Leptospirose hond

Wat te doen met uw hond bij een overstroming?

 


Laat u uw hond ook jaarlijks vaccineren tegen de ziekte van Weil?

Dat is wel zo verstandig!

Wat is Leptospirose?

Leptospirose is vaak beter bekend onder de naam ‘de ziekte van Weil’. Dit is een bacteriële infectie die nare gevolgen kan hebben voor de nieren en lever. Leptospiren zijn bacteriën, die zich kunnen vermeerderen in het bloed. Ze produceren toxinen, ofwel gifstoffen, die bloedvaten beschadigen en zo bloedingen veroorzaken. Met name de nieren en de lever worden aangetast, maar ook andere organen. De ziekte zien we vooral in de zomer en herfst.

Hoe vindt de besmetting plaats?

De bacterie wordt uitgescheiden via de urine van (wilde) knaagdieren. Uw hond kan besmet worden als de bacteriën vanuit de omgeving in aanraking komen met de slijmvliezen of wondjes. Besmette honden scheiden op hun beurt de bacterie weer uit via de urine. Honden die aan elkaar geslachtsdelen likken, kunnen zo elkaar besmetten. Zo kunnen ook andere huisdieren en uzelf besmet raken. Ook door bloed-bloedcontact kan besmetting plaatsvinden.

Leptospirose bij honden door zwemmen in de sloot

We horen vaak in de spreekkamer dat honden alleen risico lopen als ze in het water komen. Maar is dit feit of fabel? Aangezien knaagdieren niet alleen langs het water lopen, maar ook op grasvelden en in de stad, kan uw hond in feite overal besmet raken. Het is dus duidelijk een fabeltje. Uw hond loopt wel meer risico wanneer deze zwemt, van natuurwater drinkt of gras eet of meedoet met de jacht. De leptospirose bacteriën overleven namelijk het langst in stilstaand en traag stromend water en vochtige grond.

Wat zijn de symptomen?

De tijd tussen besmetting en ziek worden is ongeveer 5-15 dagen. Bij honden kan de ziekte acuut optreden waarbij koorts, sufheid, braken, diarree, veel drinken en plassen, slechte eetlust, geelzucht en bloedverlies met de urine kunnen voorkomen. Als de hond niet tijdig wordt behandeld, is het verloop vaak dodelijk. Als honden de acute vorm overleven, kan zich een chronisch ziektebeeld ontwikkelen als gevolg van blijvende orgaanschade of er treedt herstel op.

Gevaarlijk voor mensen en andere dieren!

Leptospirose is een ‘zoönose’. Dat betekent dat het een ziekte is die overgedragen kan worden van dieren op mensen. De ziekte wordt bij mensen gekenmerkt door het optreden van griepachtige verschijnselen. Bijvoorbeeld hoofdpijn, koorts, spierpijn, misselijkheid en braken. De ziekteverschijnselen kunnen mild zijn, maar sommige mensen ontwikkelen ook nier en/of leverfalen. Bij zwangere vrouwen kan het leiden tot abortus. Neem dan ook altijd contact op met uw huisarts indien u contact heeft gehad met een dier met leptospirose.

Tegenwoordig is ook bekend dat katten leptospirose kunnen krijgen. Vooral de echte jagers lopen een hoger risico. Ziekteverschijnselen bij de kat zijn waarschijnlijk milder dan bij de hond, maar zouden wel een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van chronisch nierfalen.

Hoe stellen we de diagnose?

We kunnen met bloed- en urineonderzoek de aanwezigheid van leptospiren aantonen. Dit kan soms nog best lastig zijn. Bij een verdenking op leptospirose zullen we dan ook vast starten met de behandeling.

Waaruit bestaat de behandeling?

Dieren met leptospirose worden opgenomen in de kliniek, aan het infuus gelegd om lever- en nierschade te beperken en behandeld met een antibioticum. Twaalf uur na het starten met het antibioticum vindt er meestal geen uitscheiding van leptospiren in de urine meer plaats en is de hond dus niet meer besmettelijk. De hond zal nog wel onder behandeling en controle moeten blijven.

Wanneer een hond leptospirose heeft, is het vaak verstandig om de andere honden in huis ook te behandelen en eventueel te vaccineren indien dit niet jaarlijks gebeurd is.

Slootwater kan ziekte van Weil veroorzaken bij honden

Hoe is leptospirose te voorkomen?

Gelukkig bestaat de mogelijkheid om uw hond tegen leptospirose te beschermen. Er bestaan vele verschillende varianten van de leptospirose bacteriën. Tot voor kort waren er 2 varianten die vaker voorkwamen. Recent blijkt dat er steeds vaker infecties optreden met 2 andere varianten. Er is nu een nieuw vaccin beschikbaar dat tegen alle 4 de varianten bescherming biedt. Dit vaccin dient als basis twee keer toegediend te worden met 3-4 weken tussentijd en daarna jaarlijks herhaald te worden. Indien het langer dan 18 maanden geleden is dat uw dier gevaccineerd is tegen leptospirose, dient opnieuw de basisvaccinatie gegeven te worden.

Heeft vaccinatie wel zin?

In de spreekkamer horen we vaak dat vaccinatie tegen de 4 varianten van leptospirose geen zin heeft, omdat er in totaal meer dan 250 varianten bestaan. Dat klinkt logisch toch? De 4 varianten van leptospirose in het vaccin zijn de varianten die in Europa het meest bij honden met leptospirose worden gevonden. Dit zijn de serovars Canicola, Icterohaemorrhagiae, Grippotyphosa en Australis. Ook al zal geen enkel vaccin 100% bescherming bieden, vaccinatie vermindert zowel de kans op het optreden van leptospirose als de ernst van de ziekteverschijnselen. Ook zorgen vaccins ervoor dat de uitscheiding van de bacteriën met de urine vermindert, waardoor het risico op verdere verspreiding afneemt.

Kan ik mijn hond laten ‘titeren’ voor leptospirose?

Het is niet mogelijk om voor leptospirose een titerbepaling (meting van de antistoffen) te laten doen. Er is geen verband aangetoond tussen de hoogte van de titer en de bescherming tegen ziekte.

Is het al weer meer dan een jaar geleden dat uw hond gevaccineerd is,
maak dan een afspraak!

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Kennelhoest hond

Ooronderzoek door dierenarts Daphne Boet

Kennelhoest (besmettelijke hondenhoest)

Lees hier meer over kennelhoest.

Welke vaccins tegen kennelhoest zijn er?

Er bestaan twee type vaccins tegen kennelhoest: de neusdruppelvaccinatie en de onderhuidse injectie. Beide vaccins hebben voor- en nadelen die we hieronder kort toelichten.

De neusdruppelvaccinatie:

Dit is de zogenaamde ‘KC-enting’. Het vaccin bevat zowel Bordetella bronchiseptica als Parainfluenza in levende vorm en wordt met een kleine hoeveelheid vloeistof in de neus gedruppeld. De vaccinatie kan vanaf een leeftijd van 3 weken gegeven worden en is na eenmalige vaccinatie één jaar geldig. Het voordeel van deze enting is dat bescherming tegen infectie optreedt op de plek waar de infectie binnenkomt (de neus). Gevaccineerde dieren kunnen enkele weken de ziekteverwekkers uitscheiden. Vaccinatie kan het beste minimaal drie weken voorafgaand aan bijvoorbeeld pensionbezoek worden toegediend, om optimale bescherming te garanderen. Vooral bij zeer jonge gevoelige pups kan na vaccinatie een tijdelijke oog- en neusuitvloeiing worden gezien.

De onderhuidse injectie:

Deze injectie bevat zowel Bordetella bronchiseptica als Parainfluenza in geïnactiveerde (dode) vorm en dient bij de eerste keer geboosterd (herhaald) te worden na 2-3 weken. Daarna is deze één jaar geldig. Sommige honden vinden de neusdruppelvaccinatie erg vervelend of laten het gewoonweg niet toe. Dan kan een onderhuidse injectie uitkomst bieden. Ook is de injectie aan te raden als de hond last van het ‘BOS-syndroom’ heeft (kortsnuitig ras) of als er mensen in de omgeving van de hond een verminderd immuunsysteem hebben (bv. jonge kinderen, zwangeren, ouderen en mensen die chemotherapie ondergaan). Het nadeel van dit vaccin is dat we vaker een onderhuidse zwelling zien op de injectieplaats die tijdelijk pijnlijk kan zijn. Het vaccin biedt alleen bescherming ter hoogte van de longen.

Werkt vaccinatie tegen kennelhoest nou echt?

Geen enkele vaccinatie biedt 100% bescherming. De vaccinaties bieden bescherming tegen ziekte door de meest voorkomende verwekkers van kennelhoest. Er zijn daarnaast nog andere ziekteverwekkers die een rol kunnen spelen bij kennelhoest. Ook na vaccinatie kan een hond dus nog (milde) symptomen van kennelhoest krijgen.

Wanneer is vaccinatie aan te raden?

Een kennelhoest vaccinatie is volgens de Nederlandse wet niet verplicht. Wel kunnen dierenpensions, shows en cursussen de vaccinatie verplicht stellen.  Informeer dan ook altijd vooraf of dit inderdaad het geval is, zodat u niet voor verrassingen komt te staan.

Jonge honden, honden met een verminderde werking van het afweerapparaat en honden met een reeds aanwezige longaandoening zijn vatbaarder voor kennelhoest dan gezonde, volwassen honden. De kans op het oplopen van kennelhoest is groter als honden veel (verschillende)  contacten hebben met andere honden, zoals bij pensions, asielen, cursussen en shows. Vaccinatie is in die gevallen dan ook aan te raden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl

Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Herpes virus hond

Bestel-voor-uw-hond-bij-de-Dierapotheker

Pupsterfte door Herpes virus

De ziekte die door het CHV Herpesvirus wordt veroorzaakt uit zich door vruchtbaarheidproblemen bij de teef en eventueel abortus. Bij de jonge pups in het nest kan dit virus algemene ziekteverschijnselen, zoals braken, lusteloosheid en diarree veroorzaken, waarbij ook pupsterfte op kan treden. Deze pupsterfte door het Herpes virus kan oplopen tot wel 100% waarbij de sterfte veelal optreedt in de eerste week na de geboorte. Daarom is direct herkennen van deze CHV infectie van het grootste belang voor fokkers.

60% besmet

Het Canine Herpesvirus (CHV) is in Nederland voor het eerst in 1971 geïsoleerd. Het stellen van de diagnose is steeds eenvoudiger geworden en inmiddels wordt dit virus in Nederland regelmatig aangetoond. Daarbij valt op dat ook reuen steeds vaker besmet zijn met het virus. 60% van de honden in Nederland heeft antistoffen tegen het Herpes virus. Dat betekent dat deze honden in contact zijn geweest met het virus. Het herpesvirus dat deze ziekte veroorzaakt wordt ofwel tijdens de dracht of vlak na de geboorte van de teef op de pups overgedragen, waarbij de teef het virus bij zich kan dragen zonder er zelf ziek van te zijn.

Symptomen

  • Volwassen reu Geen tot geringe symptomen, zoals lichte neus-, oog- en voorhuiduitvloeiing. Eventueel een lichte beschadiging op de penis.
  • Niet gedekte teef Geen tot geringe symptomen, zoals lichte neus-, oog- en schede-uitvloeiing. Eventueel een lichte beschadiging in de schede.
  • Gedekte teef Dezelfde symptomen als bij de niet-gedekte teef kunnen voorkomen, maar er kan ook sprake zijn van resorptie en mummificatie van de vruchten, abortus, vroeggeboorte, dood geboren pups en levend geboren ernstig verzwakte pups. Volgens de Faculteit Diergeneeskunde in Gent (B) is puppy sterfte het symptoom van de Herpes infectie.
  • Pups tot 3 weken leeftijd Zowel gezonde als ook doodzieke pups kunnen voorkomen. Dit is afhankelijk van de immuunstatus. De zieke pups vertonen weinig kenmerkende symptomen zoals sloomheid, weinig eetlust, gespannen en pijnlijke buik, snellere ademhaling, eventueel gillen. Ook kunnen ze slijnmvliesbloedingen krijgen. Opvallend is dat ze geen temperatuusverhoging hebben. Ze kunnen snel sterven doordat het Herpes virus zich snel verspreidt in de organen. De behandeling (vocht, warm houden en antibiotica) van de zieke pups is vaak teleurstellend. Overleven deze pups de infectie dan kan dat later problemen geven met de longen, ogen, nieren of hersenen.
  • Pups vanaf 3 weken leeftijd Wanneer pups besmet worden na 3 weken leeftijd dan is vaak niezen met wat neusuitvloeiing het enige dat we zien. Eventueel bij de teefjes een lichte infectie van de schede.

Houdt het virus buiten de deur

Heeft u een drachtige teef?  Mijdt contact van de teef met mogelijk besmette dieren en een besmette omgeving. Zijn de pups geboren? Reinig en ontsmet de werpplaats zorgvuldig. Het herpesvirus wordt snel gedood door ontsmetting. Mijdt contact van de pups en teef met mogelijk besmette dieren en een besmette omgeving. Laat de pups zoveel mogelijk biest opnemen in de eerste 24 uur na de geboorte. Hierdoor krijgen ze passief antistoffen binnen. Bij een Herpes uitbraak kan van een CHV+ hond hyperimmuun serum gewonnen worden om daarmee de pups jonger dan 3 weken te behandelen.

Vaccineren

Er is een vaccin ontwikkeld tegen CHV, het Herpes virus bij honden. Herpes vaccin beschermt honden Dit vaccin is Eurican® Herpes 205 van Merial. U kunt uw teef hiermee laten vaccineren door uw dierenarts.

Wanneer vaccineren?

1e enting teef: begin loopsheid of 7-10 dagen na dekking. 2e enting teef: 1-2 weken voor de verwachte werpdatum.

Wat gebeurt er na vaccineren?

Nadat de teef is gevaccineerd worden er antistoffen tegen het CHV aangemaakt. Hierdoor gaat de biest (eerste melk) die de teef produceert veel van die antistoffen bevatten. Zo krijgen de pups die die biest drinken vanzelf de juiste CHV-antistoffen binnen.

Wat kan ik nog meer doen?

  • Test nieuwe honden in uw kennel op antistoffen tegen CHV. Sluit nieuwe honden met een hoge IgM titer tegen CHV (tijdelijk) uit voor fokkerij.
  • Mijdt verdachte reuen en teven of laat ze 2x testen op CHV antistoffen met 4 weken tussentijd. Een stijging van de CHV-antistoffen in die 4 weken is bewijzend voor een CHV infectie.

Nieuwe PCR test op Herpes virus

We kunnen nu ook het CHV virus zelf aantonen met de PCR test. Dit kan in het slijmvlies van de schede van de teef en in het sperma van de reu. Lastig daarbij is wel dat op het moment van testen de hond het virus moet uitscheiden.

Lastige infectie

Ook kan het voorkomen dat gezonde honden, die het virus eerder overwonnen hebben, het CHV virus blijven verspreiden. Deze honden hebben vaak wel antilichamen tegen het Herpes virus. Een teef die een besmet nest heeft gehad kan de volgende keer weer een besmet nest krijgen maar dat hoeft niet.

Conclusie

Voor fokkers:
  • Stel u goed op de hoogte van de CHV Herpes feiten.
  • Neem tijdig de juiste maatregelen als u een nestje gaat fokken.
  • Vaccineer en/of test uw teef in overleg met de dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Heeft het enten van honden zin?

Vaccineren hond vaccicheck
Het is weer zover, u krijgt een oproep van de dierenarts dat het weer tijd is voor de jaarlijkse vaccinatie van uw hond. U wilt natuurlijk dat uw hond gezond blijft, maar is het nou wel nodig om elk jaar te vaccineren? Een aantal jaar geleden was het heel normaal om elk jaar voor de ‘cocktail’ naar de dierenarts te gaan. Zo normaal als het toen was, is het al lang niet meer.

Stoppen met vaccineren?

De voordelen van jaarlijks vaccineren zijn duidelijk, uw hond bouwt weerstand op tegen veel voorkomende besmettelijke ziektes. Een veelgehoord argument om niet te vaccineren is dat de ‘vorige hond’ ook nooit gevaccineerd werd en nooit ergens last van had. Deze ziektes komen echter wel degelijk voor, kunnen een dodelijk verloop hebben en worden in de praktijk met enige regelmaat gezien bij slecht gevaccineerde dieren! Wanneer we zomaar zouden stoppen met vaccineren, nemen we dus een groot risico.

Parvo

Neem het parvovirus. Een tiental jaar geleden kwam het parvovirus regelmatig voor bij pups. In de meeste gevallen loopt dit dodelijk af. Dankzij het vaccineren van de volwassen dieren en pups is deze ziekte gelukkig flink teruggedrongen in Nederland. Andere ziektes waartegen we onze honden beschermen door middel van vaccinatie zijn bijvoorbeeld: de ziekte van Weil (Leptospirose), hondenziekte (Canine Distemper virus), besmettelijke leverontsteking (HCC) en eventueel aangevuld met kennelhoest en hondsdolheid (Rabiës).

Weerstand opbouwen

Om weerstand op te bouwen zijn meerdere vaccinaties nodig. Bij pups gebeurt dit meestal op de leeftijd van 6, 9 en 12 weken en daarna weer op 1 jarige leeftijd. Dit zijn de basisvaccinaties. Om de weerstand te behouden, is het belangrijk bij volwassen honden de vaccinaties jaarlijks te herhalen. Voor leptospirose en kennelhoest is dit elk jaar, voor de anderen eens in de drie jaar. De meervoudige vaccinatie van pups is noodzakelijk, omdat we niet precies weten wanneer de afweerstoffen die de pups van de moeder hebben gekregen gaan dalen. Dit gebeurt ergens tussen de 5 en 15 weken leeftijd. Door op tijd te beginnen met vaccineren en deze vaccinatie te herhalen, worden de pups zo optimaal mogelijk beschermd. Wat u misschien niet wist, is dat vaccinatie van honden ook belangrijk is om mensen te beschermen. De ziekte van Weil bijvoorbeeld is besmettelijk voor mensen en kan leiden tot een heftige nier- en leverontsteking. Reden te meer om niet zomaar te stoppen met vaccineren. Heeft-vaccineren-zin-hondDoor een goed vaccinatiebeleid beschermen we puppy’s en volwassen honden tegen veel voorkomende besmettelijke ziektes.

Bijwerkingen?

Steeds vaker hoor je dat hondeneigenaren bang zijn om hun hond te laten vaccineren. Van zwellingen op de injectieplaats en allergische reacties tot koorts en epilepsie, de meest uiteenlopende bijwerkingen worden gemeld. In de spreekkamer is duidelijk te merken dat de eigenaar steeds kritischer en voorzichtiger wordt. We willen niet meer zomaar alle vaccins aan onze honden geven. Is dat terecht? Zoals alle medicijnen, kunnen ook vaccins bijwerkingen hebben. De frequentie waarin deze voorkomen, is erg laag. In een groot onderzoek bij ruim 1.25 miljoen honden, werd bij 0.38% een bijwerking gezien. Meestal gaat het om een tijdelijke zwelling op de injectieplaats of een allergische reactie. Met tijdig ingrijpen en de juiste medicatie kan dit veelal goed onderdrukt worden. Bij 99.62% van de honden worden dus geen bijwerkingen gezien. In veel gevallen is de angst voor bijwerkingen dus onterecht. Bijwerkingen vaccinatie hond Het percentage honden met en zonder bijwerkingen na vaccinatie in een grootschalig onderzoek bij ruim 1.25 miljoen honden.

Voorkom onnodig vaccineren

Jarenlang was het onduidelijk hoe lang een vaccin bescherming bood tegen ziekte. Recente onderzoeken wijzen uit dat de bescherming tegen een aantal ziektes (veel) langer aanhoudt dan een jaar. Een uitzondering hierop vormen de ziekte van Weil en kennelhoest. Deze dienen dan ook jaarlijks gegeven te worden. De bescherming tegen parvo, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking is (na een goede basisvaccinatie!) bij de meeste honden langer. Deze tijdsperiode is echter per individu en per ziekteverwekker verschillend. Om tot één vaccinatiebeleid te komen, wordt voor de bescherming een termijn van 3 jaar aangehouden, waarna opnieuw wordt gevaccineerd. Een deel van de honden zal dan echter nog beschermd zijn en heeft de vaccinatie niet direct nodig. Om onderscheid te maken tussen welke honden wel en welke honden niet gevaccineerd hoeven te worden, bestaat de mogelijkheid om de titer te bepalen. Onnodige vaccinatie kan zo voorkomen worden. De Vacci-Check titerbepaling meet de afweerstoffen in het bloed tegen parvovirus, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking. De Rapidstatus titertest geeft in 10 minuten een betrouwbare positieve dan wel negatieve uitslag voor de 3 hondenziektes.

Titerbepaling afweerstoffen

De titer is een maat voor de hoeveelheid afweerstoffen in het bloed. Als deze titer boven een bepaalde waarde uitkomt, dan is de bescherming nog voldoende. Als deze lager is, dan is vaccinatie nodig. Veel dierenartsen bieden een sneltest aan die de bescherming tegen parvo, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking kan meten. Hiervoor wordt een kleine hoeveelheid bloed afgenomen en dezelfde dag is het resultaat beschikbaar. De test geeft een uitkomst van S0 tot S6. De hoogte van de titer is een momentopname en is geen maat voor de beschermingsduur. De testen die gebruikt worden geven dus geen zekere garantie voor de beschermingsduur en zijn minder geschikt om een interval tussen vaccinaties te bepalen. De WSAVA (World Small Animal Veterinary Association) heeft in 2016 richtlijnen uitgebracht waarin een maximaal interval van 3 jaar kan worden afgegeven. Dit is in de Nederlandse consensus uit juli 2017 ook opgenomen. Wij houden ons aan deze richtlijnen. De kosten van de test zijn veelal vergelijkbaar met de prijs die u voor een vaccinatie betaalt. Hier bovenop komen de kosten voor de vaccinatie tegen de ziekte van Weil, kennelhoest en eventueel voor de ziektes die de test aangeeft. De totale kosten zullen dan mogelijk hoger zijn dan u gewend bent. Hier tegenover staat dat we dan daadwerkelijk maatwerk kunnen leveren. Het voorkomt onnodig vaccineren en maakt de kans op bijwerkingen daarmee nog kleiner. Voor welke dieren is een titerbepaling zeker van belang? Voor honden die een goede basisvaccinatie (als pup en op 1 jarige leeftijd) gehad hebben, kan de titer in principe voor het eerst op vierjarige leeftijd bepaald worden. Dit is het interval waarop we normaal gesproken weer zouden vaccineren. Het is dan niet met zekerheid te zeggen of  het vaccin goed is aangeslagen. Door de titer te bepalen, kan dit wel gecontroleerd worden. Eventueel kan bij pups op 16 weken leeftijd ook beoordeeld worden of de bescherming voldoende is, omdat bij 10-15% van de pups dit niet zo blijkt te zijn! Bij oude dieren, zieke dieren, dieren die in het verleden een bijwerking hebben gehad of dieren waarvan onbekend is of ze in het verleden zijn gevaccineerd, kan de titerbepaling aantonen of vaccinatie strikt noodzakelijk is. Lees meer over de Vaccicheck en titerbepaling.

Samen met uw dierenarts

We weten nu dat niet vaccineren uit angst voor bijwerkingen of met het idee dat die ziektes toch bijna nooit voorkomen, uiterst onverstandig is. Neem de beslissing om wel of niet te vaccineren en de titer te bepalen, in samenspraak met uw dierenarts. Samen werken we aan vaccineren op maat.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Bronvermelding:
  • Moore et al. (2005) Adverse events diagnosed within three days of vaccine administration in dogs. Journal of the American Veterinary Medical Association. Vol. 227, No. 7, pp1102-1108.
  • Paul Overgaauw, Maico Boumans, Herman Egberink. Hond en kat vaccineren of eerst serologisch testen? Consensus n.a.v. een rondetafelgesprek. 19 juli 2017. https://www.knmvd.nl/hond-en-kat-vaccineren-eerst-serologisch-testen/

Equana Healthy Horse Hydration

Paard met gespitste oren

Equana, hersteldrank voor het paard

Voor toppaarden, die vaak een maximale inspanning leveren is er de hersteldrank van Equana. Equana Healthy Horse Hydration is samengesteld met de wetenschappers van HAS Den Bosch.

Waarom Equana Healthy Horse Hydration voor uw paard?

  • Door de Equana aan uw paard te geven gaat hij vaak direct en beter drinken.
  • De smaak van het water voor uw paard is overal hetzelfde.
  • Equana helpt uw paard vlot te herstellen.

Elektrolyten, aminozuren en vitaminen

Equana bestaat niet alleen uit elektrolyten, maar bevat ook belangrijke aminozuren en vitaminen. Deze ingrediënten spelen een belangrijke rol in het herstel en de lichaamsfuncties van uw paard. Equana Healthy Horse Hydration is daarom meer dan alleen een elektrolyten mix.

Gebruik Equana

Voor paarden: doe de inhoud van 1 zakje (40 gram) in een emmer.
Voor pony’s: doe de inhoud van 1/2 zakje (20 gram) in een emmer.
Voeg hier 3 liter water aan toe.
Vervolgens goed roeren, zodat Equana Healthy Horse Hydration volledig is opgelost.

Voorste kruisband laesie (VKL) hond

Bestel-voor-uw-hond-bij-de-Dierapotheker


Wat is het?

Het kniegewricht is eigenlijk een scharniergewricht dat slechts in één richting beweegt, voorwaarts en achterwaarts. Hoewel het gewricht door veel banden wordt ondersteund, worden de bewegingen vooral bepaald door twee sterke bindweefselbanden in het gewricht: de voorste en achterste kruisband. Zij vormen de belangrijkste verbinding tussen het boven- en onderbeen.

Kruisbandletsel ontstaat door een sterke draaibeweging in het scharniergewricht. Het wordt  gezien bij honden die op volle snelheid een plotselinge draaibeweging maken. Hierdoor ontstaat een korte, zeer sterke overbelasting van het kniegewricht en de voorste kruisband, waarbij deze gedeeltelijk of geheel kan scheuren. Ook kan kruisbandletsel makkelijker ontstaan bij de dikkere hond, als hij/zij struikelt of zich verstapt.

De chronische vorm van kruisbandletsel zien we als de kruisband verzwakt is als gevolg van leeftijd of ziekte. De kruisband kan dan overrekt zijn of gedeeltelijk gescheurd. De kreupelheid kan dan licht en wisselend zijn. De situatie verslechtert echter in de tijd.

Wat zijn de symptomen?

Het klinisch beeld is vaak al heel duidelijk. Het verhaal gaat meestal zo dat de hond tijdens een spel plotseling kreupel wordt, één achterpoot optrekt en deze niet meer belast of de poot zover optrekt dat deze net de grond raakt, zonder er gewicht op te zetten.

Hoe stellen we de diagnose?

Tijdens het lichamelijk onderzoek wordt getracht het ‘schuiflade fenomeen’ op te wekken. Hierbij wordt onderzocht hoe ver het onderbeen naar voren te schuiven is t.o.v. het bovenbeen. Dit lukt meestal goed zonder de hond te verdoven, maar als het erg pijnlijk is of er is twijfel aan de betrouwbaarheid van de test, wordt er alsnog een roesje gegeven. De spieren ontspannen zich dan beter en kan de test nogmaals herhaald worden. Dikwijls worden er ook röntgenfoto’s van de normale en beschadigde knie gemaakt. Soms is de meniscus ook beschadigd. De meniscus is een maanvormige kraakbeenschijf die als stootkussen en glijoppervlak in de knie werkt.

Waaruit bestaat de behandeling?

Soms verdwijnt de kreupelheid na langdurige immobilisatie van het gewricht. We zien dan na verloop van tijd artrose in het gewricht optreden, waardoor de hond een chronisch probleem heeft gekregen en hij/zij verder moet leven met pijnstillers.

Meestal is echter een operatie noodzakelijk. Het doel van de operatie is om het gewricht weer stabiel te maken. Dit is belangrijk want door de instabiliteit van het gewricht ontstaat artrose en kan snel de binnenste meniscus kapot gaan. Bovendien is een afgescheurde kruisband zeer pijnlijk. Wij gebruiken bij voorkeur de TTA of de MMT techniek. Bij kleine honden passen we de imbricatietechniek toe met eventueel een kunststof bandje.

Bij de TTA of MMT techniek wordt een ‘kooi’ geplaatst in een deel van het scheenbeen. Hierdoor neemt de knieschijfband de functie van de voorste kruisband over. Het verschil tussen de MMT en TTA techniek is dat er bij de laatste techniek nog een extra steunplaat gezet wordt.

Bij de imbricatietechniek wordt het gewrichtskapsel van de knie strakker gemaakt en wordt getracht de knie zo wat stabiliteit te geven. 3-4 dagen na de operatie wordt het verband verwijderd en de wond geïnspecteerd. Tien dagen na de operatie worden de hechtingen verwijderd.

Na de operatie wil de hond al gauw de knie weer belasten. Het is echter heel belangrijk dat de hond de eerste zes weken na de operatie zoveel mogelijk rust houdt. Daarna kan geleidelijk, in overleg met de dierenarts en bij voorkeur in samenwerking met een fysiotherapeut, de beweging opgebouwd worden. Wij werken samen met dierfysiotherapeute Marion van Hoof.

Hoe belangrijk is het gewicht van de hond? 
Zoals al eerder vermeld, kan overgewicht mede oorzaak zijn, doordat de kruisbanden verzwakken. Ook na operatie is het belangrijk het gewicht van de hond te normaliseren. Al het extra gewicht vormt immers alleen maar een extra belasting voor de gewrichten. Onze gespecialiseerde paraveterinairen kunnen u daarbij adviseren.

Daphne Toebes en Gerard de Muinck, dierenartsen gezelschapsdieren

Mocht u nog vragen hebben na het lezen van deze informatie, neem dan gerust contact met ons op.


De kruisbandoperatie in beeld

Er zijn 2 technieken die wij veel gebruiken, te weten de MMT techniek en die met het nylonbandje met imbricatie.

1. De MMT techniek


De hond ligt op de operatietafel. Alle bewakingsapparatuur, om de ademhaling en hartslag van de hond te controleren, is aangesloten. De hond is afgedekt met steriele doeken.


Er is een huidsnede gemaakt, het knie gewricht wordt geïnspecteerd. Met een speciale zaag wordt een fragment van de tibia ofwel scheenbeen gezaagd.


Een metalen ‘kooi’ wordt tussen het scheenbeen en het fragment geplaatst. Daarnaast wordt er cerclage ofwel metaaldraad aangebracht om de constructie extra stevigheid te geven.


De kooi wordt vastgezet met schroeven.


Al het weefsel wordt weer netjes naar elkaar gebracht met oplosbare hechtingen.


Röntgenfoto’s van de knie na de operatie. De kooi met schroeven en het cerclage zijn duidelijk zichtbaar.

2. Het nylonbandje met imbricatie


De hond ligt op de operatietafel. Alle bewakingsapparatuur wordt aangesloten.


De hond ligt afgedekt met steriele doeken. Alleen het pootje dat geopereerd moet worden is zichtbaar.


Er wordt een snede gemaakt ter hoogte van de knie.


Als u goed kijkt ziet u het kunststof bandje lopen, dit is achter de fabel (een klein botje in het kniegewricht) gehaakt.


Het bandje wordt verder aangebracht en vastgemaakt met een metalen busje. Zo wordt de stabiliteit verkregen. Nu kan het gewrichtskapsel gehecht worden.


Ook de huid wordt natuurlijk netjes gesloten met hechtingen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

PennHIP gewrichtsonderzoek hond

Hoe socialiseer ik mijn pup tijdens de Corona crisis?

Heupdysplasie (HD) is een ernstige erfelijke orthopedische aandoening. Vooral grotere hondenrassen zijn hier gevoelig voor. Bij sommige rassen is zelfs meer dan 50% van de honden erfelijk belast. Onderzoek naar de heupen is daarom vaak een vereiste voor fokhonden. De meest betrouwbare methode om in een vroeg stadium HD op te sporen is de zogenoemde PennHIP™-methode. Voor dit onderzoek moet de dierenarts gecertificeerd zijn. Dierenarts Drs. G.R.P. de Muinck van Dierenkliniek Horst beschikt over dit certificaat en mag deze foto’s dus maken.

PennHIP™.

Voor het PennHIP™-onderzoek worden onder narcose 3 verschillende foto’s gemaakt.


Foto 1: Een gewone heupfoto (in het tot nu toe gangbare HD-onderzoek is dit de enige foto die wordt gemaakt). Met deze foto kan goed de aanwezige HD worden beoordeeld, maar dit geeft geen goed beeld van de aanleg voor HD.


Foto 2: Een compressiefoto. Hierbij worden de heupen, met weinig kracht, in de kom gedrukt.


Foto 3: Een distractiefoto. Hierbij worden, met behulp van een speciaal ontwikkeld apparaat, de heupkoppen zover mogelijk uit de heupkommen geduwd.

Aan de hand van het verschil tussen de distractie- en compressie-opname, kan de laxity (=speling) van de heup berekend worden. Een hond met veel speling heeft een zeer grote kans op het ontwikkelen van HD op latere leeftijd. Deze speling wordt uitgedrukt in Distractie Index (DI) in een cijfer tussen 0 en 1. Hoe hoger het getal, hoe losser de heupen en hoe meer kans op HD.

Beoordeling

Alle PennHIP™- foto’s die wereldwijd gemaakt worden, worden centraal beoordeeld in het PennHIP™-centrum in de Verenigde Staten. Alle foto’s worden dus altijd op dezelfde manier beoordeeld en de DI wordt altijd op dezelfde manier berekend. De DI waarde wordt daar vergeleken met de DI –waarden van alle honden van hetzelfde ras.

Als de hond bij de beste 50% van zijn ras hoort is het een goede fokkandidaat. Het doel van PennHIP is de raslijnen te verbeteren, maar in Nederland is het PennHIP™-onderzoek nog vrijblijvend. Het is dus aan de fokker om te besluiten wat hij met de resultaten van het onderzoek doet. De uitslag van het onderzoek is na ca. 3 weken bekend.

Voordelen

Behalve dat deze PennHIP™-methode de meest betrouwbare onderzoeksmethode is, heeft het nog als groot voordeel dat het onderzoek al vanaf een leeftijd van 4 maanden uitgevoerd kan worden. De fokker kan met deze informatie zo gaan selecteren dat hij al binnen enkele generaties een enorme verbetering kan doorvoeren. Voor de eigenaar is het onderzoek van belang zodat hij op tijd de levensstijl van de hond kan aanpassen en eventueel een chirurgische heupcorrectie kan overwegen die op zo’n jonge leeftijd een veel beter resultaat heeft.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Nazorg orthopedische operatie hond

Hoe socialiseer ik mijn pup tijdens de Corona crisis?


Informatiebrief nazorg na narcose en operatie ORTHOPEDIE HOND

Uw hond is in een van onze klinieken onder narcose geweest voor een behandeling of operatie. Door de narcose kan de lichaamstemperatuur dalen. Dieren kunnen na het wakker worden onrustig zijn, piepen, rillen, jammeren, wankelen of met de kop zwaaien. Soms lijkt het net of een dier pijn heeft. Wij zorgen tijdens en na operaties dat uw dier goede pijnstilling krijgt. Het ‘vreemde’ gedrag komt meestal dan ook niet door pijn, maar door het uitwerken van de narcose. Vaak zijn dieren na een of enkele dagen weer de oude.

Belangrijke tips voor thuis:

  • Als uw hond mee naar huis gaat, wordt de infuusnaald uit de poot gehaald en wordt er een verbandje omheen gedaan. Dit verbandje mag na 15 minuten weer verwijderd worden, anders kan de poot dik worden.
  • Leg uw hond op een warme plaats (maar niet op een hete plaats tegen de verwarming of in de volle zon) onder een deken of handdoek. Eventueel kunt u er een warme kruik gewikkeld in een handdoek bijleggen.
  • Laat uw hond zoveel mogelijk met rust in een vertrouwde omgeving.
  • Na de operatie mag uw hond wel drinken. Begin met kleine beetjes lauwwarm water.
  • Wacht met eten geven tot uw hond goed wakker is. Te snel eten geven na een operatie leidt vaak tot misselijkheid en braken. Wacht daarom minimaal een aantal uren na de operatie en begin met kleine porties. Het kan zijn dat uw hond op de dag van operatie geen eetlust heeft, dit is niet erg.
  • Veel likken aan de wond kan leiden tot irritatie of ontsteking. Wij adviseren dan ook om likken te voorkomen door uw hond een Medical Pet Shirt of kap/kraag om te doen. Deze zijn bij onze klinieken en via Dierapotheker.nl te koop.
  • Mocht het nodig zijn, dan krijgt uw hond medicijnen mee. Volg de instructies op het etiket op en maak de kuur antibioticum altijd af.

  • Indien de hond een verband draagt zult u een instructie krijgen wanneer deze verwijderd moet worden. Mocht het verband afzakken, nat worden, erg beschadigen of pijn veroorzaken dan dient het direct verwijderd te worden! Neem contact op voor overleg over een nieuw verband.
  • Tien dagen na de operatie zien we uw hond graag terug voor controle van de wond en eventueel verwijderen van de hechtingen. U kunt hiervoor een afspraak maken. Deze kosten zijn inbegrepen bij de operatie.
  • Belangrijk voor het herstel van de poot: laat uw hond de eerste 6 weken aan de lijn uit. Alleen kleine stukjes wandelen om de behoeftes te laten doen. Geen trappen lopen/ op banken springen e.d. Probeer het dier ook thuis veel rust te geven, eventueel door het dier delen van de dag apart te zetten of in de bench te leggen.
  • Wanneer de controles goed zijn, mag vaak na 4-6 weken de beweging langzaam opgevoerd worden. Bij voorkeur in overleg met een fysiotherapeut. Wij werken veel samen met Marion van Hoof. (voor een afspraak info@marionvanhoof.nl)
  • Ziet u ineens weer achteruitgang in het herstel proces; dus dat de hond ineens weer erger mank loopt, neem dan ook altijd even contact op!

Neem gerust contact op

Blijft uw dier na de operatie erg sloom, braakt hij/zij meerdere keren of vertrouwt u iets niet? Neem dan gerust contact met ons op. Dit kan 24 uur per dag, 7 dagen in de week.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Kruisband operatie hond

Honden producten van Dierapotheker.nl

De kruisbandoperatie in beeld. Er zijn 2 technieken, te weten de MMT techniek en die met het nylonbandje met imbricatie.

De MMT techniek

De hond ligt op de operatietafel. Alle bewakingsapparatuur, om de ademhaling en hartslag van de hond te controleren, is aangesloten. De hond is afgedekt met steriele doeken.

Er is een huidsnede gemaakt, het knie gewricht wordt geïnspecteerd. Met een speciale zaag wordt een fragement van de tibia ofwel scheenbeen gezaagd.

Een metalen ‘kooi’ wordt tussen het scheenbeen en het fragment geplaatst. Daarnaast wordt er cerclage ofwel metaaldraad aangebracht om de constructie extra stevigheid te geven.

De kooi wordt vastgezet met schroeven.

Al het weefsel wordt weer netjes naar elkaar gebracht met oplosbare hechtingen.

Röntgenfoto’s van de knie na de operatie. De kooi met schroeven en het cerclage zijn duidelijk zichtbaar.

Het nylonbandje met imbricatie

De hond ligt op de operatietafel. Alle bewakingsapparatuur wordt aangesloten.

De hond ligt afgedekt met steriele doeken. Alleen het pootje dat geopereerd moet worden is zichtbaar.

Er wordt een snede gemaakt ter hoogte van de knie.

Als u goed kijkt ziet u het kunststof bandje lopen, dit is achter de fabela (een klein botje in het kniegewricht) gehaakt.

Het bandje wordt verder aangebracht en vastgemaakt met een metalen busje. Zo wordt de stabiliteit verkregen. Nu kan het gewrichtskapsel gehecht worden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

JPS gewrichtsoperatie hond

Bestel-voor-uw-hond-bij-de-Dierapotheker
JPS  staat voor Juvenile Pubic Symphysiodesis. Dit is een operatie waarbij op een leeftijd tussen de 16 en 20 weken het voorste gedeelte van de groeischijf tussen de beide bekkenhelften wordt ‘verwijderd’ met behulp van een thermocauter. Als gevolg hiervan verandert het groeipatroon van het bekken en zullen de heupkommen beter aan gaan sluiten op de heupkoppen. Dit voorkomt problemen in de toekomst zoals (sub) luxaties en arthrosevorming. Foto 1: Op deze röntgenfoto zie u een hond met beiderzijds subluxatie van de heupen. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan het beeld van foto 2 ontstaan.  Foto 2: Op deze röntgenfoto ziet u een ver gevorderd stadium van heupdysplasie, waarbij door subluxaties al veel arthrosevorming is opgetreden. Omdat kop en kom niet mooi op elkaar aansluiten, schiet de heup vaak uit de kom (luxatie).

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl