:
Titerbepaling hond
Heeft het enten van honden zin?

Voorkom oververhitting van uw hond

Honden kunnen niet zweten en hebben maar weinig mogelijkheden om hun warmte kwijt te raken:  via hun tong door te hijgen en  via de voetzooltjes. Logisch dus dat honden heel snel oververhit raken. Vooral bij zomerse temperaturen is het opletten geblazen. Oververhitting is voor een hond al snel levensbedreigend.

Hoe herken ik oververhitting van mijn hond?

Houd uw hond op hete dagen goed in de gaten. De volgende symptomen wijzen op oververhitting:

  • Veel hijgen en kwijlen
  • Braken
  • Uitputting
  • Sloom
  • Warme oren
  • Rode slijmvliezen
  • Temperatuur boven de 40°C

Wat doe ik bij oververhitting van mijn hond?

Als uw hond de deze symptomen vertoont neem dan meteen zijn temperatuur op. De normale temperatuur ligt tussen de 38°C en 39°C. Neem daarboven contact op met uw dierenarts. Als de temperatuur flink verhoogd is (42°C) begin dan zelf al direct met koelen. Giet koel water over zijn buik en hals. Beter is nog om de buik en hals eerst te scheren.

Hoe houd ik mijn hond koel?

  • Vermijd inspanning bij hoge temperaturen. Wandel op de koelste momenten van de dag. Dus ‘s morgens vroeg en ‘s avonds.
  • Zorg voor een koele ligplek in de schaduw of houd de hond binnen.
  • Laat een hond NOOIT achter in een afgesloten kleine ruimte zoals een auto, caravan of een hok. De temperaturen lopen hier al snel op tot dodelijke hoogtes voor uw hond.
  • Zorg voor vers koel drinkwater
  • Gebruik een koelmat, koelhalsband of een koelvest

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Anderen lazen ook: Hitte en dieren

Ringworm schimmel bij hond en kat

Niet iedereen weet het maar ringworm is een infectie met een schimmel. Deze schimmel geeft bij de mens ringvormige huidontstekingen, bij hond en kat echter niet.

Wat zien we bij hond en kat wel?

Ofwel een hond laat niets zien en heeft toch de schimmel bij zich ofwel de hond heeft kale, schilferende plakken. Jeuk ontbreekt meestal. Voor de kat geldt hetzelfde. Bij hond en kat is de ringworm schimmel infectie een hardnekkige infectie, die ook soortgenoten kan besmetten.

Hoe kom je aan een ringworm besmetting?

Een ringworm besmetting komt vanuit de omgeving of van soortgenoten. De voortplanting van schimmels gaat via sporen en die sporen kunnen jarenlang blijven bestaan en zijn lastig af te doden. Ringworm besmettingen komen het meeste voor bij dieren met minder weerstand, dus bij jonge, oude en zieke dieren.

Hoe weten we dat het om ringworm gaat?

Een ringworm infectie bij de mens is dus vrij herkenbaar. Bij hond en kat niet. De veelgebruikte Woodse lamp geeft maar in 50% van de gevallen een positief resultaat. Uw dierenarts kan de diagnose stellen door het kweken van de schimmel op haren en huidschilfers, maar de nu beschikbare PCR test is het meest betrouwbaar.

Behandeling ringworm

1. De plekken ruim scheren en behandelen met shampoo’s of zalven op basis van Ketoconazole die schimmels doden. Zo wordt nieuwe sporenvorming voorkomen.

2. Alle andere dieren + mensen in huis controleren en zo nodig mee behandelen.

3. Kat en hond behandelen met een schimmeldodend middel op basis van Itraconazole. Itraconazole (Itrafungol®, Itradrops®) is een wat duurder diergeneesmiddel maar wel zo veilig voor uw dier.

4. Omgeving van hond en kat behandelen. In de omgeving zijn altijd heel veel sporen aanwezig van de schimmel. Dus flink blijven stofzuigen en de omgeving behandelen met verdunde bleek en een middel op basis van Ketoconazole.

De behandeling dient minimaal 4-6 weken te worden ingezet waarna een 1e controle met de PCR test kan gebeuren.  Blijven door behandelen en 4 weken later een 2e PCR test. Uitslag 2x negatief, dan behandeling stoppen.

Hoe kan de omgeving schoongemaakt worden?

De omgeving moet het liefst dagelijks goed schoongemaakt worden. Het beste kan eerst goed gestofzuigd (met HEPA filter) en daarna geschrobt worden met water en een normaal schoonmaakmiddel. Daarnaast wordt geadviseerd om 2 keer per week te desinfecteren met een 1 op 10 verdunde bleekoplossing. Alle kleedjes/zachte materialen moeten (het liefst 2 keer achter elkaar) in de wasmachine op 60 graden. Vraag uw dierenarts om verder advies.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Vragen over Rabiës en hondsdolheid

Wat is Rabiës?

Rabiës of hondsdolheid is een ziekte die veroorzaakt wordt door een virus dat besmette dieren bij zich dragen. Het is een dodelijke ziekte. In Nederland komt rabiës zeer zelden voor.

In welke landen komt Rabiës voor?

Rabiës komt overal in de wereld voor behalve in Nieuw-Zeeland, Antarctica, grote delen van Oceanië en Japan.

Hoe vaak komt Rabiës voor bij mensen?

Rabiës komt in Nederland niet vaak voor. In het verleden is in Nederland bij vier personen rRbiës vastgesteld (in 1962, 1996, 2008 en 2013). Drie personen waren door een hond uit het buitenland gebeten, een persoon is gekrabd door een vleermuis in Kenia. In West-Europa zijn tussen 2000 en 2005 negen gevallen van Rabiës gemeld.

Welke dieren kunnen besmet zijn met Rabiës?

In Nederland zijn alleen bepaalde soorten vleermuizen mogelijk besmet. In landen buiten Nederland kunnen ook vossen, honden, katten en andere zoogdieren besmet zijn met het virus.

Hoe kun je Rabiës van een dier krijgen?

Het virus wordt overgebracht doordat speeksel van een besmet dier in een huidwondje of op slijmvlies van een mens terechtkomt. Dat gebeurt door bijten, likken of krabben door een besmet dier. Besmetting van mens op mens treedt zelden op.

Welke klachten hebben dieren als ze Rabiës hebben?

De volgende verschijnselen treden bij dieren op: honden en katten worden agressief of onrustig (veranderen van karakter), gaan zwerven, vermageren en lopen onzeker. In een laat stadium van de ziekte loopt speeksel uit hun bek. Vossen worden minder schuw (terwijl ze gewoonlijk mensen mijden) en kunnen mensen aanvallen.

Hoe lang duurt het voordat je als mens ziek wordt door Rabiës?

Als je niets doet na een verwonding door een dier met rabiës duurt het gemiddeld 20 tot 60 dagen voordat er ziekteverschijnselen optreden. Als je op tijd bent met je postexpositie-rabiësbehandeling dan voorkomt het vaccin dat je ziek wordt.

Wat zijn de ziekteverschijnselen van Rabiës bij mensen?

De ziekte begint met griepachtige verschijnselen zoals koorts, gevolgd door spierkrampen, stuipen of verlammingsverschijnselen. Daarna treden slik- en ademhalingsproblemen op, waaraan de patiënt kan overlijden.

Wie kan Rabiës van een dier krijgen en wie loopt extra risico?

Mensen die in Nederland beroepsmatig of in hun vrije tijd in contact kunnen komen met vleermuizen (zoals vleermuisonderzoekers) lopen risico op besmetting. Op reis bestaat ook risico op besmetting na een beet, lik of krab van een dier die mogelijk Rabiës heeft.

Hoe kan besmetting met Rabiës worden voorkomen?

U kunt rabiës voorkomen door niet gekrabd, gebeten of gelikt te worden door een onbekend dier met mogelijk Rabiës. Mocht u risico hebben gelopen ga dan zo snel mogelijk naar een arts.

Ik ga naar een land waar Rabiës voorkomt, loop ik nu extra risico?

Nee, pas als u gekrabd, gebeten of gelikt wordt door een dier dat mogelijk rabiës heeft loopt u risico. Raak daarom dode of zieke dieren niet aan als de doodsoorzaak onbekend is. Pak vleermuizen niet vast. Haal in het buitenland ook geen onbekende honden en katten aan en neem ze niet mee terug naar Nederland.

Is Rabiës te behandelen?

Na het optreden van ziekteverschijnselen is er voor rabiës geen behandeling. Wel worden er therapieën uitgeprobeerd die mogelijk kunnen werken.

Bestaat er een vaccin tegen Rabiës?

Ja, er bestaat een vaccin tegen Rabiës.

Waarom is er een Wereld Rabiës Dag?

28 september is het inderdaad Wereld Rabiës Dag. Jaarlijks eist Rabiës wereldwijd 55000 mensenlevens en talloze dieren slachtoffers. Vaccineren kan Rabiës de wereld uit helpen.

Wat doet dierenartsenpraktijk Horst om Rabiës te helpen voorkomen?

Voor elke Rabiës vaccinatie die in één van de klinieken van Dierenartsenpraktijk Horst wordt toegediend, doneert MSD Animal Health gratis vaccins aan de Rabiës projecten in Tanzania en India.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

(bron RIVM, MSD, DAP Horst research)

Veel drinken en plassen kat

Het is verstandig naar de dierenarts te gaan als uw kat meer of minder drinkt dan normaal omdat dit een signaal kan zijn dat uw kat ziek is.

Drinkt mijn kat veel?

Een richtlijn voor de hoeveelheid water die een kat drinkt is ongeveer 50 ml water per kg lichaamsgewicht per dag. Een kat van 3 kg mag dus ongeveer 150 ml water op een dag drinken. De hoeveelheid drinken hangt natuurlijk ook af van de omgevingstemperatuur en de hoeveelheid lichaamsbeweging. En een kat die vers vlees of blikvoer krijgt, zal gemiddeld minder drinken dan een kat die op brokken staat. Als uw kat duidelijk meer drinkt of meer is gaan drinken dan voorheen, is het verstandig onderzoek te doen.

Plast mijn kat veel?

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen veel plassen en vaak plassen. Met veel plassen bedoelen we grote hoeveelheden in een keer. De urine is vaak licht van kleur, uw kat is veel langer aan het plassen en kan zelfs in huis gaan plassen. Er ligt dan een grote plas. Met vaak plassen bedoelen we vaak kleine beetjes (niet te verwarren met sproeien). Dit kan bijvoorbeeld passen bij blaasontsteking of een verstopping. U vindt dan alleen kleine plasjes en de kat kan veel aandrang hebben zonder dat er veel urine komt. Neem dan contact op met de dierenarts!

Wat kunt u doen?

Als uw kat veel plast, mag u de waterbak nooit zomaar weghalen! Als uw kat dan namelijk onvoldoende kan drinken, kan hij/zij uitdrogen. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de nieren. Wat kunt u dan wel doen? Wacht niet te lang en vraag de dierenarts om advies. U kunt zien of uw kat uitgedroogd is door de huid aan de zijkant van de borstkas op te tillen en los te laten. Gaat de huid niet direct terug in de normale positie? Dan is uw kat waarschijnlijk uitgedroogd. Ook kunt u het tandvlees beoordelen, dit hoort vochtig te zijn.

Oorzaken van veel plassen en veel drinken

Er zijn meer dan 15 oorzaken die kunnen leiden tot veel plassen en drinken. Voorbeelden van oorzaken zijn: nierfalen, hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier), suikerziekte en leverproblemen.

Hoe stellen we de diagnose?

Het onderzoek begint met urine onderzoek, liefst van de eerste urine van de dag (ochtendurine). Dit wordt vrijwel altijd gevolgd door een bloedonderzoek. Ook kunnen daarna aanvullend urine onderzoek, een echografie, weefselonderzoek, röntgenfoto of andere onderzoeken nodig zijn.

Waaruit bestaat de behandeling?

Door vroegtijdig de oorzaak op te sporen, kunnen veel oorzaken nog behandeld worden. Als u te lang wacht, kan het soms al te laat zijn! Om welke behandeling het gaat, hangt af van de oorzaak. Beperk nooit de hoeveelheid drinkwater! Uw kat kan hierdoor levensgevaarlijk uitdrogen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl