Flexadin is het meest voorgeschreven voedingssupplement voor de gewrichten van hond en kat. Er zijn verschillende soorten Flexadin beschikbaar. We bekijken hier de overeenkomsten en de verschillen tussen de diverse verpakkingen Flexadin voor hond en kat.
Zorg voor gewrichten
Om huisdieren een lang en actief leven te gunnen, is het belangrijk om extra zorg te besteden aan hun gewrichten. Flexadin ondersteunt de gewrichten van uw hond of kat. En Flexadin wordt al jaren aanbevolen door dierenartsen. Het smakelijke kauwbrokje is eenmaal per dag eenvoudig te geven. Dankzij de hersluitbare verpakking blijft de smaak optimaal behouden.
Wist u dat: 20% van alle honden ouder dan 1 jaar al tekenen vertoont van verminderde beweeglijkheid? En dat 40% van alle katten last heeft van een gebrek aan soepelheid? Hoe soepel is uw huisdier?
Mobiliteitstestje voor hond en kat
Wilt u weten hoe soepel uw huisdier is en welke Flexadin de gewrichten van uw viervoeter het best kan ondersteunen? U kunt hier de mobiliteitstest voor hond of kat doen.
Flexadin voor uw hond
Er is een Flexadin voor elke hond en kat. Honden jonger dan 2 jaar geeft u Flexadin Young Dog, vanaf 2 jaar geeft u Flexadin Adult dog. Bij oudere honden kunt u Flexadin Advanced geven. Flexadin Cat is er voor alle katten. Ontdek hier welke Flexadin geschikt is voor uw hond.
Kenmerken Flexadin Young Dog en Cat
Flexadin Young Dog & Flexadin Cat houdt de gewrichten soepel. Deze supplementen bevatten zorgvuldig uitgekozen natuurlijke ingrediënten die uw geliefde viervoeter flexibel houden. Flexadin Young Dog geeft u aan honden jonger dan 2 jaar. Flexadin Cat is er voor alle katten.
Flexadin Young Dog en Flexadin Cat bevatten Glucosamine en Chondroïtine. Dit zijn belangrijke bouwstenen van het kraakbeen. Duivelsklauw (Harpagophytum procumbens) is daar aan toegevoegd. Duivelsklauw is een geneeskrachtige plant waarvan het wortelextract al heel lang gebruikt wordt om de gewrichten te ondersteunen.
Flexadin Advanced en Adult Dog werken anders
Flexadin Adult en Flexadin Advanced werken anders dan andere supplementen voor de gewrichten van de hond. Het bevat UC2, een collageen type 2. Door de unieke samenstelling is een smakelijk, zacht kauwbrokje per dag voldoende, onafhankelijk van het gewicht van uw hond.
Katten zijn geen grote fans van water. Dat kan in het algemeen wel zo gezegd worden. Hoewel sommige katten van nature aangetrokken worden tot water, hebben de meeste katten de neiging om water te vermijden. Dit komt omdat hun vacht niet goed is aangepast om snel te drogen, waardoor ze snel afkoelen wanneer ze nat zijn.
Katten kunnen prima zwemmen als het moet
Dat gezegd hebbende, betekent dit niet dat katten geen water kunnen verdragen. Katten kunnen prima zwemmen als het moet. En sommige rassen, zoals de Turkse Van, de Maine Coon, de Bengaal en de Abessijn staan erom bekend dat ze van water houden en er zelfs in spelen. Bovendien zullen de meeste katten water drinken als ze dorst hebben, en sommige katten vinden het zelfs leuk om uit de kraan te drinken of in de buurt van stromend water te spelen.
Laat de kat zelf bepalen of ze in water wil
Wanneer het gaat om het onderdompelen van een kat in water, is het belangrijk om voorzichtig te zijn en hun reactie te observeren. Sommige katten kunnen erg gestrest of angstig worden als ze in water worden ondergedompeld, wat kan leiden tot ongelukken of verwondingen. Het is daarom belangrijk om katten weg te houden bij open water of zwembaden. Tenzij u zeker weet dat ze kunnen zwemmen en de omgeving veilig is voor hen. Het is meestal beter om katten zelf te laten bepalen of ze in water willen zijn of niet.
Kunnen katten in de regen?
Ja, katten kunnen in de regen. Veel katten vinden regen echter niet leuk. Ze zullen waarschijnlijk proberen te schuilen of naar binnen te gaan als het begint te regenen. Katten hebben een vacht die hen beschermt tegen lichte regen, maar als het hevig regent kunnen ze nat worden en zich ongemakkelijk voelen. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat katten toegang hebben tot een droge schuilplaats of naar binnen kunnen gaan als het regent.
Kunnen katten ziek worden van vuil water?
Ja, katten kunnen ziek worden van vuil water. Vooral als het water besmet is met ziekteverwekkers zoals bacteriën of virussen. Katten kunnen bijvoorbeeld ziek worden van water dat besmet is met giardia, een parasiet die diarree en andere maagdarmproblemen kan veroorzaken. Ook kunnen katten ziek worden van water dat vervuild is met chemische stoffen zoals pesticiden. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat katten altijd toegang hebben tot schoon drinkwater en dat hun drinkbakjes regelmatig worden schoongemaakt om de kans op besmetting te minimaliseren.
Drinken katten graag uit de kraan?
