Castratie kater

Wilt u uw kater laten castreren of bent u er nog niet uit? 

Wij geven u de informatie om te kunnen kiezen.

Voordelen van castratie

Er zijn verschillende redenen om voor castratie te kiezen.

  • De kater onvruchtbaar maken. Zo is er geen kans meer op ongewenste nestjes en zal het aantal zwerfkatten beperkt blijven.
  • Dominantie en agressie verminderen. Zo is de kans op vechten minder.
  • Minder ‘zwerfgedrag’. Niet gecastreerde katers gaan vaak veel verder weg van huis. Hierdoor is het risico op vechtwonden en ziektes duidelijk groter.
  • Voorkomen van sproeien. Dit is territoriaal gedrag waarbij de kater met sterk geurende urine plekken in huis markeert. Dit begint rond de 6-8 maanden leeftijd.

Nadelen castratie

Er zitten ook enkele nadelen aan het castreren van een kater. Het is een operatie en dit neemt altijd een (zeer gering) risico op complicaties met zich mee.

Mogelijk treedt er een gewichtstoename op na de castratie. Ons advies is om na castratie 25% minder te gaan voeren en het gewicht goed te controleren. Zo kunnen ook gecastreerde katers mooi op gewicht blijven. Ook het gedrag van de kater kan veranderen (dit is vaak dus juist de reden om voor castratie te kiezen).

Ons advies

In het algemeen geldt dat de voordelen ruimschoots opwegen tegen de nadelen. Vaak adviseren wij, dierenkliniek Horst e.o., de katers te castreren rond de leeftijd waarop ze geslachtsrijp worden (6-7 maanden leeftijd). De kans op sproeien is dan zo klein mogelijk. Indien uw kater al voor deze leeftijd gaat sproeien, is het verstandig de castratie eerder uit te voeren.

De operatie

Bij een chirurgische castratie worden de testikels via twee kleine sneetjes in het scrotum verwijderd. Castratie van de kater is een dagopname. Dit betekent dat u de kat ’s ochtends brengt en in de middag weer kunt ophalen. Ook zal de kater na de operatie een wondje hebben. Het is meestal niet nodig om de kater een kap/kraag om te doen. Vaak herstelt de kater erg snel na castratie.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl
Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Sterilisatie teef

Veel eigenaren van teefjes besluiten om hun hond te laten steriliseren. Eigenlijk spreken we bij teefjes niet van sterilisatie, maar van castratie. Hierbij worden de eierstokken en soms ook de baarmoeder chirurgisch verwijderd.

Waarom steriliseren?

Steriliseren heeft verschillende voordelen. De teefjes worden niet meer loops, en kunnen zich dus niet meer voortplanten. Ook worden ze niet meer schijnzwanger. Een hond die schijnzwanger is vertoont vaak afwijkend gedrag. De hond behandelt (tijdelijk) haar speeltjes als puppy’s en kan erg beschermend zijn tegenover de speeltjes, met tot gevolg dat ze ook weleens agressief gedrag vertoont tegen mensen uit de omgeving. Op jongere leeftijd steriliseren vermindert mogelijk de kans op melkkliertumoren en baarmoederproblemen. De kans op een baarmoeder ontsteking wordt zelfs gereduceerd tot nul. Bovendien verkleint sterilisatie de kans op het ontstaan van suikerziekte op latere leeftijd. Bij de meeste jonge teefjes met een gezonde baarmoeder worden alleen de eierstokken weggehaald, in feite is dit dus een castratie en geen sterilisatie. Ook wanneer alleen de eierstokken worden weggehaald, heeft dit bovengenoemde voordelen tot gevolg. Het zijn namelijk de hormonen die deze problemen veroorzaken en die zijn er dan immers niet meer.

Nadelen steriliseren

Er kleven ook nadelen aan het steriliseren van een teef. Het is een operatie en dit neemt altijd een (gering) risico op complicaties met zich mee. Ook zal de teef na de operatie een buikwond hebben. Gelukkig kunnen we vaak onderhuids hechten en is het niet nodig de hond na operatie een kap/kraag om te doen. Soms is wel een Medical Pet Shirt® nodig. Na de operatie zal de teef vaak een of enkele dagen niet helemaal zichzelf zijn. Wanneer we laparoscopisch steriliseren, is het herstel vaak nog sneller. Mogelijk treedt er een gewichtstoename op na de sterilisatie. Ons advies is om na sterilisatie 25% minder te gaan voeren en het gewicht goed te controleren. Zo kunnen ook gesteriliseerde teefjes mooi op gewicht blijven. De structuur van de vacht kan wat veranderen. Ook het gedrag van de teef kan veranderen. Bij sommige rassen kan op latere leeftijd incontinentie ontstaan, die in de meeste gevallen goed te behandelen is.

Ons advies

In het algemeen geldt dat de voordelen ruimschoots opwegen tegen de nadelen. Vaak adviseren wij, dierenkliniek Horst e.o., de teefjes te steriliseren drie maanden na de eerste loopsheid. Hoe eerder je steriliseert hoe minder kans op bovengenoemde gezondheidsrisico’s.

De operatie

Het steriliseren/castreren van een teef kan op 2 manieren. We kunnen de eierstokken verwijderen via een snede van ongeveer 5-15 cm (afhankelijk van de grootte van de hond) of we kunnen een zogenaamde laparoscopische operatie uitvoeren. Dat wil zeggen dat we met behulp van een scope en camera de eierstokken via 2 kleine gaatjes verwijderen. Het voordeel van deze manier van steriliseren is dat de ingreep minder groot is en het herstel sneller verloopt. Na de operatie hoeft de hond meestal geen kap op of een shirtje aan. Verder wordt er geen hechtmateriaal in de buik achter gelaten en is de kans dat er kleine stukjes eierstok blijven zitten ook heel erg klein. Mocht er tijdens de laparoscopische operatie een afwijkende baarmoeder ontdekt worden dan zal er besloten worden om alsnog de teef op de conventionele manier te steriliseren (en dus ook de baarmoeder verwijderen). Sterilisatie van de teef is meestal een dagopname. Dit betekent dat u de hond ’s ochtends brengt en aan het eind van de dag weer kunt ophalen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Nazorg na narcose en operatie hond kat

Informatiebrief nazorg na narcose en operatie

Uw hond of kat is in een van onze klinieken onder narcose geweest voor een behandeling of operatie. Door de narcose kan de lichaamstemperatuur dalen. Dieren kunnen na het wakker worden onrustig zijn, piepen, rillen, jammeren, wankelen of met de kop zwaaien. Soms lijkt het net of een dier pijn heeft. Wij zorgen tijdens en na operaties dat uw dier goede pijnstilling krijgt. Het ‘vreemde’ gedrag komt meestal dan ook niet door pijn, maar door het uitwerken van de narcose. Vaak zijn dieren na een of enkele dagen weer de oude.

Belangrijke tips voor thuis:

  • Vaak zal uw dier een infuusnaald in een bloedvat van de poot krijgen, waardoor wij medicijnen en infuusvloeistof kunnen geven. Als uw dier weer mee naar huis gaat, wordt de infuusnaald eruit gehaald en wordt er een verbandje om de poot gedaan. Dit verbandje mag na 15 minuten weer verwijderd worden, anders kan de poot dik worden.
  • Leg uw dier op een warme plaats (maar niet op een hete plaats tegen de verwarming of in de volle zon) onder een deken of handdoek. Eventueel kunt u er een warme kruik gewikkeld in een handdoek bijleggen.
  • Laat uw dier zoveel mogelijk met rust in een vertrouwde omgeving. Door de narcose kan uw dier soms nog wat gedesoriënteerd zijn.
  • Na de narcose mag uw dier wel drinken. Begin met kleine beetjes lauwwarm water.
  • Wacht met eten geven tot uw dier goed wakker is. Te snel eten geven na een narcose leidt vaak tot misselijkheid en braken. Wacht daarom minimaal een aantal uren na de narcose en begin met kleine porties. Het kan zijn dat uw dier op de dag van de narcose geen eetlust heeft, dit is niet erg.
  • Veel likken aan de wond kan leiden tot irritatie of ontsteking. Wij adviseren dan ook om likken te voorkomen door uw hond een Medical Pet Shirt of kap/kraag om te doen. Deze zijn bij onze klinieken en via Dierapotheker.nl te koop.
  • De eerste 10 dagen na de operatie moet uw dier rustig blijven voor een optimale wondgenezing. Laat uw hond aan de lijn uit en laat hem/haar geen balspelletjes doen, springen of zwemmen. Wij adviseren om uw kat deze periode binnen te houden.
  • Mocht het nodig zijn, dan krijgt uw dier medicijnen mee. Volg de instructies op het etiket op en maak de antibioticumkuur altijd af. Lukt het niet goed om de medicijnen in te geven?
  • Tien dagen na de operatie zien we uw dier graag terug voor controle van de wond en eventueel verwijderen van de hechtingen. U kunt hiervoor een afspraak maken. Deze kosten zijn inbegrepen bij de operatie.

Neem gerust contact op! Blijft uw dier na de operatie erg sloom, braakt hij/zij meerdere keren of vertrouwt u iets niet? Neem dan gerust contact met ons op. Dit kan 24 uur per dag, 7 dagen in de week op telefoonnummer 077-3982169.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Kijkoperatie hond

Bij dierenkliniek Horst e.o. kunt u ook terecht voor een laparoscopische operatie van uw hond. Dit wordt ook wel een kijkoperatie genoemd. Onder leiding van chirurg Suzanne van Dijck worden niet alleen sterilisaties laparoscopisch uitgevoerd, maar bijvoorbeeld ook de operatie van een cryptorche reu. Cryptorch wil zeggen dat 1 of beide testikels zich niet in de balzak bevinden maar in het lieskanaal of in de buik. Het voordeel van een laparoscopische operatie boven een ‘normale’ operatie, is dat er slechts 2 hele kleine gaatjes gemaakt worden. De pijn na de operatie is minder en het herstel sneller. Via een gaatje wordt met de camera in de buikholte gekeken. Via een tweede gaatje wordt de apparatuur naar binnen gebracht. De chirurg kan dan op het scherm de binnenkant van de buikholte zien en de operatie uitvoeren. Daarna worden bij de teef de eierstokken en bij de reu de testikels ‘opgehangen’ aan de buikwand met een dunne draad. De bloedvaatjes worden dicht gebrand en de eierstokken/testikels kunnen daarna uit de buik verwijderd worden. Het tweede gaatje moet dan soms iets groter gemaakt worden, zodat ze erdoor passen. Kijk hier voor een filmpje over laparoscopische sterilisatie van een teef in onze kliniek.

