Wat is het?
FLUTD staat voor Feline Lowe Urinary Tract Disease. Het is een aandoening van de urinewegen (blaas en plasbuis) die kan leiden tot een verstopping van de plasbuis. FLUTD komt bij poezen en katers voor, maar de plasbuis van katers is veel smaller dan bij poezen en raakt dus sneller verstopt.De verstopping kan veroorzaakt worden door een plug. Dit is een samenklontering van eiwitten, ontstekingscellen, rode bloedcellen en ander materiaal. Naast een plug kan het ook zijn dat de plasbuis erg gezwollen en verkrampt is en dat zo een verstopping optreedt.
Wat zijn de oorzaken?
In ongeveer 65 % van de gevallen is er sprake van een blaasontsteking (cystitis) die een verdikking en beschadiging van de blaaswand geeft. Uit onderzoek is gebleken dat met name stress een belangrijke factor is. Stress is alleen niet altijd goed te herkennen bij een kat. Ook overgewicht en te weinig beweging kunnen een rol spelen. Een tweede belangrijke oorzaak van FLUTD is blaasstenen of blaasgruis.
Wat zijn de symptomen?
Een kater die vaak naar de kattenbak gaat en veel zit te persen zonder dat er urine geproduceerd wordt of er slechts enkele druppels verschijnen, kan wel eens last hebben van een verstopte plasbuis. Dit kan veel pijn geven, waardoor de kater mogelijk niet wil eten, erg onrustig is of soms zelfs braakt. Het is zaak zo snel mogelijk met de kat naar de dierenarts te gaan, om de verstopping weer op te heffen. De blaas blijft zich namelijk vullen en uiteindelijk kan de blaas zelfs knappen.
Hoe stellen we de diagnose?
Met lichamelijk onderzoek kan bepaald worden hoe sterk de blaas gevuld is en worden andere afwijkingen opgespoord. Met behulp van urineonderzoek kan worden aangetoond of gruis/ kristallen een rol spelen.
Waaruit bestaat de behandeling?
Katers met een verstopte plasbuis moeten in de kliniek worden opgenomen. Er zal een urinekatheter in de plasbuis worden aangebracht om de verstopping op te heffen. Meestal wordt de kat hiervoor even onder narcose gebracht, omdat de verstopping vaak erg pijnlijk is. De katheter zal er vaak meerdere dagen in moeten blijven zitten. Gedurende die tijd zal de kat infuus krijgen en wordt de blaas gespoeld. Afhankelijk van de ernst van de verstopping zal aanvullende therapie nodig zijn.Wordt blaasgruis in de urine gezien, dan is het noodzakelijk de voeding aan te passen en een speciaal dieet te voeren. Wanneer er geen kristallen in de urine worden gevonden, kan de dierenarts pijnstillers of blaasontspanners voorschrijven.
Hoe kan FLUTD voorkomen worden?
Enkele tips om te voorkomen dat uw kat (weer) plasproblemen krijgt:
Zorg voor dagelijks vers, schoon drinkwater. Biedt verschillende drinkbakjes aan omdat katten voorkeur voor een bepaald bakje kunnen hebben.
Zorg voor voldoende bewegen, bijvoorbeeld door regelmatig te spelen met de kat.
Maak de kattenbak zo aantrekkelijk mogelijk. Zet deze op een rustige plaats in huis en plaats 1 kattenbak meer dan het aantal katten dat er is. Zet de bakken op verschillende plekken neer en maak deze regelmatig schoon.
Denkt u dat uw kater verstopt zit?
Neem dan zo snel mogelijk contact op met een dierenarts. Wacht niet tot de volgende dag!
Een blaasontsteking bij de kat komt zeer vaak voor. In tegenstelling tot bij de hond is bij katten de blaasontsteking bijna nooit het gevolg van een bacteriële infectie. Veel vaker zien we een ‘idiopathische’ blaasontsteking. Dit betekent dat we de oorzaak niet precies weten, maar stress speelt waarschijnlijk een rol. Ook blaasgruis/stenen is een veel voorkomende oorzaak van blaasontsteking bij katten.
Wat zijn de symptomen?
Symptomen die passen bij een (simpele) blaasontsteking zijn: moeilijk of vaak kleine beetjes plassen, pijn bij het plassen, in huis plassen of urine die er anders uit ziet of ruikt. Als de kat ook meer algemeen ziek is, braakt, slomer is, niet kan plassen of poepen of andere symptomen heeft, kan er meer aan de hand zijn.Vooral bij katers met blaasontsteking/gruis kan een verstopping van de plasbuis ontstaan. Dit leidt tot een levensbedreigende situatie! Neem bij de minste verdenking dan ook contact op met de dierenarts.
Hoe stellen we de diagnose?
Met lichamelijk onderzoek en urine onderzoek kan een blaasontsteking worden vastgesteld. De urine dient voor het onderzoek zo ‘vers’ mogelijk te zijn (<1 uur oud). Soms zijn aanvullend bloedonderzoek, bacteriekweek en/of beeldvorming van de blaas nodig.
Waaruit bestaat de behandeling?
Dit hangt af van de oorzaak. Bij een simpele blaasontsteking volstaat doorgaans een kuur met ontstekingsremmers. Wanneer de symptomen snel terugkeren of de blaasontsteking niet overgaat, zal verder onderzoek worden gedaan.Bij een duidelijke onderliggende oorzaak, zal deze aangepakt moeten worden. Denk bijvoorbeeld aan een speciaal blaasgruisdieet of het verwijderen van blaasstenen met een operatie. Bij een juiste aanpak is de kans op volledig herstel groot.
Blaasgruis is te vergelijken met zand in de blaas.Blaasstenen kunnen enkele millimeters tot centimeters groot zijn. Er zijn verschillende soorten gruis en stenen, die allen een andere samenstelling en oorzaak hebben. Bij de kat komen vooral struviet en oxalaat voor.We weten niet precies waarom de ene kat wel en de andere kat geen blaasgruis ontwikkelt. We zien het vooral bij katten met overgewicht.
Wat zijn de symptomen?
De verschijnselen zijn vaak vergelijkbaar met die van een blaasontsteking: moeilijk of vaak kleine beetjes plassen, bloed bij de urine, pijn bij het plassen, likken aan de penis, in huis plassen of urine die er anders uit ziet of ruikt. Als een dier niet kan plassen (er komt geen of weinig urine uit), dan kan er sprake zijn van een verstopping. Dit is een spoedgeval! Als er niets aan wordt gedaan, kan de kat binnen een dag overlijden.
Hoe stellen we de diagnose?
Door urine onderzoek kan vastgesteld worden of en welk type blaasgruis aanwezig is. Met echografisch onderzoek en/of röntgenfoto’s kunnen blaasstenen worden opgespoord. Het type steen kan soms alleen worden vastgesteld door de steen operatief te verwijderen en op te sturen voor onderzoek.
Waaruit bestaat de behandeling?
Struviet kan vaak worden opgelost met een speciaal dieet. De andere typen gruis en stenen moeten vaak operatief verwijderd worden, gevolgd door medicijnen of een dieet. Daarnaast adviseren wij goede pijnstillers. Katers met een verstopte plasbuis moeten in de kliniek worden opgenomen
Hoe kunt u blaasgruis voorkomen?
De samenstelling en concentratie van de urine zijn sterk van invloed op de vorming van gruis en stenen. Hoe meer een dier drinkt, hoe kleiner de kans op gruisvorming. Dit kan worden gestimuleerd door natvoer, drinkwaterfonteintjes en blaasgruisdieet.Zorg er ook voor dat de kattenbak aantrekkelijk is, zodat katten hun urine niet te lang ophouden. Dit kan door altijd net zoveel kattenbakken te plaatsen als er katten in huis zijn, plus één extra. Zet ze op een rustige plaats neer en maak ze dagelijks schoon.Elk type blaasgruis en -steen vereist een andere aanpak. Dit kan variëren van een speciaal dieet tot medicijnen. Dit is vaak levenslang nodig, maar katten kunnen er in het algemeen prima mee leven.
Wat is het?
Een thrombo-embolie is een afsluiting van een bloedvat door een bloedstolsel. Bij katten ontstaat dit stolsel vaak doordat de bloedstroom in het hart afwijkend is door een onderliggende hartziekte (bv. HCM). Dit stolsel komt vanuit het hart in de lichaamsslagader (aorta) en loopt vast in een slagader naar een of beide achterpoten.
Wat zijn de symptomen?
We zien een plotselinge verlamming van een of beide achterpoten. De katten hebben heftige pijn en schreeuwen het uit. De ademhaling is versneld of ze hijgen. De pijn wordt na 24 uur vaak wel minder door verlies van gevoel, maar kan lang aanwezig blijven. De voetzooltjes worden koud en blauwig van kleur en vaak is sprake van een hartruis.
Hoe stellen we de diagnose?
Op basis van het klinisch beeld wordt de waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld. Andere oorzaken voor een plotselinge verlamming moeten worden uitgesloten.
Waaruit bestaat de therapie?
Katten met een achterhandsverlamming door een thrombo-embolie hebben een slechte prognose. Zeer intensieve behandeling is mogelijk, maar meestal niet raadzaam. Als er al herstel is, dan duurt dat vrijwel altijd zeer lang en is niet volledig. In dat hele traject ervaart de kat veel pijn en is sprake van (ondraaglijk) lijden. De kans op terugkeer van een thrombus of overlijden door hartfalen binnen zes maanden is zeer groot.
Gedraagt uw oudere kat zich ‘anders dan anders’? Slaapt uw kat meer of ligt u wakker van nachtelijk gemiauw? Denk eens aan dementie.
Wat is dementie?
Oudere mensen kunnen veranderingen krijgen in de hersenen die invloed hebben op het gedrag, geheugen en hun leervermogen. Dit wordt dan dementie of seniliteit genoemd. Ook bij oudere katten kunnen we een dergelijk beeld zien. Hiervoor wordt de term Cognitief Disfunctie Syndroom (CDS) gebruikt. Bij de kat is hier nog weinig over bekend.
Wat zijn de verschijnselen?
Vaak beginnen de verschijnselen onopgemerkt, zeker bij katten. De kat kan wat rustiger zijn en overdag meer slapen. De verschijnselen zullen in de loop van de tijd toenemen. Vaak worden de problemen pas in een laat stadium opgemerkt. De volgende gedragsveranderingen kunnen in meer of minder mate aanwezig zijn:
Verandering van dag- en nachtritme: Katten kunnen ’s nachts ineens klaaglijk gaan miauwen, terwijl ze dat eerst nooit deden.
Desoriëntatie: De kat kan zich minder goed oriënteren en gedraagt zich ‘anders’. Soms weten ze bijvoorbeeld niet meer hoe ze naar buiten moeten of hoe het kattenluik werkt. Ook kunnen ze zichzelf veel vaker of juist minder vaak gaan wassen.
Onzindelijkheid: Niets is zo vervelend als een kat die buiten de bak gaat plassen of poepen. Dit kan te maken hebben met dementie, maar kan ook andere medische oorzaken hebben. Neem altijd contact op met uw dierenarts.
Verandering van gedrag/‘persoonlijkheid’: Een kat kan agressiever, aanhankelijker of angstiger worden.
Hoe stellen we de diagnose?
Als uw dier gedragsveranderingen of onzindelijkheid vertoont, is het belangrijk om andere medische oorzaken uit te sluiten. Een dier dat doof- en of blind wordt of pijn heeft kan ook ander gedrag vertonen. Met medicijnen kunnen veel van deze aandoeningen behandeld worden. Als er met lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek (bv. bloed en urine) geen afwijkingen gevonden worden, zijn hersenveranderingen ten gevolge van ouderdom het meest waarschijnlijk.
Waaruit bestaat de therapie?
Er is helaas geen therapie die CDS kan genezen en de ziekte zal in de loop van de tijd erger worden. Er zijn wel mogelijkheden om dit proces af te remmen. Begin op tijd met de behandeling:
Voeding: Voor de kat zijn nog geen commerciële voeders verkrijgbaar. Wel bestaan supplementen met anti-oxidanten en omega-3-vetzuren.
Training/verandering in de omgang: Houd de kat overdag actief. Bied voldoende structuur en regelmaat aan, verander de leefomgeving zo min mogelijk en vermijd stress.
Medicijnen: Er zijn medicijnen op de markt die gebruikt worden bij dementie. Alleen medicijnen geven is niet de beste oplossing, uw dierenarts kan u hierover informeren.
Overleg samen met uw dierenarts of en welke behandeling nog zinvol is, zodat u samen met uw kat nog een fijne tijd heeft.
Obstipatie wordt ook wel verstopping genoemd. Het betekent dat de kat moeite heeft om zijn ontlasting kwijt te raken. De kat poept dan minder, moeilijker of helemaal niet meer. Hoe langer de ontlasting in de darmen blijft, hoe meer deze indroogt en harder wordt. Het poepen wordt dan steeds moeilijker en pijnlijker.
Wat zijn de oorzaken?
Er kunnen zeer veel verschillende oorzaken zijn voor het ontstaan van een verstopping. Belangrijke oorzaken zijn bijvoorbeeld:
Uitdroging
Ontlasting langer ophouden vanwege een vieze kattenbak, verkeerde kattenbakkorrels (bv. houtkorrels) of een nare ervaring op de bak.
Ontlasting langer ophouden vanwege pijn in bijvoorbeeld de gewrichten of rond de anus.
Afwijkingen aan de darm, zoals een vreemd voorwerp, tumor of poliep.
Megacolon (slappe en verwijde dikke darm)
Hernia perinealis
Etc.
Wat zijn de verschijnselen?
Lang of vaker persen op de ontlasting, minder of harde ontlasting in de bak, pijnreactie bij het poepen en als het langer bestaat ook braken en minder eten.
Hoe stellen we de diagnose?
Met lichamelijk onderzoek kunnen we de buik en het laatste gedeelte van de darm navoelen op afwijkingen. Met een röntgenfoto en eventueel echo kunnen we verder zoeken naar een oorzaak.
Waaruit bestaat de therapie?
Met medicijnen kunnen we ervoor zorgen dat de kat minder pijnlijk is en gelaxeerd wordt. Ook willen we graag dat de kat voldoende vocht binnenkrijgt. Dit kan u zelf doen door het drinken te stimuleren en vezelrijke voeding te geven. Soms is dat niet genoeg en dan kunnen we de kat helpen door tijdelijk vocht toe te dienen via een infuus in het bloedvat.
Soms is de verstopping zo erg, dat een operatie nodig is om deze op te heffen.
Tips om uw kat meer te laten drinken:
Geef elke dag schoon drinkwater en maak ook de drinkbakken regelmatig schoon (minimaal elke week).
Plaats drink- en voerbakken minimaal 2 meter uit elkaar. Dit zorgt ervoor dat katten ruim 30% meer water drinken dan wanneer de bakken direct naast elkaar staan.
Plaats meerdere waterbakken op verschillende plaatsen (zowel hoog als laag en in verschillende ruimtes).
Wanneer uw kat niets meer eet, dan gaat hij vrij gauw overgeven. Dat is al gauw een vervelende situatie. Uw kat kan echter ook overgeven wanneer hij net gegeten heeft. Het maakt dan uit of hij braakt na het eten van veel of juist na het eten van weinig voer.
Mijn kat geeft over na het eten van veel voer
Vooral jonge katten kunnen nogal eens gulzig zijn. Een gezonde zaak, alleen het gevolg is nogal eens dat ze overgeven na het eten. Dat geeft op zich niet. U zult zien dat ze na het braken direct weer willen eten. Dit gaat eigenlijk altijd vanzelf weer over.
Mijn kat schrokt
Wanneer uw kat schrokt en daarna ook wel eens overgeeft, dan kunt u het beste eens gaan zoeken naar de reden van het schrokken. Het kan zijn dat de voerbak voor de kat op een voor hem onveilige plek staat, of er is een andere kat die zit te loeren op zijn eten. Soms helpt het ook om de kat vaker op een dag kleine beetjes te voeren. Wanneer uw kat vermagert ondanks het vele eten dan kan bijvoorbeeld suikerziekte of een schildklierprobleem de reden zijn. Naar uw dierenarts dus.
Mijn kat geeft over na het eten van weinig voer
Heeft uw kat maar weinig gegeten en geeft hij dan al over en doet hij dit vaker dan is er waarschijnlijk een ziekte in het spel. Gaat dit langer zo door dan krijgt uw kat waarschijnlijk geen eten meer binnen. Het beste is dus om contact op te nemen met uw dierenarts. Katten moeten namelijk zo snel mogelijk iets krijgen tegen het braken (Cerenia). Al is dit nog maar puur symptomatisch behandelen, het stopt de cirkel van minder eten-braken- nog minder eten- braken-niet eten. Verder onderzoek door de dierenarts (lichamelijk, bloed, echo, endoscopie) zal de diagnose brengen.
Een hond kan best een dagje niet eten, voor een kat is dat niet aan te raden. Een kat wordt door niet eten namelijk gauw misselijk. Misselijke katten krijgen al gauw een afkeer van hun brokjes. En misselijk zijn zorgt zo dan voor minder of niet eten en dan wordt het lastig voor de kat. De kat wordt zo steeds zieker en vanzelf beter worden lukt dan niet meer. Hulp is geboden.
Wat doe ik als mijn kat niet eet?
Wanneer uw kat iedere dag een beetje minder gaat eten dan geeft u hem voor de verandering iets anders te eten. Liefst een compleet en net iets smakelijker voer. Dat is per kat verschillend. Vooral als uw kat opgewekt en levendig is dan kunt u dit gewoon uitproberen. Vaak helpt het en kunt u met een ander voer verder. Wordt uw kat wel slomer en gaat hij braken dan neemt u het beste contact op met uw dierenarts. Zeker als hij ook gaat knarsetanden of kwijlen (vaak door keelpijn bij niesziekte). Hier geldt dat op tijd ingrijpen veel ellende voor uw kat kan voorkomen.
Hoe weet ik dat mijn kat misselijk is?
Vaak gaat aan het braken van een kat misselijkheid vooraf. Die misselijkheid kan uw kat flink dwars zitten. U kunt misselijkheid bij uw kat herkennen aan deze symptomen:
Minder eten.
Langzamer eten.
Kwijlen.
Gras eten.
Vaak blijven slikken.
Knarsetanden.
Waarom eet mijn kat niet?
De oorzaken van minder en niet eten bij de kat zijn zeer divers. Zo kan er een ziekte (niesziekte, nierfalen, schildklieraandoening, alvleesklierontsteking, suikerziekte of een maag- en/of darmontsteking) spelen of het komt door een voerwisseling, stress (andere kat er bij gekomen), heimwee of een slecht gebit. Ook te weinig drinken kan leiden tot minder eten. Een drinkfonteintje met continu stromend water is een uitkomst om uw kat altijd van fris water te voorzien, zeker ook voor de kwetsbare nieren en urinewegen vooral bij de oudere kat.
Hoe lang kan een kat zonder eten?
Een kat kan niet lang zonder eten. Maximaal 2 dagen. Katten hebben dagelijks voedsel nodig. Katten leven op zichzelf en jagen alleen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld leeuwen die in groepen leven. Leeuwen kunnen gemakkelijk een week zonder voedsel. Een kat die niet eet, gaat na 2 dagen al vetten uit het lichaam afbreken. Deze vetten worden opgeslagen in de lever van de kat, met de gevolgen van dien.
Leververvetting bij de kat door niet eten
Wanneer een kat minder, slecht of niet eet dan gaat de lever van de kat al gauw vervetten. Leververvetting wordt ook wel lipidose genoemd. Die toename van vet in de lever maakt de kat misselijk. In het bloed zien we dan verhoogde leverwaarden. Let wel die verhoogde bloedwaarden zijn dan een gevolg van het slechte eten en niet de oorzaak. Dat wordt nogal eens verward met elkaar. Leverziekten zijn, indien nodig, o.a. aan te tonen met een echo of een leverbiopt.
Oorzaak niet eten kat achterhalen
Wanneer u met uw kat op het spreekuur van de dierenarts komt met de klacht minder of niet eten dan zal de dierenarts u eerst allerlei vragen stellen. De kat wordt lichamelijk onderzocht en vaak is bloed- en urine onderzoek nodig. Vaak ook een echo en eventueel endoscopie. Alle uitslagen worden op een rij gezet en besproken en in overleg met u komt er een plan. Dat is nogal eens een lastige opgave bij niet etende katten.
Hoe wordt een kat die niet eet behandeld?
Hoe eerder de oorzaak achterhaald is, hoe beter het herstel.
Misselijkheid al gauw gaan bestrijden met Cerenia of Emeprid.
Op tijd de eetlust opwekken met gepaste medicatie.
Help de kat met eten. Voeding spuiten in de mond. Eventueel plaatsen van een voedingssonde, dat werkt vaak prima.
Geef de kat zoveel eten zodat hij niet meer vermagert.
Wat is het?Met het wassen van de vacht krijgen katten haren binnen die ze doorslikken. Deze haren kunnen in de maag of darmen ophopen en een zogenaamde ‘haarbal’ vormen. Deze kan worden uitgebraakt of met de ontlasting eruit komen. Als de haarbal te groot wordt, kan deze voor een verstopping van de darm zorgen. We zien vaker haarballen bij langharige katten, tijdens het verharen en bij katten die zichzelf veel likken door jeuk.
Wat zijn de symptomen?
Katten kunnen braken, gras willen eten, buikpijn of een bolle buik hebben, minder of geen ontlasting produceren en algemeen ziek worden waarbij ze minder eten.
Hoe stellen we de diagnose?
Soms worden haarballen in het braaksel gezien. Door de buik te onderzoeken en de patiënt helemaal na te kijken, kan een indicatie worden gekregen voor een verstopping. Vaak is aanvullend onderzoek nodig in de vorm van echografie of endoscopie.
Waaruit bestaat de behandeling?
In milde gevallen kan behandeling met een laxeermiddel en voldoende vocht helpen. Bij een ernstige verstopping kan het verwijderen van de haarbal met endoscopie (kijkoperatie) of chirurgie nodig zijn.
Hoe kunt u haarballen voorkomen?
Een vezelrijke voeding bevordert een gezond ontlastingspatroon. Borstel de kat regelmatig en laat deze eventueel ontwollen of volledig scheren als dit onvoldoende werkt. Er zijn speciale haarbalpasta’s en snoepjes te koop. Katten willen graag gras eten voordat ze gaan braken. Om te voorkomen dat ze aan (giftige) kamerplanten beginnen te eten, kunt u speciaal kattengras aanschaffen.
Wat is diarree?
Dit lijkt een open deur, maar is het niet. Bij diarree kan de ontlasting dunner zijn dan anders (brijig of waterig), maar het kan ook zo zijn dat de hoeveelheid/kleur van de ontlasting is veranderd of dat de kat vaker op een dag ontlasting heeft dan normaal. Diarree kan vele verschillende oorzaken hebben, zoals:
Oorzaken binnen het maagdarmkanaal – Voeding: voerwisseling, bedorven voedsel/water, voedselovergevoeligheid/allergie – Parasieten of behandeling tegen parasieten – Virussen ( denk ook aan kattenziekte) en bacteriën – Verstopping of voorwerp in maag/darm – Tumoren – Etc.
Oorzaken buiten het maagdarmkanaal – Afwijking in de alvleesklier (bv. alvleesklierontsteking), etc.
Wat zijn de symptomen?
Naast een veranderde ontlasting of ontlastingspatroon, kunnen ook symptomen worden gezien van ziekte. Dieren kunnen soms braken, misselijk zijn, niet willen eten, veel scheten laten (flatulentie) of koorts hebben. Als een kat veel diarree heeft, kan hij/zij ook uitdrogen. Zeker bij kittens is dit een risico!
Wanneer moet u contact opnemen met de dierenarts?
Meestal gaat de diarree vanzelf weer over en is het een kwestie van uitzieken. Neem contact op met de dierenarts als uw kat ziek is, niet eet en/of drinkt, de diarree na een aantal dagen niet vermindert, de diarree bloederig is, er helemaal geen ontlasting komt, uw kat koorts heeft (>39,5°C) of risico loopt op uitdroging. Ook als een kat vaker diarree heeft, is het belangrijk om verder onderzoek te doen.
Waaruit bestaan het onderzoek en de behandeling?
Tijdens het consult zal de dierenarts uw kat lichamelijk onderzoeken. In sommige gevallen wordt dan besloten alleen de symptomen te bestrijden met medicijnen en/of een aangepast voedingsadvies. Ook kan het zijn dat er aanvullende onderzoeken nodig zijn, zoals ontlastingsonderzoek, bloedonderzoek, een röntgenfoto of echografie. Als uw kat al aan het uitdrogen is, kan een infuus via een bloedvat worden gegeven. Uw kat zal dan in onze kliniek worden opgenomen.