Sommige katten drinken graag uit de kraan. Dit kan te maken hebben met verschillende factoren, zoals de versheid van het water dat uit de kraan stroomt of het feit dat katten van nature aangetrokken worden door stromend water. Sommige katten vinden het gewoon leuk om met water te spelen. Zo ook de Bengaalse kat. Zelfs het stromende water van de douche of het bad vinden zij bijzonder interessant. Zo zijn er Bengaalse Katten die graag bij u in bad komen liggen…
Niet alle honden weten van nature hoe ze moeten zwemmen. Het is wel zo dat de meeste honden wel een natuurlijk instinct hebben om te paddelen en zichzelf boven water te houden. Dit is vooral het geval bij honden die van nature in het water leven, zoals de Labrador Retriever, de Golden Retriever en de Newfoundlander.
Hoe zwemmen honden?
Honden zwemmen door hun poten afwisselend te bewegen terwijl ze in het water zijn. Meestal beginnen ze met hun voorpoten en dan volgen hun achterpoten. Honden gebruiken ook hun staart om hun evenwicht te bewaren en te sturen in het water. Honden kunnen van nature goed zwemmen, maar het is belangrijk om te onthouden dat niet alle honden van water houden of automatisch weten hoe ze moeten zwemmen.
Welke hondenrassen kunnen van nature goed zwemmen?
Sommige hondenrassen zijn beter in zwemmen dan andere vanwege hun lichaamsbouw, vacht en temperament. Bijvoorbeeld, labradors en golden retrievers zijn vaak uitstekende zwemmers vanwege hun liefde voor water en hun zwemvaardigheden. Aan de andere kant hebben honden met korte poten en grote borstkassen, zoals bulldogs en teckels, vaak meer moeite met zwemmen vanwege hun lichaamsbouw. Sommige honden vinden zwemmen dan ook leuk, terwijl andere honden er niet van houden.
Mag mijn hond in koud water zwemmen?
Als het buiten warm genoeg is, kan het heel verfrissend zijn voor honden om in koud water te zwemmen. Sommige honden vinden het zelfs leuk om in ijskoud water te zwemmen. Het is echter belangrijk om te onthouden dat niet alle honden even goed tegen kou kunnen. Sommige hondenrassen hebben een dikkere vacht dan andere en kunnen beter tegen koud water.
Als uw hond gezond is en regelmatig in koud water zwemt, is het over het algemeen veilig om uw hond in koud water te laten zwemmen. Houd er echter rekening mee dat het water te koud kan zijn als uw hond begint te rillen of te klappertanden. Zorg er ook voor dat u uw hond na het zwemmen goed afdroogt, vooral als het buiten koud is, om onderkoeling te voorkomen.
Mag ik samen met mijn hond zwemmen?
Dat hangt af van waar u wilt zwemmen en wat de regels daar zijn. Over het algemeen zijn er veel plaatsen waar honden niet zijn toegestaan in zwemgebieden vanwege veiligheids- en hygiënevoorschriften. Als honden wel zijn toegestaan, moeten ze meestal aan de lijn worden gehouden en moet u ervoor zorgen dat uw hond goed wordt gesocialiseerd en getraind in het zwemmen om ongelukken te voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat uw hond op tijd is ingeënt tegen ziektes die kunnen worden overgedragen in het water, zoals leptospirose.
Wanneer hebben honden een zwemvest nodig?
Honden hebben over het algemeen een zwemvest nodig wanneer ze in diep water worden gebracht. Ook in water met sterke stromingen, zoals bij het varen op een boot, kajakken, of tijdens het zwemmen in de oceaan of een rivier, is een zwemvest geen overbodige luxe. Een zwemvest kan helpen om de hond drijvende te houden en te voorkomen dat ze oververmoeid raken, waardoor ze veiliger zijn tijdens het zwemmen.
Het is ook belangrijk om op te merken dat sommige honden betere zwemmers zijn dan andere. Sommige rassen, zoals bulldogs en basset hounds, hebben meer moeite om te blijven drijven en kunnen daarom eerder een zwemvest nodig hebben. Het is altijd verstandig om een zwemvest te gebruiken als extra voorzorgsmaatregel.
Zorg voor een veilige zwemomgeving voor uw hond
Het is dus zo dat niet alle honden van nature goede zwemmers zijn. En sommige honden hebben misschien wat extra begeleiding nodig om te leren zwemmen. Daarom is het belangrijk om uw hond altijd goed in de gaten te houden tijdens het zwemmen en te zorgen voor een veilige omgeving waarin hij kan zwemmen. Het is ook een goed idee om uw hond te laten wennen aan het water voordat u hem laat zwemmen. En begin in ondiep water en laat hem geleidelijk aan dieper water wennen.
Goed ademen is voor ieder paard belangrijk. Ten eerste is een goede ademhaling essentieel voor het leveren van voldoende zuurstof aan de spieren van het paard tijdens inspanning. Daarnaast kan een slechte ademhaling leiden tot gezondheidsproblemen zoals hoesten, verstopte neusgaten en longontsteking. Het kan ook leiden tot een verhoogd risico op infecties. Doordat het paard niet in staat is om ziekteverwekkers effectief uit de luchtwegen te verwijderen. Bovendien kan een slechte ademhaling stress en angst bij het paard veroorzaken. Wat kan leiden tot gedragsproblemen en een verminderde kwaliteit van leven.
Let op hoesten, piepen en moeite met ademen
Het is dus belangrijk om ervoor te zorgen dat uw paard goed ademt. Controleer daarom regelmatig op tekenen van ademhalingsproblemen, zoals hoesten, piepende ademhaling of moeite met ademhalen. Als u vermoedt dat uw paard problemen heeft met ademhalen, neem dan contact op met uw dierenarts.
7 manieren om uw paard zo goed mogelijk te laten ademen
Er zijn verschillende manieren waarop u ervoor kunt zorgen dat uw paard zo goed mogelijk ademt:
Zorg voor een goede stalventilatie: Zorg ervoor dat de lucht in de stal goed geventileerd wordt. Zo ademt uw paard schone lucht in. Bovendien blijft er geen stof of andere irriterende stoffen in de lucht hangen.
Voorkom stof in de stal: Hooi en stro kunnen stof bevatten, wat de luchtwegen van uw paard kan irriteren. Gebruik daarom hooi en stro dat zo min mogelijk stof bevat. Maak hooi nat en voer hooi vanaf de grond.
Houd de stal schoon: Zorg ervoor dat de stal regelmatig schoongemaakt wordt. Verwijder regelmatig de mest. Dit voorkomt een ammoniakgeur die de luchtwegen van uw paard kan irriteren.
Zorg voor voldoende beweging: Regelmatige lichaamsbeweging kan de ademhaling van uw paard verbeteren. Laat uw paard regelmatig lopen, rennen en galopperen.
Let op het gewicht van uw paard: Overgewicht kan de ademhaling van uw paard beïnvloeden. Zorg ervoor dat uw paard op een gezond gewicht blijft.
Let op de temperatuur: Een te hoge temperatuur kan de ademhaling van uw paard beïnvloeden. Zorg ervoor dat uw paard niet te warm staat. Voorkom ook dat hij oververhit raakt tijdens inspanning.
Regelmatige gezondheidscontrole: Houd de gezondheid van uw paard in de gaten. Let daarbij op hoesten, piepen en moeilijker ademen. Laat bij twijfel uw paard door uw dierenarts hierop controleren.
Door deze maatregelen te nemen, kunt u ervoor zorgen dat uw paard zo goed mogelijk kan ademen en gezond blijft.
Kunnen supplementen helpen om mijn paard goed te laten ademen?
Er zijn bepaalde supplementen die kunnen helpen om de ademhaling van een paard te verbeteren. Het is belangrijk om te weten dat het gebruik van supplementen geen vervanging is voor een gezonde voeding, voldoende beweging en een goede dierenartszorg.
Enkele supplementen die kunnen helpen bij de ademhaling van uw paard
Vitamine E: Dit supplement kan helpen bij het verminderen van ontstekingen in de longen en luchtwegen van het paard.
Magnesium: Magnesium is belangrijk voor de ontspanning van de spieren en kan helpen bij het verminderen van spasmen in de luchtwegen.
Sommige kruiden en plantenextracten, zoals eucalyptus, tijm en pepermunt, staan bekend om hun slijmoplossende eigenschappen. Zo kunnen zij helpen bij het verminderen van slijm in de luchtwegen van paarden. Etherische oliën zoals eucalyptusolie en pepermuntolie kunnen ook verdund worden gebruikt als inhalatie of op de borstkas van het paard worden aangebracht.
Omega-3 vetzuren: Omega-3 vetzuren hebben ontstekingsremmende eigenschappen en kunnen ondersteunen bij het verminderen van ontstekingen in de luchtwegen.
Probiotica: Probiotica kunnen helpen bij het bevorderen van een gezonde spijsvertering en immuunsysteem. Dat kan ondersteunend werken bij het voorkomen van ongewenste reacties in de luchtwegen.
Het is echter belangrijk om deze supplementen alleen te gebruiken na overleg met een dierenarts. Uw dierenarts kan u helpen bij het bepalen van de juiste dosering en het selecteren van het juiste supplement voor de individuele behoeften van uw paard.
Vlooien. Alleen van het woord krijgt u misschien al jeuk. Kunt u zich voorstellen hoe uw kat zich moet voelen als hij daadwerkelijk vlooien heeft? Voor de gezondheid van uw dier, maar ook voor uw eigen gezondheid, is het belangrijk om snel van vlooien af te zijn. Want naast dat vlooien vervelend zijn voor uw huisdier, kunnen zij ook lintwormen overbrengen en kan uw huisdier allergisch zijn voor vlooienbeten.
Wat zijn vlooien?
Vlooien zijn veelvoorkomende bloedzuigende parasieten van 1-3 mm groot. Ze komen veel voor bij honden en katten, maar kunnen ook op konijnen, fretten en zelfs mensen zitten. Er bestaan verschillende soorten vlooien, bijvoorbeeld de honden- en de kattenvlo. Volwassen vlooien springen op de kat en voeden zich met bloed. Daarna paren ze en leggen ze eitjes in de vacht. Eén vlo legt per dag zo’n 50 eitjes. De eitjes van de vlo vallen van de kat en komen in de omgeving terecht. Daar ontwikkelen ze zich tot larven die zich verstoppen in kiertjes, plinten en tapijt. Na 2-3 weken verpoppen de larfjes. Deze poppen kunnen zeker 1,5 jaar in de omgeving overleven! Als een geschikte gastheer (bijvoorbeeld uw kat) langskomt, komen de poppen uit en zullen de volwassen vlooien uw kat weer bespringen. Zo kan 1 vlo leiden tot 1000 nieuwe vlooien. Enkele vlooien leiden in mum van tijd dus tot een gigantische vlooienplaag.
Hoe krijgt uw kat vlooien?
We zien vlooien het meest in het voorjaar en de zomer, maar ze kunnen het hele jaar door voorkomen. Een kat wordt vooral besmet als ze in een omgeving komen waar vlooien zijn. Dat kan binnenshuis zijn, maar ook buiten.
Wat zijn de symptomen?
Een vlooienbeet leidt tot jeuk. Vaak zien we de kat krabben, bijten en likken aan de vacht. Vlooien zitten vooral graag in de vacht rond de staart en rug. Sommige katten ontwikkelen een vlooienallergie. Eén vlooienbeet kan dan al leiden tot zeer heftige jeuk bij de kat waarbij ze zichzelf tot bloedens toe kunnen krabben of openbijten.
Hoe stelt u de diagnose?
Om na te gaan of uw huisdier vlooien heeft, kunt u het beste een vlooienkam gebruiken. Zo kunt u de vlo zelf makkelijk vinden. Met een vlooienkam kunt u ook vlooienpoepjes opsporen. Dit zijn kleine zwarte korreltjes. U kunt onderscheid maken tussen zand en vlooienpoepjes door de korreltjes op een vochtige witte tissue te leggen. Vlooienpoepjes geven dan een roodbruine kleur (bloed) af. Als u vlooienpoepjes vindt, weet u zeker dat uw kat besmet is.
Waaruit bestaat de behandeling?
Er zijn diverse producten op de markt om katten tegen vlooien te behandelen. Er bestaan vele middelen tegen vlooien sprays, shampoos, pipetjes, halsbanden en tabletten. Enkele producten zijn online verkrijgbaar op www.dierapotheker.nl, andere kunt u alleen bij de dierenartsenpraktijk kopen. Kom gerust langs in een van onze klinieken voor een passend advies. Het is belangrijk om bij een besmetting alle dieren in huis te behandelen. Ook de omgeving moet worden aangepakt. Bij een vlooienbesmetting zit slechts 5 % van de vlooien op het dier en dus 95% in de omgeving! Dat betekent: goed stofzuigen; kleedjes, dekens en manden op 60°C wassen en eventueel gebruik maken van een omgevingsspray. Vergeet ook de auto niet. De behandeling moet vaak zeer langdurig worden toegepast! Dat betekent dat u minimaal 6 maanden lang een goede vlooienbehandeling moet geven.
De Seresto Halsband en de Advantage pipetten zijn veel bestelde producten die met succes worden ingezet bij ongemak door vlooien bij de kat.
Vlooien kunnen ook de lintworm overbrengen. Geef bij een vlooienbesmetting uw kat dan ook een goede behandeling tegen lintwormen.
Hoe kunt u vlooien voorkomen?
Voorkomen is beter dan genezen. Alle katten kunnen vlooien oplopen en een vlooienplaag in huis is erg lastig te bestrijden. Door middelen tegen vlooien te gebruiken kunt u een besmetting voorkomen. Er bestaan sprays, pipetjes, halsbanden en tabletten met een verschillende werking en werkingsduur. Deze varieert van een dag tot aan acht maanden. Het ene middel werkt alleen tegen volwassen vlooien, terwijl het andere ook een omgevingswerking heeft. Enkele producten zijn online verkrijgbaar op www.dierapotheker.nl, andere kunt u alleen bij de dierenartsenpraktijk kopen. Kom gerust langs in een van onze klinieken voor een passend advies.
Veel mensen voelen weerstand om hun kat met bestrijdingsmiddelen te behandelen. Van oudsher wordt door sommige mensen aanbevolen de kat knoflook te geven. Dit zou goed werken tegen vlooien. Echter, niets is minder waar. Er is geen bewijs dat knoflook vlooien kan voorkomen of doden. Onze ervaring is dat veel katten die de praktijk bezoeken last hebben van vlooien (ondanks knoflook). En wist u dat knoflook zelfs giftig is?
Er gaan ook verhalen dat de stof ‘fipronil’, wat het werkzame bestanddeel is van Frontline®, niet meer goed werkt. Vlooien zouden resistent zijn. Hier is op dit moment echter geen duidelijk bewijs voor! Toch zien wij in de praktijk ook regelmatig vlooien bij dieren die behandeld worden met Frontline®. Mogelijk komt dit ook doordat de middelen niet voldoende frequent of niet op de juiste manier worden toegepast. In dat geval is gebruik van een ander product raadzaam.
Vlooien. Alleen van het woord krijgt u misschien al jeuk. Kunt u zich voorstellen hoe uw hond zich moet voelen als hij daadwerkelijk vlooien heeft? Voor de gezondheid van uw dier, maar ook voor uw eigen gezondheid, is het belangrijk om snel van vlooien af te zijn. Want naast dat vlooien vervelend zijn voor uw huisdier, kunnen zij ook lintwormen overbrengen en kan uw huisdier allergisch zijn voor vlooienbeten.
Wat zijn vlooien?
Vlooien zijn veelvoorkomende bloedzuigende parasieten van 1-3 mm groot. Ze komen veel voor bij honden en katten, maar kunnen ook op konijnen, fretten en zelfs mensen zitten. Er bestaan verschillende soorten vlooien, bijvoorbeeld de honden- en de kattenvlo. Gek genoeg hebben honden meestal de kattenvlo bij zich! Volwassen vlooien springen op de hond en voeden zich met bloed. Daarna paren ze en leggen ze eitjes in de vacht. Eén vlo legt per dag zo’n 50 eitjes. De eitjes van de vlo vallen van de hond en komen in de omgeving terecht. Daar ontwikkelen ze zich tot larven die zich verstoppen in kiertjes, plinten en tapijt. Na 2-3 weken verpoppen de larfjes. Deze poppen kunnen zeker 1,5 jaar in de omgeving overleven! Als een geschikte gastheer (bijvoorbeeld uw hond) langskomt, komen de poppen uit en zullen de volwassen vlooien uw hond weer bespringen. Zo kan 1 vlo leiden tot 1000 nieuwe vlooien. Enkele vlooien leiden in mum van tijd dus tot een gigantische vlooienplaag.
Hoe krijgt uw hond vlooien?
We zien vlooien het meest in het voorjaar en de zomer, maar ze kunnen het hele jaar door voorkomen. Een hond wordt vooral besmet als ze in een omgeving komen waar vlooien zijn. Dat kan binnenshuis zijn, maar ook buiten. Vlooien gaan dus bijna nooit over van de ene hond naar de andere!
Wat zijn de symptomen?
Een vlooienbeet leidt tot jeuk. Vaak zien we de hond krabben, bijten en likken aan de vacht. Vlooien zitten vooral graag in de vacht rond de staart en rug. Sommige honden ontwikkelen een vlooienallergie. Eén vlooienbeet kan dan al leiden tot zeer heftige jeuk bij de hond waarbij ze zichzelf tot bloedens toe kunnen krabben of openbijten.
Hoe stelt u de diagnose?
Om na te gaan of uw huisdier vlooien heeft, kunt u het beste een vlooienkam gebruiken. Zo kunt u de vlo zelf makkelijk vinden. Met een vlooienkam kunt u ook vlooienpoepjes opsporen. Dit zijn kleine zwarte korreltjes. U kunt onderscheid maken tussen zand en vlooienpoepjes door de korreltjes op een vochtige witte tissue te leggen. Vlooienpoepjes geven dan een roodbruine kleur (bloed) af. Als u vlooienpoepjes vindt, weet u zeker dat uw hond besmet is.
Waaruit bestaat de behandeling?
Er zijn diverse producten op de markt om honden tegen vlooien te behandelen. Er bestaan sprays, shampoos, pipetjes, halsbanden en tabletten. Enkele producten voor hond en kat zijn online verkrijgbaar op www.dierapotheker.nl, andere kunt u alleen bij de dierenartsenpraktijk kopen. Het is belangrijk om bij een besmetting alle dieren in huis te behandelen. Ook de omgeving moet worden aangepakt. Bij een vlooienbesmetting zit slechts 5 % van de vlooien op het dier en dus 95% in de omgeving! Dat betekent: goed stofzuigen; kleedjes, dekens en manden op 60°C wassen en eventueel gebruik maken van een omgevingsspray. Vergeet ook de auto niet. De behandeling moet vaak zeer langdurig worden toegepast! Dat betekent dat u minimaal 6 maanden lang een goede vlooienbehandeling moet geven.
Vlooien kunnen ook de lintworm overbrengen. Geef bij een vlooienbesmetting uw hond dan ook een goede behandeling tegen lintwormen.
Hoe kunt u vlooien voorkomen?
Voorkomen is beter dan genezen. Alle honden kunnen vlooien oplopen en een vlooienplaag in huis is erg lastig te bestrijden. Door middelen tegen vlooien te gebruiken kunt u een besmetting voorkomen. Er bestaan sprays, pipetjes, halsbanden en tabletten met een verschillende werking en werkingsduur. Deze varieert van een dag tot aan acht maanden. Het ene middel werkt alleen tegen volwassen vlooien, terwijl het andere ook een omgevingswerking heeft.
Enkele producten voor hond en kat zijn online verkrijgbaar op www.dierapotheker.nl, andere kunt u alleen bij de dierenartsenpraktijk kopen. De Seresto halsband, de Advantix pipetten en de Advantage pipetten worden inmiddels veel besteld en met succes ingezet. Kom gerust langs in een van onze klinieken voor een passend advies.
Veel mensen voelen weerstand om hun hond met bestrijdingsmiddelen te behandelen. Van oudsher wordt door sommige mensen aanbevolen de hond knoflook te geven. Dit zou goed werken tegen vlooien. Echter, niets is minder waar. Er is geen bewijs dat knoflook vlooien kan voorkomen of doden. Onze ervaring is dat veel honden die de praktijk bezoeken last hebben van vlooien (ondanks knoflook). En wist u dat knoflook in grote hoeveelheden zelfs giftig is voor uw hond?
Er gaan ook verhalen dat de stof ‘fipronil’, wat het werkzame bestanddeel is van Frontline®, niet meer goed werkt. Vlooien zouden resistent zijn. Hier is op dit moment echter geen duidelijk bewijs voor! Toch zien wij in de praktijk ook regelmatig vlooien bij dieren die behandeld worden met Frontline®. Mogelijk komt dit ook doordat de middelen niet voldoende frequent worden toegepast.
Mocht u nog vragen hebben na het lezen van deze informatie, neem dan gerust contact met ons op.
In onze praktijk krijgen we regelmatig vragen over te dikke katten en honden. Wist u dat inmiddels meer dan 50% van de katten en honden in Nederland heeft te maken met overgewicht of obesitas?
Helaas hebben we onze huisdieren deelgenoot gemaakt van onze eigen westerse levensstijl; te veel eten en te weinig beweging. We vinden het heerlijk om ons huisdier te verwennen met lekker eten en lekkere tussendoortjes. Lekker op de bank met een kat op schoot of een hond aan je voeten. Voor ons niet goed, maar ook niet voor uw kat of hond. Want overgewicht is niet alleen heel erg hinderlijk voor uw huisdier, het brengt ook nog gezondheidsrisico’s met zich mee.
Risico’s te dikke kat en te dikke hond
Bedenk dat 1 kilo overgewicht bij uw huisdier heel wat meer impact heeft dan 1 kilo overgewicht bij ons. Bijvoorbeeld een kilo teveel bij een Beagle is vergelijkbaar met ruim 4 kilo bij een mens. En 1 kilo overgewicht bij een gemiddelde kat is vergelijkbaar met bijna 10 kilo bij een mens.
Huisdieren met overgewicht zijn over het algemeen minder gelukkig omdat ze echt last ondervinden van dat extra gewicht.
Maar er zijn ook ernstige medische risico’s:
Hart- en vaatziekten
Suikerziekte
Gewrichtsproblemen (artrose)
Slechte wondgenezing
Ademhalingsproblemen
Leververvetting bij de kat (dodelijk)
Urinewegontstekingen bij de kat
Verminderde afweer
Hoog risico bij anesthesie
Problemen bij de bevalling
Katten krijgen ook vaak vachtproblemen omdat ze zichzelf, door hun omvang, minder goed kunnen verzorgen.
Symptomen te dikke kat en te dikke hond
Het overgewicht van uw huisdier is niet van de ene op de andere dag ontstaan, maar gaat heel geleidelijk. Veel baasjes zien het daardoor pas als het eigenlijk al een ernstig probleem is en de kat niet meer door het kattenluikje past en de hond de vorm van een bijzettafeltje heeft aangenomen.
Als u dat moment wilt voorkomen controleer uw kat of hond dan regelmatig.
Uw huisdier heeft gewichtsproblemen als:
u geen taille kunt voelen
u de ribben moeilijk of niet kunt voelen
uw hond of kat kortademig is
uw hond of kat lui is en nog voornamelijk slaapt
uw hond of kat moeilijker loopt
In de volgende video laat dierenarts Anoeska Heinemans zien hoe u het gewicht van uw hond controleert.
Weeg uw huisdier regelmatig
Meten is weten. Weeg uw huisdier regelmatig. Een kat of kleinere hond kunt u makkelijk thuis wegen en met een grotere hond kunt u terecht bij uw dierenarts. De meeste dierenartsenpraktijken hebben bovendien een speciaal gewichtsspreekuur voor controle en voedingsadvies. Daarnaast zijn er vaak speciale inlooptijden waarbij u uw huisdier gratis kunt laten wegen. Informeer daar naar bij uw eigen dierenarts.
Oorzaak te dikke kat en te dikke hond
De belangrijkste oorzaak van overgewicht is natuurlijk te veel voer en te weinig beweging. Maar castratie/sterilisatie en leeftijd hebben ook invloed op het gewicht. Deze honden en katten hebben vaak een lagere energiebehoefte en bewegen minder. Als de porties of het soort voer daar niet op aangepast worden, kan het gewicht snel toenemen. U kunt dan het beste de porties verkleinen of een speciaal dieetvoer voor uw hond of voeding met een laag caloriegehalte voor uw kat gebruiken. Ook stress is een belangrijke factor bij overgewicht. En tot slot kunnen ziekten en/of medicijnen voor overgewicht zorgen. In dit laatste geval is overgewicht vaak moeilijker aan te pakken. Overleg in dat geval met uw dierenarts.
Voer
Elk type voer heeft een andere samenstelling en dus ook andere ideale porties. De meeste fabrikanten geven op de verpakking een portieadvies. Houd u daaraan en weeg het voer af. Laat ook niet de hele dag voer staan. Geef uw huisdier 2x per dag de gelegenheid te eten en haal de voerbak daarna weg.
Als uw hond of kat eenmaal te zwaar is, is het raadzaam speciaal dieetvoer te gebruiken. Deze voeren bevatten minder calorieën en hebben een andere samenstelling waardoor uw dier al met kleine porties een verzadigd gevoel heeft. Een dieet is met regulier voer moeilijker vol te houden omdat uw huisdier met kleinere porties dan toch sneller een hongergevoel krijgt.
Voer met resultaat
Zowel voor honden als katten zijn er verschillende dieetvoeren op de markt. Uniek is Metabolic van Hill’s waarmee zeer goede resultaten zijn behaald. En bovendien voltooit 90% van de katten en honden en hun eigenaren dit programma voor gewichtsverlies. Overleg met uw dierenarts welk voer voor uw huisdier het meest geschikt is.
Uit onderzoek is gebleken dat speciale voerballen voor de hond het afvallen een flinke boost kunnen geven. Niet alleen moet uw kat of hond de bal in beweging houden om zijn voer te krijgen, ze eten bovendien ook veel langzamer waardoor ze eerder verzadigd zijn.
Het gevaar zit natuurlijk in de tussendoortjes. Weersta de smekende blik van uw hond of kat als u aan het koken of eten bent of zelf een koekje bij de koffie neemt. En wilt u uw hond toch met wat lekkers verwennen gebruik dan een speciaal tussendoortje uit de dieetvoerlijn.
Beweging
Een ander belangrijk onderdeel van het afvalproces is natuurlijk bewegen. Met uw hond gaat u regelmatig wandelen. Maak het dagelijkse rondje eens wat groter en ren samen ook stukjes. Neem een balletje mee om onderweg mee te spelen. En als het mogelijk is neem een waterplas op in uw route waar uw hond kan zwemmen. Dit is een hele goede beweging zeker voor honden die veel te zwaar zijn, omdat zwemmen de gewrichten niet belast. En heeft u zelf nou weinig tijd om te wandelen, informeer dan eens naar een uitlaatservice in uw omgeving. Plan ook dagelijks enkele speelmomenten in. Uw hond zal de extra aandacht enorm waarderen. Denk bijvoorbeeld aan balspelletjes of stoeien. Speurspelletjes zijn voor uw hond echte intensieve oefeningen die veel energie kosten. Verstop zijn lievelingsspeeltje of iets lekkers. Maar er zijn ook speciale zoekpuzzels verkrijgbaar.
Speel met uw kat
Laat uw kat, als het even kan, lekker naar buiten gaan. Het natuurlijke instinct van uw kat is om te jagen. Als het niet mogelijk is de kat vrij buiten te laten, overweeg dan eens om met uw kat te gaan wandelen met een speciaal wandeltuigje. Misschien even wennen voor allebei, maar uw kat is er snel aan gewend en u zult merken dat hij het nog leuk vindt ook. Geef binnenkatten een klimpaal, katten zitten graag hoog. En maak er een goede gewoonte van om enkele malen per dag met uw kat te spelen.
Ook voor katten zijn veel speeltjes in de handel. Het jachtinstinct van katten wordt geprikkeld met snel bewegende voorwerpen of speeltjes die hoge geluiden produceren. Zelfs de meeste luie kat komt in beweging als u met een laserlampje snelle bewegingen over de muur of vloer maakt. Katten raken wat eerder uitgekeken op speeltjes, dus wissel deze regelmatig af.
Afvallen
Neem de tijd en hou het leuk. Door meer te bewegen en te spelen met uw huisdier krijgt u een nog beter contact met uw kat of hond. Geef het afvallen de tijd. Te snel afvallen is zeker voor een kat niet gezond en kan zelfs gevaarlijk zijn. Hierdoor kan leververvetting ontstaan. Als de energiehuishouding plotseling verandert wordt het vet opgeslagen in de lever. Deze aandoening heeft vaak een dodelijke afloop. Bedenk dat 1 kilo afvallen voor een gemiddelde kat vergelijkbaar is met 10 kilo gewichtsverlies bij een mens. En 1 kilo bij een gemiddelde hond, zijn 6 menselijke kilo’s.
Afhankelijk van u
En misschien ten overvloede; een dier zal zichzelf niet op een dieet zetten of zelf meer gaan bewegen. Bedenk dat uw kat of hond voor een gezond gewicht, totaal afhankelijk is van u.
Hoe houdt u uw hond of kat fit? Deel uw tips hieronder in de reacties.
Zo, de klok is een uurtje vooruit gezet en we zitten nu in de niet-standaardtijd, de zomertijd. Daar zijn we zo weer aan gewend en we hebben eigenlijk nergens last van. Toch?
Is dat bij dieren ook zo?
Niet altijd, er zijn dieren die zo in harmonie zijn met het ritme van hun baasje dat het terug zetten van de klok voor enige verwarring kan zorgen. Ieder levend wezen heeft een eigen interne klok die aangeeft wanneer het tijd is om te eten, slapen en wakker worden. Die klok wordt aangestuurd door natuurlijk zonlicht. Omdat huisdieren binnen leven in een kunstmatige omgeving is het effect van zonlicht minimaal.
In feite bepalen mensen de routines van huisdieren
Dieren die met mensen samenleven, ontwikkelen routines die samenhangen met menselijke activiteiten. Honden raken gewend aan het tijdstip waarop ze worden uitgelaten, koeien aan het moment waarop ze worden gemolken. Des te strakker de routines van de mens, des te meer raken dieren er aan gewend. Wanneer we nu de klok een uur vooruit of achteruit zetten, dan vinden dieren dat gedrag van ons vreemd. Zij krijgen dan bijvoorbeeld ineens een uur vroeger of later hun eten dan ze gewend waren.
Wat verward raken
Deze verschuiving in gedrag kan ook bij dieren wat stress geven. De uier van een koe blijft bijvoorbeeld melk produceren, hoe wij de klok ook instellen. Honden en katten zouden teleurgesteld kunnen raken wanneer ze een lege etensbak hebben op hun vaste voertijdstip. Door het vooruit of achteruit zetten van de klok met een uurtje wordt de dagelijkse routine iets verschoven en daardoor kunnen huisdieren wat verward raken. That’s all.
De alvleesklier maakt bij gezonde honden en katten alvleeskliersap aan dat bepaalde enzymen bevat. Die enzymen, te weten lipase, trypsine en amylase, worden in een (nog) niet werkzame vorm naar de dunne darm vervoerd via een afvoerbuis. In de dunne darm worden deze enzymen dan werkzaam en helpen ze mee om het aanwezige voedsel te verteren. Een gezonde alvleesklier heeft een reserve capaciteit van 70%.
Wat is een alvleesklierontsteking?
Bij een ontsteking van de alvleesklier (=pancreas) worden de enzymen al actief in de alvleesklier waardoor het weefsel van deze klier verteerd wordt. Dan komen er nog meer enzymen vrij uit dit weefsel en zo beschadigt er steeds meer. Dit noemen we een acute ontsteking van de pancreas. Deze acute ontsteking kan overgaan in een chronische vorm waarbij littekens aanwezig zijn. Door het litteken weefsel wordt de afvoergang vernauwd en de daarbij komende verkalkingen verergeren dit proces. Hierdoor komen er minder alvleeskliersappen met de benodigde verteringsenzymen in de dunne darm, bovendien is er zo een verhoogde druk in de pancreas waardoor nog meer weefsel beschadigd raakt. Resultaat is dat de functie van de alvleesklier sterk vermindert.
Wat zien we bij dieren met een alvleesklierontsteking?
Dieren kunnen niet praten dus we moeten het in eerste instantie hebben van dat wat ze laten zien, de symptomen.
Minder eetlust
Overgeven, braken
Buikpijn
Slap worden, afwezig zijn
Uitdroging
Dunnere ontlasting en diarree
Bij een ernstige acute ontsteking kunnen honden en katten ook binnen enkele uren overlijden. Een mild verloop is ook mogelijk, vaak komen de problemen wel weer terug.
Hoe komt een dier aan een ontsteking van de pancreas?
Vrijwel altijd is de oorzaak van een acute ontsteking van de alvleesklier onbekend. Slechts in 10% van de gevallen kan bijvoorbeeld een virusinfectie, medicijngebruik of een tumor de reden zijn van de ontsteking. Bij een chronische ontsteking kan erfelijke aanleg een rol spelen en kan ook een tumor of een ongeval de onderliggende reden zijn.
Hoe weten we of een hond of kat een alvleesklier ontsteking heeft?
We zien bij de hond of kat vaak een combinatie van de eerder genoemde symptomen, echter dat zijn niet echt specifieke symptomen. Die kunnen ook horen bij een andere aandoening. Daarom zal de dierenarts uw hond of kat uitgebreid klinisch onderzoeken. Bij een verdenking van pancreatitis zal hij bloedonderzoek (laten) doen. Wijken specifieke bloedwaarden af van normaal, dan kan de diagnose gesteld worden eventueel aangevuld met een endoscopie, echo, een punctie en/of röntgenfoto van de buik.
Wat zijn de afwijkende bloedwaarden bij pancreatitis?
Bij het bloedonderzoek wordt o.a. het enzym Pancreas lipase gemeten.
Een lage PLI wil zeggen dat er geen alvleesklierontsteking is.
Bij een verhoogde PLI waarde kan er sprake zijn van een pancreatitis, maar dit is niet bewijzend. Het is dan aan te raden een echo/punctie te laten doen.
Wat is de behandeling van pancreatitis?
Een hond of kat met een acute ontsteking van de alvleesklier zal worden behandeld met pijnstillers (geen NSAID’s), misselijkheid onderdrukkers en infusen en eventuele antibiotica. Met name door het infuus kunnen, langzaam aan, de bloedwaarden herstellen naar normaal. Ter ontlasting van de alvleesklier kan een specifiek dieet worden voorgeschreven. Bij een chronische ontsteking wordt er pijnbestrijding verstrekt en speciale voeradviezen. Door de grotendeelse uitval van de alvleesklier kan het verstandig zijn om ontbrekende verteringsenzymen als supplement te verstrekken. Evipet Pancreas (momenteel nog niet verkrijgbaar) is daarvoor het aangewezen supplement.Zymoral en Zymosan zijn vergelijkbare alternatieve supplementen.
Wanneer de hond of kat ook uitval heeft van het endocriene deel van de alvleesklier en daardoor suikerziekte heeft dan zal de behandeling ook bestaan uit o.a. het toedienen van insuline.
Prognose
De prognose bij een acute ontsteking is lastig aan te geven. Sommige dieren overleven het niet, zelfs met de beste zorg. Dit in tegenstelling tot de chronische vorm. Daarvan is de prognose over het algemeen goed, wanneer de hond of kat goed reageert op de voeraanpassingen en het eventuele supplement. De meest bekende complicatie is suikerziekte.
De alvleesklier is een belangrijk orgaan dat hormonen maakt voor de vertering en om het bloedsuikergehalte op peil te houden. Bij een alvleesklierontsteking, ook wel pancreatitis genoemd, is dit orgaan ontstoken doordat de verteringsenzymen de alvleesklier zelf aantasten. Het komt vaak voor in combinatie met ontstekingen van andere organen, zoals de lever. Het kan ook leiden tot het ontstaan van suikerziekte. Meestal kunnen we geen oorzaak vinden, al kunnen bijvoorbeeld bepaalde medicijnen en trauma wel een rol spelen.
Wat zijn de symptomen van een alvleesklierontsteking?
Bij katten zien we vaak sloomheid en minder/niet eten. Soms (bij 30%) zien we ook braken, diarree of buikpijn. Ook kan de ademhaling versneld zijn, waarschijnlijk door buikpijn of door vocht in de buikholte. Wanneer een kat ook suikerziekte heeft, zal deze vaak veel drinken en/of plassen. De symptomen kunnen acuut en levensbedreigend zijn, maar ook in periodes van weken tot maanden in wisselende mate voorkomen.
Hoe stellen we de diagnose?
Soms merken we bij onderzoek dat katten buikpijn hebben, afvallen, koorts hebben of blekere of gele slijmvliezen hebben. Omdat de symptomen bij een alvleesklierontsteking vaag zijn, is het belangrijk om extra onderzoeken te doen. Zo kunnen we ook een aantal andere aandoeningen uitsluiten. Met algemeen bloedonderzoek kunnen we veranderingen zien van het suiker, de leverwaardes, de rode en witte bloedcellen en het vitamine B12.
Daarnaast kunnen we het ‘pancreas lipase’ meten, dat is een van de verteringsenzymen. Naast bloedonderzoek, zijn ook echografie en röntgenfoto’s zinvol om, al is het om andere aandoeningen uit te sluiten.
Waaruit bestaat de behandeling?
Het is belangrijk dat we katten met alvleesklierontsteking goed ondersteunen, zodat ze wel blijven eten. Doen ze dat niet, dan krijgen ze snel last van leververvetting en gaan ze steeds verder achteruit. De behandeling bestaat vaak uit:
Medicijnen tegen misselijkheid en braken
Toedienen van vocht via een infuus
Pijnstilling (niet alle pijnstilling is geschikt!)
Stimuleren van de eetlust, eventueel met medicijnen. Als een kat niet eet, dan kunnen we een voedingssonde plaatsen.
Bij verdenking op een bacteriële infectie, worden soms antibiotica gegeven
Bij aanwezigheid van suikerziekte, eventueel insuline
Het kan, zeker in het begin, soms frustrerend zijn om een kat weer aan het eten te krijgen. Maar als ze de ‘dip’ hebben doorstaan, gaan ze vaak snel weer de goede kant op.