Kijkoperatie bij een cryptorche reu in beeld:

Bij deze hond bevond 1 testikel zich in de balzak en 1 testikel in de buik. Midden op het tv scherm ziet u de cryptorche testikel liggen. De dierenarts en assistente aan het werk tijdens de ingreep. Er worden 2 kleine gaatjes in de buik gemaakt. Door 1 gaatje gaat de camera de buik in en door het andere gaatje kunnen instrumenten naar binnen. De testikel wordt naar de buikwand toe getrokken, waardoor de bloedvaten dicht gebrand kunnen worden. Wanneer de testikel helemaal los ligt, kan deze door een klein gaatje buiten de buik gebracht worden. Het resultaat: 2 kleine gaatjes en een hond die veel minder pijn ervaart dan na een normale buikoperatie.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Chirurgie hond

Een operatie en narcose zijn spannende gebeurtenissen voor u en uw dier. Dat begrijpen wij maar al te goed. Voor elke narcose en elke operatie geldt dat er een (meestal zeer geringe) kans is op complicaties. Met de informatie op deze pagina hopen we u voldoende te informeren zodat u deze gebeurtenissen met vertrouwen tegemoet kunt zien.

Voor de operatie

Voorafgaand aan de operatie zal uw dier worden onderzocht door onze dierenarts. Deze zal ook naar hart en longen luisteren.
Bij oudere of zieke dieren, zal besproken worden of u vooraf een bloedonderzoek wil laten doen. Ook eventuele andere aanvullende onderzoeken of toediening van infuus worden besproken. Zo kunnen gezondheidsproblemen worden opgespoord en kan hier met de narcose rekening mee worden gehouden. Het bloedonderzoek kan veelal op dezelfde dag van de operatie plaatsvinden. Door de aanwezigheid van het veterinair laboratorium in dierenkliniek Horst e.o. hebben we vaak een snelle uitslag.
Voordat uw dier onder narcose gaat, is het belangrijk dat hij/zij nuchter is. Dat betekent dat uw dier 12 uur voorafgaand aan de narcose geen eten mag hebben (ook geen koekjes/snoepjes!). Uw dier mag wel gewoon water blijven drinken. Voor jonge of kleine dieren wordt hier soms van afgeweken in overleg met de dierenarts. Vaak wordt met u afgesproken om uw dier om 9.00 uur te brengen. In overleg kan dit ook een ander tijdstip zijn. Uw dier wordt dan tijdelijk opgenomen en zal in de loop van de dag geopereerd worden. In overleg is het soms mogelijk om bij uw dier te blijven tot deze onder narcose gaat, bijvoorbeeld als uw dier erg angstig of agressief is. U kunt niet bij de operatie blijven.

De narcose Uw hond zal vaak een infuusnaald in een bloedvat van de voorpoot krijgen. Zo kan het narcosemiddel worden toegediend. Soms wordt ervoor gekozen om het narcosemiddel met een injectie in de spier te geven. Welk narcosemiddel we gebruiken, hangt af van de patiënt.
We streven ernaar om een zo veilig mogelijke narcose toe te passen, aangepast naar de behoefte van elk individueel dier. In alle klinieken beschikken we over de mogelijkheid tot gasanesthesie. Hierbij krijgt uw dier via een buisje in de luchtpijp of een kapje extra zuurstof en gasnarcose toegediend. Dit is een zeer veilige methode van anesthesie.

Tijdens de operatie

Als uw dier slaapt, worden de ogen gezalfd en wordt de vacht rond het operatiegebied geschoren en de huid gewassen en gedesinfecteerd. Daarna zal uw dier naar de operatiekamer worden gebracht. Voor bijvoorbeeld gebitsbehandelingen is het niet nodig om te scheren en zal uw dier in de gebitsbehandelruimte worden geholpen.
Om voor een goede pijnstilling te zorgen, krijgt uw dier meestal voorafgaand aan de operatie een pijnstiller toegediend. Eventueel kan ook nog lokaal extra pijnstilling worden gegeven. We houden hierbij rekening met de ernst van de ingreep. Uw dier kan ook infuusvloeistof krijgen via de infuusnaald in zijn/haar poot.
Tijdens de operatie wordt uw dier extra in de gaten gehouden met behulp van capnografie en ECG. Zo kunnen we de hartslag en ademhaling goed bewaken en tijdig ingrijpen als dat nodig is.

Na de operatie

Indien uw hond een operatie heeft ondergaan is hij/zij hiervoor onder narcose geweest. In onze opnameruimte krijgt uw hond een rustig en warm plekje zodat hij/zij rustig de roes kan uitslapen. Als uw hond weer goed wakker is, zal deze meestal dezelfde dag weer mee naar huis mogen. Soms wordt in overleg met de dierenarts besloten uw hond nog wat langer in de opname te houden, zodat wij hem/haar goed in de gaten kunnen houden en eventueel ondersteunen met infuus en medicijnen. Kijk hier voor onze informatiebrief over nazorg na een operatie. Kijk hier voor onze informatiebrief over opname in onze kliniek.

Enkele veel gestelde vragen:

1. Mijn hond is nog wat slaperig. Wat moet ik doen? -Geef hem/haar dan een warm en rustig plekje. Uw hond moet makkelijk te wekken zijn. 2. Wat mag mijn hond eten of drinken? -Hij/zij mag de dag van de operatie regelmatig kleine beetjes water drinken. -’s Avonds vanaf 20.00 uur, op de dag van de operatie, mag hij/zij een beetje eten, mits de hond goed wakker is. Geef ongeveer ¼ van de normale portie voer. Eventueel licht verteerbaar voedsel. 3. Wanneer moet mijn hond weer drinken, plassen en eten? -De 1e dag na de operatie moet de hond weer willen drinken. De hond moet dan ook weer plassen. 2 dagen na de operatie moet hij/zij weer willen eten. Het kan 2 dagen duren voordat er ontlasting komt. 4. Wanneer mag het verbandje om de voorpoot er af? -Het verbandje om de voorpoot mag u bij thuiskomst verwijderen. Hier heeft het infuus gezeten. Niet vergeten anders krijgt de hond een dikke poot. 5. Mijn hond braakt. Is dat normaal? -Uw hond mag hooguit 1x braken, braakt hij/zij vaker altijd even bellen. 6. Hoe voorkom ik dat mijn hond aan de wond likt of bijt? -Uw hond mag niet aan de wond likken of bijten. Dit kunt u met een kraag of soms met een T-shirt of speciaal Medical Pet Shirt voorkomen. 7. Er komt bloed uit de wond. Mag dat? -De operatiewond mag niet gaan nabloeden (een paar druppeltjes bloed is niet erg) 8. Mag mijn hond zwemmen? -De eerste 10 dagen na de operatie mag uw hond niet zwemmen. 9. Mijn hond heeft een orthopedische operatie ondergaan. Hoeveel mag hij/zij bewegen? -De eerste 10 dagen mag uw hond niet al te veel lopen. Voorkom wilde bewegingen waardoor de wond kan openspringen. Daarna wordt de beweging langzaam opgebouwd. Na 6 weken moet uw hond zonder problemen kunnen lopen. 10. Wanneer mogen de hechtingen er uit? -Na 10 dagen kunt u terugkomen voor de wondcontrole en voor het verwijderen van de hechtingen. Hiervoor kunt u een afspraak maken. 11. Moet ik altijd medicijnen geven? -Als u medicijnen heeft meegekregen voor uw hond dan altijd de kuur volledig afmaken. 12. Wanneer moet ik contact opnemen met mijn dierenarts? -Als uw hond ziek wordt of als de wond gaat ontsteken (wond wordt rood, voelt warm aan of er loopt pus uit) dan altijd even bellen. En als u iets niet vertrouwt, dan kunt u natuurlijk altijd contact met ons opnemen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Castratie reu

De castratie van de reu wordt vaak uitgevoerd in onze klinieken. Het doel is om ervoor te zorgen dat het testosterongehalte van de reu daalt.

Waarom castreren?

Er zijn verschillende redenen om voor castratie te kiezen.
  • De reu onvruchtbaar maken
  • Dominantie en agressie
  • Overmatige interesse in loopse teefjes
  • Territorium markeren met vele kleine plasjes
  • Voorhuid ontsteking
  • Voorkomen van testikeltumoren en een vergroting van de prostaat
  • Afwijkingen aan de testikels, zoals een draaiing, ontsteking of tumor
  • Afwijkingen aan de prostaat, zoals een goedaardig vergrote prostaat (BPH ofwel benigne prostaat hypertrofie)
  • Behandeling van hernia perinealis en peri-anaalkliertumoren

Nadelen castratie

Er kleven ook nadelen aan het castreren van een reu. Het is een operatie en dit neemt altijd een (gering) risico op complicaties met zich mee. Ook zal de reu na de operatie een wondje hebben. Gelukkig kunnen we vaak onderhuids hechten en is het niet nodig de hond na operatie een kap/kraag om te doen. Soms is wel een Medical Pet Shirt® nodig. Vaak herstelt de reu erg snel na castratie. Mogelijk treedt er een gewichtstoename op na de castratie. Ons advies is om na castratie 25% minder te gaan voeren en het gewicht goed te controleren. Zo kunnen ook gecastreerde reuen mooi op gewicht blijven. De structuur van de vacht kan wat veranderen. Ook het gedrag van de reu kan veranderen (dit is soms dus juist de reden om voor castratie te kiezen). Bij gecastreerde reuen komt prostaatkanker iets vaker voor dan bij niet gecastreerde reuen.

De operatie

Bij een chirurgische castratie worden de testikels via een kleine snede in de huid voor het scrotum verwijderd. Dit kan niet bij reuen die cryptorch zijn en waarbij 1 of beide testikels niet in het scrotum aanwezig zijn. Afhankelijk van de plek waar de testikel zicht bevindt, zal een snede bij de lies of de buik worden gemaakt. Een andere methode is om dan voor een kijkoperatie te kiezen, waarbij de wond veel kleiner zal zijn. Castratie van de reu is meestal een dagopname. Dit betekent dat u de hond ’s ochtends brengt en aan het eind van de dag weer kunt ophalen. Voor meer informatie over chirurgische ingrepen in onze klinieken, kijk hier.

Chemische castratie

Naast een chirurgische castratie, kan een reu ook chemisch gecastreerd worden. De testosteronproductie zal dan tijdelijk onderdrukt worden. Hiervoor bestaan verschillende mogelijkheden. Het grootste verschil tussen de traditionele methode en een chemische castratie, is dat deze niet blijvend is. Wanneer het is uitgewerkt, wordt alles weer het oude. Er zijn verschillende redenen om voor chemische castratie te kiezen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u eerst wilt beoordelen welk effect castratie op het gedrag van uw reu heeft, alvorens voor een operatie te kiezen. En oude dieren met een goedaardige vergroting van de prostaat hoeven dan niet meer onder narcose. Chemische castratie kan met een injectie die 1 tot enkele weken werkt. Deze kunnen wel bijwerkingen hebben en zijn niet altijd de meest geschikte methode. Er bestaat ook een implantaat, Suprelorin®, dat onder de huid wordt aangebracht. Dit kan net als bij het chippen zonder narcose. Dit implantaat werkt 6 maanden tot een jaar, afhankelijk van de grootte. Wanneer uw reu goed reageert op dit implantaat en het oude gedrag weer terugkeert als het implantaat is uitgewerkt, kan u dan alsnog besluiten tot chirurgische castratie.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Konijn als huisdier

Een konijn kan wel 10 jaar oud worden

Een konijn als huisdier wordt vaak vrij makkelijk over gedacht. Een hok, wat stro, en verder weinig werk. Ten eerste is het goed te bedenken dat een konijn wel 10 jaar oud kan worden. U zit er dus wel even aan vast. Er zijn tientallen verschillende rassen, van dwerg- tot reuzenkonijnen. Konijnen zijn zachtaardige dieren maar vooral de kleinere rassen kunnen wat bijterig en krabberig zijn.

Konijn zindelijk maken

Konijnen hebben veel beweging nodig, het hok moet dus niet te klein zijn. Als u meer konijnen in een te klein hok houdt,  kunnen de dieren elkaar zelfs flink toetakelen. Konijnen worden ook steeds vaker los in huis gehouden. Het zijn slimme beestjes en u kunt ze zindelijk maken en leren hun behoefte op een kattenbak te doen.

Iedere 6 weken een nestje

Als u meerdere konijnen van verschillend geslacht hebt bedenk dan het volgende: Konijnen kunnen om de 6 weken een nestje krijgen en een nestje kan wel uit 12 jonkies bestaan. Als u geen nestje wilt en besluit het mannetje te laten castreren, hou het beestje daarna dan nog zeker 6 weken gescheiden van het vrouwtje. Want zolang na de castratie kan het mannetje nog voor nakomelingen zorgen. De uitdrukking “bij de konijnen af”, komt natuurlijk wel ergens vandaan.

Konijnen tanden blijven groeien

Konijnentanden blijven groeien. Geef ze daarom vezelrijk voer waar ze flink op moeten kauwen, zodat de tanden afslijten. Als de tanden te ver doorgroeien kan het beestje niet meer eten. In dat geval moet u de tanden laten knippen bij de dierenarts. Ook de nagels moet u in de gaten houden en ook regelmatig knippen. Vooral als het konijn in een hok wordt gehouden,  omdat de nagels daar minder afslijten.

Konijnen eten hun keutels op

Voer uw konijn niet te veel. De meeste konijnen eten namelijk hun nachtelijke keutels op. Misschien een vies idee, maar voor het konijn erg gezond. In die keutels zitten namelijk belangrijke vitamines en mineralen. Als het konijn overdag te veel eet laat hij die gezonde keutels liggen en kan daardoor zelfs aan de diarree raken. Bij wilde konijnen duikt regelmatig de besmettelijke en dodelijke ziekte myxomatose op. Het is daarom aan te raden uw konijn hiertegen in te laten enten.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Informatie over het konijn

Een konijn als huisdier wordt vaak vrij makkelijk over gedacht. Een hok, wat stro, en verder weinig werk. Ten eerste is het goed te bedenken dat een konijn wel 10 jaar oud kan worden. U zit er dus wel even aan vast. Er zijn tientallen verschillende rassen, van dwerg- tot reuzenkonijnen. Konijnen zijn zachtaardige dieren maar vooral de kleinere rassen kunnen wat bijterig en krabberig zijn. Konijnen hebben veel beweging nodig, het hok moet dus niet te klein zijn. Als u meer konijnen in een te klein hok houdt, kunnen de dieren elkaar zelfs flink toetakelen. Konijnen worden ook steeds vaker los in huis gehouden. Het zijn slimme dieren en u kunt ze zindelijk maken en leren hun behoefte op een kattenbak te doen. Voor uitgebreide informatie over aanschaf en huisvesting van konijnen, kijk ook op LICG.

Wist u dat?

  • Een konijn geen knaagdier is, maar behoort tot de lagomorphen (haasachtigen)?
  • De snijtanden en kiezen van konijnen levenslang doorgroeienr met wel 1-2 mm per week?

Het Konijn

Klasse : Mammalia (zoogdieren) Orde : Lagomorpha (haasachtigen) Familie : Leporidae (hazen) Geslacht en soort : Oryctolagus cuniculus (konijn) Het onderscheid tussen knaagdieren enerzijds en haasachtigen anderzijds wordt gemaakt op basis van het gebit. Een knaagdier heeft twee snijtanden in de bovenkaak en twee snijtanden in de onderkaak. Een dier uit de orde van de haasachtigen heeft 4 snijtanden in de bovenkaak, twee aan twee achter elkaar geplaatst, en twee snijtanden in de onderkaak. Dit betekent dus dat een konijn niet tot de knaagdieren mag worden gerekend.

Oorsprong en voorkomen

Oorspronkelijk is het konijn afkomstig uit Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Het oorspronkelijke konijn heeft grote ogen en oren. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten. De voeten hebben geen zoolkussentjes maar zijn aan de onderkant stevig behaard. Door intensieve fokkerij is een enorme variatie ontstaan in konijnenrassen (meer dan 50!). Op basis van verschil in kleur, grootte en vachtstructuur zijn er nu vele variëteiten te onderscheiden. Bij het wilde konijn is het mannetje vrijwel even groot als het vrouwtje alleen de kop is wat forser. Beide seksen hebben klieren onder de kin die een stof afscheiden die gebruikt wordt bij de territoriumafbakening. Bij het mannetje zijn deze klieren groter. Ook bij de directe onderlinge herkenning spelen deze klieren een rol. In de loop der tijden is het konijn uitgewaaierd over vrijwel de hele wereld. In Australië bijvoorbeeld leidde dit tot grote problemen. Het konijn was hier door het ontbreken van natuurlijke vijanden dermate succesvol, dat er sprake was van een ware plaag. Hierdoor dreigden zelfs voedseltekorten te ontstaan voor de inheemse dieren. Konijnen hebben een voorkeur voor grasland en open bosachtig gebied. Ze graven uitgebreide gangenstelsels met verschillende gangen. Er zijn grote gangen die uitkomen op een centrale woonruimte en er zijn nauwe gangen die dienst doen als vluchtgangen. Ook zijn er woonruimten aan het eind van blind eindigende gangen. Konijnen zijn nachtdieren, alhoewel ze steeds meer ook overdag gezien worden door hun enorme aanpassingsvermogen. In 1954 en 1955 is de konijnenstand in Europa ernstig teruggedrongen door een ziekte, myxomatose genaamd, die speciaal ontwikkeld en geïntroduceerd is om overlast door konijnen in te dammen.

Voortplanting

Een mannetje (rammelaar) paart met verschillende vrouwtjes (voedsters). De eisprong (ovulatie) is geïnduceerd, dus pas na een paring vindt er een eisprong plaats. Na een gemiddelde dracht van 31 dagen worden de jongen geworpen. Om kannibalisme te voorkomen is het verstandig om het mannetje bij de jongen uit de buurt te houden. De voedster bouwt een nest waarbij ze zachte haren gebruikt die ze uit haar eigen buikhuid trekt. Dit gebeurt meestal in de laatste drie dagen van de dracht. Schijnzwangerschap komt overigens regelmatig voor bij de huiskonijnen. Deze duurt 14-17 dagen en voedsters kunnen agressief worden, haren uittrekken en zelfs melk produceren. De jongen worden blind, doof en kaal geboren. Jongen worden slechts enkele malen per etmaal gezoogd, waarbij de zoogtijd niet langer is dan 3 minuten. Na 10 dagen gaan de ogen open en na 14 dagen gaan de oortjes staan, behalve bij de hangoorrassen. Na 18-24 dagen komen de jongen uit het nest tevoorschijn. Vanaf twee weken na de geboorte is de voedster alweer vruchtbaar. Vanaf een leeftijd van 6 maanden kan een rammelaar gecastreerd worden, na de castratie blijft het dier nog mogelijk 4-6 weken vruchtbaar! Geslachtsrijp: 3½ – 9 maanden, kleine rassen vaak eerder dan grote rassen en voedsters eerder dan rammelaars. Vruchtbaarheidscyclus: geen, geïnduceerde eisprong. Hele jaar door vruchtbaar. Draagtijd: 29-33dgn (gemiddeld 31). Konijnen zijn nestblijvers en de jongen worden kaal en blind geboren. Nestgrootte: 2-10 jongen (gemiddeld 7) Geboortegewicht: 30-70 gram Speenleeftijd: 4-6wkn Volwassen gewicht: 1-7kg Lichaamstemperatuur: 38,5-40,5°C Levensduur: 7-8jr (max. 15 jaar)

Huisvesting en verzorging

Konijnen zijn sociale dieren die in het wild in groepen leven. Het is dan ook aan te raden om een konijn niet individueel te houden, maar altijd samen met andere konijnen. Konijnen dienen te worden beschermd tegen koude, vocht en felle zon. De afmetingen zijn afhankelijk van het ras, maar de volgende richtlijnen kunnen als minimale eisen worden aangehouden: Hoogte (cm) Breedte (cm) Diepte (cm) groot ras: 70, 120, 60 middelgroot ras: 70, 100, 60 klein ras: 70, 75, 60 Hierbij geldt: groter is beter. Een konijn heeft lichaamsbeweging nodig en moet goed rechtop kunnen staan in het hok. Konijnen kunnen ook goed buiten worden gehouden, het liefst op gras. Als ze buiten gewend zijn, kunnen ze ook in de winter buiten blijven. Zorg dan wel voor een warme schuilplaats. Een goede bodembedekking is stro op een houtvezellaag. De aanwezigheid van zacht nestmateriaal is gewenst bij fokdieren. De strooisellaag moet regelmatig ververst worden om ziekten te voorkomen. Te weinig verversen, kan leiden tot coccidiose (parasitaire darminfectie) of ammoniakdamp wat irriterend is voor de slijmvliezen en aanleiding kan geven tot luchtweg infecties (“snot”). Een geschikte omgevingstemperatuur is 15-21 °C en een konijn verdraagt temperaturen van 6-29 °C. De vochtigheidsgraad moet tussen de 40 en 70% liggen. Als voerbakken moet men stevige bakjes kiezen van roestvrij staal of geglazuurd aardewerk in verband met hygiëne en knaagschade.

Voeding

Wilde konijnen eten vrijwel alleen plantaardig voedsel. Hoogst zelden zullen ze een slakje of aardworm nuttigen. Coprofagie (het eten van eigen ontlasting) komt ook voor bij het konijn en dient om voedingsstoffen (vitamine B, K en eiwitten) op te nemen die door de microbiële organismen in de dikke darm zijn gemaakt. Deze stoffen worden ’s nachts met de ontlasting als zachte keutels uitgescheiden. Overdag zijn de keutels hard. De zachte keutels (caecotrophen) zijn zeer eiwitrijk (29.5% in de droge stof) en voorzien in 20% van de dagelijkse eiwitbehoefte. Konijnen dienen altijd te kunnen beschikken over hooi van goede kwaliteit en vers water. Het menu kan worden aangevuld met vers groenvoer. Wees voorzichtig met granen en brood. Ook biks (konijnenbrokjes) dienen met mate gegeven te worden. Kijk voor meer informatie over de voeding van konijnen bij het hoofdstuk ‘Voeding’. Voeding van moederloze jongen dient 2-3x daags te geschieden. Het te geven melk volume per dag bedraagt in de eerste week ongeveer 5 ml, in de tweede week 15 ml en in de derde week 25 ml. Tevens moet na iedere maaltijd de buikstreek gemasseerd worden om de darmen en blaas te stimuleren. Na enkele weken kunnen de jongen overgewend worden op vast voedsel.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl
 

Weerstand bij dieren

De weerstand van een dier staat in direct verband met het afweersysteem. Het is een evenwicht tussen belasting en belastbaarheid. Invloeden van buitenaf zoals bacteriën en virussen bedreigen dagelijks de gezondheid van uw dier. Meestal gebeurt dit zonder dat een dier daar iets van merkt. Pas als de weerstand laag is komen de gevolgen.

Wat is weerstand eigenlijk?

Weerstand lijkt een wat vaag begrip en toch weet bijna iedereen wat ermee wordt bedoeld. Weerstand is het vermogen van uw dier om zelf de negatieve externe invloeden te weren en te bestrijden zodat deze geen kans krijgen het lichaam van uw dier ziek te maken. De hoogte van deze weerstand is afhankelijk van het afweersysteem. Dit bestaat uit antistoffen en witte bloedcellen die iedere dag de strijd aangaan met bacteriën en virussen die het lichaam van uw dier kunnen binnendringen.

Algemene weerstand

Het afweersysteem is verdeeld in twee soorten: veel organismen in het lichaam hebben een niet-specifieke weerstand. Dit zijn algemene beschermingsmechanismen. Daarnaast is er de specifieke immuniteit die uw dier beschermt tegen onbekende en bedreigende organismen die ziekte kunnen doen ontkiemen.

Weerstand op peil houden

Het afweersysteem wordt voor een groot deel gevormd door de productie van lymfocyten. Deze worden onder andere geproduceerd door de thymusklier, de milt, het beenmerg en het bindweefsel van de maagwand. Daarnaast produceert het lichaam andere afweerstoffen die essentieel zijn voor een goede weerstand.
Al deze processen staan onder invloed van externe factoren. Zo is het belangrijk om uw dier afwisselend te laten inspannen (uitdagen, wandelen) en te ontspannen (rusten en slapen). Daarnaast hebben dieren voldoende vitamines en mineralen uit voeding nodig om het afweersysteem en dus de weerstand op peil te houden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Senior pakketten oudere kat

Wanneer is een kat senior?

Vanuit medisch oogpunt wordt een kat als senior bestempeld vanaf de leeftijd van 7+ jaar. Katten worden tegenwoordig steeds ouder en ook zij kunnen, net als mensen, diverse ouderdomskwalen ontwikkelen. Deze aandoeningen kunnen in een vroege fase onopgemerkt blijven; daarom is preventieve gezondheidszorg erg belangrijk.

Belangrijk is om te weten hoe uw oudere kat er nu voor staat.

Actiemaand oktober 2022: ons speciaal seniorenpakket voor uw kat

In de actiemaand oktober zien wij uw 7+ kat graag komen voor een senior check-up. Het speciale tarief voor dit uitgebreide consult is €35 (normaal €50.50).

All-in Senior Kat Pakket   €149.50 all-in (normaal €205.50)

Consult Lichamelijk onderzoek + Gewichtscontrole + Gebitscontrole + Bloedonderzoek (nier/lever/suiker/SDMA en haematologie) + Schildklierhormoon (T4) bepaling.

Deze consulten worden op de volgende dagen aangeboden:
Dierenkliniek Horst elke dinsdag en woensdagmiddag.
Dierenkliniek de Oude Melkfabriek (Venray-Leunen) en dierenkliniek Blerick elke donderdagochtend.

*De eventuele aanvullende bloed- en urineonderzoeken worden u nu aangeboden met 25% korting. Bijvoorbeeld op het urine-onderzoek (standaard + eiwit/creat) en de bloeddrukmeting (hiervoor wordt uw kat opgenomen op de praktijk).   

Wat is die SDMA test voor katten?

Een SDMA-test is een nieuwe nierfunctie-test. Met behulp van deze test kan al veel eerder worden gediagnosticeerd of uw kat nierfunctie-problemen heeft.

Waarom de bloeddruk meten bij katten?

  • Een verhoogde bloeddruk is een veel voorkomend probleem bij oudere katten.
  • Tijdig ingrijpen met medicijnen helpt uw kat prettiger leven.
  • Oorzaken van een verhoogde bloeddruk kunnen zijn: hartproblemen, nierproblemen, teveel aan schildklierhormoon, bijnierproblemen.

Wist u dat?

  • Een oudere kat vaak verminderde eetlust heeft omdat het reuk- en smaakvermogen afnemen?
  • Er meestal gebitsproblemen zijn waardoor het dier moeilijker kan eten.
  • De werking van de darmen achteruit kan gaan, waardoor voedingsstoffen in het lichaam minder goed opgenomen worden met gewichtsverlies als gevolg?
  • Sommige senior katten krijgen last van verstopping (obstipatie).
  • Gedragsveranderingen vaak voorkomen bij oudere dieren? Dit kan ontstaan door verschillende oorzaken. Daarom is het altijd verstandig om bij gedragsveranderingen contact met ons op te nemen.
  • Overgewicht maar ook ondergewicht regelmatig wordt gezien bij het oudere katten?
  • Meer drinken/plassen, vermageren en braken/diarree kunnen wijzen op een onderliggend nierprobleem bij uw kat?
  • Gevolgen van een hoge bloeddruk bij de kat tot beschadigingen van bloedvaten in het lichaam, nierproblemen en zelfs blindheid kan veroorzaken?

Voeding van vitaal belang

Senior katten kunnen vaak nog actieve dieren zijn en hoewel alles hetzelfde lijkt, kunnen een aantal processen in het lichaam langzaam veranderen. Daarom is het van belang uw oudere kat extra ondersteuning te bieden en begint dit bij een goede seniorenvoeding. Deze seniorenvoeding bevat een speciale samenstelling die voor uw oudere kat optimaal is.

Wat zijn de meest voorkomende kwaaltjes van oudere katten?

  • Verminderde nier- en leverfunctie
  • Suikerziekte
  • Schildklierproblemen
  • Tandsteen en verlies van tanden/kiezen
  • Verminderd gehoor, verminderd zicht, verminderde smaak en reuk
  • Gewrichtsproblemen (artritis)
  • Vermageren
  • Dementie/ander gedrag
  • Tumoren
  • Spijsverteringsproblemen (bijv. verstopping)

Dat is nogal wat. Gelukkig maakt niet iedere kat dit mee.
Maar toch zijn er ongekend veel katten die met het ouder worden een dergelijk kwaaltje gaan ondervinden en dan kan het van kwaad tot erger worden.

Meer weten of een afspraak maken?

Dierenartsenpraktijk Horst
Bel ons: 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Drs. Frederique Bidlot
Dierenarts Gezelschapsdieren – Kattengeneeskunde

Mogelijk dat dit u ook interesseert:
– Ouderdomskwaaltjes bij de kat