Aandoeningen pups

Aangeboren afwijkingen

Na de geboorte moeten de pups worden nagekeken op afwijkingen, zoals een open gehemelte, afwijkend aantal tenen en een knikstaart. Sommige aandoeningen worden pas na enkele weken duidelijk. Een voorbeeld is het ‘zwemmerssyndroom’ waarbij pups vanaf 2-3 weken hun poten niet goed onder hun lijf kunnen krijgen. Ze kunnen dan niet goed lopen en maken een soort ‘zwemmende’ beweging met hun poten. In sommige gevallen is de borstkas afgeplat en is er onvoldoende ruimte voor de longen. Oorzaken kunnen zijn: een te gladde vloer, te zware pups en een erfelijke afwijking van het borstbeen. Therapie bestaat uit een goede ondergrond, het bij elkaar binden van de poten en fysiotherapie.

Diarree

Bij diarree is de ontlasting van de pups te waterig. Het komt vaak voor en kan heel ernstig zijn. Omdat pups nog geen volledig ontwikkeld afweersysteem hebben en snel uitgedroogd kunnen raken, is het belangrijk op tijd contact op te nemen met de dierenarts. De meest voorkomende oorzaken van diarree bij pups zijn gerelateerd aan de voeding of infectieus. In alle gevallen is een goede hygiëne belangrijk. Wanneer de diarree niet op tijd behandeld wordt, kan dit leiden tot invaginatie van de darmen. Hierbij schuift de darmwand in elkaar en kan ernstige schade ontstaan.

Voedingsgerelateerde oorzaken zijn bijvoorbeeld: te veel of te vette melk van de teef, verandering van voedsel en uitscheiding van medicijnen of andere stoffen via de melk.

De infecties worden ingedeeld  in virussen, bacteriën en parasieten. Het parvovirus is erg berucht en heeft in de meeste gevallen een dodelijke afloop. Gelukkig kunnen we de teef goed vaccineren tegen parvo en kunnen we hygiënische maatregelen treffen om het optreden van parvo te voorkomen. Helaas worden niet alle honden goed gevaccineerd en komt deze ziekte vooral voor bij pups die vanuit het buitenland naar Nederland komen. Dit onderstreept des te meer het belang van een goed vaccinatieschema. Parasitaire infecties kunnen komen door wormen, giardia of coccidiose. Door middel van ontlastingsonderzoek op ontlasting van 3 opeenvolgende dagen kunnen deze infecties gediagnosticeerd worden. Zorgvuldige ontworming van pups is belangrijk ter voorkoming.

Canine herpesvirus

De meeste honden worden tijdens hun leven besmet met het canine herpesvirus (CHV) zonder dat je hier iets van merkt. Dit komt door direct contact met slijmvliezen van besmette honden, bijvoorbeeld tijdens de dekking. Tijdens de dracht en na de geboorte heeft de teef een verminderde weerstand en kan het virus actief worden. Het kan leiden tot vruchtbaarheidsproblemen, kleine nesten of embryonale sterfte. Daarnaast kan het leiden tot sterfte van pups. Pups raken besmet door direct contact  met de slijmvliezen of uitvloeiing van het moederdier. Dit kan dus al tijdens de uitdrijving in het geboortekanaal plaatsvinden, maar ook later in het nest. Pups tot een leeftijd van twee weken zijn het gevoeligst voor de ziekte. De eerste verschijnselen worden meestal gezien bij pups van 1 week oud. Vaak hebben de pups het in het begin heel goed gedaan en stoppen dan ineens met drinken en worden lusteloos. Verder worden benauwdheid, braken, diarree, neusuitvloeiing en een pijnlijke buik gezien. De pups gaan schreeuwen en kunnen neurologische afwijkingen vertonen. Veelal leidt dit tot sterfte. Wanneer oudere pups geïnfecteerd worden, leidt dit meestal niet meer tot sterfte. De definitieve diagnose wordt gesteld door overleden pups te onderzoeken met sectie.

De therapie bestaat uit ondersteunende maatregelen om de lichaamstemperatuur en vochtbalans van de pups op peil te houden. Gezien de besmettelijkheid dienen de teef en pups apart gehouden te worden van andere honden.

Ter voorkoming bestaat de mogelijkheid om de teef preventief te vaccineren tegen canine herpesvirus. Het doel is om pupsterfte te voorkomen door de hoeveelheid afweerstoffen in de melk van de teef te verhogen. Opname van voldoende biest na de geboorte is dan van belang. Dierenartsenpraktijk Horst gebruikt het vaccin van Merial, Eurican® Herpes 205. De teef dient tweemaal gevaccineerd te worden. De eerste keer tijdens de loopsheid ofwel 7-10 dagen na dekking. De tweede keer 1-2 weken voor de verwachte werpdatum. De teef moet iedere dracht opnieuw volgens hetzelfde schema worden gevaccineerd.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com
Fokbegeleiding door dierenarts Jacques Jenniskens DAP Horst
Drs. Jacques Jenniskens

Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl