Blaasproblemen konijn

Bij konijnen komen regelmatig blaasproblemen voor. Vaak spelen blaasgruis en/of – stenen een rol. Konijnen nemen namelijk veel calcium op via hun voer en scheiden het teveel aan calcium uit via de nieren in de blaas. In de blaas kan dan een laagje ‘blaaszand’ ontstaan. Ook te weinig vochtopname speelt hierin een belangrijke rol.

Wat zijn de symptomen?

Konijnen kunnen last krijgen bij het plassen, bijvoorbeeld: vaak kleine beetjes plassen, zich uitstrekken bij het plassen, bloed in de urine, een andere urinegeur of urine die zeer dik is of steentjes bevat. Als een steen zorgt voor verstopping van de plasbuis of urineleider, zal het konijn zeer snel achteruit gaan en kunnen sterven. Het konijn zal dan slomer zijn, stil zitten, minder/niet willen eten en uitdrogen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en urine onderzoek kan de diagnose worden gesteld. Ook kan een urinekweek worden ingezet om te bepalen of en welke bacterie aanwezig is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Wanneer de plasbuis geblokkeerd is of stenen in de blaas aanwezig zijn, is operatie noodzakelijk. In sommige gevallen kan de blaas zonder operatie gespoeld worden. Ook pijnstillers, voldoende vocht en eventueel antibioticum kunnen worden gegeven.

Hoe kunnen blaasproblemen worden voorkomen?

Zorg ervoor dat konijnen voldoende zullen drinken. Dit kan door elke dag schoon water en groenvoer te geven. Ook voldoende lichaamsbeweging is zeer belangrijk. Zorg voor een grote kooi en vrije beweging. Als ze een te kleine ruimte hebben, houden ze hun urine soms langer op met als gevolg een grotere kans op vorming van blaasgruis. Daarnaast kan urinary konijnenvoeding en calcium-arm hooi worden gegeven en mogen knaagstenen/supplementen niet meer gegeven worden! Een konijn heeft geen knaagstenen nodig om het gebit af te slijten, dus deze kunt u gerust weglaten.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com
Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Diarree en plakpoep konijn

Herfsttips voor konijnen in huis en buiten huis

Het is bij konijnen belangrijk om onderscheid te maken tussen diarree en plakpoep (acaecotrofie). Konijnen produceren normaal 2 soorten ontlasting: droge keutels en blindedarmkeutels (caecotrofen). De caecotrofen zijn zachte, kleverige kleine mestballetjes. Deze worden in de blinde darm gemaakt en bevatten veel nuttige voedingsstoffen voor het konijn. Konijnen eten deze normaal gesproken direct op vanuit de anus en zie je dus meestal niet in het hok. Als een konijn om wat voor reden dan ook de caecotrofen niet meer opeet, ontstaat de zogenaamde ‘plakpoep’. Het konijn produceert daarnaast nog ‘normale’ droge keutels en er is dus geen sprake van diarree. Acaecotrofie kan komen doordat het konijn ze niet meer goed kan opeten door rugproblemen, gebitsproblemen of zwaarlijvigheid. Ook verkeerde voeding is een zeer vaak voorkomende oorzaak.

Een konijn met echte diarree, heeft geen normale droge keutels meer. Dit kan komen door verschillende oorzaken als voedingsproblemen (bv teveel brood of konijnensnoepjes), coccidiose en bacteriën. Ook stress en huisvesting kunnen een rol spelen.

Wat zijn de symptomen?

Bij ‘plakpoep’ (acaecotrofie) liggen blindedarmkeutels in het hok of zijn deze vastgeplakt rond de anus en onder de poten van het konijn. Er zijn nog wel normale droge keutels aanwezig. De vastgeplakte ontlasting trekt vliegen aan en er is een grotere kans op myasis (madenziekte).

Bij diarree is er geen normale ontlasting meer aanwezig. Ook kan het konijn dan lusteloos worden en minder gaan eten.

Indien een konijn andere of kleinere keutels krijgt dan normaal, is het belangrijk om contact op te nemen met de dierenarts. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Vaak laten konijnen in het begin helemaal niet zien dat ze ziek zijn of dat er wat aan de hand is. Helaas wordt het vaak pas in een (te) laat stadium ontdekt dat er iets mis is en dan is therapie niet altijd meer mogelijk. Neem bij twijfel altijd contact op.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Op basis van het type keutels, de omstandigheden en lichamelijk onderzoek van het konijn kan een aanwijzing verkregen worden voor de oorzaak. Tevens kan ontlastingsonderzoek worden uitgevoerd naar parasieten, coccidiose of bacteriën.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Bij zowel diarree als acaecotrofie is een goede voeding zeer belangrijk. Dit betekent: ongelimiteerd vers water en hooi, groenvoer en zeer beperkt droogvoer. Geef geen konijnensnoepjes, brood, knabbelstaven of gemengde korrels. Lees hierover meer in het hoofdstuk voeding. Naast goede voeding is ook een gezond lichaamsgewicht belangrijk. De meeste konijnen die we in de praktijk tegenkomen zijn helaas veel te dik.

Specifieke behandeling zal afhangen van de oorzaak en de omstandigheden. Het is altijd belangrijk om de vacht goed schoon te houden. Vraag de dierenarts om advies.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

VHS, RHD konijnenziekte

Wat is RHD?

RHD (Rabbit Haemorraghic Disease) is een zeer beruchte virusinfectie onder konijnen. Het is ook wel bekend onder de naam VHS of VHD (Viraal Haemorragische Diarree). De ziekte dankt deze namen aan het feit dat deze wordt veroorzaakt door een virus dat sterfte veroorzaakt ten gevolge van inwendige bloedingen en leveraantasting.

De ziekte is enkel besmettelijk voor konijnen en is ongevaarlijk voor mensen en andere diersoorten. RHD is een uiterst besmettelijke ziekte die hoge sterfte onder konijnen veroorzaakt. Eerdere uitbraken van RHD in het buitenland leren ons dat ook het Nederlandse konijnen bestand (met name in Brabant en Limburg) ernstig in gevaar is. De klassieke variant van dit virus wordt RHD1 genoemd. In 2015 zijn er veel konijn geweest die plotseling zijn gestorven. Dit bleek te komen door een nieuwe variant van het Rabbit Hemorrhagic Disease virus, namelijk RHD2.

Hoe wordt een konijn besmet?

RHD verspreidt zich zowel via direct als via indirect contact. Dat betekent dat het direct van konijn op konijn kan overgaan, via stekende insecten (bv. muggen), maar ook via onze handen/kleding/schoenen/voerbakken/voeding/etc. Raakt een hok met meerdere konijnen besmet dan zal vaak 70-80% van de konijnen sterven.

Wat zijn de symptomen?

Klassieke variant (RHD1): Na infectie zal meer dan 80% van de konijnen na 1 tot 2 dagen sterven. Dit kan zonder voorafgaande symptomen! Soms zien we eerst benauwdheid, koorts, bloedingen (bv uit de neus) of zenuwverschijnselen. Vaker zien we dat een konijn een schreeuw geeft en dood neervalt. Daarna komt er soms bloederig schuim/vocht uit de neus.

Nieuwe variant (RHD2): De symptomen zijn vergelijkbaar met die van RHD1. Sterfte wordt echter vaak pas na 3-5 dagen gezien. Ook kan er een chronisch ziektebeeld voorkomen, waarbij vooral afvallen en sloomheid gezien worden. Konijnen kunnen dan na enkele weken alsnog overlijden.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Definitieve bevestiging van RHD gebeurt door sectie en weefsel onderzoek in een Pathologisch Laboratorium.

Waaruit bestaat de behandeling?

Er is helaas geen behandeling. Vaak overlijden de konijnen zeer snel. Om het konijn een lijdensweg te besparen, is het vaak beter om het konijn in te laten slapen.

Hoe kan RHD worden voorkomen?

Door vaccinatie en goede hygiëne kan de ziekte worden voorkomen. Elk rechtstreeks contact met wilde konijnen moet vermeden worden en geef geen zelf geplukt groenvoer aan konijnen die niet gevaccineerd zijn. Het is niet voldoende om het hok enkel door strenge hygiëne te beschermen indien er in de omgeving een geval van RHD is vastgesteld, enkel vaccinatie biedt afdoende bescherming.

Er is nu een vaccin die bescherming biedt tegen de 3 konijnenziektes met één vaccinatie. De bescherming duurt een jaar lang.

Let goed op of uw dierenarts vaccineert tegen niet alleen RHD1, maar ook tegen RHD2!
Lees hier meer over de vaccinatie van het konijn.

Zodra RHD is vastgesteld moeten maatregelen worden genomen in de gehele regio. Indien wilde konijnen besmet zijn dan is uiterste voorzichtigheid geboden. Nieuw aangekochte konijnen moeten 2 weken in quarantaine gehouden worden. Daarnaast moeten bezoekers die door de velden of bossen gelopen hebben, of met andere konijnen in contact zijn geweest wisselen van kleding en schoeisel en grondig de handen wassen. Daar ook ongedierte de besmetting kan overbrengen moeten ratten en muizen bestreden worden, hierom het voer in goed afsluitbare containers bewaren, en moeten ook insecten geweerd worden (muggengaas voor ventilatie openingen). Dit laatste is overigens ook in verband met myxomatose van belang daar dit ook door stekende insecten wordt overgebracht.

Wordt men geconfronteerd met een uitbraak dan kan men door snelle vaccinatie van de nog gezonde konijnen sterfte stoppen binnen 72 uur. Dit geldt enkel wanneer direct na de eerste sterfte gevallen begonnen wordt met vaccinatie. Dit is niet het geval indien er reeds 1 week of langer sterftegevallen zijn. Dus bij twijfel niet wachten doch direct overgaan tot vaccineren.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Myxomatose konijn

Wat is Myxomatose?

Myxomatose is een gevreesde konijnenziekte die veroorzaakt wordt door een poxvirus. Dit virus komt in Nederland niet van oorsprong voor (niet-endemisch). In de vijftiger jaren is het virus echter wijd verspreid geraakt in Europa en vormt het een bedreiging voor de konijnenpopulatie in Nederland.

Hoe wordt een konijn besmet?

De ziekte komt nu continu (endemisch) voor bij Europese wilde en tamme konijnen en Europese hazen. Maar de hazen zijn wel behoorlijk resistent tegen dit virus. Besmetting vindt plaats via rechtstreekse of indirecte contacten en via zogenaamde vectoren. Dit zijn insecten (bv. muggen en vlooien) die het virus rechtstreeks van konijn op konijn overbrengen. We zien myxomatose uitbraken vooral in de (na)zomer.

Wat zijn de symptomen?

Er zijn twee vormen van myxomatose. We kennen de acute zeer heftig verlopende vorm (klassieke vorm) en een meer chronische vorm.

De acute klassieke vorm wordt gekenmerkt door verdikkingen va de huid. Dit is voornamelijk bij de oogleden, lippen, neus, binnenkant  van de oren en rond de geslachtsdelen. Konijnen worden vaak slomer en hebben koorts. Het geeft vaak plotseling snel verergerende ziekteverschijnselen waarbij de sterfte bij niet gevaccineerde konijnen binnen enkele dagen kan oplopen tot 100%. De eetlust blijft meestal goed tot kort voor de dood. Een pussige ontsteking van de ogen en oogleden, alsmede vaak de neus is een constant symptoom, en geeft aanleiding tot de typische blindheid. In het najaar en de winter zie je de aangetaste konijnen vaak zielig door het bos heen scharrelen. Niet in staat te vluchten voor de wandelaars omdat ze niets meer kunnen zien.

Bij de meer chronische of modulaire vorm ontstaan na enkele dagen oedemateuze gezwellen (pseudo-tumoren) vooral op de oren, rond de anus en geslachtsopening. Deze vorm kan spontaan genezen: de pseudo-tumoren of myx-oedemen slinken daarna weer en geven korstvormige letsels die daarna verdwijnen. Het verloop is dan veel minder heftig.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Dit gebeurt op basis van de klinische symptomen en het verloop van de ziekte.

Waaruit bestaat de behandeling?

Myxomatose wordt veroorzaakt door een virus en er zijn geen medicijnen die dit virus kunnen remmen. Wel kunnen ondersteunende maatregelen worden ingezet om het konijn een kans te geven de ziekte te overwinnen. Bij de heftige acute klassieke vorm van myxomatose is euthanasie helaas vaak de beste optie om ernstig lijden te besparen.

Besmette dieren moeten warm geplaatst worden (liefst binnen in huis). En apart van de andere konijnen. De ogen moeten gezalfd worden en soms is het verstandig het dier antibiotica en ontstekingsremmers toe te dienen om bijkomende infecties te bestrijden. Verder moet het dier goed eten en voldoende water krijgen. Het is mogelijk een deel van de dieren door de ziekte heen te slepen, maar dit is een langdurige en tijdrovende bezigheid. Het kan wel 4-6 weken duren voor herstel optreedt en er is kans dat het konijn alsnog sterft.

De vaccinatie van konijnen in besmet milieu (dus als er al meerdere konijnen in een groep ziek zijn) geeft vaak toch nog goede resultaten. De op dat moment nog niet zieke konijnen kunnen eventueel alsnog beschermd worden. Ons advies is dan ook om alle niet zieke konijnen zo snel mogelijk na de myxomatose uitbraak te vaccineren.

Hoe kan myxomatose worden voorkomen?

De beste preventie bestaat uit vaccinatie en  het bestrijden van de insecten. Plaats dus altijd muggengaas om de hokken heen. Dit voorkomt ook problemen met maden (miasis) in de zomer. Bestrijd ook vlooien. Daarnaast dient in de tuin zoveel mogelijk direct of indirect contact met wilde konijnen worden vermeden.

De beste preventie is vaccinatie. Dit kan vanaf 5 weken leeftijd en is aan te raden voor alle konijnen. Ook konijnen die alleen binnen worden gehouden kunnen namelijk myxomatose krijgen! Het vaccin beschermt na 3 weken tegen VHS en Myxomatose en is een jaar werkzaam. De beste tijd om de inenting te laten geven is tussen maart en juni, zodat het konijn in de zomermaanden het best beschermd is. Een konijn moet in goede conditie zijn voor deze enting, een dierenarts zal het dier eerst moeten onderzoeken of het gezond is. De eerste inentingen moeten gegeven worden als het konijn er de leeftijd voor heeft, ongeacht de tijd van het jaar.

Kijk hier voor meer informatie over de vaccinatie bij het konijn.

U kunt nu met 1 prik uw konijn een jaar lang laten beschermen tegen 3 ziektes. Vraag er naar bij uw dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Parasieten konijn

Wat is encephalitozoon cuniculi? Encephalitozoon cuniculi (E. cuniculi) is een protozo die ziekte veroorzaakt bij konijnen. E. cuniculi wordt uitgescheiden via de urine van besmette konijnen. Via voeder, drinkwater of het hok kunnen andere konijnen besmet worden. Ook kan E. cuniculi worden overgedragen van moeder op babykonijntjes in de baarmoeder. E. cuniculi kan in de omgeving enkele weken overleven in de vorm van een spore. Na besmetting kan E. cuniculi aanwezig blijven zonder ziekte te veroorzaken. Op het moment dat een konijn een verminderde weerstand heeft (door bijvoorbeeld stress), kan E. cuniculi zich in het lichaam vermeerderen en wel leiden tot ziekteverschijnselen.

Wat zijn de symptomen?

De ziekteverschijnselen kunnen heel divers zijn, bijvoorbeeld:
  • Hersenverschijnselen: scheve kop, oogbolbewegingen (nystagmus) en rondtollen. Dit kan er zeer heftig uit zien.
  • Achterhandsproblemen: verlamde of slappere achterpoten.
  • Urinewegproblemen: veel drinken/plassen of urine incontinentie (urinebrand).
  • Oogproblemen: staar, iris ontstekingen, lensverkleuringen.
  • Vermageren.
  • Acute sterfte
De symptomen kunnen afzonderlijk van elkaar of samen voorkomen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Een definitieve diagnose is zeer lastig te stellen. Vaak wordt op basis van de verschijnselen en voorgeschiedenis besloten het konijn te behandelen tegen E. cuniculi zonder verder te testen. We gaan dus uit van een infectie tot het tegendeel bewezen is. Er zijn bloedtesten die antistoffen tegen E. cuniculi kunnen aantonen. Deze worden zowel bij gezonde als zieke konijnen aangetroffen en een positieve test is dus niet bewijzend. Indien een konijn geen antistoffen tegen E. cuniculi heeft, wordt de kans dat de verschijnselen door E. cuniculi komen wel kleiner. Urine onderzoek en pathologisch onderzoek na overlijden kunnen extra aanwijzingen geven dat het om E. cuniculi gaat.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Bij een verdenking op E. cuniculi starten we zo snel mogelijk met de behandeling. Deze bestaat uit medicijnen ( o.a. fenbendazol) en ondersteunende maatregelen. Zeker in het begin kan het beeld zeer heftig zijn en is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het konijn voldoende voeding en vocht binnenkrijgt. De behandeling met fenbendazol is vaak ruim 4-6 weken nodig. We behandelen voor de zekerheid ook de hokgenoten omdat het besmettelijk is. Vaak leidt behandeling wel tot verdwijnen van de ziekteverschijnselen maar niet tot volledige verwijdering van E. cuniculi uit het lichaam. Dat betekent dat de ziekte later weer opnieuw naar voren kan komen, zoals bij verminderde weerstand.

Oormijt

Wat is het?

Oormijten (Psoroptes cuniculi) leven aan de binnenkant van het oor en veroorzaken een ontsteking van de gehoorgang. Het wordt ook wel oorschurft genoemd. Het kan aan een of beide oren voorkomen.

Wat zijn de symptomen?

Het konijn heeft jeuk, wat zich uit in schudden met de kop en krabben aan de oren. De oorschelp wordt dikker en roder. Bij de ingang van de gehoorgang worden vaak geel-witte of bruine schilferige korsten gezien. De korsten kunnen zich uiteindelijk uitbreiden over het hele oor, kop en nek. Uiteindelijk kan een midden- of binnenoorontsteking ontstaan.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De dierenarts kan met een otoscoop (oorkijker) in de gehoorgang kijken. Soms zijn de schurftmijten direct te zien, maar soms alleen met microscopisch onderzoek. Voordat een behandeling wordt ingesteld is het belangrijk om te bepalen of het trommelvlies nog heel is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

De therapie bestaat uit het behandelen van de oorontsteking met zalf en het doden van de oormijten met een hiervoor geschikt middel. Wij gebruiken hiervoor vaak pipetten die twee keer op de huid worden toegediend. Ook kunnen extra pijnstillers worden gegeven. Ga niet zelf aan de slag met allerlei middelen en laat u adviseren door de dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Madenziekte, myasis konijn

Wat is de madenziekte? Als het warm weer wordt moet je vreselijk oppassen. Regelmatig overlijden konijnen aan de madenziekte (de officiële naam is myiasis) die veroorzaakt wordt door een blauw-groene vlieg, genaamd Lucilia sericata. Aan het eind van de lente/begin zomer, wanneer de dagen warmer worden en de luchtvochtigheid hoger zie je overal de beruchte blauw-groene “strontvliegen” weer. Ze ruimen uitwerpselen op van katten, honden, kippen etc. Maar ze zoeken ook vieze achterwerken van andere dieren zoals schapen, kippen, konijnen, etc. De vliegen zoeken konijnen met vieze achterwerken, konijnen die de lucht van diarree of urine bij zich hebben of wondjes hebben. Ook natte of slecht schoongemaakte hokken trekken deze vliegen aan. Ze leggen eitjes in aangekoekte uitwerpselen of op de vies ruikende huid, meestal onder de staart of bij de achterpoten. De maden die hier uitkomen eten zich binnen 4 uur een weg naar binnen. De dieren lopen dus met maden in hun lichaam en kunnen bloedvergiftiging krijgen.

Wat zijn de symptomen?

Vaak wordt een vieze achterhand gezien of wondjes waar maden in zitten. Ook kunnen er wondjes /gaatjes in de huid zitten en kan het konijn meer stil zitten. De maten eten het konijn letterlijk op. Zonder snelle behandeling kan een konijn binnen twee dagen sterven. Ga daarom altijd zo snel mogelijk naar de dierenarts indien u maden constateert.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Vaak zijn de maden in de wonden zichtbaar.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Het konijn moet gewassen worden met een geschikt middel om de maden te doden en alle maden zullen van het konijn afgehaald moeten worden. Daarnaast kunnen nog ontstekingsremmers en antibioticum worden ingezet. Indien de ziekte verder gevorderd is, bestaat er grote kans op sterfte.

Hoe kan madenziekte worden voorkomen?

Houd het hok goed schoon en voorkom met een hor dat vliegen bij het konijn kunnen komen. Controleer het konijn dagelijks op een vieze achterhand en wondjes. Was het konijn indien de vacht vies is in een bak met lauwwarm water. De aangekoekte keutels worden zacht door het warme water en kunnen uit de vacht gewreven worden. Het beste gaat dit met twee mensen, de één houdt het konijn vast, de ander probeert zachtjes de onderkant schoon te wassen onder de kraan. Trek desnoods een rubberen huishoudhandschoen aan. Droog je konijn daarna heel goed af.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Luchtwegproblemen konijn

Ziekten van de luchtwegen komen regelmatig voor bij konijnen. In een groot aantal gevallen speelt de bacterie Pasteurella multocida hierbij een rol. Dit is waarschijnlijk de meest verspreide infectieziekte bij konijnen. Het gaat rond in elke konijnenkolonie die je ziet. Sommige “families” konijnen schijnen meer weerstand te hebben dan andere. De ziekte kent talrijke onderling zeer diverse ziektebeelden en symptomen. Kenmerkend van al deze aandoeningen binnen deze groep is de aanwezigheid van de pusvormende Pasteurella bacterie. De symptomen zijn afhankelijk van het orgaansysteem waar de infectie optreedt. Zeer veel gezonde konijnen hebben de Pasteurella bacterie bij zich zonder ziek te worden. Bij verminderde weerstand kan de bacterie wel leiden tot ziekteverschijnselen. Behalve Pasteurella kunnen ook andere bacteriën, voeding, stress, huisvesting, gebrek aan beweging en andere infecties/abcessen een oorzaak zijn voor problemen met de luchtwegen.

Wat zijn de symptomen?

De symptomen kunnen heel divers zijn. Het is belangrijk om op tijd naar de dierenarts te gaan voor een juiste diagnose en behandeling. Tijdige behandeling kan chronische problemen voorkomen.

Neus

Het meest voorkomende, herkenbare symptoom is een conditie die “snot” genoemd wordt, met niezen, natte neus, en vieze voorpootjes van het steeds schoonmaken van de rommel die zich op/rond de neus ophoopt.

Longen

Vanuit de neusslijmvliezen kan de bacterie gemakkelijk doordringen in de longen. Bij vatbare konijnen kan de bacterie dan acute longontstekingen geven die snel en agressief met antibiotica behandeld moeten worden. Onbehandelde konijnen kunnen binnen 24 uur aan de infectie overlijden.

Ogen

Een meer subtiele vorm van Pasteurella komt voor in de vorm die onder meer natte ogen veroorzaakt met een witte slijmsliert erin. Vaak is ook de traanbuis ontstoken. Indien men op de binnenste ooghoek drukt waar de traanbuizen beginnen, kan men vaak grote hoeveelheden wittige “kaas” naar buiten in het oog duwen. Het zal duidelijk zijn dat alleen een oogzalfje in dat geval onvoldoende zal zijn om de bacterie ook uit de traanbuizen en de traanzak te verdrijven.

Oren en middenoor

Vanuit de neus en mondholte kan de bacterie via de buis van Eustachius makkelijk het middenoor bereiken. Daar kan het dan een middenoorontsteking veroorzaken, die vaak ernstig is en lastig te bestrijden. Omdat de bacterie door het afweersysteem van het konijn omhuld wordt door een dikke puslaag ontstaat er snel een abces. Dit abces kan naar buiten doorbreken maar ook naar het binnenoor. Daar wordt het evenwichtsorgaan vervolgens aangetast. Het konijn houdt de kop scheef en kan gaan rondtollen omdat het niet langer in staat is zijn evenwicht te bewaren en al draaiend in paniek raakt. Vrij typisch is in het beginstadium de “tic” die men in de ogen ziet. Bij deze zgn. nystagmus draait het oog continue langzaam naar opzij weg om vervolgens met een snelle slag weer in de normale stand te komen. Via de gehoor en evenwichtszenuwen kan de bacterie opkruipen richting hersenen en uitmonden in fatale hersenvliesontsteking. Door de pusvorming is deze vorm bijzonder lastig te bestrijden. Alleen wanneer men direct bij de eerste symptomen van een scheve kop al direct start met de behandeling heeft het konijn een redelijke kans op genezing.

Bloedbaan

Ook ernstige bloedvergiftiging (ziekte die zich door het bloed verspreidt), longontsteking, pusophoping, melkklierontsteking en baarmoederontsteking kunnen tot de dood leiden. Aan de buitenkant ziet men alleen een sloom en meestal bijzonder ziek konijn zonder verdere opvallende andere symptomen.

Huid

Abcessen onder de kaak vanuit ontstoken kieswortels en gebitsafwijkingen zoals scheefgroeiende tanden. In dit specifieke geval lijkt het konijn een gebitsprobleem te hebben. In werkelijkheid zijn hier de tanden niet de oorzaak, maar slechts een symptoom. Ook natte en smettende plekken die geïnfecteerd raken, kapotte hakgewrichten (sorehocks), zijn ook Pasteurella symptomen. Ook bijt- en operatie wonden kunnen mits niet direct zorgvuldig behandel zeer snel geen etteren tgv. een infectie met deze bacterie.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Op basis van de ziektegeschiedenis, lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en kweek kan een diagnose worden gesteld. Een grondige gebitsinspectie is alleen mogelijk onder narcose. Er zal per dier worden bepaald wat de  beste methode is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Verschillende symptomen eisen een verschillende aanpak. Behandeling kan bestaan uit schoonspoelen van de traanbuis, schoonhouden van de huid rondom de ogen, oogzalf, antibioticum en ontstekingsremmers. Eventuele gebitsproblemen dienen aangepakt te worden.

Hoe kunnen luchtwegproblemen worden voorkomen?

Zorg voor een goede huisvesting: niet op de tocht, goede omgevingstemperatuur (niet te warm of koud) en een schoon hok zonder ammoniakdampen van de urine. Vermijd parfums, sprays, verf, kookluchtjes en stof.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Konijn als huisdier

Een konijn kan wel 10 jaar oud worden

Een konijn als huisdier wordt vaak vrij makkelijk over gedacht. Een hok, wat stro, en verder weinig werk. Ten eerste is het goed te bedenken dat een konijn wel 10 jaar oud kan worden. U zit er dus wel even aan vast. Er zijn tientallen verschillende rassen, van dwerg- tot reuzenkonijnen. Konijnen zijn zachtaardige dieren maar vooral de kleinere rassen kunnen wat bijterig en krabberig zijn.

Konijn zindelijk maken

Konijnen hebben veel beweging nodig, het hok moet dus niet te klein zijn. Als u meer konijnen in een te klein hok houdt,  kunnen de dieren elkaar zelfs flink toetakelen. Konijnen worden ook steeds vaker los in huis gehouden. Het zijn slimme beestjes en u kunt ze zindelijk maken en leren hun behoefte op een kattenbak te doen.

Iedere 6 weken een nestje

Als u meerdere konijnen van verschillend geslacht hebt bedenk dan het volgende: Konijnen kunnen om de 6 weken een nestje krijgen en een nestje kan wel uit 12 jonkies bestaan. Als u geen nestje wilt en besluit het mannetje te laten castreren, hou het beestje daarna dan nog zeker 6 weken gescheiden van het vrouwtje. Want zolang na de castratie kan het mannetje nog voor nakomelingen zorgen. De uitdrukking “bij de konijnen af”, komt natuurlijk wel ergens vandaan.

Konijnen tanden blijven groeien

Konijnentanden blijven groeien. Geef ze daarom vezelrijk voer waar ze flink op moeten kauwen, zodat de tanden afslijten. Als de tanden te ver doorgroeien kan het beestje niet meer eten. In dat geval moet u de tanden laten knippen bij de dierenarts. Ook de nagels moet u in de gaten houden en ook regelmatig knippen. Vooral als het konijn in een hok wordt gehouden,  omdat de nagels daar minder afslijten.

Konijnen eten hun keutels op

Voer uw konijn niet te veel. De meeste konijnen eten namelijk hun nachtelijke keutels op. Misschien een vies idee, maar voor het konijn erg gezond. In die keutels zitten namelijk belangrijke vitamines en mineralen. Als het konijn overdag te veel eet laat hij die gezonde keutels liggen en kan daardoor zelfs aan de diarree raken. Bij wilde konijnen duikt regelmatig de besmettelijke en dodelijke ziekte myxomatose op. Het is daarom aan te raden uw konijn hiertegen in te laten enten.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Informatie over het konijn

Een konijn als huisdier wordt vaak vrij makkelijk over gedacht. Een hok, wat stro, en verder weinig werk. Ten eerste is het goed te bedenken dat een konijn wel 10 jaar oud kan worden. U zit er dus wel even aan vast. Er zijn tientallen verschillende rassen, van dwerg- tot reuzenkonijnen. Konijnen zijn zachtaardige dieren maar vooral de kleinere rassen kunnen wat bijterig en krabberig zijn. Konijnen hebben veel beweging nodig, het hok moet dus niet te klein zijn. Als u meer konijnen in een te klein hok houdt, kunnen de dieren elkaar zelfs flink toetakelen. Konijnen worden ook steeds vaker los in huis gehouden. Het zijn slimme dieren en u kunt ze zindelijk maken en leren hun behoefte op een kattenbak te doen. Voor uitgebreide informatie over aanschaf en huisvesting van konijnen, kijk ook op LICG.

Wist u dat?

  • Een konijn geen knaagdier is, maar behoort tot de lagomorphen (haasachtigen)?
  • De snijtanden en kiezen van konijnen levenslang doorgroeienr met wel 1-2 mm per week?

Het Konijn

Klasse : Mammalia (zoogdieren) Orde : Lagomorpha (haasachtigen) Familie : Leporidae (hazen) Geslacht en soort : Oryctolagus cuniculus (konijn) Het onderscheid tussen knaagdieren enerzijds en haasachtigen anderzijds wordt gemaakt op basis van het gebit. Een knaagdier heeft twee snijtanden in de bovenkaak en twee snijtanden in de onderkaak. Een dier uit de orde van de haasachtigen heeft 4 snijtanden in de bovenkaak, twee aan twee achter elkaar geplaatst, en twee snijtanden in de onderkaak. Dit betekent dus dat een konijn niet tot de knaagdieren mag worden gerekend.

Oorsprong en voorkomen

Oorspronkelijk is het konijn afkomstig uit Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Het oorspronkelijke konijn heeft grote ogen en oren. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten. De voeten hebben geen zoolkussentjes maar zijn aan de onderkant stevig behaard. Door intensieve fokkerij is een enorme variatie ontstaan in konijnenrassen (meer dan 50!). Op basis van verschil in kleur, grootte en vachtstructuur zijn er nu vele variëteiten te onderscheiden. Bij het wilde konijn is het mannetje vrijwel even groot als het vrouwtje alleen de kop is wat forser. Beide seksen hebben klieren onder de kin die een stof afscheiden die gebruikt wordt bij de territoriumafbakening. Bij het mannetje zijn deze klieren groter. Ook bij de directe onderlinge herkenning spelen deze klieren een rol. In de loop der tijden is het konijn uitgewaaierd over vrijwel de hele wereld. In Australië bijvoorbeeld leidde dit tot grote problemen. Het konijn was hier door het ontbreken van natuurlijke vijanden dermate succesvol, dat er sprake was van een ware plaag. Hierdoor dreigden zelfs voedseltekorten te ontstaan voor de inheemse dieren. Konijnen hebben een voorkeur voor grasland en open bosachtig gebied. Ze graven uitgebreide gangenstelsels met verschillende gangen. Er zijn grote gangen die uitkomen op een centrale woonruimte en er zijn nauwe gangen die dienst doen als vluchtgangen. Ook zijn er woonruimten aan het eind van blind eindigende gangen. Konijnen zijn nachtdieren, alhoewel ze steeds meer ook overdag gezien worden door hun enorme aanpassingsvermogen. In 1954 en 1955 is de konijnenstand in Europa ernstig teruggedrongen door een ziekte, myxomatose genaamd, die speciaal ontwikkeld en geïntroduceerd is om overlast door konijnen in te dammen.

Voortplanting

Een mannetje (rammelaar) paart met verschillende vrouwtjes (voedsters). De eisprong (ovulatie) is geïnduceerd, dus pas na een paring vindt er een eisprong plaats. Na een gemiddelde dracht van 31 dagen worden de jongen geworpen. Om kannibalisme te voorkomen is het verstandig om het mannetje bij de jongen uit de buurt te houden. De voedster bouwt een nest waarbij ze zachte haren gebruikt die ze uit haar eigen buikhuid trekt. Dit gebeurt meestal in de laatste drie dagen van de dracht. Schijnzwangerschap komt overigens regelmatig voor bij de huiskonijnen. Deze duurt 14-17 dagen en voedsters kunnen agressief worden, haren uittrekken en zelfs melk produceren. De jongen worden blind, doof en kaal geboren. Jongen worden slechts enkele malen per etmaal gezoogd, waarbij de zoogtijd niet langer is dan 3 minuten. Na 10 dagen gaan de ogen open en na 14 dagen gaan de oortjes staan, behalve bij de hangoorrassen. Na 18-24 dagen komen de jongen uit het nest tevoorschijn. Vanaf twee weken na de geboorte is de voedster alweer vruchtbaar. Vanaf een leeftijd van 6 maanden kan een rammelaar gecastreerd worden, na de castratie blijft het dier nog mogelijk 4-6 weken vruchtbaar! Geslachtsrijp: 3½ – 9 maanden, kleine rassen vaak eerder dan grote rassen en voedsters eerder dan rammelaars. Vruchtbaarheidscyclus: geen, geïnduceerde eisprong. Hele jaar door vruchtbaar. Draagtijd: 29-33dgn (gemiddeld 31). Konijnen zijn nestblijvers en de jongen worden kaal en blind geboren. Nestgrootte: 2-10 jongen (gemiddeld 7) Geboortegewicht: 30-70 gram Speenleeftijd: 4-6wkn Volwassen gewicht: 1-7kg Lichaamstemperatuur: 38,5-40,5°C Levensduur: 7-8jr (max. 15 jaar)

Huisvesting en verzorging

Konijnen zijn sociale dieren die in het wild in groepen leven. Het is dan ook aan te raden om een konijn niet individueel te houden, maar altijd samen met andere konijnen. Konijnen dienen te worden beschermd tegen koude, vocht en felle zon. De afmetingen zijn afhankelijk van het ras, maar de volgende richtlijnen kunnen als minimale eisen worden aangehouden: Hoogte (cm) Breedte (cm) Diepte (cm) groot ras: 70, 120, 60 middelgroot ras: 70, 100, 60 klein ras: 70, 75, 60 Hierbij geldt: groter is beter. Een konijn heeft lichaamsbeweging nodig en moet goed rechtop kunnen staan in het hok. Konijnen kunnen ook goed buiten worden gehouden, het liefst op gras. Als ze buiten gewend zijn, kunnen ze ook in de winter buiten blijven. Zorg dan wel voor een warme schuilplaats. Een goede bodembedekking is stro op een houtvezellaag. De aanwezigheid van zacht nestmateriaal is gewenst bij fokdieren. De strooisellaag moet regelmatig ververst worden om ziekten te voorkomen. Te weinig verversen, kan leiden tot coccidiose (parasitaire darminfectie) of ammoniakdamp wat irriterend is voor de slijmvliezen en aanleiding kan geven tot luchtweg infecties (“snot”). Een geschikte omgevingstemperatuur is 15-21 °C en een konijn verdraagt temperaturen van 6-29 °C. De vochtigheidsgraad moet tussen de 40 en 70% liggen. Als voerbakken moet men stevige bakjes kiezen van roestvrij staal of geglazuurd aardewerk in verband met hygiëne en knaagschade.

Voeding

Wilde konijnen eten vrijwel alleen plantaardig voedsel. Hoogst zelden zullen ze een slakje of aardworm nuttigen. Coprofagie (het eten van eigen ontlasting) komt ook voor bij het konijn en dient om voedingsstoffen (vitamine B, K en eiwitten) op te nemen die door de microbiële organismen in de dikke darm zijn gemaakt. Deze stoffen worden ’s nachts met de ontlasting als zachte keutels uitgescheiden. Overdag zijn de keutels hard. De zachte keutels (caecotrophen) zijn zeer eiwitrijk (29.5% in de droge stof) en voorzien in 20% van de dagelijkse eiwitbehoefte. Konijnen dienen altijd te kunnen beschikken over hooi van goede kwaliteit en vers water. Het menu kan worden aangevuld met vers groenvoer. Wees voorzichtig met granen en brood. Ook biks (konijnenbrokjes) dienen met mate gegeven te worden. Kijk voor meer informatie over de voeding van konijnen bij het hoofdstuk ‘Voeding’. Voeding van moederloze jongen dient 2-3x daags te geschieden. Het te geven melk volume per dag bedraagt in de eerste week ongeveer 5 ml, in de tweede week 15 ml en in de derde week 25 ml. Tevens moet na iedere maaltijd de buikstreek gemasseerd worden om de darmen en blaas te stimuleren. Na enkele weken kunnen de jongen overgewend worden op vast voedsel.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl
 

Parasieten bij konijn, cavia, fret, rat, chinchilla en hamster

 

Mijten, luizen, vlooien, wormen bij konijn en knaagdieren

Mijten (schurft), vlooien en luizen kunnen hinderlijk zijn voor het konijn en knaagdieren. Deze parasieten veroorzaken vooral schilfering en haaruitval en dat waar het dier het meeste last van heeft: Jeuk. Het is dus het beste om parasieten bij uw konijn of knaagdier te voorkomen en wanneer ze er toch last van hebben dit direct goed te behandelen. Gebruik nooit zomaar de middelen die bij hond en kat gebruikt worden, want deze kunnen giftig zijn voor de kleindieren. Frontline bij het konijn is hiervan een berucht voorbeeld.

Mijten bij het konijn en knaagdier

Er zijn verschillende soorten mijten. De belangrijkste zijn:

  1. De vachtmijt
    De vachtmijt geeft vooral veel losse haren. Maar ook jeuk: de diertjes krabben en bijten zichzelf en zo ontstaan wondjes, roos en kale plekken. De veroorzaker is de Cheyletiella parasitovorax. Deze is goed te vinden door met een vlooienkam de huid uit te kammen en dan de schilfers onder de microscoop te bekijken. We zien dan de mijten en de eitjes. Een andere vorm van vachtmijt is Leoparacarus gibbus, deze is op de haren te zien onder de microscoop, en geeft een kale huid zonder schilfers. De haren vallen als vanzelf uit doordat de haarschachten worden aangetast.Konijnen en knaagdieren die last hebben van de vachtmijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  2. Huidmijt of schurft
    De huidmijt geeft schurft bij het konijn en het knaagdier. Schurft kenmerkt zich door jeuk, vooral bij de oren en andere plekken op de kop. Echter ook op de rest van het lichaam kunnen de gevolgen van de jeuk zichtbaar zijn: kale plekken en wondjes. De diagnose is te stellen door een huidafkrabsel onder de microscoop te bekijken. Dit afkrabsel moet diep uit de huid worden genomen (tot bloedens toe) want de mijten leven in gangen in de huid. Deze mijt is vaak wel lastig te vinden. De huidmijt heeft de naam Notoedres cati of Sarcoptes scabiei. Demodex cuniculi is het maar zelden, deze leeft in de talgklierzakjes van de haren en is microscopisch gemakkelijk te vinden.De huidmijt is goed te behandelen met Ivermectine. 
  3. Oormijt
    Flappert uw konijn of knaagdier veel met de oren? En krabt hij ook aan zijn oor en schudt hij met de kop? De kans is groot dat hij last heeft van oormijt. We zien dan ook vaak bruine korsten in het oor. We zien oormijt vooral bij jonge dieren en bij dieren uit een kinderboederij of opvang. We zien dan ook dat alle dieren er last van hebben. Om de diagnose zeker te stellen kijken we met een otoscoop in het oor en we zien de oormijten dan kruipen.Konijnen en knaagdieren die last hebben van oormijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  4. Oogstmijt
    De oogstmijt, ook wel de herfstmijt genoemd, komt plaatselijk in Nederland voor op kalkrijke gronden in grasstroken langs het water. Een infectie met herstmijt bij konijnen komt niet veel voor en als het voorkomt dan is het rond augustus (oogstmaand). De oogstmijten zitten vooral op de kop van het konijn, vaak op één plek op de neus. Mensen kunnen trouwens ook last hebben van de oogst mijt. De behandeling van oogstmijt gebeurt met een pincet en scherpe lepel. Hiermee haal je de mijten van het dier af. Wanneer uw konijn de oogstmijt in augustus heeft opgelopen dan is het vrijwel zeker dat ze de jaren erna weer besmet worden met deze mijt. Voorkom dus in deze periode dat uw konijn buiten in struiken, bosjes en gras langs het water kan komen.

Vlooien bij knaagdieren en het konijn

Konijnen en knaagdieren kunnen vlooien oplopen. Vaak gebeurt dit via egels. Egels hebben vaak en veel vlooien bij zich. Vlooien kunnen ook bij konijnen jeuk geven en kunnen de ziekte Myxomatose overdragen.

Behandel een konijn met vlooien nooit met Frontline. Frontline is gif voor het konijn. Konijnen en knaagdieren die last hebben van vlooien zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).

Luizen

Luizen zuigen bloed en beschadigen zo de huid van het konijn en knaagdier. In de vacht legt een luis witte eitjes, ze zijn dan ook in een donkere vacht goed zichtbaar. Besmetting van dier naar dier is bij luizen minder aan de orde. Wel kan ook de luis Myxomatose naar het konijn overdragen. Behandel een knaagdier of konijn met luizen met ivermectine en vergeet niet ook de ligplek en de vacht goed schoon te maken.

Schimmels bij knaagdier en konijn

Schimmels komen veel voor bij dieren. Vaak zonder dat die schimmels klachten veroorzaken bij het dier. Wanneer een dier een verlaagde weerstand heeft dan kan een schimmel toeslaan en een dunne huid en kleine korstjes op de huid veroorzaken. Zonder behandeling kunnen die beschadigingen van de huid grote kale plekken worden. Schimmels zijn besmettelijk van dier naar dier en soms ook naar mens. Schimmels zijn vaak hardnekkig en behandelen moet dan ook consequent gebeuren. Een bijzondere vorm van schimmel is Ringworm. Het is te zien doordat er een ring in de huid van konijn of knaagdier ontstaat, vanuit het midden treedt er namelijk genezing op. Ringworm kan jeuk geven die niet erg pijnlijk is.

Madenziekte bij konijnen

Madenziekte, ook wel Myasis genoemd, is een groot gevaar voor konijn in de zomer maanden. Bij warmte is de groene vleesvlieg een bedreiging voor het konijn. Deze vliegen leggen eieren in vieze haren, bijvoorbeeld bij plakpoep rond de anus en onder de staart van het konijn. Ook bij andere ontstekingen van de huid kan de vlieg zich nestelen op het konijn. De aangekoekte poep bij het konijn wordt vooral veroorzaakt doordat het konijn te veel eten krijgt aangeboden. Een konijn heeft namelijk 2 soorten keutels, gewone en blinde darm. En konijn eet die blinde darm keutels altijd op (coprofagie). Wanneer dit niet gebeurt dan geeft dit plakpoep rond de anus van het konijn. Juist die blinde darm keutels zijn namelijk erg plakkerig. De vliegen leggen eitjes op d aangetaste huid en dan ontstaan maden. De witte maden kunnen heel klein zijn maar ook 1 cm lang en ze zijn zeer bewegelijk. Die maden maken gaten in de huid van het konijn en richten zo enorme schade aan. Heeft uw konijn madenziekte? Ga dan naar uw dierenarts, vaak is een behandeling onder narcose noodzakelijk.

Voorkom de madenziekte ten alle tijde. Geef een konijn maar 20 gram voer per kg lichaamsgewicht + altijd hooi. Wanner er toch plakpoep komt, verwijder deze dan direct met lauw water en houdt het hok fris en schoon. Nomyiasis is een effectieve spray die helpt en ondersteunt bij Myasis. De spray doodt de vliegen en de maden op het konijn.

Wormen bij knaagdier en konijn

Ook bij knaagdieren en konijnen komen wormen voor. Dit kunnen verschillende soorten zijn. Bij het konijn is de meest voorkomende de Pinworm. De besmetting komt door het eten van eitjes van de worm. De besmetting kan al gebeuren kort na de geboorte vanuit de moeder van het dier. Ook andere konijnen (buiten) zijn een bron van infectie. We zien bij een worminfectie meestal afwijkende keutels, vaak minder en te kleine. Ook slijmdraden worden wel gezien. De pinworm kunnen we met het blote oog zien zitten op de keutels.

We behandelen worminfecties, met name de spoel- en zweepworm, bij knaagdier en konijn met een antiworm middel op basis van ivermectine. De pinworm van het konijn is hier echter niet bijzonder gevoelig voor. Beter is dan op voorschrift te behandelen met Panacur (cascaderegeling).

E. Cuniculi bij het konijn

E. Cuniculi is een zogenaamde protozoaire ziekte. Een protozoa is een ééncellig organisme die iets groter is dan een bacterie. Deze besmetting komt bij het konijn vaak voor. De E. Cuniculi nestelt zich met name in zenuwweefsel. De symptomen zijn: hersenproblemen, achterhandsproblemen, blaas- of nierproblemen, heen en weer bewegen oogbol, vermageren zonder reden. De diagnose is lastig te stellen en behandelen heeft het meest zin wanneer u er snel bij bent en uw dierenarts bezoekt.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl