Kangoeroes en Wallabies

Kangoeroes en Wallabies zijn buideldieren

Het zijn zoogdieren behorende tot de Marsupialia. Het grootste deel kangoeroe-achtigen in Nederland zijn de Bennett’s Wallabies. Deze zijn goed in gevangenschap te houden en kunnen tot 10 jaar worden. Zij leven in groepen en schuilen voornamelijk overdag om ’s nachts te grazen. De kangoeroe heeft goed ontwikkelde achterpoten met een sterk ontwikkelde 4e teen. De grote zware staart zorgt voor steun tijdens de rust.

Hoe meer ruimte de kangoeroes hebben hoe beter. Zorg voor een goede omheining met maasdraad. Een klein stalletje met stro voldoet als beschutting, eventueel verwarmd om vrieskou te vermijden en/of zieke dieren te verzorgen. De Bennett’s Wallabie kan goed lage temperaturen verdragen en zijn eerder warmtegevoelig. Dus zorg voor voldoende schaduw en water, ook op de weide. Indien er meerdere mannetjes zijn is er kans op vechten bij een te kleine huisvesting.

Bij transport van de dieren is een kist aanbevolen, net groot genoeg om rechtop te staan en waarbij de bodem gesloten en vlak is. Zorg voor voldoende luchttoevoer maar ook voor voldoende duisternis. Tijdens het vangen moet men opletten voor paniek bij de kangoeroes. Ze kunnen bij het vluchten snel in het gaas springen en zichzelf verwonden.

Goed voeren

Qua voeding kan men eenvoudigweg brokjes geven in combinatie met goed grashooi. Gras, wortels en witlof kan bijgevoerd worden. Ter preventie van ‘Lumpy Jaw’ (kaakontsteking) moeten er takken worden voorzien om op te kauwen.

Bij de bevruchting is de geur belangrijk. De mannelijke dieren ruiken aan de buidel en de genitaalopening van het vrouwtje waar na een korte achtervolging de dekking plaatsvindt. 24 uur voor de geboorte gaat de moeder de buidel schoonmaken. Dit wordt heviger tot de geboorte zelf, waarbij de kangoeroe in de geboortehouding zit. Het jong is onbehaard, blind en doof, de achterpoten onderontwikkeld. Via de vacht kruipt het jong naar de buidel (duurt 5-30 min) en zuigt zich vast aan de tepel. Hier blijft het jong permanent en ondergaat verder de embryonale ontwikkeling (deel 1). Na de ontwikkeling komt het jong naar buiten en zal af en toe terugkeren om te drinken (deel 2). De duur van deze ontwikkelingen is afhankelijk van type kangoeroe.

Bij de Bennett’s wallabie geldt het volgende:

  • leeftijd geslachtsrijp: man 19 maanden, vrouw 14 maanden
  • oestruslengte: 33-34 dagen
  • dracht: 30 dagen
  • lactatieduur in buidel: 285 dagen
  • totale lactatieduur: >14 maanden

De meest voorkomende aandoeningen bij kangoeroes

Ondervoeding en glucosetekort
Niet door onvoldoende voederen maar door een verkeerd dieet. Voornamelijk tussen de maand september en april bevat het gras onvoldoende voedingsstoffen. Bijvoederen met hooi, geplette haver, wortels en bieten is dan nodig. In een latere fase kan suikertekort optreden. Ook bij zieke dieren en onder koude omstandigheden kan de bloedsuikerspiegel te laag zijn. Ze gaan liggen, rillen, sloom worden en uiteindelijk sterven. Plaats de dieren in een warme omgeving (binnen met infraroodlamp) en bel de dierenarts.

Stress-syndroom
Kangoeroes verkeren snel in paniek. Voornamelijk bij het vangen kan er snel stress optreden. De uitputtingsfase (na de onrust en het vluchten) heeft verschillende symptomen als gevolg. Namelijk stressmyopathie (lactaatvorming en krampen), shock, hyperthermie (oververhitting), ademhalingsproblemen, trauma en infecties ten gevolge van een verminderde weerstand.

Diarree
Diarree ten gevolge van stress en/of Lumpy Jaw is geen uitzondering. Spijsverteringsstoornissen door dysbacteriose (verstoring normale darmflora) is hiervan de oorzaak. Andere mogelijke oorzaken zijn coccidiose, maagdarmwormen, bacteriële infecties, verkeerde voeding en intoxicaties. Vermijd daarom overbevolking, stress, voedingsfouten en zorg voor een degelijke hygiëne. Bij jongeren handmatige opfok kan lactose-intolerantie optreden door het geven van koemelk.

Ademhalingsaandoeningen
Longontsteking heeft veel oorzaken. Verschillende bacteriële en virale verwekkers (soms in combinatie met Lumpy Jaw) zijn de onderliggende oorzaak. Hoesten, niezen en neusuitvloeiing samen met verhoogde temperatuur zijn de voornaamste symptomen. In enkele gevallen treed sterfte op zonder symptomen.

Lumpy Jaw
Een veel voorkomende oorzaak van verzwakking en sterfte bij Bennett’s. Lumpy Jaw of kaakonsteking heeft veel oorzakelijke factoren. nl. kaakverschuivingen, tandverlies, caries, overbevolking, vit A tekort, trauma e.a. Typisch zijn de zwellingen in de bek, kaak en wang met abcesvorming en kaakbeenonsteking tot gevolg. Infecties door bacteriën zoals Fusobacterium necrophorum en Bacteroides spp. dragen bij aan de aandoening.

Kale plek paard

Niet elke kale plek is een schimmelinfectie!

De huid is het grootste orgaan van het lichaam en heeft talrijke functies. Hij vormt een barrière tegen het binnendringen van pathogene (ziekteverwekkende) kiemen. De huid heeft echter ook een eigen bacteriële microflora die onder meer van belang is om het binnendringen door pathogene micro-organismen tegen te gaan. Door verweking van de huid (wassen, frictie van de huidplooien, lokale behandelingen en verhoogde luchtvochtigheid) en trauma (schrammen, schuurplekken, insectenbeten) slaan infecties gemakkelijker aan.

Wat is de oorzaak?

Huidaandoeningen hebben als groot voordeel dat ze zichtbaar zijn en dat de huid gemakkelijk toegankelijk is voor het nemen van monsters. Het nadeel is dat veel huidaandoeningen erg op elkaar kunnen lijken. Met combinatie van signalement, voorgeschiedenis en onderzoek moet de dierenarts bepalen of het paard te maken heeft met schimmels en gisten of virale, bacteriële, parasitaire, neoplastische (tumoreuse), allergische of immuungemedieerde huidaandoeningen, problemen met de pigmentatie, keratinisatie (verhoorning), aangeboren huidproblemen of dat de huidaandoeningen het gevolg zijn van omgevingsfactoren.

Diagnose huidaandoening

De diagnose kan soms bepaald worden op basis van het klinisch beeld.  Als dit niet gaat, dan is er aanvullend onderzoek nodig (huidafkrabsel, trichogram (microscopisch onderzoek van haren), de plakbandmethode, cytologisch (cel)onderzoek, onderzoek op huidschimmels, onderzoek op allergieën, bacteriologisch onderzoek en biopten).

Met een goede diagnose kan de dierenarts dan beslissen wat het juiste therapieplan voor het paard is. Let op! Sommige huidaandoeningen bij het paard zijn overdraagbaar naar de mens.

Bacteriële huidaandoening, behandelbaar met ontsmettingsmiddel, antibioticum
Bacteriële huidaandoening, behandelbaar met ontsmettingsmiddel, antibioticum
Allergische huidaandoening, behandelbaar met corticosteroïden
Allergische huidaandoening, behandelbaar met corticosteroïden
Schimmelinfectie, behandelbaar met antimycoticum (anti-schimmelmiddel
Schimmelinfectie, behandelbaar met antimycoticum (anti-schimmelmiddel
Virale infectie/tumor, behandelbaar met  Dermequin creme, cryotherapie, operatief, Cisplatine, BCG
Virale infectie/tumor, behandelbaar met Dermequin creme, cryotherapie, operatief, Cisplatine, BCG
Parasitaire infectie, behandelbaar met antiparasiticum
Parasitaire infectie, behandelbaar met antiparasiticum

Vragen?

U kunt ons bellen op tel. 077-398 21 69 of emailen naar dierenarts@daphorst.com.

Maarten van Dijck, dierenarts paard

Drs. Marijn Buijtendorp, dierenarts paard

Zandkoliek blijft een gevaar voor paarden

Wanneer paarden weinig gras hebben en zand eten, dan kan zandkoliek optreden.

Zand, zand, zand

Zand op je boterham, zand in je paard!? Ja echt! Wij als paardenartsen van DAP Horst hebben de afgelopen tijd (herfst) veel paarden gediagnostiseerd met koliek ten gevolge van de opname van grote hoeveelheden zand. In onderstaande tekst wordt ingegaan op de risicofactoren voor een verhoogde opname van zand, de verschijnselen van zandkoliek, de diagnostische mogelijkheden en de therapie dan wel het preventieve management.

Risicofactoren zandkoliek

Het type grond waarop een paard staat, vormt op zich ook geen risico. Wanneer paarden op een kale grond lopen is er geen verhoogd risico op opname van zand, echter wanneer er weinig gras (1-5cm lang) in een paddock staat, bestaat er een hoger risico op zandopname. Wanneer van de grond gevoerd wordt op een paddock zonder gras of met weinig gras, geeft dit een verhoogd risico. Paarden die op kleigrond staan, lopen het minste risico om zand op te nemen. Om zandopname te beperken kan er beter niet van de grond worden gevoerd, mits er lang gras op de weide staat.

Verschijnselen van zandkoliek

Er zijn vele redenen waardoor een paard koliek kan vertonen. Zandophoping in de dikke darm is daar één van. Van paarden die zand opnemen wordt gezegd dat zij in staat zijn 80% van de opgenomen hoeveelheid zand zelf uit te scheiden. De overige 20% blijft in de darm achter, kan ophopen en kan op den duur een impactie (verstopping) veroorzaken. Wanneer grote hoeveelheden zand ophopen, kan dit leiden tot ongemak bij het paard.

Paard rolt met ongemak door koliek

Het paard zal milde tot ernstige koliekverschijnselen gaan vertonen, oogt soms dof, verliest gewicht en presteert minder dan anders. Zand schuurt de maag, maar ook de darmwand! Door beweging van zand langs de darmmucosa (darmwand) ontstaat schade, ten gevolge waarvan de darmwand minder goed in staat zal zijn voedingsstoffen en water op te nemen. Hier ten gevolge van kan intermitterende (af en aan) diarree optreden. 

Hoe weet ik dat het zandkoliek is?

Om te bevestigen dat zand de oorzaak is van koliek bij een paard moeten eerst een heleboel andere oorzaken worden uitgesloten. Deels kan dit met het algemene en aanvullende onderzoek dat wij doen, wanneer we bij een paard met koliek komen. Om een vermoeden te krijgen of zand mogelijk een rol speelt (om een waarschijnlijkheidsdiagnose te stellen) kan de sedimentatie(handschoen)test gedaan worden, kan er een echo van de darmen worden gemaakt en/of kunnen er röntgenfoto’s van de buik van de patiënt worden gemaakt. De in de praktijk meest geëigende methode is het nemen van een mestmonster om daar vervolgens water bij te doen en te wachten tot eventueel zand in de mest is uitgezakt naar de vingers van de handschoen. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het feit dat zand intermitterend wordt uitgescheiden.  

Therapie

Wanneer een paard wordt aangeboden, waarbij wij de waarschijnlijkheidsdiagnose zandkoliek stellen, zullen wij als dierenarts er in eerste instantie alles aan doen om het uw paard zo comfortabel mogelijk te maken. Daarna is het management aan u! Het bijvoeren van psylliumzaden (vlozaad) heefthierbij een significant effect op de evacuatie van zand uit de darmen. Psyllium ondersteunt en stimuleert de darmmotoriek, daar waar de paraffineolie alleen bescherming van de darmwand biedt. Onderzoek heeft uitgewezen dat paarden die niet met psyllium en/of paraffineolie waren behandeld een zes keer kleinere kans hadden om te overleven.

Hoe voorkom ik zandkoliek bij mijn paard?

– Zorg dat een paard kan voldoen aan zijn of haar ruwvoerbehoefte. De ruwvoerbehoefte van een paard (in kilo’s droge stof) komt neer op 1% van het lichaamsgewicht. Aangezien gras, hooi, kuilvoer en alle andere (ruw)voeders ook voor een deel uit water bestaan, heeft een volwassen paard (600kg) ongeveer 7.5kg hooi, 9kg kuilgras of 35kg gras per dag nodig. Als vuistregel kan worden aangehouden dat een paard in de wei 0.16kg droge stof/uur/100kg lichaamsgewicht kan opnemen, wanneer het gras hoger is dan 5cm. Een volwassen paard moet op een volle weide dus ongeveer 6.5 uur grazen om aan de ruwvoerbehoefte te voldoen.

– Wanneer een paard op een schrale weide staat, is het beter het paard op de weide bij te voeren met ruwvoer dan op stal. Gedurende de lange periodes die een paard op de weide staat, zonder extra ruwvoer, zal het proberen te voldoen aan de ruwvoerbehoefte, waarvoor korte sprietjes gras uit de grond worden getrokken, waarbij ook wortels met zand worden opgenomen. 

Paard staat hooi te eten in schrale weide

– Om te voorkomen dat een weide verschraalt, waardoor de kans op zandopname toeneemt, kan strip grazing worden toegepast, waarbij iedere dag een klein stukje weide extra aan de paarden beschikbaar wordt gesteld. Door aan de andere kant een stukje kaalgegraasde weide af te zetten, krijgt het grasland hier de kans zich weer te herstellen.

– Voer niet van de grond! Om te voorkomen dat paarden te veel zand opnemen, wanneer zij krijgen bijgevoerd, dient het ruwvoer te worden aangeboden in een ton, ruif of hooinet. Door onder het hooi rubber matten te leggen, wordt voorkomen dat gemorst ruwvoer alsnog vol met zand komt te zitten.

– Hooipartijen kunnen, doordat de maaimachine te diep is ingesteld en er veel grond wordt meegemaaid, ook aanzienlijke hoeveelheden stof en grond bevatten. Wanneer dit aan het hooi te zien is, kan het hooi kort (20 minuten) worden geweekt, waardoor het zand uitzakt.   

De dierenarts staat voor u klaar

Hopelijk voorkomen de eerdergenoemde preventieve maatregelen dat uw paard uiteindelijk last zal krijgen van zandkoliek. Heeft u het vermoeden dat uw paard last heeft van (zand)koliek? Twijfel dan nooit contact met uw eigen dierenarts op te nemen. Zij staan u graag te woord en staan dag en nacht voor u en uw trouwe viervoeter klaar!

Vragen?

Heeft u vragen stel ze gerust: info@dierapotheker.nl

Griep bij hond en kat?

Verkouden hond of een hond met een giep infectie. Griep infectie komt niet voor bij de hond.

Bent u ook weleens geveld door een griepje? Zeker in de herfst en winter komt dit vaker voor. Hoe zit dat eigenlijk bij dieren? Kan mijn hond, kat of paard ook een griepje oplopen?

Kan ik mijn hond of kat aansteken?

Misschien dat u zich ook weleens afvraagt of u uw hond of kat kan aansteken met griep of verkoudheid? Of andersom dat u het krijgt van uw kat, hond of paard. Lees gauw verder dan weet u waarom het antwoord op deze vraag NEE is.

Wat is griep?

Griep is het gevolg van een infectie door het Influenza virus. Dat is gelijk voor mens en dier. Dit Influenza virus kent wereldwijd vele varianten die regelmatig wisselen qua voorkomen.

Influenza bij hond en kat

De kans dat uw hond of kat echt de griep krijgt is maar klein. In de USA is begin deze eeuw voor het eerst griep, Influenza bij de hond aangetoond. Dat was bij Greyhounds die werden gebruikt voor de hondenraces. Het betrof een besmetting met het Influenza H3N8 vrius (afkomstig van paarden). Ook in Engeland is dit virus wel vastgesteld bij honden. Op het vaste land van Europa zijn tot op heden geen besmettingen bij hond en kat bekend. Er is geen enting beschikbaar om griep bij hond en kat te voorkomen, maar dat is dus ook wel logisch, het komt eigenlijk niet voor.

Influenza bij het paard

Griep bij het paard is een zeer besmettelijke infectie van de luchtwegen. Dit is een veelvoorkomende infectie, ook in Nederland. Jaarlijks zijn er wereldwijd uitbraken van Influenza. Het virus wordt vooral door neus-neus contact overgedragen en door al het gereis met paarden wordt de verspreiding van het virus bevorderd. Gelukkig kunnen paarden worden ingeënt ter voorkoming van de gevolgen van een griep infectie. Hoe meer paarden er zijn gevaccineerd des te minder de kans op een griep infectie bij het paard.

Verkoudheid bij hond en kat

Uiteraard kunnen honden en katten en ook paarden wél verkouden worden. De symptomen van een verkoudheid lijken behoorlijk op die van een griep infectie, maar zijn vaak milder. Een verkouden dier hoest, kucht, proest en snottert er vaak op los. Net zoals wij dat ook doen. De oorzaak van een verkoudheid is een besmetting van de luchtwegen met een virus en heel soms met een bacterie. Het kennelhoestvirus bij de hond en het niesziektevirus bij de kat kunnen verkoudheidsverschijnselen geven.

Behandeling bij griep en verkoudheid

Een dier met griep of verkoudheid is dus eigenlijk altijd besmet met een virus. Een behandeling tegen virussen is niet echt mogelijk, maar ook vrijwel niet nodig. Zoals bekend helpen antibiotica alleen tegen bacteriën. Wel kunnen ondersteunende producten worden gegeven die wat verlichting geven.

Voorkomen van verkoudheid en griep

Griep is grotendeels te voorkomen door op tijd te vaccineren. Dat is dus alleen nodig bij het paard. Er zijn geen vaccins ter voorkoming van verkoudheid bij dieren. Ook niet bij de mens. Wel kunnen honden worden gevaccineerd tegen kennelhoest en katten tegen het niesziektevirus. Weet u, zeker daar waar dieren bij elkaar komen neemt de kans op bepaalde besmettingen aanzienlijk toe. Wat dat betreft zijn het net mensen.

Beste wat u voor uw dier kunt doen

Dagelijks de juiste voeding, volop water en beweging en oprechte aandacht, dat is wat uw dier vooral sterkt.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Is Listeria ook gevaarlijk voor dieren?

Drie mensen in Nederland zijn onlangs overleden door besmetting met de koelkastbacterie. Daarbij heeft een vrouw hierdoor een miskraam gekregen. De koelkastbacterie, genaamd Listeria, is aangetroffen in vleeswaren die door deze mensen zijn genuttigd. Aldus het RIVM. Is de Listeria bacterie ook gevaarlijk voor dieren?

Wat is Listeria?

De Listeria bacterie komt overal voor, in de grond, het water en in dieren. Deze bacterie groeit graag door bij voldoende vocht en in een lekker koele omgeving zoals in de koelkast. Vandaar de naam koelkast bacterie. Vleeswaren en rauwe kaas daar houdt deze bacterie wel van en bij een besmetting hiervan merk je niets aan de producten. Geen bedorven smaak of reuk.

Wat is het gevaar van de koelkast bacterie?

Vooral voor verzwakte en oudere mensen en zwangere vrouwen kan deze bacterie gevaarlijk zijn. Een infectie kan ontstaan waarbij het zenuwstelsel wordt aangetast. Hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging en vroeggeboorte kunnen het gevolg zijn. Zo’n 10% van de patiënten overlijdt door de Listeria bacterie. Gezonde mensen maken eigenlijk maximaal alleen maar een licht griepje door.

Welke dieren worden ziek van Listeria?

Bekend is dat herkauwers en dan vooral schapen en geiten erg gevoelig zijn voor de Listeria bacterie. Bij een besmetting kan tot 30% van de dieren dood gaan. Bij varkens kan het ook voorkomen en ziekte geven en een bekende besmettingsroute naar de mens toe is het verlossen van dode biggen uit een zeug. Over besmettingen bij paarden kennen wij een enkele melding (zie ook https://www.vetstream.com/treat/equis/diseases/listeriosis).

Worden honden en katten niet ziek van de koelkastbacterie?

Honden en katten kunnen natuurlijk ook besmet raken met de Listeria bacterie door het eten van vlees. Dat kan spelen bij het voeren van rauw vlees. Onlangs is vastgesteld door het RIVM en dierenarts-microbioloog Paul Overgaauw, dat meer dan 50% van de onderzochte rauwvlees producten van acht merken verschillende Listeria bacteriën bevatten. Overigens is, op een enkele uitzondering na, niet bekend dat hond en kat hier ziek van kunnen worden. Maar door likken en aaien kan zo wel de bacterie worden doorgegeven aan hun baasjes. Advies van Overgaauw is dan ook om hond en kat gewoon droge brokken en blikvoer te geven, aangezien dit is verhit.

Hoe is een besmetting te voorkomen?

Een besmetting met Listeria, de koelkast bacterie is te voorkomen door vlees en vis altijd goed te doorbakken. De bacterie gaat namelijk dood bij een temperatuur van meer dan 70 graden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Actuele informatie vindt u bij het RIVM, het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu

Uitbraak dodelijke hondenziekte Noorwegen

Onbekende oorzaak dode honden in Noorwegen

Afgelopen dagen is er in het nieuws veel aandacht over een uitbraak van een dodelijke hondenziekte in Noorwegen. Volgens het Noorse Veterinaire Instituut is dit de laatste stand van zaken. Zij hebben bij vijf honden dezelfde bacteriën aangetroffen, de Clostridium perfringens en de Providencia alcalifaciens. Of deze bacteriën ook echt de oorzaak zijn van de dood van de honden, is nog niet te zeggen.

25 honden binnen 24 uur dood

Afgelopen dagen zijn in Noorwegen 25 honden binnen 24 uur overleden aan een ziekte die bloederige diarree en braken veroorzaakt. Meer dan 40 honden zijn ziek. Vooral rond Oslo, maar ook in overige delen van Noorwegen zoals Trondheim zijn honden overleden.  Het gaat hierbij om zowel jonge als oude honden.

De oorzaak van de ziekte is nog onbekend. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat het gaat om vergiftiging of besmet voedsel. Bij vijf honden zijn er bepaalde bacteriën gevonden die mogelijk een rol spelen.  Meer onderzoek wordt op dit moment gedaan om de oorzaak te achterhalen.

Mijn hond heeft klachten van braken en diarree wat moet ik doen?

Neem contact met uw dierenarts op wanneer uw hond last heeft van braken of diarree. Wanneer u niet recent met uw hond in Noorwegen bent geweest is het niet waarschijnlijk dat uw hond deze ziekte heeft, toch kan met name bij oudere en jonge honden heftig braken en diarree snel tot problemen leiden.

Ik ga met mijn hond naar Noorwegen, wat moet ik doen?

Wanneer u binnenkort met uw hond naar Noorwegen gaat, zorg dan dat hij volledig gevaccineerd is en u aan alle wettelijke eisen voldoet om de grens te passeren. In Noorwegen zelf gelden de volgende adviezen om besmetting te voorkomen:  

  • Beperk nauw contact met andere honden.
  • Laat uw hond niet snuffelen aan ontlasting of andere honden tijdens het uitlaten.
  • Vermijd dat de hond veel snuffelt in de greppel waar andere honden zijn geweest.
  • Ga naar de dierenarts bij bloederige of hevige diarree, braken of een snel verslechterende algehele toestand van uw dier. Bel de dierenarts voordat u uw hond meeneemt naar de kliniek.
  • Vermijd grote bijeenkomsten voor honden zoals hondenshows en evenementen.

Waar kan ik de ontwikkelingen volgen?

Het Noorse Veterinair Instituut werkt actief samen met de Noorse Autoriteit voor voedselveiligheid, NMBU Veterinary College, dierenartsen en anderen om verbanden te vinden in de gevallen van deze myterieuze hondenziekte die tot zieke en dode honden hebben geleid. 

U kunt hier de ontwikkelingen volgen:
*Dit is wat we nu weten:
https://www.vetinst.no/dyr/smadyr/akutt-hundesykdom-september-2019-dette-vet-vi
(gebruik Google translate)

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Meer over Providencia alcalifaciens

Dierapotheker fris van start

Dierapotheker is altijd op zoek naar mogelijkheden om u online nog beter van dienst te zijn. Gemiddeld geeft u ons een 9,4 op basis van bijna 22.000 reviews en daar zijn wij trots op!

Frisse nieuwe webshop

De afgelopen maanden hebben wij een nieuwe webshop ontwikkeld die nu live staat.

Nieuw wachtwoord

De komst van de nieuwe webshop brengt een aantal veranderingen met zich mee. Eén daarvan is dat wij u vragen éénmalig in te loggen met een tijdelijk wachtwoord, dat u per e-mail ontvangt. Daarna kunt u gewoon weer inloggen met uw eigen vertrouwde wachtwoord.

Voordelen

Onze nieuwe webshop brengt u verschillende voordelen, waaronder:

  • Een nieuw fris design
  • Nog makkelijker navigeren
  • Nog meer winkelgemak
  • Wel heel eenvoudig bestellen, juist op mobiel

Vragen?

Wij zijn u graag van dienst. Heeft u vragen over uw bestelling, wilt u geholpen worden bij het bestellen of heeft u een andere vraag of opmerking? Bel ons op 077-3030067 op werkdagen van 9 tot 21 uur. E-mailen kan natuurlijk ook! Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Britt Holle, Dierapotheker.nl

Mag een kat melk drinken?

Uw kat lekker verwennen met melk. Ja, heerlijk toch? Zie hem of haar eens smullen. Maar is melk wel zo goed voor katten?

Koemelk

De meest gebruikte melk in Nederland is koemelk. Koemelk bevat volop lactose. En dat is nu net een stofje waar de meeste katten niet mee overweg kunnen. De meeste katten zijn namelijk lactose-intolerant. Wanneer een kat dan toch koemelk krijgt dan kan dat de kat behoorlijk ziek maken. Vooral buikpijn en maagklachten zijn het gevolg. Daarbij behoort melk niet tot de dagelijkse voedingsbehoefte van volwassen katten. Niet doen dus.

Speciale kattenmelk

Er is speciale melk voor katten verkrijgbaar. Deze kattenmelk is vooral ontwikkeld omdat mensen katten graag melk geven. Niet omdat de kat het nodig heeft. Bovendien is dit soort melk behoorlijk vet. Wanneer je de kattenmelk regelmatig geeft is het dan ook beter om minder brokjes te geven. Kattenmelk op zich kan nooit in alle voedingsbehoeften van de kat voorzien. Dus waarom zou je de kat dan eigenlijk kattenmelk geven? Maar niet doen dus.

Ook geen kaas geven aan mijn kat

Melk lijkt een verwennerij, maar kunt u het dus beter niet aan uw kat geven. Datzelfde geldt voor kaas, hier zit te veel zout en vet in voor uw kat. Veel kattensnoepjes zijn sterk gearomatiseerd en kunnen zo de smaak en eetlust van uw kat verstoren. De zin in het normale eten kan dan verloren gaan en gebrek aan opname van de essentiële voedingsstoffen kan dan het gevolg zijn. Dat willen we allemaal niet.

Wat kan ik dan wel als snack of tussendoortje aan mijn kat geven?

Weet u wat de beste verwennerij of snack voor uw kat is? Een enkel brokje van het normale droogvoer van uw kat!
Zorg er voor dat uw kat de dagelijkse portie droogvoer vlot op heeft dan waardeert hij het ook wanneer u tussendoor een enkel brokje aan hem geeft. En maak van het geven een uitdaging voor uw kat door dan met hem te spelen. Want een tussendoortje is lekker, maar aandacht van het baasje is nog veel leuker.
U zult zien, wel zo plezierig en gezond voor uw kat. Geldt ook voor kittens.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Schoonlikken wond door tong hond?

Schoonlikken van wond door hondentong

Sommige mensen laten hun wond schoonlikken door hun hond. Is dat slim?

Speeksel

De mond van de hond zit vol speeksel. In dat speeksel zitten verschillende afweersystemen tegen ziekteverwekkers. Speeksel kan zo bepaalde gifstoffen binden, voorkomen dat bepaalde bacteriën zich hechten aan weefsel van de hond en zelfs bacteriën doden. En bij de mens zijn wondgenezende eigenschappen van het speeksel aangetoond.

Bacteriedodende stoffen in speeksel hond

De bacteriedodende stoffen die gevonden zijn in het speeksel van de hond, spelen vooral een rol bij het voorkomen van ziektes bij pups die bij de teef drinken. Echter deze stoffen hebben geen dodend effect op bacteriën die wondinfecties veroorzaken.

Likken stimuleert de doorbloeding

Wanneer een hond een wond likt dan gaat daar een stimulerend effect vanuit. Het stimuleert namelijk de doorbloeding en dat draagt bij aan de wondgenezing. Daar tegenover kan likken op zich wondinfecties veroorzaken en de wond vergroten. Er kan door veel likken zelfs een likgranuloom ontstaan. En dat willen we uiteraard niet hebben. Het feit dat door likken wondvocht en dergelijke verwijderd wordt weegt bij lange na niet op tegen de mechanische schade die het likken op zich teweeg brengt.

Likken van een wond is gevaarlijk

Een wond schoon laten likken door een hond is niet verstandig, sterker nog: laat een hond nooit aan uw wond likken.
Een hond likt overal en nergens aan en dus ook aan minder frisse plekken. Daardoor komen er in het speeksel van de hond ook ziekteverwekkende bacteriën voor. De bacterie die afsterven van weefsel (gangreen) veroorzaken, de Capnocytophaga, kan zelfs in het speeksel van de hond aanwezig zijn. In Nederland is aangetoond dat dit bij bijna 20% van de honden het geval is.

Moeten we dan vies zijn van onze hond?

Nee, dat hoeft zeker niet. Maar een normale omgang met hygiëne is wel op zijn plaats. Dus laat een hond niet aan u likken en zeker niet aan uw wonden. Denk u eens in, een hond die net buiten volop heeft staan likken in de urine van een loops teefje en u dan bij thuiskomst blij en verwachtingsvol vol in het gezicht likt?

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Equine Polyneuropathie paard

Equine Polyneuropathie, ook wel AEP of Scandinavisch Knokkelsyndroom genoemd, komt sinds 1995 voor bij paarden in de Scandinavische landen. Het is een ernstige aandoening waarvan de oorzaak tot op heden niet bekend is. Wat weten we wel van Equine Polyneuropathie?

Ziekteverschijnselen bij het paard

Bij paarden met AEP zien we vooral spierzwakte in de achterbenen waardoor de kogelgewrichten achter naar voren gaan buigen. Verder is er eigenlijk niet veel aan het paard te zien. Het paard eet en drinkt goed en het gedrag is normaal. Een behandeling is niet mogelijk en de dood is vaak het gevolg.

Wanneer zien we deze ziekte?

Equine Polyneuropathie zien we vooral in Zweden, Noorwegen en Finland en nu ook in IJsland. De ziekte zien we meer bij jonge dan bij volwassen paarden, niet bij veulens. De periode tussen einde winter en begin zomer laat de meeste gevallen zien.

Wat is de oorzaak van AEP?

De oorzaak van AEP is onbekend. Wel lijkt het er op dat de ziekte een verband heeft met het eten van hooi. Mogelijk zijn het gifstoffen die in deze voeding van het paard de ziekte kunnen veroorzaken. Welke gifstof dit betreft weten we niet. Equine Polyneuropathie is niet besmettelijk of erfelijk.

Wat is de behandeling?

Er is geen behandeling mogelijk. Symptomatische ondersteuning is geboden. Ongeveer 30-50% van alle paarden met deze aandoening gaat dood of wordt geëuthanaseerd.

Komt AEP in Nederland voor?

Nee, AEP komt niet voor in Nederland.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl