Lekker naar het bos, strand of op vakantie met je hond. Gezellig toch? Helaas komt het wel eens voor dat de rit erheen voor de hond helemaal niet zo plezierig is. Zowel reisziekte (wagenziekte) als angst en stress kunnen een reis behoorlijk verpesten voor zowel hond als baas. Gelukkig kunt u zelf maatregelen nemen om de reis zo aangenaam mogelijk te maken.
Misselijkheid in de auto
Veel pups zijn in het begin wagenziek en kunnen gaan braken. Het misselijke gevoel kunnen ze koppelen aan de auto. Autorijden levert dan stress op. Lees hier meer over reisziekte en wat u kunt doen om uw hond te helpen.
Hoe leer ik mijn hond dat de auto leuk is?
Als pups op jonge leeftijd goede ervaringen opdoen in de auto, kunt u hem/haar leren dat autorijden helemaal niet erg is. Maar hoe werkt dat?
Vaak zal de eerste autorit voor een pup de reis zijn van fokker naar u als nieuwe eigenaar. Dit is ook de eerste keer zonder hun vertrouwde omgeving, moeder en nestgenootjes. Het kan behoorlijk stressvol zijn en daarnaast kunnen ze ook nog reisziek zijn. Het zou het mooist zijn als de fokker al geoefend heeft met korte autoritjes met de teef en haar pups, zodat ze vast kunnen wennen.
Stel de hond eerst op zijn gemak in een stilstaande auto. Ga pas rijden als u merkt dat uw hond zich op zijn gemak voelt.
Maak de autoritjes kort en aangenaam. Leid de hond af met een leuk speeltje of wat lekkers (niet als u zelf aan het stuur zit natuurlijk) en stop regelmatig voor wat frisse lucht en beweging buiten.
Als korte ritjes goed gaan, bijvoorbeeld naar het park om de hoek, dan kunt u de reistijd langzaam gaan opvoeren.
Beloon uw hond voor rustig gedrag in de auto.
Hoe kan ik mijn hond veilig vervoeren?
Het is een mooi gezicht, zo’n hond met zijn kop uit het raam met zijn vacht en oren flapperend in de wind. Verstandig is het echter niet! Het kan leiden tot vervelende ongelukken of irritaties aan oren of ogen. Maar hoe kan het dan wel veilig?
Laat uw hond niet los in de auto. Bij een ongeluk kan uw hond door de auto gelanceerd worden en door de voorruit vliegen of tegen u of een medepassagier aan. Dit kan leiden tot zeer ernstig letsel! Ook kunt u als bestuurder sneller worden afgeleid, wat gevaarlijke situaties op kan leveren.
Zet de hond altijd vast in de auto. Het liefst in een vast gemonteerde metalen transportbench. Deze zijn het veiligst wanneer u een ongeluk krijgt. Kunststof transportboxen of benches van metaaldraad, zijn geen veilige keuze! Bij een botsing kunnen ze kapot gaan en scherpe randen kunnen voor flink letsel zorgen. Ook canvas benches bieden onvoldoende bescherming.
Een andere mogelijkheid is om de hond vast te zetten in een speciaal reisharnas op de achterbank of in de kofferbak of door een rek te monteren. Dit voorkomt dat de hond bij plotseling remmen of een ongeluk door de voorruit geslingerd wordt. Voor de hond is dit wel een stuk minder veilig dan een bench! De ANWB heeft diverse tuigjes getest en deze producten waren niet geslaagd voor de crashtest: (www.anwb.nl/auto/tests/hond-mee-in-de-auto/test-hond-mee-in-de-auto). Zet de hond nooit vast aan de halsband of op de voorstoel.
Zorg voor een fijn klimaat in de auto. Niet te warm en niet te koud. Zorg voor frisse lucht en rook niet onderweg.
Tot slot nog een waarschuwing. Laat een hond NOOIT alleen in de auto, ook niet in de schaduw met een raampje op een kier. Honden kunnen hun warmte veel minder goed kwijt dan wij. De temperatuur kan in de auto snel oplopen en oververhitting kan snel optreden en zelfs de dood tot gevolg hebben. Wees dus verstandig!
Wat zegt de wet?
In Nederland zijn er geen specifieke regels voor het vervoeren van honden in de auto. Het mag alleen geen gevaarlijke situaties opleveren. In andere landen gelden wel strengere regels. Zo moet in Duitsland de hond verplicht vervoerd worden in een bench, achter een hondenrek of vastgezet met een tuig. U kunt via de ANWB en het LICG informatie vinden over het land waar u doorheen reist.
Net als mensen, kunnen honden wagenziek worden. Een hond met reisziekte (wagenziekte) is misselijk. Dit komt doordat het evenwichtsorgaan tijdens het reizen andere signalen krijgt dan wat de hond aan bewegingen waarneemt. Dit leidt tot desoriëntatie en daarmee misselijkheid en braken. Het komt voor op alle leeftijden, maar we zien het vooral bij jonge honden. Bijna 20% van de honden heeft er wel eens last van. Het kan een ritje voor zowel hond als baas erg onaangenaam maken. Gelukkig is er wel wat aan te doen!
Wat zijn de symptomen?
Typische symptomen die wijzen op reisziekte zijn hijgen, rusteloosheid, angst, trillen, misselijkheid, overmatig kwijlen, smakken, kokhalzen en braken.
Hoe stellen we de diagnose?
Aan de hand van de symptomen die optreden tijdens het reizen wordt het waarschijnlijk dat het om reisziekte gaat.
Waar uit bestaat de behandeling?
Er zijn medicijnen voor dieren op de markt die reisziekte kunnen voorkomen. Deze zijn alleen bij de dierenarts verkrijgbaar. De tabletten worden 1 uur voor het reizen ingegeven en werken gedurende minimaal 12 tot wel 24 uur. In het verleden werden ook wel tabletjes voor mensen gegeven. De effectiviteit van deze medicijnen is bij de hond echter erg wisselend.
Er zijn ook natuurlijke middelen verkrijgbaar die kunnen helpen om een dier te laten ontspannen. Denk hierbij aan Adaptil, Bach rescue druppels pets, etc. Deze doen niets aan de misselijkheid, maar zouden ondersteuning kunnen geven om de stress gepaard met het reizen te verminderen.
Naast medicijnen is het ook belangrijk om de hond te leren dat reizen niet erg is. Dit kan soms erg lastig zijn. Sommige honden beginnen al te kwijlen en onrustig te worden als ze in een stilstaande auto zitten, omdat ze eerder misselijkheid ervaren hebben. De stress die hiermee gepaard gaat, maakt het alleen maar erger. Heel veel geduld en het opdoen van positieve ervaringen zijn dan belangrijk. Is uw hond echt bang tijdens het rijden? Neem dan contact op met een ervaren gedragstherapeut.
Besteed tijdens het rijden geen aandacht aan uw hond als deze misselijk wordt. Ga hem niet troosten of aaien, want daarmee kan je zijn gedrag bevestigen. Zet de auto op tijd aan de kant, dus voordat de hond gaat braken. Houdt de motor het liefst wel draaiend en blijf dan in de auto tot de misselijkheid wat is afgenomen. Dan leert uw hond niet zo’n sterke associatie tussen de auto en de misselijkheid.
Hoe wordt het reizen zo aangenaam mogelijk?
Om misselijkheid te voorkomen, hebben we voor u een aantal tips:
Vervoer uw hond op een veilige manier, dus in een kennel of met een reistuigje.
Rijd voorzichtig en vermijd plotseling optrekken of remmen.
Zorg voor een aangename temperatuur in de auto. Laat een hond ook nooit alleen achter in een auto! De temperatuur kan ontzettend snel oplopen.
Laat de hond altijd eerst aan de auto wennen. Begin in een stilstaande auto en ga pas een klein stukje rijden als de hond op zijn gemak is. Maak zeker de eerste reizen voor een pup zo leuk mogelijk en rijdt bijvoorbeeld alleen een klein stukje naar leuke plek als een park of bos.
Stop regelmatig voor een pauze om de hond wat te laten bewegen en drinken.
Laat eventueel de ramen een klein stukje open, zodat er frisse lucht binnenkomt. En rook ook niet in de auto.
Geef geen maaltijd binnen 1-2 uur voor het reizen, door een volle maag kan uw hond eerder last krijgen van misselijkheid.
U heeft het vast weleens gezien. Uw hond of kat hapt naar een insect. Honden en katten spelen nu eenmaal graag met iets dat beweegt. Dat kan gevolgen hebben.
Is uw dier gestoken door een wesp?
Een wesp is een stekend insect met een onbehaard lichaam en een slanke “wespentaille”. Alleen de vrouwtjes steken, zonder angel maar met gif, vooral bij de ingang van hun grondnest.
Is uw dier gestoken door een bij of hommel?
Een bij is een stekend insect met een behaard lichaam. Alleen de vrouwtjes steken, met angel en gif, en alleen als ze in gevaar is. Wanneer de angel vastzit in een dier en de bij rukt zich los dan scheurt de gifblaas. Einde bijenleven. Het gif blijft werkzaam tot een minuut na de bijensteek. Haal dus de angel met een pincet direct uit de huid van het gestoken dier.
Is uw dier gestoken door een hornaar?
Een hornaar lijkt op een wesp, maar is flink wat groter. Hornaars worden steeds vaker in Nederland gezien. Een hornaar, die ook wel paardenwesp wordt genoemd, is minder agressief en hun gif is niet zo krachtig. Toch is een steek van een hornaar wel pijnlijk.
Is uw dier gestoken door een mug, muskiet of vlieg?
Een hond of kat kan, net zoals wij, gestoken worden door een mug, muskiet of vlieg. Zo’n muggen- of muskietenbeet heeft vaak weinig gevolgen, maar de mug en muskiet zuigen ook bloed. Daardoor kunnen zij ziekten en ziekteverwekkende parasieten overbrengen zoals hartworm.
Wat te doen wanneer mijn hond of kat gestoken is door een insect?
Steek op lijf, poten of staart? Koel de steekplek af met een nat washandje of doek met ijsklontjes en een scheut azijn of een coldpack. Haal voorzichtig de angel uit de huid wanneer het een bijensteek is. Desinfecteer het wondje. Door het koelen zal binnen een paar uur de zwelling minderen, is dit niet het geval, bel dan uw dierenarts.
Steek in bek of keelholte? Door zwelling van de mond, lip, tong of keelholte van uw dier kan acute ademnood ontstaan. Bel direct uw dierenarts.
Heeft uw dier een allergische reactie op de insectenbeet? U ziet dan dat uw hond of kat een heftige zwelling heeft op de steekplek en dat uw dier slomer en shockerig wordt. Hij raakt afwezig. Bel direct uw dierenarts.
Wilt u uw dier verlichten na een insectenbeet? Wanneer uw dier een insectenbeet heeft opgelopen en u heeft geconstateerd dat het eigenlijk wel goed met hem gaat, dan kunt u op de plek van de insectenbeet wat honingzalf of honinggel aanbrengen. Honing verlicht en verzacht. Wij adviseren de Remedy+ ByeBugBite, de honingzalf van Vetramil en de honinggel van Maxani.
Insectensteken voorkomen? Dat gaat nooit geheel lukken. Er zijn wel effectieve anti insectensprays verkrijgbaar, die gericht ingezet in de omgeving van uw dier het aantal insectensteken sterk kan verminderen. Met name de Tedax spray is geschikt voor hond, paard en mens en werkt ook tegen teken.
Het zonnetje schijnt weer volop. Dat is natuurlijk heerlijk genieten, maar tegelijkertijd ook oppassen geblazen. Net als mensen, kunnen dieren door de zon verbranden. Vooral dieren met een dunbehaarde of witte vacht lopen risico. En ook net als mensen, lopen onze huisdieren het risico op het ontwikkelen van huidkanker. Bij katten is bijvoorbeeld het plaveiselcelcarcinoom aan de oorschelpen een hele beruchte.
Wat zijn de symptomen van verbranding door de zon?
Net als bij mensen kunnen we verbranding door de zon in drie groepen opdelen: 1e, 2e en 3e graad verbranding. Daarnaast kennen we de zonnedermatitis en het plaveiselcelcarcinoom.
1e graad: milde roodheid van de huid.
2e graad: rode en pijnlijke huid. Er kan wat haarverlies zijn bij de oorranden en soms zijn deze gezwollen en pijnlijk.
3e graad: de huid is diep verbrand en er is op die plek geen haar aanwezig. De huid kan wittig lijken. Als de zenuwen ook beschadigd zijn, is het niet pijnlijk.
Zonnedermatitis: Bij langdurige blootstelling aan de zon kan de huid chronisch beschadigd raken. Dit wordt elke zomer erger en kan makkelijk tot plaveiselcelcarcinoom leiden. We zien verdikking en schilfering van de huid bij de oren en daarnaast geeft het jeuk, waarbij de kat kan krabben en met zijn kop kan schudden.
Plaveiselcelcarcinoom: Dit is een kwaadaardige tumor die eruit ziet als een wond met korstjes die steeds weer open kan gaan en niet geneest. Ook worden roodheid, irritatie en haarverlies gezien. We zien dit vaak bij katten met witte oren.
Honden en katten kunnen ook oververhit raken. Dit is levensbedreigend. Symptomen die hierop kunnen wijzen zijn: hijgen, rode slijmvliezen, speekselen, zwakte, angst, bloedingen en flauwtes. Zoek direct hulp.
Hoe stellen we de diagnose?
Vaak hebben we op basis van de symptomen al een vermoeden dat het gaat om zonnebrand. Soms zijn aanvullende onderzoeken, zoals huidafkrabsels en biopten, nodig om andere aandoeningen uit te sluiten.
Waaruit bestaat de therapie?
Vraag de dierenarts om hulp indien u vermoedt dat uw hond of kat verbrand is. Bij 2e of 3e graad verbrandingen kan medicatie voorgeschreven worden om de huid te verzorgen, te beschermen tegen infectie en te helpen tegen de jeuk en pijn. Bij hevige verbrandingen of oververhitting wordt ook een infuus gegeven.
Wanneer sprake is van een plaveiselcelcarcinoom van de oren of neus, zullen deze (deels) geamputeerd moeten worden.
Wat kan ik doen om mijn hond en kat te beschermen?
Houd uw huisdier binnen of in de schaduw, zeker tussen 10.00 en 16.00 uur. Ook op bewolkte dagen kan de UV straling erg sterk zijn en kan verbranding optreden.
Zorg ervoor dat uw hond of kat ook binnen niet in de zon kan gaan liggen gedurende die tijden. Doe bijvoorbeeld zonneschermen omlaag of plak UV werende folie op de ramen.
Smeer met zonnebrandcrème geschikt voor hond en kat. Vooral de dunbehaarde delen goed insmeren: oorranden, neus, rond de lippen, liezen en buik. Smeer het liefst meerdere keren per dag en zeker nadat de hond gezwommen heeft.
Er bestaan speciale zonnebrillen voor honden.
Moet ik mijn huisdier nou insmeren met zonnebrandcrème?
Vooral katten en honden met witte oren en neus en honden met een dunne en korte vacht, zoals Bull Terriers, Dalmatiërs en Boxers en katten met een dunne vacht, zoals de Devon Rex, Cornish Rex en Sphinx, moeten goed ingesmeerd worden om ze te beschermen. Ze hebben te weinig pigment (melanine) en beschermende haren om zich tegen de zon te beschermen. Katten die buiten komen lopen natuurlijk het meeste risico, maar ook binnenkatten die graag achter het raam in het zonnetje liggen, kunnen verbranden. Smeer vooral de neus en oorschelpen in met zonnebrandcrème, liefst meerdere keren per dag.
Welke zonnebrandcrème is geschikt?
Katten wassen zichzelf graag en zullen ook na het poetsen van hun oren de pootjes weer aflikken. Ook honden likken zichzelf. Het is dus belangrijk om een product te gebruiken dat niet giftig is bij inname. Gebruik dan ook geen producten met octyl salicylate, homosalate, para-aminobenzoic acid of zink oxide, omdat deze giftig kunnen zijn voor honden en katten. Kies ook een middel zonder parfum. Ook veel zonnebrandmiddeltjes voor baby’s en kinderen zijn daarom ongeschikt.
Speciale zonnebrandcrème voor dieren
Er zijn speciale zonnebrandcrèmes voor dieren op de markt: SunCare van Maxani en Dermoscent Sunfree. Voor hond en kat ideaal. Smeer zonnebrandcrème altijd eerst alleen op een klein plekje, om te kijken of er geen overgevoeligheidsreactie optreedt. Door de crème bijvoorbeeld vlak voor een maaltijd of speelsessie te smeren, zal de kat even afgeleid zijn en het er niet meteen afpoetsen. Zo krijgt het de kans om in de huid te trekken. Bovendien laat SunCare geen witte waas achter en is het waterresistent.
De laatste tijd horen we meer over mensen met schurft. Ook bij huisdieren komt schurft voor. Schurft, ook wel Scabies genoemd, wordt veroorzaakt door de Sarcoptes mijt bij de hond en door Notoedres bij de kat. Hier enkele feiten over schurft.
Feiten over schurftmijten
1. Schurft bij de mens wordt veroorzaakt door een schurftmijt die alleen bij de mens voorkomt. De schurftmijten van onze huisdieren kunnen zich bij de mens niet voortplanten, ze kunnen wel tijdelijk op de mens leven.
2. De schurftmijt volgt bij mens en dier dezelfde route: de schurftmijt komt op de huid, graaft zich in en het mannetje bevrucht het vrouwtje en sterft. Het vrouwtje graaft gangetjes en legt iedere dag eieren waar na enkele dagen al larven uitkomen, die weer uit de huid kruipen en zo anderen weer kunnen besmetten.
3. De schurftmijt veroorzaakt vooral jeuk en huidklachten en wordt vooral door lichamelijk contact overgedragen. Maar ook besmette materialen kunnen schurft overbrengen. Schurftmijten kunnen enkele weken overleven in borstels, dekens, kleding en beddengoed.
4. Schurft is zeer besmettelijk maar goed behandelbaar en is ongevaarlijk voor gezonde dieren. De Sarcoptes mijt komt vaker voor bij import (zwerf-)honden.
5. De diagnose schurft wordt meestal gesteld door een goede reactie op de behandeling. Onder de microscoop is de mijt in huidafkrabsels namelijk moeilijk te vinden en bloedonderzoek duurt lang en is niet altijd specifiek (stofmijt).
6. Schurft bij de hond is goed te behandelen met bijvoorbeeld Selamectine of Moxidectine (o.a. Advocate, Stronghold). Overleg dit met uw dierenarts. Daarbij is wassen met een antibacteriële shampoo (Pyoderm) aan te raden.
7. Behandel minimaal 3 weken door na het verdwijnen van de jeuk en huidklachten + maak alles in de omgeving van de hond goed schoon. Klachten bij de eigenaar van de hond verdwijnen dan vanzelf.
Grasaren kunnen dieren behoorlijk dwars zitten. Enkele feiten over het gevaar van grasaren voor uw hond en kat op een rijtje.
Wat is een grasaar?
Grasaren komen voor in het voorjaar en de zomer wanneer het gras gaat bloeien. De groene grasaren worden dan meer geel van kleur door uitdroging en vallen in losse zaden uit elkaar. Aan die zaden zitten weerhaakjes waarmee de grasaren in de vacht van dieren blijven zitten. Zo worden de zaden over grote afstanden verspreid. Door de weerhaakjes kunnen de grasaren in de vacht naar voren kruipen, vandaar hun bijnaam kruipers.
Grasaar problemen
Een grasaar kan bij onze huisdieren problemen geven. Zo kunnen de grasaren in het oor terecht komen, of in het oog en de neus. Ook kunnen ze door de dierenhuid dringen vooral tussen de tenen en aan hoofd en hals. Gevolg is dan vaak een vervelende ontsteking, fistels of een abces. Helemaal vervelend wordt het wanneer de grasaar gaat zwerven door het lichaam van de hond of kat nadat de grasaar is opgegeten. De grasaar kan dan zelfs weer door de huid van dat zelfde dier naar buiten komen. Ze kunnen zich zo gemakkelijk verplaatsen door die weerhaakjes en richten tijdens het transport veel schade aan in het lichaam van het dier.
Symptomen huisdier met grasaar
De symptomen die een dier met een grasaar laat zien zijn afhankelijk van de plaats waar de grasaar zich in het dier heeft genesteld. Zit de grasaar in het oor: kopschudden en piepen, neus: heftig niezen, oog: heftig knijpen met het oog, keel: hoesten, tussen de tenen: bijten aan de poot, mank lopen, huid: zwelling en pijn.
Grasaar in oog hond
Oog verwijderd
Genezing oog na verwijdering
Geheel verwijderen grasaar
Verwijderde grasaar bij elleboog hond Jessy van Paula Sloenhek
Waar de grasaar zich ook bevindt in het dier, geheel en direct verwijderen is altijd geboden. Uw dierenarts heeft de ervaring om dit snel te doen en zo kan erger leed voorkomen worden. Zeker wanneer de grasaar in het oog zit moet deze vlot verwijderd worden. De kans bestaat dan dat het hoornvlies wordt doorboord en dat het oog verloren gaat.
Grasaar niet geheel verwijderd
Wanneer het niet lukt om de grasaar in zijn geheel te verwijderen dan kan dat problemen geven. De achtergebleven resten kunnen lastige ontstekingen veroorzaken. Lukt het, ook operatief onder narcose, niet om de grasaar in zijn geheel te verwijderen dan kan uw dierenarts er voor kiezen om eventueel onder antibiotica de grasaar “uit te laten zweren”. Maar als het even kan: verwijderen die grasaar.
Check uw hond na iedere wandeling
Uw dier loopt de meeste kans om een grasaar op te lopen in de randen van gras, van tuintjes, langs stoepen, dijken in voorjaar en zomer. Midden in het lange gras zie je ze minder vaak. Check uw hond dan ook na iedere wandeling bij de eerder genoemde lichaamsdelen op grasaren. Wel zo verstandig.
Ingezonden bericht 15072019 van Mirjam Niemans, natuurgids:
Kruipertjes bedreiging voor honden!
Haal ze weg!
Hoewel ik een groot voorstander ben van Natuurlijk tuinieren, en allerlei inheemse planten van mij naar hartenlust en dan vooral ten bate van insecten, hun gang mogen gaan, is er toch eentje bij, die ik als dierenliefhebber graag geëlimineerd zou willen zien.
Het Kruipertje. Ofwel Hordeum murinum.
Hoe zit dat dan?
Het kruipertje is een inheemse grassoort, op zich aardig om te zien, vanwege de bloeiwijze: hij maakt mooie platte aren. Maar op die aar zitten allemaal weerhaakjes. Daar werden vroeger leuke spelletjes mee gedaan door dorpskinderen, iemand dan zo’n aar onder zijn of haar trui stoppen en de aar kroop dan vanzelf naar boven. Haha, wat een lol!
Je ziet het kruipertje steeds vaker. Het plantje groeit vaak aan de rand van tuinen, langs huizen, dijken, bermen… Want het heeft zandige grond nodig. En het moet voortdurend bemest worden. Bijvoorbeeld door uitgelaten honden.
Zo staat dit op de site van Flora van Nederland.
Gevaarlijk!
Jammer genoeg zijn die honden lang niet allemaal meer zo uitgelaten, als zij in contact zijn gekomen met dit plantje. Hoewel zij dagelijks hun best doen om de plantjes te bemesten krijgen zij daarvoor in ruil, als zij een beetje pech hebben, ernstige verwondingen. Het kruipertje zoekt door middel van die weerhaakjes zich een weg in hondenpootjes, tussen de tenen (dit overkwam de hond van mijn moeder, die heeft maanden lang met ontstoken tenen rond moeten lopen totdat de halm eindelijk uit zijn voet was gezweerd), kan in de oren gaan zitten en nog erger, de halmen van de aren kunnen in een hondenoog terechtkomen. Er is dan geen redden meer aan. Nadat dan eindelijk, na diverse bezoekjes aan de dierenarts, gebleken is dat er een halm van zo’n kruipertjes-aar in het oog van de hond terecht is gekomen, is het al te laat. Het oog van de hond gaat etteren, het dier heeft een verschrikkelijke pijn, wordt blind en tenslotte moet het oog eruit.
Dit overkwam de hond van goede vrienden van mij. Zie hieronder de foto’s. Je zou er een waarschuwing bij moeten doen, het zijn schokkende beelden. Vooral voor een dierenliefhebber, en helemaal als je zelf een hond hebt! Zij vroegen aan de dierenarts die hen uiteindelijk geholpen heeft om het oog van hun hond operatief te verwijderen, of die vaker te maken had gehad met letsel ten gevolge van dit akelige plantje. O ja, zo vaak, was het antwoord!
Gemeente, Help!
Dat is erg. Heel erg. Dat het zo vaak voorkomt. Letsel ten gevolge van dit plantje. Want met alle bouwactiviteiten in Amsterdam, waarbij voor een droge, zandige bodem wordt gezorgd, stijgt het aantal Kruipertjes explosief!
Ik doe hierbij een dringend beroep op de Gemeente, om niet alleen op de Eikenprocessierups en de Japanse duizendknoop in te grijpen. Haal alsjeblieft bij het onderhoud van het algemene groen die gevaarlijke gemene Kruipertjes weg. Liefst voor de bloei! Want als je na de bloei met je bosmaaier die plantjes afmaait en ze niet direct grondig verwijdert, blijven de zaden, inclusief de halmen met weerhaakjes alsnog achter.
U kunt zelf ook wat doen
Ik hoop van harte dat hier gehoor aan wordt gegeven. En tot die tijd, mensen, heeft u een tuin of terras, haal dit plantje dan alsjeblieft weg. Voor de honden, maar ook voor de kinderen, want die kunnen ook de dupe worden.
We hebben tien belangrijke tips voor het chippen van uw huisdier op een rijtje gezet:
1 Iedere hond in Nederland moet sinds 2013 gechipt en geregistreerd zijn. Dit is een verplichting voor de hond, voor katten wordt het aangeraden.
2 Iedere nieuwe geboren pup moet voordat hij 7 weken oud is gechipt zijn. Registratie moet door de fokker zelf worden gedaan voor de leeftijd van 8 weken.
3 U mag een pup dus niet kopen zonder chip + registratie.
4 Een nieuwe pup moet <14 dagen na aankoop geregistreerd op uw naam staan + iedere wijziging moet <14 dagen door u doorgevoerd worden. Dit geldt ook voor honden uit het asiel en buitenland.
5 Kies voor de registratie een 24/7 bereikbare databank waarbij u zelf de gegevens kunt inzien en wijzigen.
6 Op chipnummer.nl kunt u direct vinden waar een huisdier is geregistreerd + alle aangewezen databanken.
7 Chippen + registreren geldt niet als eigendomsbewijs.
8 U kunt uw woonplaats en telefoonnummer in de databank op verborgen zetten (privacy), maar dan kan het langer duren voordat uw gevonden huisdier wordt terug gebracht.
9 U kunt uw huisdier niet opsporen met behulp van de chip. Deze zendt namelijk geen informatie uit.
De neus van de hond is ongeveer een miljoen keer gevoeliger dan onze neus. Instinctief wil een hond overal aan snuffelen met zijn neus, aan mensen, voorwerpen, andere honden, etc. Zo doet de hond allerlei informatie op tijdens de wandeling. Iedere keer dat je de hond uitlaat leest hij eigenlijk de lokale krant. Door het snuffelen weet hij weer de laatste stand van zaken in de buurt, wat er is gebeurd, wie er zoal is geweest en dat buuf momenteel in een moeilijke periode zit.
Veel zintuigcellen
In de hersenen van de hond zijn veel cellen bestemd voor het herkennen van geuren, bovendien zijn er veel zintuigcellen in de neus van de hond, die heel dicht bij elkaar liggen. Alle zintuigcellen voor het herkennen van geuren bij elkaar, nemen wel zo’n 130 cm2 oppervlak in beslag in de neus van de hond, bij de mens is dit 3 cm2.
Natte neus hond
Een hondenneus is vaak wat vochtig. Door het snuffelen worden bepaalde cellen in de neus geactiveerd, die vocht aanmaken. De geurdeeltjes worden door dit vocht opgelost en zo beter in contact gebracht met de reukcellen. Een hond vertrouwt dus allereerst op zijn neus, dat is bij de kat net wat anders. Een kat luistert en kijkt in eerste instantie met oog en oor, pas dan gebruikt hij zijn neus. Alleen op korte afstand zoekt een kat wel met zijn neus. Leg maar een eens een kattensnoepje vlak voor de kat neer…
Kat ruikt ook met zijn mond
De kat kan behalve met zijn neus, ook op een andere manier ruiken. Dat doet de kat met het orgaan van Jacobsen, een klein orgaan in zijn mond. Hiermee worden specifieke geuren opgevangen, vooral sterke, zoals die van krolse katten en kattekruid. Door zijn bekje een klein beetje te openen kan de kat dan de geur ruikproeven: het zogenaamde “flehmen”.
Geur doet eten
Geur is verbonden met smaak. Als een kat honger heeft dan wil hij eten, uiteraard. Echter dit hongergevoel is bij ons mensen voldoende om te gaan eten. Bij een kat niet, hij moet ook ruiken. Dit valt vooral op bij katten die vaak verkouden zijn, zij kunnen snel vermageren. Ook bij oudere katten neemt het reukvermogen af, een speciaal voer dat sterker ruikt, kan de kat dan verleiden om toch te eten.
Wij krijgen vaak in de praktijk de vraag wat te doen bij bepaalde kattenkwaaltjes.
Geïnspireerd door deze vragen hebben we voor u een steuntje in de rug. Staat uw probleem er niet bij en wilt u graag een oplossing? Stuur dan een mailtje (info@dierapotheker.nl) en ik zal dan proberen advies te geven over het probleem.
Mijn naam is Irene Bertijn. Ik ben paravaterinair bij dierenkliniek Horst. Mijn speciale aandacht hebben katten en hun gewoontes.
De volgende “kattenkwaaltjes” wil ik hier toelichten:
Sproeien in huis
Krabben aan meubels
Plassen/poepen naast de bak (dezelfde plek)
Plassen/poepen naast de bak (verschillende plekken)
Trukendoos bij plassen in huis
Introductie nieuwe kat
Sproeien in huis
Sproeien is normaal gedrag voor een kat. Dit is iets waar we rekening mee moeten houden maar sproeien in huis kan een groot probleem zijn. Sproeigedrag kan door verschillende oorzaken ontstaan.
Verschillende oorzaken zijn: • Stress. Ga ook altijd na wat er in de afgelopen tijd veranderd is in huis ( denk aan nieuwe meubels, baby, nieuw huisdier) • Puberteit • Paartijd • Cystitis ( blaasontsteking) • Frustratie • Honger • Teveel katten in één huis
Wanneer je kat plotseling begint met sproeien zonder duidelijke aanwijzing dan is het verstandig om eens een urine onderzoek te doen. Stel dat hij een blaasontsteking heeft en die wordt niet behandeld dan kunnen we naar gedrag blijven kijken maar dan schiet het niet op! Sluit dus altijd een medische oorzaak eerst uit, zoek dan pas verder naar eventuele gedragsafwijkingen. Nadat een blaasontsteking uitgesloten is dan kunnen we verder kijken naar het gedrag. Belangrijk is het om de sproeiplekken goed schoon te maken met Biotex en op oppervlaktes die het verdragen na de Biotex met alcohol te behandelen. Naast Biotex en alcohol is er ook Urine-Off, een effectief middel dat de oppervlaktes ook geurvrij maakt zodat de plekken schoon worden. Het is namelijk belangrijk dat de gehele oppervlakte goed schoon wordt gemaakt. Dit om te voorkomen dat de kat vindt dat de geur wel erg verminderd is en dan nog eens sproeit om de plek weer te markeren. Sproeit uw kat altijd op 1 plek? Maak de plek goed schoon met Biotex of Urine-off. Zet hierna de voerbak eens op deze plek. Zo geef je een nieuwe functie aan de sproeiplek en houdt de kat op met sproeien op die plek. Bij nieuwe meubels is het goed om erbij stil te staan dat hier nog geen geur van de kat aanzit. Het is dus een vreemd voorwerp en zal “ ingewijd” moeten worden. Om sproeien tegen nieuwe meubels te voorkomen is het slim om met wattenschijfjes langs de klieren van de kat te wrijven. Deze klieren zitten bij de mondhoeken. Denk aan kopjes geven. Haal de wattenschijfjes langs deze klieren en wrijf hiermee over de nieuwe meubels. Doe dit verschillende keren voordat de kat bij de nieuwe meubels komt zodat zijn geur er al aanzit. Zo verklein je de kans dat je nieuwe meubels het doelwit worden van je kat. Deze watjes truc kun je vaker toepassen. Dit geldt niet alleen voor nieuwe meubels. Maak de sproeiplekken in huis goed schoon, laat ze drogen en wrijf daarna met de wattenschijfjes over de klieren van de kat. Wrijf daarna de sproeiplekken goed in met de kat zijn eigen geur. Zo geef je de omgeving zijn geur zodat hij niet de aandrang krijgt om te gaan sproeien. Dit moet wel regelmatig herhaald worden omdat een geur natuurlijk vervaagd. Het zal ook niet in 1 dag overgaan. Houd rekening met minimaal een maand. Wil je niet met watjes aan de gang dan hebben we ook nog een spray die een uitkomst zou kunnen bieden. De Feliway Spray en de Feliway verdamper. De Feliway spray werkt in principe hetzelfde als de watjes truc. De plekken moeten goed schoon gemaakt worden en na drogen worden de plekken ingesprayd met de Feliway. Laat de kat pas terug in de kamer als de Feliway opgedroogd is ( dit in verband met de alcohol die in de spray zit) herhaal dit in het begin 2 a 3 x daags op alle uitstekende plekken en op alle favoriete sproeiplekken zodat de kat niet in de verleiding komt om een ander oppervlak te pakken nadat zijn favoriete plekjes behandeld zijn. Zijn er meerdere katten in huis? Dan wordt er geadviseerd de Feliway verdamper erbij te gebruiken. De Feliway verdamper is een stekker verdamper die feromonen in de kamer verspreid waar u zelf niets van merkt. Voor de kat is dit echter een feromoon waar ze rustiger van worden zodat ze minder gestrest worden en minder zouden kunnen gaan sproeien. Maak plekken nooit schoon met chloor of ammoniak. Deze middelen ruiken te sterk en geven aanleiding tot juist meer sproeien!! Elke keer dat er ergens gesproeid is dan moet die plek schoongemaakt worden, na het drogen weer behandelen met de watjes truc of met Feliway. Echt volhouden!
Krabben aan meubels
U heeft vast en zeker een mooie krabpaal in huis. Kijkt uw kat hier niet naar om en slijpt hij zijn nagels aan uw bank? Aan de bank zal zijn geur goed vertegenwoordigt zijn. De krabpaal waar hij/zij niet naar omkijkt zal weinig tot geen geur hebben. De bank is hierdoor vaak veel aantrekkelijker dan de krabpaal. Hoe we de krabpaal weer aantrekkelijk kunnen maken? Wrijf de paal in met de geur van de kat d.m.v. de watjestruc ( hierboven beschreven) en maak de bank onaantrekkelijk. Dit kan gedaan worden door er aluminiumfolie voor te hangen of dubbelzijdige tape op de bank te plakken zodat het krabben niet zo soepel verloopt als voorheen. U zorgt er dan voor dat de krabpaal dan naast de bank staat zodat de kat die paal leuker vind dan de bank. Krabt hij/zij eindelijk aan de paal dan kunnen we hem langzaam gaan verplaatsen naar de gewenste plek. Het zal wat tijd in beslag nemen maar dan heb je in de toekomst wel meubels die met rust worden gelaten. Helpt de geur overbrenging niet genoeg op de krabpaal, probeer dan eens Valeriaan druppels op de paal. Valeriaan is een heel aantrekkelijk kruid voor katten waar ze gek op zijn. Zo wordt de krabpaal extra aantrekkelijk gemaakt.
Plassen/poepen naast de bak (dezelfde plek)
Plast/poept uw kat altijd op dezelfde plaats naast de bak? Dan zijn er verschillende oorzaken mogelijk:
De bak staat op een onrustige plaats.
U bent van merk strooisel veranderd.
Bak is niet goed schoon.
Etensbak te dicht bij de bak.
Te weinig bakken voor het aantal katten in huis.
Wat een oplossing zou kunnen zijn is de bak op een plek te zetten waar hij/zij goed bij kan en waar hij/zij rust heeft. Zorgen dat u bij 1 soort strooisel blijft en de bak elke dag schoonmaakt of ontdoen van uitwerpselen/plasplekken. Prefereert uw kat liever aarde i.p.v. strooisel? Leg dan een laagje tuinaarde over het strooisel om de bak extra aantrekkelijk te maken. In de loop van de tijd kun je dit verminderen en plast/poept uw kat gewoon op de bak.
Staan de etensbak en drinkbak lekker dicht bij de bak? Verplaats deze naar een andere plek, katten zijn zeer schone dieren die er niet van houden om te eten waar ze ook hun behoefte moeten doen.
Regel van de kattenbak: aantal katten + 1. Niet veel mensen houden zich hieraan. In de meeste gevallen gaat het ook goed om er minder in huis te hebben maar we hebben het over probleemgevallen. Een extra bak erbij zou een goede oplossing kunnen zijn.
Plassen/Poepen naast de bak (verschillende plekken)
Plast uw kat altijd naast de bak maar nooit op dezelfde plek? Bij deze katten komen we vaak op een medische reden uit.
Oorzaken:
Pijn bij plassen door bijvoorbeeld een blaasontsteking (Let op bij een gecastreerd mannetje. Deze katten kunnen ook verstopt zitten met gruis/stenen. Plast uw kat niet of nauwelijks en mauwt hij klagelijk bij het naar de bak gaan neem dan acuut contact op, We hebben het dan over een spoedgeval omdat uw kat zijn urine niet kwijt kan en zich vergiftigt met zijn eigen afvalstoffen.
Pijn bij poepen: obstipatie.
Ouderdom. Denk aan prostaatproblemen of aan spondylose, een aandoening waarbij de ruggenwervels langzaam aan elkaar groeien. Wanneer deze wervels vast zitten is het niet meer pijnlijk, de kat is alleen niet meer zo flexibel als dat hij was. Wanneer ze nog niet vastzitten geeft het pijn omdat deze bruggen nog niet aan de andere wervel vast zitten. Deze bruggen prikken dan op zenuwen waardoor plassen en poepen pijn kan doen. De kat kan echter een link leggen met de bak waardoor hij daar niet meer op wilt. Andere symptomen die een aanwijzing kunnen zijn voor spondylose: Slechte verzorging van de vacht, minder hoog springen, springen via een stoel of andere meubels.
Merkt u een van deze dingen bij uw kat kom dan eens op consult bij de dierenarts, dan kunnen we vaak een oplossing vinden voor uw kat zodat we de incontinentie uiteindelijk ook op kunnen lossen.
Trukendoos bij plassen in huis
Plasplek onaantrekkelijk maken door: Aluminiumfolie, plastic, kattenwerende middelen.
Plasplek een andere functie geven.
Plasplek ontoegankelijk maken (deur dicht, kast erop etc)
Zorg dat u een goed alternatief heeft als u de favoriete plek afneemt want anders zal het plassen ergens anders verder gaan.
Ander alternatief:
Extra kattenbak op plasplek
Bak zonder huif
Minder katten in huis
Buitenloop
Bak op rustigere plek
Nieuwe bak als er een slechte associatie is met de oude bak
Spel bij bak
Overhuifde bak (als hij/zij bijvoorbeeld onder een stoel plast)
Introductie van een nieuwe kat
Hier krijgen wij veel vragen over om hoe je dit goed moet doen. Hieronder enkele tips om het goed te laten verlopen. Helaas geeft dit ook nooit garantie dat alles goed verloopt
Voor het aanschaffen van een nieuwe kat de oude kat al wat minder aandacht gaan geven zodat deze hier alvast aan went.
Smeer op de oude en nieuwe kat van te voren hetzelfde luchtje zodat ze beide hetzelfde ruiken zodat daar geen conflict over kan bestaan (bijvoorbeeld een gedragen trui van u).
Zorg dat er altijd 1 kattenbak meer is dan het aantal katten in huis.
Laat de nieuwe kat eerst enkele uren aan het centrum gebied wennen voordat de nieuwe kat erbij komt.
Rem agressie altijd af. Zorg dat ze in het begin niet alleen gelaten worden zodat u in kunt grijpen.
Leidt de katten af zodat de introductie wat minder beladen wordt.
Geef de katten samen eten.
Speel met de kat waar de andere kat bij is.
Lukt dit niet dan kun je oude kat in een mandje stoppen en de andere kat 1 uur rond laten lopen voordat je ze introduceert.
Indien er meer dan 1 kat in huis is als er een nieuwe aanwinst bij komt dan laat de oude katten niet allemaal tegelijk bij de nieuwe kat! Hierdoor kan er flinke ruzie ontstaan!
Over het algemeen geldt: Levert de nieuwe aanwinst veel stress op bij de oude kat en gaat deze gedrag vertonen dat ongewenst is dan kun je ervan uitgaan dat als dit na 1 maand niet beter is dat het helemaal niet gaat verbeteren. In sommige gevallen is het dan beter om de nieuwe aanwinst toch een ander thuis te geven.
In het algemeen is het moeilijk te zeggen welke combinaties het beste bij elkaar passen. Als je het territoriumgedrag bekijkt van katten dan zouden een mannetje en een vrouwtje goed samen moeten kunnen en twee vrouwtjes juist niet. Toch varieert dit nogal en het is niet altijd duidelijk waarom de ene combinatie goed gaat en de andere niet.
De spray en verdamper van Feliway De Urine-off produkten voor het schoonmaken van oppervlaktes en tapijten en het lampje om plekken op te sporen.
De weerstand van een dier staat in direct verband met het afweersysteem.Het is een evenwicht tussen belasting en belastbaarheid. Invloeden van buitenaf zoals bacteriën en virussen bedreigen dagelijks de gezondheid van uw dier. Meestal gebeurt dit zonder dat een dier daar iets van merkt. Pas als de weerstand laag is komen de gevolgen.
Wat is weerstand eigenlijk?
Weerstand lijkt een wat vaag begrip en toch weet bijna iedereen wat ermee wordt bedoeld. Weerstand is het vermogen van uw dier om zelf de negatieve externe invloeden te weren en te bestrijden zodat deze geen kans krijgen het lichaam van uw dier ziek te maken. De hoogte van deze weerstand is afhankelijk van het afweersysteem. Dit bestaat uit antistoffen en witte bloedcellen die iedere dag de strijd aangaan met bacteriën en virussen die het lichaam van uw dier kunnen binnendringen.
Algemene weerstand
Het afweersysteem is verdeeld in twee soorten: veel organismen in het lichaam hebben een niet-specifieke weerstand. Dit zijn algemene beschermingsmechanismen. Daarnaast is er de specifieke immuniteit die uw dier beschermt tegen onbekende en bedreigende organismen die ziekte kunnen doen ontkiemen.
Weerstand op peil houden
Het afweersysteem wordt voor een groot deel gevormd door de productie van lymfocyten. Deze worden onder andere geproduceerd door de thymusklier, de milt, het beenmerg en het bindweefsel van de maagwand. Daarnaast produceert het lichaam andere afweerstoffen die essentieel zijn voor een goede weerstand. Al deze processen staan onder invloed van externe factoren. Zo is het belangrijk om uw dier afwisselend te laten inspannen (uitdagen, wandelen) en te ontspannen (rusten en slapen). Daarnaast hebben dieren voldoende vitamines en mineralen uit voeding nodig om het afweersysteem en dus de weerstand op peil te houden.