Mijn kat heeft pancreatitis, wat nu?

Wat is pancreatitis?

De alvleesklier is een belangrijk orgaan dat hormonen maakt voor de vertering en om het bloedsuikergehalte op peil te houden. Bij een alvleesklierontsteking, ook wel pancreatitis genoemd, is dit orgaan ontstoken doordat de verteringsenzymen de alvleesklier zelf aantasten. Het komt vaak voor in combinatie met ontstekingen van andere organen, zoals de lever. Het kan ook leiden tot het ontstaan van suikerziekte. Meestal kunnen we geen oorzaak vinden, al kunnen bijvoorbeeld bepaalde medicijnen en trauma wel een rol spelen.

Wat zijn de symptomen van een alvleesklierontsteking?

Bij katten zien we vaak sloomheid en minder/niet eten. Soms (bij 30%) zien we ook braken, diarree of buikpijn. Ook kan de ademhaling versneld zijn, waarschijnlijk door buikpijn of door vocht in de buikholte. Wanneer een kat ook suikerziekte heeft, zal deze vaak veel drinken en/of plassen. De symptomen kunnen acuut en levensbedreigend zijn, maar ook in periodes van weken tot maanden in wisselende mate voorkomen.

Kat braakt tengevolge van pancreatitis

Hoe stellen we de diagnose?

Soms merken we bij onderzoek dat katten buikpijn hebben, afvallen, koorts hebben of blekere of gele slijmvliezen hebben. Omdat de symptomen bij een alvleesklierontsteking vaag zijn, is het belangrijk om extra onderzoeken te doen. Zo kunnen we ook een aantal andere aandoeningen uitsluiten. Met algemeen bloedonderzoek kunnen we veranderingen zien van het suiker, de leverwaardes, de rode en witte bloedcellen en het vitamine B12.

Daarnaast kunnen we het ‘pancreas lipase’ meten, dat is een van de verteringsenzymen. Naast bloedonderzoek, zijn ook echografie en röntgenfoto’s zinvol om, al is het om andere aandoeningen uit te sluiten.

Waaruit bestaat de behandeling?

Het is belangrijk dat we katten met alvleesklierontsteking goed ondersteunen, zodat ze wel blijven eten. Doen ze dat niet, dan krijgen ze snel last van leververvetting en gaan ze steeds verder achteruit. De behandeling  bestaat vaak uit:

  • Medicijnen tegen misselijkheid en braken
  • Toedienen van vocht via een infuus
  • Pijnstilling (niet alle pijnstilling is geschikt!)
  • Stimuleren van de eetlust, eventueel met medicijnen. Als een kat niet eet, dan kunnen we een voedingssonde plaatsen.
  • Dieet met veel eiwit, weinig koolhydraten en vet
  • Vitamine B12 supplement verstrekken
  • Pancreas ondersteunend supplement verstrekken
  • Bij verdenking op een bacteriële infectie, worden soms antibiotica gegeven
  • Bij aanwezigheid van suikerziekte, eventueel insuline

Het kan, zeker in het begin, soms frustrerend zijn om een kat weer aan het eten te krijgen. Maar als ze de ‘dip’ hebben doorstaan, gaan ze vaak snel weer de goede kant op.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl