Veel drinken en plassen hond

Sommige honden drinken altijd dezelfde hoeveelheid water, andere honden drinken weinig. Als baas van een hond let u op de water consumptie van uw hond. Het is verstandig naar de dierenarts te gaan als uw hond meer of minder drinkt dan normaal omdat dit een signaal kan zijn dat uw hond ziek is.

Drinkt mijn hond veel?

Een richtlijn voor de hoeveelheid water die een hond drinkt is ongeveer 50 ml water per kg lichaamsgewicht per dag. Een hond van 10 kg mag dus ongeveer 0,5 liter water op een dag drinken. De hoeveelheid drinken hangt natuurlijk ook af van de omgevingstemperatuur en de hoeveelheid lichaamsbeweging. En een hond die vers vlees of blikvoer krijgt, zal gemiddeld minder drinken dan een hond die op brokken staat. Als uw hond duidelijk meer drinkt of meer is gaan drinken dan voorheen, is het verstandig onderzoek te doen.

Plast mijn hond veel?

Honden die niet zijn uitgedroogd produceren zo’n 10 – 20 ml urine per kg lichaamsgewicht per dag. Voor een hond van 10 kg betekent dat een minimum van een halve beker urine per dag. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen veel plassen en vaak plassen. Met veel plassen bedoelen we grote hoeveelheden in een keer. De urine is vaak licht van kleur, uw hond is veel langer aan het plassen en kan zelfs in huis gaan plassen. Er ligt dan een grote plas. Met vaak plassen bedoelen we vaak kleine beetjes. Dit kan passen bij blaasontsteking, een verstopping of dominant gedrag. U vindt dan alleen kleine plasjes en de hond kan veel aandrang hebben zonder dat er veel urine komt. Neem dan contact op met de dierenarts!

Wat kunt u doen?

Als uw hond veel plast, mag u de waterbak nooit zomaar weghalen! Als uw hond dan namelijk onvoldoende kan drinken, kan hij/zij uitdrogen. Dit kan leiden tot blijvende schade aan de nieren. Wat kunt u dan wel doen? Wacht niet te lang en vraag de dierenarts om advies. U kunt zien of uw hond uitgedroogd is door de huid aan de zijkant van de borstkas op te tillen en los te laten. Gaat de huid niet direct terug in de normale positie? Dan is uw hond waarschijnlijk uitgedroogd. Ook kunt u het tandvlees beoordelen, dit hoort vochtig te zijn.

Oorzaken van veel plassen en veel drinken

Er zijn meer dan 15 oorzaken die kunnen leiden tot veel plassen en drinken. Voorbeelden van oorzaken zijn: nierfalen, baarmoederontsteking, suikerziekte, leverproblemen en de ziekte van Cushing.

Hoe stellen we de diagnose?

Het onderzoek begint met urine onderzoek, liefst van de eerste urine van de dag (ochtendurine). Dit wordt vrijwel altijd gevolgd door een bloedonderzoek. Ook kunnen daarna aanvullend urine onderzoek, een echografie, weefselonderzoek, röntgenfoto of andere onderzoeken nodig zijn.

Waaruit bestaat de behandeling?

Door vroegtijdig de oorzaak op te sporen, kunnen veel oorzaken nog behandeld worden. Als u te lang wacht, kan het soms al te laat zijn! Om welke behandeling het gaat, hangt af van de oorzaak.

Let op

Beperk nooit de hoeveelheid drinkwater! Uw hond kan hierdoor levensgevaarlijk uitdrogen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Te traag werkende schildklier hond

Wat is hypothyreoïdie? Wanneer de schildklier te weinig hormoon aanmaakt, spreken we van een te traag werkende schildklier. Het schildklierhormoon speelt een belangrijke rol bij de stofwisseling. Er zijn verschillende oorzaken. Het vaakst komt een afweerreactie  van het lichaam tegen de schildklier (auto-immuun) voor.

Wat zijn de symptomen?

Als er te weinig hormoon in het lichaam is, kan zich dat uiten in verschillende symptomen:
  • Huidproblemen; kale plekken, huidinfecties, schilfering, dunne vacht
  • Overgewicht
  • Sloomheid en lusteloosheid
  • Trage en trieste uitdrukking
  • Spierzwakte
  • Bloedarmoede
  • Hartritmestoornissen
  • Etc.

Hoe stellen we de diagnose?

Door middel van bloedonderzoek kunnen de gehaltes aan schildklierhormoon (T4) en schildklier stimulerend hormoon (TSH) worden bepaald. Ook kan eventueel een stimulatietest worden gedaan. Omdat een lage T4 waarde ook voor kan komen bij andere aandoeningen, is het niet altijd zo eenvoudig om de diagnose te stellen.

Waaruit bestaat de behandeling?

Een hond met hypothyreoïdie is zeer goed te behandelen met tabletten die het schildklierhormoon vervangen. Met de juiste therapie en regelmatige controles zijn de symptomen doorgaans volledig reversibel en de prognose is dan ook uitstekend.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Syndroom van Cushing hond

Wat is het Syndroom van Cushing?

In de bijnieren wordt het stresshormoon cortisol gemaakt. Wanneer de bijnieren teveel van dit hormoon aanmaken, kan uw hond het syndroom van Cushing krijgen. Dit komt vooral voor bij oudere honden. De oorzaak ligt in ongeveer 85% van de gevallen in een tumor van het orgaan dat de bijnieren aanstuurt, namelijk de hypofyse. Deze tumor is altijd goedaardig, maar kan wel groot worden. De overige 15% wordt veroorzaakt door een tumor in de bijnier(en) zelf.

Als een hond behandeld wordt met bepaalde medicijnen (corticosteroïden zoals prednison), kan dat ook leiden tot de verschijnselen van het syndroom van Cushing.

Wat zijn de symptomen?

Een teveel aan cortisol kan de volgende verschijnselen geven:
-Veel drinken en veel plassen
-Veel eetlust, vraatzucht
-Dikkere buik
-Dunnere vacht en kaalheid
-Hijgen
-Spierzwakte

Hoe stellen we de diagnose?

Met bloedonderzoek kunnen we andere oorzaken uitsluiten. Ook kunnen soms veranderingen zichtbaar zijn die op het syndroom van Cushing kunnen wijzen. De definitieve diagnose stellen we met een driedaags urine onderzoek. Als de diagnose gesteld is, kan met een CT-scan en echografie de oorzaak van het syndroom van Cushing worden bepaald. Dit is belangrijk voor de prognose en de behandeling.

Waaruit bestaat de behandeling?

Vaak wordt gekozen om het syndroom van Cushing te behandelen met medicijnen (Vetoryl®). Dit remt de aanmaak van cortisol in de bijnieren. De behandeling is levenslang en er zullen regelmatig controles ingepland worden bij de behandelend dierenarts.

Indien de oorzaak een tumor in de hypofyse is, kan ook gekozen worden voor het weghalen van de hypofyse met een operatie. Zo’n tumor kan namelijk zorgen voor erge hoofdpijn bij uw hond en dat is natuurlijk zeer onprettig. Door het weghalen van de hypofyse wordt de prognose veel beter.

Een bijniertumor is vaker kwaadaardig en wordt dan ook bij voorkeur met een operatie verwijderd.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Suikerziekte (diabetes mellitus) hond

Wat is suikerziekte?

Suikerziekte is de meest voorkomende hormoonafwijking bij de hond. Een hond met suikerziekte maakt te weinig insuline aan om de suikergehaltes in het bloed op peil te houden. Insuline wordt door de alvleesklier (pancreas) gemaakt en zorgt ervoor dat suiker de cellen in kan. Bij suikerziekte krijgen de cellen dus te weinig suiker en zit al het suiker in het bloed. Dit suiker wordt uitgeplast en de hond zal dan ook veel plassen en veel drinken.

Wat zijn de symptomen?

Doordat de cellen te weinig suiker krijgen, ontstaan verschillende symptomen. Een of meerdere hiervan kunnen aanwezig zijn:

  • Veel plassen en veel drinken
  • Hongerig, veel willen eten
  • Vermageren
  • Slechte, plukkerige en doffe vacht
  • Sloomheid, veel slapen
  • Spierzwakte
  • Staar (troebele ooglens); dit zien we bij 50-80% van de honden met suikerziekte! Ze kunnen hier blind van worden.
  • Blaasontsteking; honden met suikerziekte hebben hier een vergrote kans op.
  • Bij vergevorderde suikerziekte kan de hond zo zwak en ziek worden dat hij stopt met eten en drinken en kan gaan braken. Dit is een spoedgeval!

Wat is de oorzaak van suikerziekte?

Suikerziekte bij honden is vaak vergelijkbaar met Type 1 diabetes bij mensen. Hierbij maakt het lichaam afweerstoffen tegen de alvleeskliercellen. Ook type 2 diabetes komt voor, waarbij een andere aandoening (bijvoorbeeld de ziekte van Cushing of hypothyreoïdie) aanwezig zijn. Bij de hond zien we daarnaast een vorm waarbij teefjes na de loopsheid suikerziekte ontwikkelen onder invloed van het hormoon progesteron. Als we hier op tijd bij zijn en de teef zo snel mogelijk steriliseren, kan suikerziekte weer helemaal verdwijnen.

Hoe stellen we de diagnose?

Met bloedonderzoek kan het suikergehalte (glucose) in het bloed bepaald worden. Ook kunnen fructosamines worden bepaald, die wat zeggen over de ernst en duur van de suikerziekte.

Waaruit bestaat de behandeling?

De behandeling van suikerziekte bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Teefjes zo snel mogelijk steriliseren! Te lang wachten kan leiden tot onomkeerbare suikerziekte. Voor reutjes is castratie niet nodig.
  • Behandeling met insuline; vaak wordt gestart met 2x daags een onderhuidse injectie insuline. Dit is niet moeilijk en kunt u zelf doen. In de beginfase is meerdere keren bloedonderzoek nodig om de juiste dosis te kunnen bepalen.
  • Een dieet met weinig suiker en veel eiwit.
  • Een speciaal “suikerziekte” dieetvoer.
  • Een regelmatig leefpatroon.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Giardia hond

Een patiëntje uit de praktijk…

Tijdens het spreekuur komt de familie Joosten binnen met Donja. Donja is een blije boomerpup van 12 weken oud. Donja krijgt de laatste puppyenting! Voordat ik Donja ent, kijk ik haar na en vraag aan de familie Joosten of alles goed gaat. Donja eet goed, drinkt normaal, plast normaal, maar opvallend: haar ontlasting is niet altijd mooi stevig. Donja is nog maar 3 weken bij de familie in huis en ze zijn ook overgestapt op andere puppybrokjes. Op 2, 4, 6 en 8 weken is Donja ontwormd bij de fokker.

Bij het lichamelijk onderzoek kom ik geen bijzondere dingen tegen, dus Donja krijgt haar enting. Vanwege de voerwisseling adviseer ik de familie nog een week af te wachten, maar mocht de ontlasting wisselend van consistentie blijven, dan ontlasting van 3 achtereenvolgende dagen op te vangen en in te leveren.
Twee weken later krijg ik van de assistente een uitslag in de hand. De ontlasting van Donja is nagekeken en ze blijkt Giardia te hebben! Dit kan wel eens de reden van de wisselende ontlasting zijn…

Wat is Giardia?

Giardia is een ééncellige parasiet die kan voorkomen in de darm van de mens en een groot aantal dieren. Wanneer een hond besmet is met Giardia, worden er oöcysten (eitjes) uitgescheiden in de ontlasting. Komt een andere hond in contact met deze oöcysten en vindt opname via de mond plaats dan kan deze hond ook geïnfecteerd raken met Giardia. De oöcysten komen via de mond terecht in de darm. Ze ontwikkelen zich tot trofozoieten. Deze trofozoieten zijn in het bezit van een soort zuignap waarmee ze zich vasthechten aan de darm. De trofozoieten scheiden weer nieuwe oöcysten uit die via de ontlasting overal in de omgeving terechtkomen.

Wat zijn de symptomen?

Wanneer de trofozoieten aanhechten aan de darmwand veroorzaken ze schade aan de darm en een ontstekingsreactie. Veel honden zijn geïnfecteerd met Giardia maar vertonen geen klachten (de dragers). Deze dragers scheiden wel oöcysten uit, waardoor ze wel een bron van besmetting voor andere honden kunnen zijn. Vooral pups hebben daadwerkelijk ‘last’ van de infectie. Wisselende consistentie van de ontlasting tot flinke diarree wordt gezien. Ook kan het dier duidelijk buikpijn hebben. Door de diarree kan het dier wat achterblijven in groei. Giardia is een zoönose, ofwel een ziekte die van mens op dier overgedragen kan worden en omgekeerd. Onderzoeken wijzen uit dat het wel waarschijnlijker is dat bij Giardia de overdracht van mens op hond plaatsvindt, en meestal niet andersom.

Hoe stellen we de diagnose?

Wanneer een hond regelmatig diarree heeft, wordt geadviseerd ontlasting in te leveren bij de dierenarts. Bij voorkeur ontlasting van 3 achtereenvolgende dagen. Dit omdat de oöcysten niet continu worden uitgescheiden. Wanneer de ontlasting van slechts 1 dag wordt onderzocht, is de kans groot dat de infectie gemist wordt. Door een monster van 3 dagen te onderzoeken, is de kans op een positieve uitslag het grootst.

Waaruit bestaat de behandeling?

Behandeling vindt plaats met een 3 daagse kuur fenbendazol (Panacur©). Ook wordt Metronidazole op voorschrift van uw dierenarts ingezet ter behandeling. Omdat de oöcysten heel lang overleven in de omgeving, vinden er vaak herinfecties plaats. Het is dus erg belangrijk om de omgeving ook goed te reinigen en waar mogelijk desinfecteren. Denk aan de vloer, de hondenmand, de voer/waterbak, speelgoedjes maar ook bv de mat in de auto waar de hond veel op zit. Het is verstandig de achterhand van de hond regelmatig te wassen om zo ook daar oöcysten te verwijderen. Soms wordt de beschreven behandeling herhaald. Wanneer er meerdere honden in huis aanwezig zijn, is het raadzaam alle honden te behandelen!

Terug naar onze patiënt Donja….

Donja kreeg een kuur fenbendazol. Haar baasjes volgden de schoonmaakinstructies goed op. Een maand later was Donja weer op de praktijk voor een puppycheck. Ze was hard gegroeid en haar ontlasting was nu weer helemaal normaal. Dochter Lara van 6 had 3 maanden geleden ook Giardia gehad…. Was zij misschien een bron voor Donja? Of liepen er ook andere honden met Giardia rond op de puppycursus? Of was het hondenveldje om de hoek een bron van besmetting?
Kortom, allemaal vragen waar we het antwoord niet op weten. Let dus goed op!

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Bronnen:
– Giardia-infecties Deel 1. Epidemiologie bij mens en dier. Ronald van Noort, Mathilde Uiterwijk, Joke W.B. van der Giessen, Rolf E.R. Nijsse, Lars I. Slingerland, Linda Horspool, Tjerk J.T. Bosje, Giora Van Straten, Paul A.M. Overgaauw, Tijdschrift voor Diergeneeskunde 2015, 7: 26-29
– Giardia-infecties Deel 2. Consensus over diagnostiek en therapie bij hond en kat. Ronald van Noort, Mathilde Uiterwijk, Joke W.B. van der Giessen, Rolf E.R. Nijsse, Lars I. Slingerland, Linda Horspool, Tjerk J.T. Bosje, Giora Van Straten, Paul A.M. Overgaauw, Tijdschrift voor Diergeneeskunde 2015, 8: 28-31

Jeuk bij de kat

Wat zijn de symptomen? Jeuk uit zich in krabben, bijten, overmatig wassen en likken. Ook schudden met de kop, met de kop over de grond schuren en met de poten langs de kop schuren worden gezien. Dieren kunnen flink verharen, een schilferige of vette huid hebben en een vervelende geur krijgen. De vacht kan roodbruin gaan verkleuren op plekken waar de kat veel likt.

Wat zijn de oorzaken voor jeuk?

Veel voorkomende oorzaken zijn:
  • Allergie (zie ook het artikel over allergie)
  • Parasieten, zoals vlooien en mijten
  • Schimmel- of gistinfectie
  • Bacteriële infectie
  • Immuunstoornis
  • Hormoonstoornis, bijvoorbeeld hyperthyreoïdie
  • Etc.

Hoe stellen we de diagnose?

We beginnen met een algemeen onderzoek en stellen vragen over de symptomen. We controleren of er vlooien aanwezig zijn en starten eventueel een vlooienbehandeling. Daarna maken we een huidafkrabsel om mijten uit te sluiten. Ook kan een schimmelkweek worden ingezet. Wanneer deze onderzoeken geen resultaat geven, wordt een hypoallergeen dieet gestart. Hierbij krijgt de kat gedurende 6 weken uitsluitend een specifiek dieet voorgeschreven. Mocht ook dit geen resultaat geven, dan kunnen we bloedonderzoeken en huidtesten doen om eventuele atopie aan te tonen. Eventueel kunnen ook nog huidbiopten genomen worden.

Waaruit bestaat de behandeling?

Om jeuk bij de kat doelgericht te behandelen is het belangrijk om de onderliggende oorzaak te vinden. Door stap voor stap de oorzaken te onderzoeken, kun je erachter komen wat het beste plan van aanpak is. In sommige gevallen wordt dan wel gekozen voor een tijdelijke onderdrukking van de jeuk met medicatie.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Huidschimmel (dermatofytose, ringworm) kat

Wat is huidschimmel? Een infectie met huidschimmels is bij mensen vaak bekend onder de naam ‘ringworm’. Het is de meest voorkomende schimmelinfectie bij katten. Het is erg besmettelijk, maar gelukkig niet levensbedreigend. We zien infecties vooral op plaatsen waar veel katten samen zijn, zoals in pensions, asielen en catteries. Vooral jonge of zieke dieren zijn extra vatbaar. Er zijn verschillende soorten huidschimmels. Bij de kat zien we vooral Microsporum canis. Deze schimmel is ook besmettelijk voor andere dieren en mensen. We noemen dit een ‘zoönose’.

Wat zijn de symptomen?

Bij sommige katten zie je helemaal niets aan de buitenkant, terwijl ze wel schimmel hebben. Dit noem je de dragers. Bij andere katten zien we (ronde) kale plekken met een lichtrode rand, afgebroken haren en schilfers. Er is vaak weinig of geen jeuk. Bij sommige katten zien we ‘miliaire dermatitis’, dit zijn hele kleine korstjes en plekjes verspreid over de huid.

Hoe stellen we de diagnose?

Soms kunnen we met een speciale lamp (de Woodse lamp) of onder de microscoop de schimmel aantonen. Verder kunnen we een schimmelkweek inzetten of een PCR laten maken. Dit kan van de haren die we met een borsteltje verzamelen of van een huidafkrabsel. De uitslag van de kweek laat soms 3 weken op zich wachten. De uitslag van de PCR hebben we vaak al binnen enkele dagen, maar is wel een stukje duurder.

Waaruit bestaat de behandeling?

Er is niet een duidelijke behandeling voor schimmelinfecties. Het hangt namelijk af van het aantal katten, hun gezondheid en de leefomstandigheden. We zullen dus voor elke situatie een inschatting maken wat de best passende behandeling is. Mogelijke opties zijn: het wassen (en eventueel scheren) van de kat met een speciale shampoo, behandeling met medicijnen via de bek en ontsmetting van de omgeving. Katten moeten behandeld worden tot dat de uitslag van de schimmelkweek 2 keer negatief is (geen schimmel meer gekweekt). Dit is vaak een langdurige therapie!

Hoe kan de omgeving schoongemaakt worden?

De omgeving moet het liefst dagelijks goed schoongemaakt worden. Het beste kan eerst goed gestofzuigd (met HEPA filter) en daarna geschrobt worden met water en een normaal schoonmaakmiddel. Daarnaast wordt geadviseerd om 2 keer per week te desinfecteren met een 1 op 10 verdunde bleekoplossing. Alle kleedjes/zachte materialen moeten (het liefst 2 keer achter elkaar) in de wasmachine op 60 graden. Vraag uw dierenarts om verder advies.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Allergie kat

Wat is een allergie? Bij een allergie reageert het afweersysteem van het lichaam overmatig op een bepaalde stof. Een kat kan bijvoorbeeld een afweerreactie krijgen tegen bepaalde pollen of stof, maar ook tegen voedsel of vlooien. Een allergie is de meest voorkomende oorzaak van jeuk en huidproblemen bij de kat.

Wat zijn de symptomen?

Bij een allergie is sprake van jeuk. Deze kan variëren van mild tot ernstig en kan op het hele lichaam of alleen op bepaalde plaatsen voorkomen. De kat kan krabben, bijten, zich veelvuldig wassen of likken. Voorkeursplekken zijn de kop, nek, onderrug en liezen. Bij een allergie zie je in eerste instantie vaak geen afwijkingen aan huid of haren. Door al het krabben, bijten en likken kan de vacht rood verkleuren en de huid kan rood worden en wondjes vertonen. Verder kunnen ook de oren mee gaan doen. Soms zien we bij een allergie zelfs alleen maar een oorontsteking. Bij een allergie is de huidbarrière niet meer zo goed. De huid is dan gevoeliger voor het ontstaan van secundaire infecties, zoals gisten en bacteriën. Deze leiden tot verergering van de symptomen.

Welke soorten allergieën zijn er?

Er zijn verschillende soorten allergieën. Aan de hand van de symptomen kan je geen duidelijk onderscheid maken tussen deze allergieën. Het kan soms een hele zoektocht zijn voor duidelijk is om wat voor allergie het gaat. Een systematische aanpak is dan ook van belang. Vlooienallergie: Dit is de meest voorkomende allergie. Vaak zie je jeuk aan onderrug en liezen. Een enkele vlooienbeet kan al heftige jeuk geven. Zie ook het artikel over vlooien. Atopie: Een atopie is een allergie voor bepaalde stoffen in de omgeving, zoals mijten, pollen en grassen. Het kan seizoensgebonden zijn, maar ook het hele jaar door verschijnselen geven (bijvoorbeeld bij huisstofmijt). Voedselallergie: Hierbij is een kat allergisch voor een bestanddeel in het voer. De meest voorkomende allergenen zijn rund, zuivel en tarwe. Een allergie kan op elke leeftijd ontwikkelen, maar begint vaak al bij jonge katten. Ook als een kat al jarenlang hetzelfde voer krijgt, kan daar een allergie voor ontstaan. Het meest voorkomende verschijnsel is jeuk aan kop en nek. Contactallergie: Deze vorm van allergie komt het minst vaak voor. Hierbij reageert een kat allergisch door contact met een bepaalde stof, zoals een voerbak of een bepaald soort schoonmaak- of wasmiddel. De jeuk zal dan op de plekken gelokaliseerd zijn die met die stof in aanraking komen.

Hoe stellen we de diagnose?

Om de oorzaak van de jeuk en huidproblemen te achterhalen, is een systematische aanpak nodig. Door stap voor stap de oorzaken van jeuk te onderzoeken, kunnen we uiteindelijk in veel gevallen de diagnose stellen (helaas niet altijd). Dit kan een vrij lang, frustrerend en prijzig traject zijn. Soms wordt ervoor gekozen om bepaalde onderzoeken omwille van de kosten over te slaan. Dit is meestal niet verstandig. Stel dat er meteen een duur bloedonderzoek voor atopie wordt gedaan en de kat blijkt uiteindelijk gewoon vlooien, schimmel of mijten te hebben… We beginnen met een algemeen onderzoek en stellen vragen over de symptomen. We controleren of er vlooien aanwezig zijn en starten eventueel een vlooienbehandeling. Daarna maken we een huidafkrabsel om mijten uit te sluiten. Ook kan een schimmelkweek worden ingezet. Wanneer deze onderzoeken geen resultaat geven, wordt een hypoallergeen dieet gestart. Hierbij krijgt de kat gedurende 6 weken uitsluitend een specifiek dieet voorgeschreven. Het mooist is om een zelfbereid dieet te geven met een eiwitbron die de kat nog nooit eerder gegeten heeft, bijvoorbeeld geiten- of struisvogelvlees. Mocht ook dit geen resultaat geven, dan kunnen we bloedonderzoeken en huidtesten doen om eventuele atopie aan te tonen. Eventueel kunnen ook nog huidbiopten genomen worden.

Waaruit bestaat de behandeling?

Welke behandeling wordt ingesteld, hangt af van het type allergie. Een vlooien- en voedselallergie spreken voor zich. Bij een atopie kan met medicijnen en een speciale desensitisatietherapie gestart worden. Soms is het daarnaast noodzakelijk om te gaan behandelen met jeuk remmende medicatie. Ook kunnen secundaire infecties bestreden worden met bijvoorbeeld een speciale shampoo. Er zijn ook huidondersteunende middelen op de markt die de huidbarrière kunnen verbeteren.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Verharen hond

Last van hondenhaar? Waarschijnlijk heeft iedere hondenbezitter er last van: haar. Soms lijkt het wel of ze bewust en expres overal waar ze komen wat haren laten liggen. Maar hoe kom je het beste van hondenhaar af? Een aantal tips.

Borstelen van de hond

Vooral bij honden met een dikke vacht is flink haarverlies (een aantal keer per jaar) onvermijdelijk. Je kunt speciale kammen en borstels aanschaffen voor honden, die het losse haar verwijderen.

Stofzuigen van hondenharen

Al zouden we het liever niet doen, stofzuigen is helaas een verplichte en vaak voorkomende activiteit als je je huis vrij van haren wilt houden. Het is daarom aan te raden niet zomaar de eerste de beste stofzuiger te gebruiken, want een slechte stofzuiger laat veel haren achter. Bijvoorbeeld de Dyson stofzuiger speciaal voor huisdieren heeft een goede reputatie.

Wasdroger verwijdert veel hondenharen

Veel honden hebben een eigen plekje waar ze graag uren per dag doorbrengen. Als je hier een kleedje onderlegt, kun je veel haren opvangen. Wanneer je deze zo nu en dan uitwast, is het ook aan te raden deze hierna in de wasdroger te stoppen. Dan ben je er zeker van dat je alle haren hebt verwijderd. Dit werkt natuurlijk ook voor de haren op kleding, kussenslopen en knuffels.

Tape om hondenhaar te verwijderen

De bank, kleding en hondenmanden hebben ook altijd ruzie met hondenhaar. Wil je hier gemakkelijk de haren verwijderen, omwikkel dan je hand met brede Ducttape en ga hiermee over de stoffen bank en kleding. Zo blijven alle haren en al het stof aan de tape plakken.

Rubberen handschoen

Doe een simpele rubberen handschoen aan (eventueel een beetje nat maken) en hij neemt alle haren mee.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Mijten bij honden

Hond met jeuk door schurftmijt

Wat zijn mijten?

Mijten zijn spinachtige ectoparasieten die meestal met het blote oog niet te zijn omdat ze in de oppervlakkige of diepere lagen van de huid zitten.

Er zijn verschillende soorten mijten maar wat ze met elkaar gemeen hebben is dat ze in meer of mindere mate jeuk veroorzaken bij uw hond. Wat weer leidt tot huidschilfers, ontstekingen en haaruitval.

Hoe kunnen we aantonen dat uw hond mijten heeft?

Oppervlakkige mijten kun je vaak al aantonen met een oppervlakkig afkrabsel van de huid of met een plakband techniek waarna de verzamelde huidschilfers onder de microscoop worden bekeken. De mijten die dieper in de huid zitten worden met een dieper afkrabsel van de huid onder de microscoop aangetoond.

De meest voorkomende mijten

  • De cheyletiella mijt is een oppervlakkige vachtmijt. Het veroorzaakt meestal milde jeuk klachten en een schilferige vacht. Meestal bevindt het zich aan de rugzijde van uw hond. Het is besmettelijk voor andere honden en hoewel de honden cheyletiella gastheer specifiek is, is het raadzaam alle dieren in huis te behandelen. Behandeling bestaat meestal uit een spot-on in de nek met een middel geregistreerd voor deze aandoening. Het is echter ook belangrijk de omgeving te behandelen met een antiparasitaire spray en alles wat wasbaar is te wassen bij 60 graden. Hoewel de kans klein is kunnen eigenaren ook huidklachten krijgen. Deze gaan meestal vanzelf over wanneer het dier wordt behandeld. Echter heeft u zelf klachten neem contact op met uw huisarts.
  • De Demodex mijt of wel puppyschurft zit dieper in de huid ter hoogte van de haarzakjes. Deze mijt kan erge jeuk veroorzaken maar ook vaak geen jeuk klachten. De klachten beginnen meestal bij het hoofd met kale plekken o.a. rondom de ogen daarna poten, romp en nek.
    Demodex komt meestal voor bij jonge dieren of oudere dieren met een slechte weerstand. Het kan besmettelijk zijn voor andere honden maar niet voor de eigenaar. Er zijn verschillende mogelijkheden voor behandeling. Elke hond en elke situatie is anders. Vraag gerust uw dierenarts om advies.
  • Sarcoptis mijt of schurft bevindt zich ook in de diepere lagen van de huid en veroorzaakt zeer heftige jeuk bij honden. Vaak zo erg dat ze alleen maar willen krabben en zelfs gaan afvallen. Klachten beginnen vaak ook bij het hoofd gebied maar verspreiden zich snel naar het gehele lichaam.

Schurft komt niet veel voor in Nederland, maar wel bij zwerfdieren in het buitenland. Omdat deze dieren nu ook vaker via stichtingen hier naar toe komen wordt het nu wat vaker gezien. Het is zeer besmettelijk voor andere honden. Behandeling bestaat o.a. met een spot-on behandeling bv Stronghold en antibacteriële shampoo voor de huid infecties. Tevens moet de omgeving van de hond goed schoongemaakt worden. Deze mijten zijn gastheer specifiek maar kunnen tijdelijk eigenaren besmetten, meestal gaan de huid klachten vanzelf weer weg wanneer het dier wordt behandeld. Bij twijfel neem contact op met uw huisarts.

  • Oormijten kun je gemakkelijk zien met een otoscoop. Ze zien er uit als kleine witte spinnetjes. Het komt vooral voor bij puppy’s en veroorzaakt meestal matige jeuk en veel zwarte/bruine oorsmeer. Het is besmettelijke voor andere dieren. Oormijten zijn echter goed te behandelen met een spot-on in de nek tegen oormijten evt. in combinatie met een antiparasitaire oorzalf. Het is het beste om alle dieren in huis te behandelen ook al hebben ze geen klachten. Deze mijten zijn niet besmettelijk voor de eigenaar.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl