Baarmoeder kanker konijn

Baarmoederkanker (uterusadenocarcinoom) is de meest voorkomende vorm van kanker bij het konijn. Vrijwel elk vrouwelijk konijn dat niet gesteriliseerd is, zal dit ontwikkelen. Meestal is dit rond de 5 jaar leeftijd. Het is een kwaadaardige tumor die vrij langzaam groeit en een grote kans heeft op  uitzaaiingen naar andere organen.

Wat zijn de symptomen?

De aanwezigheid van baarmoederkanker zal meestal lang niet worden opgemerkt. Soms wordt bloed in de urine of bloederige uitvloeiing bij de vulva opgemerkt. Ook kunnen ze algemeen ziek worden of verschijnselen krijgen die veroorzaakt worden door de uitzaaiingen naar bijvoorbeeld de longen, hersenen of lever.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met lichamelijk onderzoek en echografie kan een baarmoedertumor worden vastgesteld.

Waaruit bestaat de  behandeling?

De baarmoeder  kan operatief worden verwijderd, mits er geen uitzaaiingen zijn.

Hoe kan baarmoederkanker worden voorkomen?

Wij raden aan om elk vrouwelijk konijn te steriliseren rond de leeftijd van 4-6 maanden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interneDrs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Cysteuze ovaria cavia

Ovariële cysten zijn met vocht gevulde holtes op de eierstokken. Deze kunnen soms wel 10 cm groot worden. Ze komen zeer vaak voor bij vrouwelijke cavia’s vanaf ongeveer 2 jaar leeftijd.

Wat zijn de symptomen?

Veel cavia’s hebben geen symptomen. Ook kunnen ze vage klachten hebben doordat de cysten heel groot kunnen worden en op de organen kunnen drukken. Symptomen zijn bijvoorbeeld: minder/niet eten, tekenen van pijn, stiller zitten, dikkere buik en problemen met de ademhaling of spijsvertering. Soms kunnen de cysten hormonen produceren, wat kan leiden tot symmetrische kaalheid op de flanken en ander gedrag. Soms wordt bloed in de urine gezien.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De dierenarts zal de cysten vaak kunnen voelen met lichamelijk onderzoek. Met echografie kan dit bevestigd worden.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Bij voorkeur worden de eierstokken en eventueel de baarmoeder met een operatie verwijderd. Hierbij is wel een operatierisico aanwezig. Ook kunnen de cystes soms worden leeggezogen met een naald, de kans dat de cystes terugkeren is dan zeer groot.

Hoe kunnen ovariële cystes voorkomen worden?

Sterilisatie van de vrouwelijke cavia voorkomt dat ovariële cysten kunnen ontstaan. Dit wordt echter niet standaard gedaan! De sterilisatie is bij een cavia namelijk een zware operatie met een vrij grote kans op complicaties. Deze wordt dan ook enkel uitgevoerd indien er al sprake is van ovariële cysten of baarmoederproblemen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Castratie cavia

Waarom castratie?

Met castratie kan onderlinge agressie worden voorkomen. Ook is er dan geen kans meer op ongewenste nakomelingen. Denk eraan dat mannelijke cavia’s al vanaf 4 weken leeftijd vruchtbaar kunnen zijn! Castratie  kan vanaf 4 maanden leeftijd. Na castratie kunnen de mannetjes nog gedurende 6 weken vruchtbaar zijn! Houd cavia’s dus nog enkele weken apart om te voorkomen dat ze zich alsnog voortplanten.

Algemene informatie over narcose en operatie

Een cavia mag beslist nooit vasten voor een operatie! Dit kan zorgen voor stilliggende darmen en dat is een levensgevaarlijke situatie. Een cavia moet altijd voedsel in de darmen hebben. Dus het is goed om de cavia gewoon voor de operatie te laten eten, en tot het allerlaatst hooi tot zijn beschikking te geven. Na de operatie moet de cavia in een warme omgeving bijkomen, dus op een warmtematje, of onder een warmtelamp.

Een cavia die onder narcose is geweest kan zichzelf moeilijk warm houden. Houd de cavia dus binnenshuis. Nog een reden om de cavia in de huiskamer te houden is dat je zo goed kunt opletten of zij/hij weer gaat eten en drinken. Dit moet dezelfde dag nog het geval zijn. Het is zaak dat een cavia binnen 12 uur na de operatie weer gaat eten. Een cavia die langer dan 12 uur geen voedsel in de darmen krijgt, raakt in de problemen.

Regelmatig eten

Het is het beste om regelmatig voedsel aan te bieden. Groenvoer smaakt een zieke cavia meestal beter dan droogvoer. Zorg dat eten en water in de buurt staan. Als de cavia 12 uur na de operatie nog niet eet, ook geen groenvoer of hooi, moet het gedwangvoerd worden. Dit kan bijvoorbeeld met Critical Care®.

Een cavia zonder pijn zal eerder weer gaan eten, en snel helemaal opknappen. Informeer dus bij de dierenarts of er een pijnstiller gegeven is, en vraag een extra pijnstiller mee naar huis. Pijnbestrijding bij een cavia is heel erg belangrijk, steeds meer dierenartsen komen gelukkig tot dit besef.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com


Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst

Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Voeding cavia

Veel cavia’s zijn helaas te dik omdat ze te veel of te calorierijk voedsel krijgen. Ook te weinig lichaamsbeweging kan een rol spelen. De meeste cavia’s krijgen te veel droogvoer en te weinig hooi en groenvoer. Dit kan gebits- en gezondheidsproblemen veroorzaken. Bij cavia’s is het zeer belangrijk extra vitamine C te geven. Dit zit in groenvoer en daarnaast kunnen ook vitamine C tabletjes worden gegeven.

Wat eet een cavia?

  1. Onbeperkt hooi Een cavia moet dag en nacht over vers hooi kunnen beschikken. Dit is het belangrijkste onderdeel van het dieet. Als antwoord op de vraag wat een cavia eet staat hooi dus op nummer 1.
  2. Droogvoer Dit is het minst belangrijke onderdeel van de voeding van de cavia. Nadelen van droogvoer Droogvoer is erg calorierijk en zorgt al snel voor zwaarlijvigheid. Daarnaast bevatten veel merken erg veel calcium, waardoor blaasstenen kunnen ontstaan. Te weinig vezels zorgen voor een te trage darmwerking, waardoor verstoppingen kunnen ontstaan. Welk droogvoer is geschikt? Het beste kunnen uitsluitend groene korrels (biks) speciaal voor cavia’s gevoerd worden, zodat de cavia alle essentiële voedingsstoffen binnenkrijgt. Konijnenvoer is niet geschikt, omdat hier geen vitamine C aan toegevoegd is. Een goed voer met veel vezels is Supreme Science Selective. Hoeveelheid Cavia’s hebben genoeg aan 15 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag, verdeeld over ’s  morgens en ’s avonds. Dit lijkt heel weinig, maar is meer dan voldoende voor een gemiddelde cavia.
  3. Groenvoer Groente en gras Laten wennen Zoals bekend hebben cavia’s een zeer gevoelig darmstelsel. Als daar wat mis mee is, worden ze onmiddellijk ziek. Cavia’s bouwen hun darmflora op door het soort voedsel wat ze krijgen. In de darmen bevinden zich nuttige bacteriën, die nodig zijn om het voedsel af te breken. Als je een cavia nieuw voedsel geeft, moeten daar dus bacteriën voor gevormd worden. Geef je teveel nieuw voedsel ineens, dan zijn daar nog niet voldoende bacteriën voor gevormd en raakt je cavia aan de diarree. Het wennen kan door de eerste dag 1 soort groente ter grootte van 1-2 cm te geven. Als de dag erna de keutels mooi droog zijn, mag de dubbele hoeveelheid gegeven worden. Wacht dan weer een dag en eventueel kan dan een klein stukje van een andere groente gegeven worden. Bouw dit op deze manier steeds langzaam op. Worden de keutels zacht en/of nat, stop dan met de laatst gegeven groente/hoeveelheid. Een richtlijn voor de uiteindelijke hoeveelheid is ongeveer 50-100 gram verse groente per kilogram lichaamsgewicht per dag.Geschikte groenten (Het beste is om te variëren) Andijvie, broccoli, komkommer (met mate), paprika, radijs, tomaat, witlof, wortel en wortelloof. Eventueel kan een klein beetje peterselie gegeven worden (met mate, bevat veel oxalaat).Groenten die niet gegeven mogen worden Bieslook, champignons, prei, uit, knoflook, alle soorten bonen en erwten, rabarber, vaste koolsoorten (kans op gasvorming!), aardappelen en aardappelschillen, mais, spruitjes. Klaver, nat gras en gemaaid gras zijn ook niet goed, omdat dit kan gisten.Fruit Ook fruit moet langzaam opgebouwd worden om diarree te voorkomen. Het bevat een hoog suikergehalte en mag dus slechts in kleine hoeveelheden gegeven worden. Geschikt fruit is bijvoorbeeld appel.
  4. Water Voldoende inname van water (door drinken of groenvoer) is belangrijk voor een goede darmwerking en gezonde blaas.
  5. Vitamine C Een cavia kan zelf geen vitamine C aanmaken. Zij moeten alle vitamine C dus uit de voeding halen. Ze hebben per dag 10-30 mg per kg lichaamsgewicht aan vitamine C nodig. Ze kunnen dit uit het caviavoer en groenvoer halen. Ook kan dagelijks een tabletje van 50mg Vitamine C worden gegeven.

Andere caviaweetjes over voeding

  • Een knaag- of liksteen kan beter niet gegeven worden aan een cavia. Het gebit van een cavia slijpt zichzelf tijdens het eten en het knagen is hiervoor niet nodig. Knaagstenen bevatten veel calcium. Dit komt rechtstreeks in de blaas en zorgt daar voor problemen.
  • Caviasnoepjes en sticks bevatten veel suikers en kunnen zorgen voor een verstoorde darmwerking, deze kunnen beter niet gegeven worden.
  • Geef een cavia extra vitamine C. Vaak eten ze vitamine C tabletjes op alsof het snoepjes zijn. Een tekort aan vitamine C leidt bijvoorbeeld tot gebitsproblemen, diarree en bewegingsstoornissen.
  • Als een cavia langzamer gaat eten, minder gaat eten, natte mondhoeken heeft, kwijlt stiller/rustiger wordt of vermagert, kan er een probleem zijn met het gebit. De tanden van een cavia groeien levenslang door! Als het gebit niet goed afslijt, kunnen de snijtanden te lang worden of haken op de kiezen ontstaan. Soms wordt er zelfs een ‘brug’ over de tong gevormd. Dit is zeer pijnlijk en zorg ervoor dat een cavia niet meer goed kan eten. Dit moet bij de dierenarts behandeld worden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Vaccinatie, enting konijn

Herfsttips voor konijnen in huis en buiten huis

Vaccinatie van konijnen

Vaccineren, of ook wel inenten genoemd, is een manier om afweerstoffen op te wekken die het dier kunnen beschermen tegen ziektes. De ziektes waar we onze konijnen tegen vaccineren hebben vaak een zeer ernstig of zelfs dodelijk verloop en zijn meestal niet te behandelen. Wanneer een konijn goed gevaccineerd is, zullen de afweerstoffen de ziekteverwekkers snel onschadelijk kunnen maken. Het konijn wordt dan helemaal niet ziek of de ziekte heeft een veel milder verloop waarbij het konijn een veel grotere kans heeft deze te overleven.

Waarom en waartegen vaccineren we?

Ieder konijn, zowel een binnen- als buitenkonijn, loopt risico om besmet te worden met Rabbit Hemorrhagic Disease (RHD/VHS) of Myxomatose. Beide ziektes worden overgebracht door bloedzuigende insecten als vlooien en muggen of door contact tussen konijnen onderling. Daarnaast kunnen deze virussen ook lang in de omgeving overleven in bijvoorbeeld groenvoer, hooi of stro. Beide ziekten hebben in nagenoeg alle gevallen een dodelijke afloop.

Lees meer over het RHD virus en Myxomatose.

Wanneer en hoe vaak vaccineren?

Met het vaccin Nobivac Myxo-RHD is het mogelijk individuele konijnen te vaccineren op ieder willekeurig moment in het jaar. Bijvoorbeeld als u een nieuw konijn aanschaft kunt u het meteen beschermen door te laten inenten met dit vaccin. Het is het eerste combinatievaccin, dat konijnen 12 maanden bescherming biedt tegen zowel myxomatose als RHD1. Nobivac Myxo-RHD is veilig en kan worden gebruikt bij konijnen vanaf vijf weken leeftijd (dit geldt ook voor dwergrassen). Immuniteit wordt na drie weken na toediening van het Nobivac Myxo-RHD bereikt.

Voor een complete bescherming tegen RHD is het sinds 2015 ook noodzakelijk om te vaccineren tegen het RHD2 virus. Dit doen wij met het Filavac KC+V® vaccin, dat vanaf 7 dagen na vaccinatie bescherming biedt en slechts een keer per jaar toegediend hoeft te worden. Het kan gebruikt worden vanaf 10 weken leeftijd. Bij konijnen die tussen de 6 en 10 weken leeftijd gevaccineerd worden, zal na 6 weken een booster vaccinatie nodig zijn.

Nieuw: er is nu een vaccin dat met 1 enting een jaar lang bescherming geeft tegen de 3 konijnenziektes, te weten myxomatose, RHD1 en RHD2. Vraag er naar bij uw dierenarts.

Wat kunt u nog meer doen?

Naast vaccineren, kunt u nog een aantal andere maatregelen nemen om uw konijn(en) te beschermen.

  • Was uw handen met water en zeep voor én na het voeren en verzorgen
  • Reinig het hok met water en zeep en desinfecteer het hok met Virkon-S of natriumhypochloriet wanneer er een mogelijk besmet konijn in gezeten heeft. Laat het hok hierna minimaal 4 wken leegstaan.
  • Pluk geen groentes/gras van plaatsen waar wilde konijnen lopen
  • Vermijd contact met wilde konijnen
  • Meldt dode wilde konijnen bij het DWHC

Wat betekent het voor u?

Door uw konijn één keer per jaar te laten vaccineren, kan ernstige ziekte en sterfte worden voorkomen. Het is raadzaam om de vaccinatie in het voorjaar te geven. Dat wil zeggen, afhankelijk van de weersomstandigheden, van maart tot juni. Uw konijn heeft dan de hoogste bescherming op het moment dat de kans op infectie het grootst is.

Tijdens de vaccinatie afspraak kijken we uw konijn helemaal na en letten we speciaal op het gewicht, oren, ogen, de huid en vacht. We inspecteren grondig het gebit en knippen indien nodig de nagels. Indien gewenst geven we graag informatie over de juiste voeding, castratie/sterilisatie en behandelen we de overige vragen.

We organiseren regelmatig speciale vaccinatiedagen  voor konijnen, om de kosten voor u zo laag mogelijk te houden. Het is daarom noodzakelijk dat u zich vooraf aanmeldt.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interneDrs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Lees meer over het RHDV2 virus

Supreme voeding konijn

Herfsttips voor konijnen in huis en buiten huis

Of het nu gaat om een konijn, een cavia, een hamster of een gerbil, elke diersoort heeft zijn eigen specifieke voedingsbehoeften. Dierenartsenpraktijk Horst adviseert de kwaliteits voeding Science Plan van Supreme Petfoods. De producten van Supreme Petfood zijn speciaal samengesteld om aan de unieke behoeften van elke soort kleine huisdieren te voldoen.

Elke diervoeding van Supreme Petfoods is uitgebreid onderzocht, om er zeker van te zijn, dat het de juiste voeding biedt aan uw huisdier. Het resultaat is een unieke reeks diervoedingen voor huisdier eigenaren met een konijn, cavia, chinchilla, degoe, hamster, gerbil, rat, muis en fret.

Alleen het beste

Omdat Supreme geeft om kleine huisdieren, stelt zij de hoogst mogelijke eisen aan al haar activiteiten. Dit begint al bij het onderzoek naar de behoeften van kleine huisdieren, waarbij dierenartsen en voedingsdeskundigen betrokken zijn, die voortdurend de laatste inzichten omtrent het welzijn van kleine huisdieren erbij houden. Dit zet zich voort in het productieproces, dat, waar mogelijk, aan dezelfde eisen voldoet die gesteld worden aan de bereiding van voeding voor de mens. Elke productielijn is volledig toegewijd aan één product. Dit betekent dat het vegetarische voer wordt bereid in een ruimte die volledig vlees-vrij is. De laatste stap in het proces is de traceerbaarheid tot aan het moment van verkoop. Dit betekent dat wanneer u dit voer aanschaft, u er zeker van kunt zijn dat kosten nog moeite zijn gespaard om ervoor te zorgen dat u uw huisdier voert op de best mogelijke manier.

Luzerne als vezelbron

Zo maakt Supreme gebruik van luzerne als belangrijke vezelbron in haar producten voor het konijn, de cavia, de chinchilla en de degoe. Deze luzerne wordt geoogst in de Champagne streek in Frankrijk, waarbij alleen de derde snede wordt gebruikt, omdat deze snede de beste luzerne biedt. Luzerne is namelijk niet zomaar een vezelbron, het bevat belangrijke eiwitten, vitaminen, mineralen en vetzuren die uw huisdier nodig heeft. Door een speciale droogtechniek, bij hoge temperatuur en opslag in een omgeving met klimaatbeheersing (niet te vochtig en bij de optimale temperatuur), blijven alle aanwezige voedingsstoffen behouden en komen uw huisdier ten goede.

Direct bestellen

U kunt bij Dierapotheker.nl de Supreme Science Plan voeders met korting bestellen: bestel hier Supreme

 

Tumoren bij de rat

Hond geniet van spelen in het water
Bij oudere ratten (vanaf 2 jaar) worden zeer vaak tumoren gezien. Vaak zijn dit melkkliertumoren (fibroadenomen) die vanaf de nek tot in de lies kunnen voorkomen. Dit zijn meestal (>90%) goedaardige tumoren, die echter wel heel erg groot kunnen worden.

Wat zijn de symptomen?

Er zijn een of meerdere zwellingen te voelen. Deze kan soms zeer  groot worden en de rat in de weg gaan zitten tijdens het bewegen. De huid kan kapot schuren en openbarsten. Ook kunnen ze gaan vermageren.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Door de zwelling met een dunne naald aan te prikken, kan een abces worden uitgesloten. De definitieve diagnose wordt gesteld op basis van pathologisch onderzoek na verwijdering van de tumor.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Goedaardige tumoren kunnen het beste met een operatie verwijderd worden. Eventueel kan direct besloten worden tot verwijdering van de eierstokken, in de hoop dat dit vorming van nieuwe tumoren tegengaat. Bij volledige verwijdering zorgt dit vaak voor een betere kwaliteit van leven en langere levensduur. Het komt regelmatig voor dat de tumoren terug groeien of dat nieuwe tumoren ontstaan. Als operatie niet mogelijk is en de levenskwaliteit van de rat is aangetast, dan kan vaak beter worden besloten tot euthanasie.

Hoe kunnen melkkliertumoren worden voorkomen?

Door vrouwelijke ratten op jonge leeftijd (<3 maanden) te steriliseren wordt de kans op melkkliertumoren sterk verkleind. Gebruik van Galastop® en Suprelorin® implantaat wordt ook gesuggereerd maar is onvoldoende wetenschappelijk bewezen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Blaasproblemen konijn

Bij konijnen komen regelmatig blaasproblemen voor. Vaak spelen blaasgruis en/of – stenen een rol. Konijnen nemen namelijk veel calcium op via hun voer en scheiden het teveel aan calcium uit via de nieren in de blaas. In de blaas kan dan een laagje ‘blaaszand’ ontstaan. Ook te weinig vochtopname speelt hierin een belangrijke rol.

Wat zijn de symptomen?

Konijnen kunnen last krijgen bij het plassen, bijvoorbeeld: vaak kleine beetjes plassen, zich uitstrekken bij het plassen, bloed in de urine, een andere urinegeur of urine die zeer dik is of steentjes bevat. Als een steen zorgt voor verstopping van de plasbuis of urineleider, zal het konijn zeer snel achteruit gaan en kunnen sterven. Het konijn zal dan slomer zijn, stil zitten, minder/niet willen eten en uitdrogen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en urine onderzoek kan de diagnose worden gesteld. Ook kan een urinekweek worden ingezet om te bepalen of en welke bacterie aanwezig is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Wanneer de plasbuis geblokkeerd is of stenen in de blaas aanwezig zijn, is operatie noodzakelijk. In sommige gevallen kan de blaas zonder operatie gespoeld worden. Ook pijnstillers, voldoende vocht en eventueel antibioticum kunnen worden gegeven.

Hoe kunnen blaasproblemen worden voorkomen?

Zorg ervoor dat konijnen voldoende zullen drinken. Dit kan door elke dag schoon water en groenvoer te geven. Ook voldoende lichaamsbeweging is zeer belangrijk. Zorg voor een grote kooi en vrije beweging. Als ze een te kleine ruimte hebben, houden ze hun urine soms langer op met als gevolg een grotere kans op vorming van blaasgruis. Daarnaast kan urinary konijnenvoeding en calcium-arm hooi worden gegeven en mogen knaagstenen/supplementen niet meer gegeven worden! Een konijn heeft geen knaagstenen nodig om het gebit af te slijten, dus deze kunt u gerust weglaten.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com
Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Blaasproblemen cavia

Bij cavia’s komen frequent blaasproblemen voor. Vaak spelen blaasgruis en/of – stenen een rol. Vaak is dit calciumoxalaat, calciumfosfaat of struviet. De oorzaak kan liggen bij een opklimmende bacteriële blaasontsteking of door voeding met veel calcium en oxalaat.

Wat zijn de symptomen?

Cavia’s kunnen last krijgen bij het plassen, bijvoorbeeld: vaak kleine beetjes plassen, bloed in de urine, een andere urinegeur of urine die zeer dik is of steentjes bevat. Als een steen zorgt voor verstopping van de plasbuis of urineleider, zal de cavia zeer snel achteruit gaan en kunnen sterven. De cavia zal dan slomer zijn, stil zitten, minder/niet willen eten en uitdrogen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s, echografie en urine onderzoek kan de diagnose worden gesteld. Ook kan een urinekweek worden ingezet om te bepalen of en welke bacterie aanwezig is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Wanneer de plasbuis geblokkeerd is of stenen in de blaas aanwezig zijn, is operatie noodzakelijk. In sommige gevallen kan de blaas zonder operatie gespoeld worden. Ook pijnstillers, voldoende vocht en eventueel antibioticum kunnen worden gegeven.  De kans is zeer groot dat de problemen na behandeling terugkomen.

Hoe kunnen blaasproblemen worden voorkomen?

Zorg ervoor dat cavia’s voldoende zullen drinken. Dit kan door elke dag schoon water en groenvoer te geven. Geef voeding waar weinig calcium en oxalaat in zit. Vermijd dan ook peterselie, selderij en spinazie. Daarnaast kan calcium-arm hooi worden gegeven en mogen knaagstenen/supplementen niet meer gegeven worden! Een cavia heeft geen knaagstenen nodig om het gebit af te slijten, dus deze kunt u gerust weglaten. Ook voldoende lichaamsbeweging is zeer belangrijk. Zorg voor een grote schone kooi en vrije beweging.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Diarree en plakpoep konijn

Herfsttips voor konijnen in huis en buiten huis

Het is bij konijnen belangrijk om onderscheid te maken tussen diarree en plakpoep (acaecotrofie). Konijnen produceren normaal 2 soorten ontlasting: droge keutels en blindedarmkeutels (caecotrofen). De caecotrofen zijn zachte, kleverige kleine mestballetjes. Deze worden in de blinde darm gemaakt en bevatten veel nuttige voedingsstoffen voor het konijn. Konijnen eten deze normaal gesproken direct op vanuit de anus en zie je dus meestal niet in het hok. Als een konijn om wat voor reden dan ook de caecotrofen niet meer opeet, ontstaat de zogenaamde ‘plakpoep’. Het konijn produceert daarnaast nog ‘normale’ droge keutels en er is dus geen sprake van diarree. Acaecotrofie kan komen doordat het konijn ze niet meer goed kan opeten door rugproblemen, gebitsproblemen of zwaarlijvigheid. Ook verkeerde voeding is een zeer vaak voorkomende oorzaak.

Een konijn met echte diarree, heeft geen normale droge keutels meer. Dit kan komen door verschillende oorzaken als voedingsproblemen (bv teveel brood of konijnensnoepjes), coccidiose en bacteriën. Ook stress en huisvesting kunnen een rol spelen.

Wat zijn de symptomen?

Bij ‘plakpoep’ (acaecotrofie) liggen blindedarmkeutels in het hok of zijn deze vastgeplakt rond de anus en onder de poten van het konijn. Er zijn nog wel normale droge keutels aanwezig. De vastgeplakte ontlasting trekt vliegen aan en er is een grotere kans op myasis (madenziekte).

Bij diarree is er geen normale ontlasting meer aanwezig. Ook kan het konijn dan lusteloos worden en minder gaan eten.

Indien een konijn andere of kleinere keutels krijgt dan normaal, is het belangrijk om contact op te nemen met de dierenarts. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Vaak laten konijnen in het begin helemaal niet zien dat ze ziek zijn of dat er wat aan de hand is. Helaas wordt het vaak pas in een (te) laat stadium ontdekt dat er iets mis is en dan is therapie niet altijd meer mogelijk. Neem bij twijfel altijd contact op.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Op basis van het type keutels, de omstandigheden en lichamelijk onderzoek van het konijn kan een aanwijzing verkregen worden voor de oorzaak. Tevens kan ontlastingsonderzoek worden uitgevoerd naar parasieten, coccidiose of bacteriën.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Bij zowel diarree als acaecotrofie is een goede voeding zeer belangrijk. Dit betekent: ongelimiteerd vers water en hooi, groenvoer en zeer beperkt droogvoer. Geef geen konijnensnoepjes, brood, knabbelstaven of gemengde korrels. Lees hierover meer in het hoofdstuk voeding. Naast goede voeding is ook een gezond lichaamsgewicht belangrijk. De meeste konijnen die we in de praktijk tegenkomen zijn helaas veel te dik.

Specifieke behandeling zal afhangen van de oorzaak en de omstandigheden. Het is altijd belangrijk om de vacht goed schoon te houden. Vraag de dierenarts om advies.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl