Wat als een kat niet spint?

Wat is spinnen eigenlijk? Wat als mijn kat niet spint?
Bijna iedereen heeft een kat wel eens horen spinnen. Maar wist u ook dat dit geluid veel meer kan betekenen dan een tevreden kat?

Wat is spinnen?

Een heerlijk geruststellend geluid, zo’n spinnende kat. Maar wat is spinnen eigenlijk? Het spinnende geluid ontstaat doordat de stemspleet gesloten en weer geopend wordt. Dit gebeurt zowel tijdens de in- als uitademing. De lucht die langs stroomt gaat trillen en dat kunnen we horen. Het getril is ook te voelen als de kat wordt aangeraakt.

Waarom spint een kat?

Spinnen is een van de vele mogelijkheden van katten om te communiceren. Kittens kunnen al snel na de geboorte spinnen en doen dat vooral tijdens het drinken. Dit kan een teken van tevredenheid zijn, maar er wordt ook wel gedacht dat het bedoeld is om de moederpoes tevreden en de melkproductie op gang te houden. Volwassen katten spinnen vaak als ze geaaid worden, lekker op schoot liggen en aan het spelen zijn. Dit is een teken dat de kat zich goed voelt. Maar wist u ook dat katten spinnen als ze pijn, angst of stress ervaren? Het is waarschijnlijk een manier om zichzelf gerust te stellen.

Wat bedoelt mijn kat?

Hoe weet u nu wat uw kat bedoelt als hij/zij spint? Door goed op de omstandigheden en lichaamstaal van uw kat te letten, kunt u een indruk krijgen of het spinnen vanuit een tevreden, of juist een minder aangenaam gevoel voortkomt.  Een kat die lekker opgekruld of op de rug ligt met halfgesloten ogen en een rustige staart, is een tevreden kat. Een kat die rechtop ligt met zijn voorpootjes naar voren, wijd open ogen en een zwiepende staart, voelt zich duidelijk niet op zijn gemak.

Wat als een kat niet spint?

Er zijn katten die heel luid kunnen spinnen. Er zijn echter ook katten die nauwelijks hoorbaar spinnen. Je kunt het soms alleen maar horen als je met je oor tegen de borst van de kat aan ligt. Het kan dus heel goed zijn dat een kat die niet zou spinnen, dit in werkelijkheid wel doet. Sommige katten kunnen niet meer spinnen, terwijl ze dat eerder wel konden. Dit kan een teken zijn dat er iets mis is met de stembanden, zoals een ontsteking of een verlamming. Met een lampje en/of camera kan de dierenarts onder narcose naar de stembanden kijken.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Is ontwormen van hond en kat wel nodig?

Is ontwormen hond wel nodig?

Het antwoord hierop is: ja! Maar dan wel het liefst met een advies op maat. U wilt toch ook het beste voor uw dier?

Wormen bij hond en kat

De bekendste wormen bij hond en kat zijn wel de spoelwormen. Vrijwel alle honden en katten worden een of meerdere keren in hun leven hiermee besmet. Maar ook zien we regelmatig infecties met lintwormen, zweepwormen, haakwormen en de Franse hartworm. Daarnaast treffen we steeds vaker Giardia en Coccidiose aan. Dit zijn eigenlijk geen wormen, maar kleine eencellige parasieten. Lang niet altijd zult u iets aan uw dier merken als deze wormen heeft. Soms zal een dier vermageren, een minder mooie vacht hebben en last hebben van diarree of braken.

Gevaar voor de mens

Wormen van honden en katten kunnen overgebracht worden op mensen. Dit gaat door de opname van eitjes vanuit besmette aarde of ontlasting. Een infectie bij mensen kan leiden tot hele nare ontstekingen. Zeker kinderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderde weerstand lopen een groter risico. Laat kinderen dan ook niet spelen op een plek waar honden en katten hun behoefte doen en laat ze hun handen wassen na contact met dieren.

De zin van ontlastingsonderzoek

Lang niet alle honden en katten hebben wormen op het moment dat ze een middel tegen wormen krijgen. Ze worden dus voor niks behandeld en krijgen (onnodig) medicatie binnen. Ook komt het middel met de ontlasting in het milieu terecht en vormt daar een extra belasting. De kans op resistentie tegen wormmiddelen neemt hiermee toe. Bij paarden is het inmiddels zelfs niet meer toegestaan om zonder dierenartsadvies en/of ontlastingsonderzoek een wormkuur te geven.

Geen wormen in de ontlasting gezien?

Vaak horen we dat een hond geen wormen heeft, omdat de eigenaar immers geen wormen in de ontlasting van zijn dier gevonden heeft. Helaas is dat niet betrouwbaar. De wormen blijven meestal in de darmen zitten en alleen de wormeitjes komen met de ontlasting naar buiten. En die zijn met het blote oog niet te zien. Met ontlastingsonderzoek kan bepaald worden of een dier op dat moment wormeitjes uitscheidt en dus wormen heeft en behandeld moet worden. Er zijn verschillende soorten wormmiddelen verkrijgbaar. Sommigen werken alleen tegen spoelwormen, anderen ook tegen lintwormen en weer anderen pakken ook Giardia aan. Met een ontlastingsonderzoek weet u welk middel het meest geschikt is. Zo kunt u gericht wormen bestrijden bij uw dier!

Hoe gaat ontlastingsonderzoek in zijn werk?

U kunt in uw dierenkliniek tijdens openingstijden een ontlastingsmonster van uw dier inleveren. U mag dit inleveren in een eigen potje of zakje, maar u mag ook van tevoren bij de dierenkliniek een potje komen halen. De ontlasting wordt in een laboratorium onderzocht. Wanneer de uitslag bekend is, zult u hiervan per mail of telefonisch op de hoogte gebracht worden, samen met een passend advies voor uw dier.

Hoe vaak is er ontlastingsonderzoek of ontworming nodig?

Bij pups en kittens adviseren wij elke 2 weken te ontwormen tegen spoelwormen. Vanaf 2 maanden leeftijd kan de ontlasting maandelijks worden onderzocht of kunt u ‘blind’ (zonder onderzoek) een ontwormingsmiddel  (zoals Drontal, Milbemax, Panacur) geven. Vanaf 6 maanden leeftijd is het advies dit minimaal 3-4 x per jaar te doen. Wij kunnen u hierover verder informeren.

Bron: ESCCAP, European Scientific Counsel Companion Animal Parasites.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Dierenarts drs. Robin Holle kijkt u aan

Drs. Robin Holle
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Anderen lazen ook ons artikel over wat vertelt de poep van mijn hond
en meer artikelen over wormen bij dieren

Spierpijn bij hond, kat en paard

Wist u dat ons lichaam voor bijna 50% bestaat uit spierweefsel? Dat geldt ook voor onze dieren, afhankelijk van de soort en de conditie. Ja en als je spieren hebt dan kunnen die spieren natuurlijk ook weleens pijn doen.

Wat is spierpijn bij het dier?

We kennen 2 soorten spierpijn:

1. Vroege spierpijn
Opgestapeld melkzuur in de spier prikkelt de zenuwuiteinden waardoor een brandend gevoel ontstaat. Dit gebeurt tijdens of kort na de inspanning en dit kan ook leiden tot kramp.

2. Verlate spierpijn
Er zijn mini scheurtjes in de spiervezels. De spierpijn komt dan pas 1 tot 2 dagen na de inspanning. Deze vorm van spierpijn leidt tot extra aanmaak spiervezels.

Hoe ontstaat spierpijn?

Vaak ontstaat spierpijn door de spieren net iets meer te belasten dan ze gewend zijn. Bij dieren kan dat zijn door bepaalde (over-)trainingen.  Dat doen dieren vrijwel nooit uit zichzelf, maar altijd onder leiding van ons.  Of het nu een paard is of een hond, wij zijn het die iets van ze vragen. Een kat of konijn heeft om deze reden dan ook maar zeer zelden spierpijn (bijvoorbeeld wel na extreem opjagen bij angst). Een andere vorm van spierpijn die bij dier en mens kan voorkomen, is door schade aan de spieren bij een onverwachte beweging. Dit soort spierpijn komt plotseling op en de eerder genoemde spierpijn door overbelasting heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen.

Hoe kun je eigenlijk zien of een dier spierpijn heeft?

Best lastig om aan je dier te zien, of hij spierpijn heeft. Veel dieren zijn kampioen in het verbergen van pijn. Toch zijn er een aantal signalen die er op wijzen dat een dier spierpijn heeft.

  • Mijden aanraking
    Wanneer aaien en borstelen ineens niet meer gewaardeerd wordt door het dier dan is er iets loos.
  • Ander gedrag
    Pijn maakt chagrijnig. Dat geldt ook voor dieren, die vaak eerder geïrriteerd zijn wanneer ze flink spierpijn hebben. Ze zonderen zich af en worden slomer.
  • Andere houding
    Een bolle of een holle rug, scheef staan, vaak verandert de houding van een dier bij pijn.
  • Andere beweging
    De beweging van een dier zegt veel over het dier zelf. Een dier zonder pijn heeft altijd zijn  normale manier van bewegen, maar wanneer er sprake is van pijn dan kan het dier een andere gang vertonen. Mank lopen, hinken, stijf lopen zijn hier voorbeelden van. Soms zijn het maar hele subtiele veranderingen die alleen door kenners wordt gezien.
  • Andere richting van de haren
    De haren die op de huid boven een spier liggen, liggen daar volgens een vast patroon. Wanneer nu die spier niet goed werkt door pijn, dan kan die spier gespannen raken (soms ook voelbaar).  Die strakke spier trekt aan de huid en dat zie je dan weer in het patroon van de haren op die huid. Duurt de spierblessure lang dan kan door een mindere doorbloeding de huid en vacht droog worden en zijn er schilfertjes zichtbaar.

Wat helpt een dier met spierpijn?

Rust en aangepaste beweging zijn van belang bij een dier met spierpijn. Afhankelijk van de oorzaak van de spierpijn kan het herstel vlot gaan of wat langer duren. Bent u niet zeker van de oorzaak van het ongemak bij uw dier, vraag dan altijd uw dierenarts om raad.
Bepaalde voedingsstoffen kunnen ondersteunend werken om het lichaam te helpen herstellen bij spierpijn. Doel is dan om de spieren te versterken en vitaal te houden. Zo spelen aminozuren, vitamines (C en E), anti-oxidanten en magnesium een rol.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Leververvetting kat

Leververvetting (leverlipidose) is de meest voorkomende vorm van leverproblemen bij de kat. We zien het vooral bij katten met overgewicht die enkele dagen of weken stoppen met eten.

Hoe ontstaat het?

Wanneer een kat stopt met eten, zullen de vetreserves worden aangesproken. Zeker bij te zware katten gebeurt dit in zulke grote hoeveelheden, dat de hoeveelheid vet de normale functie van de lever verstoort. Dit leidt weer tot misselijkheid en nog slechter eten. De kat wordt dan steeds zieker. Bij 50-95%  van de katten met leververvetting is er een onderliggende aandoening te vinden. Denk hierbij aan ontstekingen van het maagdarmkanaal, de lever, de alvleesklier, de urinewegen en de nieren. Ook kan stress door bijvoorbeeld veranderingen in de omgeving of het dieet leiden tot het ontwikkelen van leververvetting. In andere gevallen is er geen oorzaak te vinden voor de slechte eetlust en is uiteindelijk alleen de leververvetting de oorzaak dat de kat slecht blijft eten.

Wat zijn de symptomen?

Een dikke kat die slecht eet en vermagert heeft waarschijnlijk leververvetting. Daarnaast zien we braken, sloomheid en zwakte. Minder vaak worden diarree, verstopping en kwijlen gezien. In de kliniek zien we vaak dat de slijmvliezen en huid een gele kleur hebben (geelzucht) en katten zijn vaak uitgedroogd. De lever is vergroot. Katten worden steeds zieker en kunnen eraan overlijden.

Hoe stellen we de diagnose?

Met klinisch onderzoek en bloedonderzoek kunnen we de diagnose vaak stellen. In het bloed zullen de leverwaardes vaak verhoogd zijn. Bij >80% van de katten met leververvetting zien we een duidelijk verhoogd alkalisch fosfatase (AF). Ook kunnen er nog andere afwijkingen in het bloed gevonden worden.

Waaruit bestaat de behandeling?

Het voornaamste is dat een kat zo snel mogelijk weer voedsel binnenkrijgt en niet nog verder afvalt. Daarom is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Ook kunnen medicijnen tegen de misselijkheid en voor het verhogen van de eetlust worden gegeven. Soms is het nodig de kat te dwangvoeren of vloeibaar voedsel te geven via een sonde in de neus of slokdarm. Via een infuus geven we dan ook extra vocht.

Hoe kan het worden voorkomen?

Het is belangrijk dat een kat elke dag eet! Ga naar de dierenarts indien uw kat slechter gaat eten. Wanneer we zo snel mogelijk de oorzaak opsporen en behandelen, is de kans het grootst dat er geen leververvetting zal optreden. Omdat dikke katten sneller last krijgen van leververvetting dan dunne katten, is het belangrijk dat uw kat een gezond gewicht heeft. Indien u het lastig vindt om te bepalen of uw kat een goed gewicht heeft, willen we u daar graag mee helpen. Ook bij de jaarlijkse gezondheidscontrole geven wij hier aandacht aan.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Kattenkrabziekte voorkomen

Hoe vaak komt het wel niet voor dat u of iemand anders wordt gekrabt door een kat? Best vaak waarschijnlijk! Het is minder bekend dat dit vervelende gevolgen kan hebben… 

Wat is kattenkrabziekte?

Kattenkrabziekte wordt veroorzaakt door een bacterie (Bartonella henselae). Deze bacterie komt veel voor bij katten. Katten besmetten elkaar onderling via vlooien. Mensen worden besmet als ze door een kat worden gekrabt of gebeten, of wanneer er speeksel van de kat op een wondje komt. Daarnaast kan het misschien ook worden overgedragen door een beet van een besmette vlo.

Hoe vaak komt het voor?

Ongeveer de helft van de Nederlandse katten heeft de bacterie in zijn leven een keer gehad. Het is niet precies bekend hoe vaak kattenkrabziekte bij mensen voorkomt. Het RIVM schat dat er zo’n 300 tot 1000 gevallen per jaar zijn.

Wat zijn de symptomen?

Bij mensen met een goede weerstand is het vaak een milde ziekte die vanzelf over gaat. Bij mensen met een verminderde weerstand, zoals kinderen, is er vaak een ernstiger verloop. Het begint vaak met knobbeltjes van de huid in de buurt van de krab of beet. Deze ontstaan na zo’n 2 tot 6 dagen. Dit worden blaasjes met een korstje. Na enkele weken kunnen de lymfeklieren gaan opzetten en ontsteken. Ook zien we vaak koorts, hoofdpijn en algemeen ziek zijn. Bij een klein percentage kan het leiden tot hersenvliesontsteking en zelfs sterfte.

Hoe wordt het behandeld?

Regelmatig worden antibiotica ingezet om kattenkrabziekte te bestrijden. Dit kan lastig zijn en is niet altijd voldoende. Aanvullende behandelingen zijn dan nodig.

Hoe kan het worden voorkomen?

Voorkom dat u gebeten of gekrabd wordt. Kinderen, zwangere vrouwen en andere mensen met een verminderde weerstand moeten extra voorzichtig zijn en kunnen beter niet met jonge, speelse katten omgaan. Zorg daarnaast voor een goede vlooienpreventie bij de kat, zodat vlooien niet meer voor besmetting kunnen zorgen. Na een krab of beet is goede hygiëne van belang. Was de huid goed en desinfecteer de wond. Blijf de wond in de dagen daarna verzorgen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Is uw dier door een bij, wesp of hornaar gestoken?

U heeft het vast weleens gezien. Uw hond of kat hapt naar een insect. Honden en katten spelen nu eenmaal graag met iets dat beweegt. Dat kan gevolgen hebben.

Is uw dier gestoken door een wesp?

Een wesp is een stekend insect met een onbehaard lichaam en een slanke “wespentaille”. Alleen de vrouwtjes steken, zonder angel maar met gif, vooral bij de ingang van hun grondnest.

Is uw dier gestoken door een bij of hommel?

Een bij is een stekend insect met een behaard lichaam. Alleen de vrouwtjes steken, met angel en gif, en alleen als ze in gevaar is. Wanneer de angel vastzit in een dier en de bij rukt zich los dan scheurt de gifblaas. Einde bijenleven. Het gif blijft werkzaam tot een minuut na de bijensteek. Haal dus de angel met een pincet direct uit de huid van het gestoken dier.

Is uw dier gestoken door een hornaar?

Een hornaar lijkt op een wesp, maar is flink wat groter. Hornaars worden steeds vaker in Nederland gezien. Een hornaar, die ook wel paardenwesp wordt genoemd, is minder agressief en hun gif is niet zo krachtig. Toch is een steek van een hornaar wel pijnlijk.

Is uw dier gestoken door een mug, muskiet of vlieg?

Een hond of kat kan, net zoals wij, gestoken worden door een mug, muskiet of vlieg. Zo’n muggen- of muskietenbeet heeft vaak weinig gevolgen, maar de mug en muskiet zuigen ook bloed. Daardoor kunnen zij ziekten en ziekteverwekkende parasieten overbrengen zoals hartworm.

Wat te doen wanneer mijn hond of kat gestoken is door een insect?

  • Steek op lijf, poten of staart?
    Koel de steekplek af met een nat washandje of doek met ijsklontjes en een scheut azijn of een coldpack. Haal  voorzichtig de angel uit de huid wanneer het een bijensteek is. Desinfecteer het wondje. Door het koelen zal binnen een paar uur de zwelling minderen, is dit niet het geval, bel dan uw dierenarts.
  • Steek in bek of keelholte?
    Door zwelling van de mond, lip, tong of keelholte van uw dier kan acute ademnood ontstaan. Bel direct uw dierenarts.
  • Heeft uw dier een allergische reactie op de insectenbeet?
    U ziet dan dat uw hond of kat een heftige zwelling heeft op de steekplek en dat uw dier slomer en shockerig wordt. Hij raakt afwezig. Bel direct uw dierenarts.
  • Wilt u uw dier verlichten na een insectenbeet?
    Wanneer uw dier een insectenbeet heeft opgelopen en u heeft geconstateerd dat het eigenlijk wel goed met hem gaat, dan kunt u op de plek van de insectenbeet wat honingzalf of honinggel aanbrengen. Honing verlicht en verzacht. Wij adviseren de Remedy+ ByeBugBite, de honingzalf van Vetramil en de honinggel van Maxani.
  • Insectensteken voorkomen?
    Dat gaat nooit geheel lukken. Er zijn wel effectieve anti insectensprays verkrijgbaar, die gericht ingezet in de omgeving van uw dier het aantal insectensteken sterk kan verminderen. Met name de Tedax spray is geschikt voor hond, paard en mens en werkt ook tegen teken.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Vetramil wondzalf dier

vetramil honingzalf dieren

100% natuurlijk

Vetramil® is een wondzalf op basis van honing en essentiële oliën voor oppervlakkige en diepe wonden bij kleine en grote huisdieren. De goed smeerbare crème kan direct op de wond worden aangebracht, of op een verbandgaasje. Door de vette samenstelling blijft de zalf ook in een natte omgeving goed op de huid en het wondoppervlak gefixeerd. De zalf is gemaakt van 100% natuurlijke grondstoffen en bevat geen conserveringsmiddelen of residuen van toxische stoffen. Voor extra veiligheid wordt de honing gammabestraald.

Honing

Vetramil is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit van Wageningen. Vetramil bevat zuivere honing voor medische toepassingen. Deze honing wordt geproduceerd onder volledig gecontroleerde omstandigheden en heeft daardoor een reproduceerbare kwaliteit en samenstelling. De honing bevat enzymen die zorgen voor een lage pH en in een vochtig wondmilieu voor een slow-relase van kleine hoeveelheden waterstofperoxide. Hierdoor worden geïnfecteerde wonden snel schoon. Door de werking van honing komt de wond tot rust en wordt het wondhelingsproces gestimuleerd.

Essentiële oliën

Vetramil® bevat essentiële oliën die een verzorgende werking hebben op de beschadigde huid. Bovendien houden de essentiële oliën vliegen op afstand en door de bittere smaak van de essentiële oliën likken de dieren niet aan de zalf.

Toepassingen

Ondersteuning van de conditie en natuurlijke weerstand van de huid.

Vetramil Honingzalf 10, 30 en 180 gram
Goed smeerbare zalf op basis van honing en etherische oliën.
Vetramil Derma shampoo
Shampoo voor een geprikkelde huid.
Vetramil Paw Wax
Wax ter bescherming van voetzolen en bij kloven.
Vetramil Spoelvloeistof/Clean
Spoelvloeistof op basis van honing en propyleenglycol voor lokale toepassing.

Direct bestellen

U kunt de Vetramil hier bestellen

Toxoplasmose kat

Katten en babys
Toxoplasma gondii is een protozo (een eencellig micro-organisme) die bij katten voorkomt en het zenuwstelsel en de spieren kan aantasten. Katten worden vooral besmet door het eten van rauw vlees en prooidieren. Besmette katten scheiden de oöcysten (een soort eitjes) uit in de ontlasting gedurende 2-3 weken. In de omgeving duurt het 2-3 dagen voordat ze besmettelijk zijn voor andere dieren of mensen. Ze blijven wel jarenlang besmettelijk! Toxoplasmose komt vooral voor bij jonge katten. Op 1-jarige leeftijd heeft zo’n 60% van de Nederlandse katten toxoplasmose opgelopen. Na een besmetting is een kat meestal levenslang immuun.

Wat zijn de symptomen?

Meestal zien we bij de kat geen ziekteverschijnselen. Sommige katten krijgen diarree. Verder kan een longontsteking ontstaan, waarbij de kat benauwd wordt. Ook kan sprake zijn van koorts, verminderde eetlust, buikpijn en oogontstekingen. Bij jonge katten worden wel eens zenuwverschijnselen gezien, waarbij de achterpoten minder goed functioneren.  

Hoe stellen we de diagnose?

Met bloedonderzoek kunnen antistoffen tegen Toxoplasma worden aangetoond. Bij aanwezigheid van antistoffen weten we alleen dat de kat ergens in zijn leven Toxoplasma heeft opgelopen. We kunnen dus niet met zekerheid zeggen of de symptomen door Toxoplasma worden veroorzaakt. Onderzoek van weefsel (bijvoorbeeld een spierbiopt) is nodig om dit aan te kunnen tonen.  Ook een goede reactie op de therapie versterkt het vermoeden van een actieve infectie.

Waaruit bestaat de behandeling?

Toxoplasma kan worden behandeld met verschillende soorten antibioticum die vaak wekenlang gegeven moeten worden. Tegen de pijn worden vaak pijnstillers of ontstekingsremmers gegeven. Afhankelijk van de symptomen kunnen nog verdere ondersteunende maatregelen worden getroffen.

Wat is de prognose?

Wanneer de hersenen zijn aangetast, is de kans op herstel klein. Een vroegtijdige diagnose en behandeling zijn essentieel.

Gevaarlijk voor zwangere vrouwen!

Gedurende één keer in hun leven scheiden katten gedurende een aantal weken Toxoplasma eieren uit. Mensen kunnen in aanraking komen met Toxoplasma via kattenpoep, via aarde die door kattenpoep is verontreinigd of door het eten van rauw of onvoldoende gaar vlees. Mensen merken meestal weinig van een infectie met Toxoplasma, alleen wanneer je tijdens je zwangerschap voor het eerst met de parasiet in aanraking komt, kan de baby geïnfecteerd worden. Deze infectie geeft met name grote problemen in de eerste 3 maanden van de zwangerschap. Afwijkingen aan met name de hersenen en de ogen kunnen ontstaan en het kan leiden tot een miskraam. In de laatste 6 maanden van de zwangerschap is de kans op schade aan het kind kleiner, maar nog steeds aanwezig! Wanneer je als mens éénmaal geïnfecteerd raakt met Toxoplasmose, blijft de infectie ‘latent’ aanwezig. Zolang je gezondheid goed is, zal je in het algemeen hier niets van merken. Met behulp van bloedonderzoek kan gekeken worden of er antistoffen in het bloed zitten, en je dus de infectie al doorgemaakt hebt. Heb je dat nog niet, dan is het erg belangrijk op te passen wanneer je zwanger bent! Toxoplasmose is niet besmettelijk van mens op mens.

Dus om een infectie met Toxoplasmose te voorkomen, wanneer je zwanger bent:

  • verhit vlees tot het gaar is. Eet geen rauw vlees!
  • vermijd contact met tuinaarde en zand in de zandbak. Draag desnoods handschoenen. Was groenten altijd zorgvuldig.
  • verschoon de kattenbak niet zelf of doe dit dagelijks, want de eitjes zijn pas na 2-3 dagen gevaarlijk.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Ziekte van Addison

Een literatuurstudie door co-assistente Chantalle Metekohy in opdracht van Dierenartsenpraktijk Horst

Wat is hypoadrenocorticisme/de ziekte van Addison?

Hypoadrenocorticisme, oftewel de ziekte van Addison is een aandoening van de bijnieren. Dit zijn kleine organen die bij de nieren liggen. De bijnieren zorgen normaal gesproken voor de productie van glucocorticoïden, zoals cortisol, en mineralocorticoïden, zoals aldosteron. Glucocorticoïden dragen bij aan het op peil houden van de ‘suiker’ spiegel (= glucose) in het bloed. Dit doen ze onder andere door de opname van glucose door organen te verminderen en eiwit en vet af te breken, die op hun beurt kunnen dienen als grondstof voor glucose. Daarnaast beïnvloeden glucocorticoïden bijna alle weefsels en vele processen in het lichaam, waaronder bloedcellen en het immuunsysteem. Mineralocorticoïden reguleren onder andere de hoeveelheid vocht in het lichaam, de elektrolyten (natrium, kalium en chloride) balans en de bloeddruk. Bij de aandoening hypoadrenocorticisme ontstaat een tekort aan deze stoffen.

Bij primair hypoadrenocorticisme wordt de bijnier vernietigd. Men denkt dat dit komt door het immuunsysteem van het dier, zoals het bij de mens bekend is. Hierbij vallen de cellen van de afweer, de cellen van de bijnier aan. De productie van de gluco- en mineralocorticoïden door deze cellen stopt, en er ontstaat een tekort aan deze stoffen.

Wat zijn de symptomen?

De verschijnselen worden met name veroorzaakt door het tekort aan mineralocorticoïden. Vaak zijn de eerste verschijnselen zeer mild (zwakte, uitputting, braken, niet willen eten) en worden over het hoofd gezien. De meeste patiënten worden aangeboden met ernstige depressie, zwakte en uitdroging, ten gevolge van verlies van zouten (elektrolyten).

Hoe stellen we de diagnose?

Een verandering van de elektrolyten balans (natrium en kalium) in het bloed is een sterke aanwijzing voor de ziekte. Om de diagnose ‘Addison’ te bevestigen wordt een zogenaamde ACTH stimulatie test uitgevoerd. Hierbij wordt een synthetische vorm van het stofje ACTH toegediend door middel van een injectie en meet men direct en na een uur het cortisolgehalte in het bloed. Bij gezonde honden zien we een grote stijging van cortisol en bij honden met de ziekte van Addison zien we geen of een heel kleine stijging. Zo kunnen we de ziekte bevestigen.

Hoe kun je het beste behandelen?

Als de ziekte eenmaal gediagnosticeerd is moeten de uitdroging en de elektrolytenbalans hersteld worden door middel van infusen en het geven van glucocorticoïden en mineralocorticoïden. Zodra de hond weer gaat eten kan de medicatie (gluco-, mineralocorticoïden en zout) via de bek worden gegeven. Daarna moeten de elektrolyten regelmatig gecontroleerd worden en de dosering indien nodig worden aangepast. Als de juiste dosering van de medicatie bereikt is, is de prognose voor honden met hypoadrenocorticisme goed.

De secundaire vorm van deze aandoening

Naast de primaire vorm van adrenocorticisme, bestaat er ook een secundaire vorm. Hierbij gaat er iets mis met de aansturing van de bijnieren. De afgifte van de gluco- en mineralocorticoïden wordt normaal aangestuurd door een orgaan dat bij de hersenen ligt, de hypofyse, die het stofje ACTH afgeeft. Als deze afgifte vermindert, zullen de bijnieren ook minder gluco- en mineralcorticoïden afgeven.

Verminderde afgifte van ACTH kan bijvoorbeeld voorkomen bij een tumor van de hypofyse of hersentrauma. Daarnaast kan het ook optreden bij langdurige toediening van corticosteroïden (bv. prednison). De bijnieren zijn dan zo onderdrukt, dat bij plotseling stoppen van de medicijnen een tekort aan glucocorticoïden ontstaat en de hond de symptomen van Addison krijgt. Op den duur zal de hypofyse weer voldoende ACTH gaan afgeven en de bijnieren opnieuw voldoende stimuleren. Maar dit betekent dat nooit zomaar met de medicijnen gestopt mag worden!

Chantalle Metekohy, co-assistent Dierenartsenpraktijk Horst e.o.

Literatuur
– Bell J. Managing Polygenic Disease www.vin.com/proceedings.plx?CID=TUFTSBG2003&PID=5115&O=Generic
– Burton S., DeLay J., Holmes A., Somerville C., Eye J., Shaw D., Wack O., Hanna P., Hypoadrenocorticism in young related Nova Scotia duck Tolling retrievers. Canadian Veterinary Journal (1997) 38, 231-4
– Chase K., Sargan D., Miller K. Ostrander E.A., Lark K.G., Understanding the genetics of autoimmune disease: two loci that regulate late onset Addison’s didease in Portuguese Water Dogs. International Journa of immunogenetics (2006) 33, 179-184
– Famula T.R., Belanger J.M., Oberbauer A.M. Heritability and complex segregation analysis of hypoadrenocorticism in the standard poodle. Journal of small Animal Practice (2003) 44, 8-12
– Oberbauer A.M. Genetics: Epilepsy & Addison’s Disease. Tufts’ Canine and Feline Breeding and Genetics Conference (2005)
– Oberbauer A.M., Benemann K.S., Belanger J.M., Wagner D.R., Ward J.H., Famula T.R. Inheritance of hypoadrenocorticism in bearded collies. American Journal of Veterinairy Research (2002) 63, 643-7
– Oberbauer A.M., Bell J.S., Belanger J.M., Famula T.R., Genetic evaluation of Addison’s disease in the Portuguese Water dog. BMC Veterinary Research (2006) 2:15 (doi:10.1186/1746-6148-2-15)
– Rijnberk A., Kooistra H.S., Clinical Endocrinology of Dogs and Cats. (2010) 103-9
– Smallwood L.J. Barsanti J.A. Hypoadrenocorticism in a family of leonbergers. Journal American Animal Hospital Association (1995) 31, 301-5

Zonbescherming en zonnebrand hond & kat

Wat te doen met de kat en de zon?

Het zonnetje schijnt weer volop. Dat is natuurlijk heerlijk genieten, maar tegelijkertijd ook oppassen geblazen. Net als mensen, kunnen dieren door de zon verbranden. Vooral dieren met een dunbehaarde of witte vacht lopen risico. En ook net als mensen, lopen onze huisdieren het risico op het ontwikkelen van huidkanker. Bij katten is bijvoorbeeld het plaveiselcelcarcinoom aan de oorschelpen een hele beruchte.

Wat zijn de symptomen van verbranding door de zon?

Net als bij mensen kunnen we verbranding door de zon in drie groepen opdelen: 1e, 2e en 3e graad verbranding. Daarnaast kennen we de zonnedermatitis en het plaveiselcelcarcinoom.

  • 1e graad: milde roodheid van de huid.
  • 2e graad: rode en pijnlijke huid. Er kan wat haarverlies zijn bij de oorranden en soms zijn deze gezwollen en pijnlijk.
  • 3e graad: de huid is diep verbrand en er is op die plek geen haar aanwezig. De huid kan wittig lijken. Als de zenuwen ook beschadigd zijn, is het niet pijnlijk.
  • Zonnedermatitis: Bij langdurige blootstelling aan de zon kan de huid chronisch beschadigd raken. Dit wordt elke zomer erger en kan makkelijk tot plaveiselcelcarcinoom leiden. We zien verdikking en schilfering van de huid bij de oren en daarnaast geeft het jeuk, waarbij de kat kan krabben en met zijn kop kan schudden.
  • Plaveiselcelcarcinoom: Dit is een kwaadaardige tumor die eruit ziet als een wond met korstjes die steeds weer open kan gaan en niet geneest. Ook worden roodheid, irritatie en haarverlies gezien. We zien dit vaak bij katten met witte oren.

Honden en katten kunnen ook oververhit raken. Dit is levensbedreigend. Symptomen die hierop kunnen wijzen zijn: hijgen, rode slijmvliezen, speekselen, zwakte, angst, bloedingen en flauwtes. Zoek direct hulp.

Hoe stellen we de diagnose?

Vaak hebben we op basis van de symptomen al een vermoeden dat het gaat om zonnebrand. Soms zijn aanvullende onderzoeken, zoals huidafkrabsels en biopten, nodig om andere aandoeningen uit te sluiten.

Waaruit bestaat de therapie?

Vraag de dierenarts om hulp indien u vermoedt dat uw hond of kat verbrand is. Bij 2e of 3e graad verbrandingen kan medicatie voorgeschreven worden om de huid te verzorgen, te beschermen tegen infectie en te helpen tegen de jeuk en pijn. Bij hevige verbrandingen of oververhitting wordt ook een infuus gegeven.

Wanneer sprake is van een plaveiselcelcarcinoom van de oren of neus, zullen deze (deels) geamputeerd moeten worden.

Wat kan ik doen om mijn hond en kat te beschermen?

  • Houd uw huisdier binnen of in de schaduw, zeker tussen 10.00 en 16.00 uur. Ook op bewolkte dagen kan de UV straling erg sterk zijn en kan verbranding optreden.
  • Zorg ervoor dat uw hond of kat ook binnen niet in de zon kan gaan liggen gedurende die tijden. Doe bijvoorbeeld zonneschermen omlaag of plak UV werende folie op de ramen.
  • Smeer met zonnebrandcrème geschikt voor hond en kat. Vooral de dunbehaarde delen goed insmeren: oorranden, neus, rond de lippen, liezen en buik. Smeer het liefst meerdere keren per dag en zeker nadat de hond gezwommen heeft.
  • Er bestaan speciale zonnebrillen voor honden.

Moet ik mijn huisdier nou insmeren met zonnebrandcrème?

Vooral katten en honden met witte oren en neus en honden met een dunne en korte vacht, zoals Bull Terriers, Dalmatiërs en Boxers en katten met een dunne vacht, zoals de Devon Rex, Cornish Rex en Sphinx, moeten goed ingesmeerd worden om ze te beschermen. Ze hebben te weinig pigment (melanine) en beschermende haren om zich tegen de zon te beschermen. Katten die buiten komen lopen natuurlijk het meeste risico, maar ook binnenkatten die graag achter het raam in het zonnetje liggen, kunnen verbranden. Smeer vooral de neus en oorschelpen in met zonnebrandcrème, liefst meerdere keren per dag.

Welke zonnebrandcrème is geschikt?

Katten wassen zichzelf graag en zullen ook na het poetsen van hun oren de pootjes weer aflikken. Ook honden likken zichzelf. Het is dus belangrijk om een product te gebruiken dat niet giftig is bij inname. Gebruik dan ook geen producten met octyl salicylate, homosalate, para-aminobenzoic acid of zink oxide, omdat deze giftig kunnen zijn voor honden en katten. Kies ook een middel zonder parfum. Ook veel zonnebrandmiddeltjes voor baby’s en kinderen zijn daarom ongeschikt.

Speciale zonnebrandcrème voor dieren

Er zijn speciale zonnebrandcrèmes voor dieren op de markt: SunCare van Maxani en Dermoscent Sunfree. Voor hond en kat ideaal. Smeer zonnebrandcrème altijd eerst alleen op een klein plekje, om te kijken of er  geen overgevoeligheidsreactie optreedt. Door de crème bijvoorbeeld vlak voor een maaltijd of speelsessie te smeren, zal de kat even afgeleid zijn en het er niet meteen afpoetsen. Zo krijgt het de kans om in de huid te trekken. Bovendien laat SunCare geen witte waas achter en is het waterresistent.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenarts