Informatie over het konijn

Een konijn als huisdier wordt vaak vrij makkelijk over gedacht. Een hok, wat stro, en verder weinig werk. Ten eerste is het goed te bedenken dat een konijn wel 10 jaar oud kan worden. U zit er dus wel even aan vast. Er zijn tientallen verschillende rassen, van dwerg- tot reuzenkonijnen. Konijnen zijn zachtaardige dieren maar vooral de kleinere rassen kunnen wat bijterig en krabberig zijn. Konijnen hebben veel beweging nodig, het hok moet dus niet te klein zijn. Als u meer konijnen in een te klein hok houdt, kunnen de dieren elkaar zelfs flink toetakelen. Konijnen worden ook steeds vaker los in huis gehouden. Het zijn slimme dieren en u kunt ze zindelijk maken en leren hun behoefte op een kattenbak te doen. Voor uitgebreide informatie over aanschaf en huisvesting van konijnen, kijk ook op LICG.

Wist u dat?

  • Een konijn geen knaagdier is, maar behoort tot de lagomorphen (haasachtigen)?
  • De snijtanden en kiezen van konijnen levenslang doorgroeienr met wel 1-2 mm per week?

Het Konijn

Klasse : Mammalia (zoogdieren) Orde : Lagomorpha (haasachtigen) Familie : Leporidae (hazen) Geslacht en soort : Oryctolagus cuniculus (konijn) Het onderscheid tussen knaagdieren enerzijds en haasachtigen anderzijds wordt gemaakt op basis van het gebit. Een knaagdier heeft twee snijtanden in de bovenkaak en twee snijtanden in de onderkaak. Een dier uit de orde van de haasachtigen heeft 4 snijtanden in de bovenkaak, twee aan twee achter elkaar geplaatst, en twee snijtanden in de onderkaak. Dit betekent dus dat een konijn niet tot de knaagdieren mag worden gerekend.

Oorsprong en voorkomen

Oorspronkelijk is het konijn afkomstig uit Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Het oorspronkelijke konijn heeft grote ogen en oren. De achterpoten zijn langer dan de voorpoten. De voeten hebben geen zoolkussentjes maar zijn aan de onderkant stevig behaard. Door intensieve fokkerij is een enorme variatie ontstaan in konijnenrassen (meer dan 50!). Op basis van verschil in kleur, grootte en vachtstructuur zijn er nu vele variëteiten te onderscheiden. Bij het wilde konijn is het mannetje vrijwel even groot als het vrouwtje alleen de kop is wat forser. Beide seksen hebben klieren onder de kin die een stof afscheiden die gebruikt wordt bij de territoriumafbakening. Bij het mannetje zijn deze klieren groter. Ook bij de directe onderlinge herkenning spelen deze klieren een rol. In de loop der tijden is het konijn uitgewaaierd over vrijwel de hele wereld. In Australië bijvoorbeeld leidde dit tot grote problemen. Het konijn was hier door het ontbreken van natuurlijke vijanden dermate succesvol, dat er sprake was van een ware plaag. Hierdoor dreigden zelfs voedseltekorten te ontstaan voor de inheemse dieren. Konijnen hebben een voorkeur voor grasland en open bosachtig gebied. Ze graven uitgebreide gangenstelsels met verschillende gangen. Er zijn grote gangen die uitkomen op een centrale woonruimte en er zijn nauwe gangen die dienst doen als vluchtgangen. Ook zijn er woonruimten aan het eind van blind eindigende gangen. Konijnen zijn nachtdieren, alhoewel ze steeds meer ook overdag gezien worden door hun enorme aanpassingsvermogen. In 1954 en 1955 is de konijnenstand in Europa ernstig teruggedrongen door een ziekte, myxomatose genaamd, die speciaal ontwikkeld en geïntroduceerd is om overlast door konijnen in te dammen.

Voortplanting

Een mannetje (rammelaar) paart met verschillende vrouwtjes (voedsters). De eisprong (ovulatie) is geïnduceerd, dus pas na een paring vindt er een eisprong plaats. Na een gemiddelde dracht van 31 dagen worden de jongen geworpen. Om kannibalisme te voorkomen is het verstandig om het mannetje bij de jongen uit de buurt te houden. De voedster bouwt een nest waarbij ze zachte haren gebruikt die ze uit haar eigen buikhuid trekt. Dit gebeurt meestal in de laatste drie dagen van de dracht. Schijnzwangerschap komt overigens regelmatig voor bij de huiskonijnen. Deze duurt 14-17 dagen en voedsters kunnen agressief worden, haren uittrekken en zelfs melk produceren. De jongen worden blind, doof en kaal geboren. Jongen worden slechts enkele malen per etmaal gezoogd, waarbij de zoogtijd niet langer is dan 3 minuten. Na 10 dagen gaan de ogen open en na 14 dagen gaan de oortjes staan, behalve bij de hangoorrassen. Na 18-24 dagen komen de jongen uit het nest tevoorschijn. Vanaf twee weken na de geboorte is de voedster alweer vruchtbaar. Vanaf een leeftijd van 6 maanden kan een rammelaar gecastreerd worden, na de castratie blijft het dier nog mogelijk 4-6 weken vruchtbaar! Geslachtsrijp: 3½ – 9 maanden, kleine rassen vaak eerder dan grote rassen en voedsters eerder dan rammelaars. Vruchtbaarheidscyclus: geen, geïnduceerde eisprong. Hele jaar door vruchtbaar. Draagtijd: 29-33dgn (gemiddeld 31). Konijnen zijn nestblijvers en de jongen worden kaal en blind geboren. Nestgrootte: 2-10 jongen (gemiddeld 7) Geboortegewicht: 30-70 gram Speenleeftijd: 4-6wkn Volwassen gewicht: 1-7kg Lichaamstemperatuur: 38,5-40,5°C Levensduur: 7-8jr (max. 15 jaar)

Huisvesting en verzorging

Konijnen zijn sociale dieren die in het wild in groepen leven. Het is dan ook aan te raden om een konijn niet individueel te houden, maar altijd samen met andere konijnen. Konijnen dienen te worden beschermd tegen koude, vocht en felle zon. De afmetingen zijn afhankelijk van het ras, maar de volgende richtlijnen kunnen als minimale eisen worden aangehouden: Hoogte (cm) Breedte (cm) Diepte (cm) groot ras: 70, 120, 60 middelgroot ras: 70, 100, 60 klein ras: 70, 75, 60 Hierbij geldt: groter is beter. Een konijn heeft lichaamsbeweging nodig en moet goed rechtop kunnen staan in het hok. Konijnen kunnen ook goed buiten worden gehouden, het liefst op gras. Als ze buiten gewend zijn, kunnen ze ook in de winter buiten blijven. Zorg dan wel voor een warme schuilplaats. Een goede bodembedekking is stro op een houtvezellaag. De aanwezigheid van zacht nestmateriaal is gewenst bij fokdieren. De strooisellaag moet regelmatig ververst worden om ziekten te voorkomen. Te weinig verversen, kan leiden tot coccidiose (parasitaire darminfectie) of ammoniakdamp wat irriterend is voor de slijmvliezen en aanleiding kan geven tot luchtweg infecties (“snot”). Een geschikte omgevingstemperatuur is 15-21 °C en een konijn verdraagt temperaturen van 6-29 °C. De vochtigheidsgraad moet tussen de 40 en 70% liggen. Als voerbakken moet men stevige bakjes kiezen van roestvrij staal of geglazuurd aardewerk in verband met hygiëne en knaagschade.

Voeding

Wilde konijnen eten vrijwel alleen plantaardig voedsel. Hoogst zelden zullen ze een slakje of aardworm nuttigen. Coprofagie (het eten van eigen ontlasting) komt ook voor bij het konijn en dient om voedingsstoffen (vitamine B, K en eiwitten) op te nemen die door de microbiële organismen in de dikke darm zijn gemaakt. Deze stoffen worden ’s nachts met de ontlasting als zachte keutels uitgescheiden. Overdag zijn de keutels hard. De zachte keutels (caecotrophen) zijn zeer eiwitrijk (29.5% in de droge stof) en voorzien in 20% van de dagelijkse eiwitbehoefte. Konijnen dienen altijd te kunnen beschikken over hooi van goede kwaliteit en vers water. Het menu kan worden aangevuld met vers groenvoer. Wees voorzichtig met granen en brood. Ook biks (konijnenbrokjes) dienen met mate gegeven te worden. Kijk voor meer informatie over de voeding van konijnen bij het hoofdstuk ‘Voeding’. Voeding van moederloze jongen dient 2-3x daags te geschieden. Het te geven melk volume per dag bedraagt in de eerste week ongeveer 5 ml, in de tweede week 15 ml en in de derde week 25 ml. Tevens moet na iedere maaltijd de buikstreek gemasseerd worden om de darmen en blaas te stimuleren. Na enkele weken kunnen de jongen overgewend worden op vast voedsel.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl
 

Weerstand bij dieren

De weerstand van een dier staat in direct verband met het afweersysteem. Het is een evenwicht tussen belasting en belastbaarheid. Invloeden van buitenaf zoals bacteriën en virussen bedreigen dagelijks de gezondheid van uw dier. Meestal gebeurt dit zonder dat een dier daar iets van merkt. Pas als de weerstand laag is komen de gevolgen.

Wat is weerstand eigenlijk?

Weerstand lijkt een wat vaag begrip en toch weet bijna iedereen wat ermee wordt bedoeld. Weerstand is het vermogen van uw dier om zelf de negatieve externe invloeden te weren en te bestrijden zodat deze geen kans krijgen het lichaam van uw dier ziek te maken. De hoogte van deze weerstand is afhankelijk van het afweersysteem. Dit bestaat uit antistoffen en witte bloedcellen die iedere dag de strijd aangaan met bacteriën en virussen die het lichaam van uw dier kunnen binnendringen.

Algemene weerstand

Het afweersysteem is verdeeld in twee soorten: veel organismen in het lichaam hebben een niet-specifieke weerstand. Dit zijn algemene beschermingsmechanismen. Daarnaast is er de specifieke immuniteit die uw dier beschermt tegen onbekende en bedreigende organismen die ziekte kunnen doen ontkiemen.

Weerstand op peil houden

Het afweersysteem wordt voor een groot deel gevormd door de productie van lymfocyten. Deze worden onder andere geproduceerd door de thymusklier, de milt, het beenmerg en het bindweefsel van de maagwand. Daarnaast produceert het lichaam andere afweerstoffen die essentieel zijn voor een goede weerstand.
Al deze processen staan onder invloed van externe factoren. Zo is het belangrijk om uw dier afwisselend te laten inspannen (uitdagen, wandelen) en te ontspannen (rusten en slapen). Daarnaast hebben dieren voldoende vitamines en mineralen uit voeding nodig om het afweersysteem en dus de weerstand op peil te houden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Uw huisdier en een baby

Huisdier is een eerste baby

De komst van een baby, zeker de eerste, zorgt voor veel veranderingen. Maar in veel gevallen is een huisdier al een eerste baby. En is vaak ook jarenlang als zodanig behandeld. Veel aanstaande ouders vragen zich daarom af of het wel goed zal gaan als de baby er eenmaal is. Maar met enig beleid en gewoon gezond verstand gaan baby’s en huisdieren heel goed samen.

Kattenbak verschonen

Het is bijvoorbeeld niet nodig de kat de deur uit te doen tijdens de zwangerschap. Wel moet de kattenbak minstens eenmaal per 24 uur verschoond worden, liefst door iemand anders dan de zwangere vrouw, dit i.v.m. toxoplasmose besmetting.

Aandacht delen

Bereid uw huisdieren erop voor dat ze in de toekomst de aandacht zullen moeten delen. Wen ze er bijvoorbeeld aan dat ze niet altijd bij het baasje kunnen zijn en dat ze op hun eigen plek moeten blijven. Begin daar al mee tijdens de zwangerschap, dan is de overgang niet zo groot als de baby er eenmaal is. Leer ze ook dat de babykamer niet tot hun terrein behoort. Vooral katten hebben de neiging een lekker warm plekje op te zoeken zoals bijvoorbeeld het kinderbedje.

Rustig laten snuffelen

Als de baby er is kan die het beste bij de dieren worden geïntroduceerd door ze er even rustig aan te laten snuffelen. De meeste eigenaren weten wel hoe hun huisdier op kinderen reageert.

Ga iets doen met uw huisdier

Het kraambezoek heeft vaak alleen oog voor de baby. Maar laat ze ook even aandacht aan de huisdieren geven. Aanhalen of iets lekkers zorgen ervoor dat de dieren zich niet buitengesloten voelen. Probeer tussen alle drukte van een eerste kind op vaste tijdstippen iets met uw huisdieren te doen zoals een wandeling of een spelletje. De hond kan natuurlijk ook mee als u met de baby gaat wandelen. Het is dan wel van belang dat de hond gehoorzaam is zodat er geen onverwachte gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.

Vertrouwd raken

Al deze zaken maken dat huisdieren vertrouwd raken met de baby, maar ook betrokken blijven bij het gezin.

Het is wel van belang dat uw huisdieren goed gezond zijn. Zorg dat de dieren gevaccineerd zijn en om wormbesmettingen bij kinderen te voorkomen, moeten de dieren ook regelmatig ontwormd worden. Als ouders een aantal voorzorgsmaatregelen nemen, gaan huisdieren en kinderen dus heel goed samen en kunnen ze zelfs heel veel voor elkaar betekenen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Kracht van de plant voor huisdieren

Effect op welbevinden

Van koffie wordt je wakker, suiker geeft energie en van cannabis krijg je niet alleen een ontspannen gevoel, vaak ook een eetkick. Dat planten en kruiden grote effecten kunnen hebben op ons welbevinden, ervaren we dagelijks. Veel geneesmiddelen, zowel voor mens als dier, zijn oorspronkelijk ook gebaseerd op planten. Bijvoorbeeld de werkzame stof van de eerste aspirine werd uit de bast van de wilg gehaald.

Werking claimen

Sinds 2012 is de wetgeving rond natuurlijke gezondheidsproducten sterk veranderd. De werking van een bepaalde stof mag alleen geclaimd en genoemd worden als dit wetenschappelijk is aangetoond. Dit zijn langdurige en kostbare onderzoekstrajecten. En voor vrijwel alle natuurlijke producten op plantaardige basis (zoals PuurGroene Os en Phytonics) worden deze trajecten niet doorlopen.

Kracht van de plant

Maar ondanks deze wetgeving wordt de kracht van de plant steeds meer met succes benut in de diergeneeskunde en de humane geneeskunde. Iedereen kent het gebruik van taxol (wordt gewonnen uit de taxushaag) bij borstkanker. Laten we vooral helder in beeld brengen welke plant wat goed doet. Ter heil van mens en dier.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Informatie over de rat en hamster

Hamstergedrag mens en dier, wc papier
Ratten en hamsters behoren tot de knaagdieren. Hun snijtanden groeien levenslang door. In tegenstelling tot konijnen en cavia’s groeien hun kiezen niet levenslang door. Hierdoor zien we zelden kiesproblemen bij ratten en hamsters. Voor uitgebreide informatie over aanschaf en huisvesting van ratten, hamsters en andere knaagdieren, kijk ook op www.licg.nl.

Wist u dat?

Ratten hebben een Harderse klier die porfyrines produceert. Dit is een rode vloeistof. Ratten die zich niet lekker voelen of gestresst zijn, kunnen dan roodverkleuring rond de ogen of neus hebben. Het kan dan soms net lijken of de rat bloedt. Jonge ratte worden ook wel rittens genoemd. Hamsters hebben grote wangzakken waar ze voedsel in opslaan. Deze kunnen soms wel gevuld zijn tot aan de schouders! Hamsters hebben klieren om hun territorium te markeren. Deze zitten op de flank of op de buik, afhankelijk van de hamstersoort. Geslachtsbepaling  bij hamsters kan worden gedaan op basis van de afstand tussen de anus en de geslachtsopening. Bij de mannetjes is deze groter dan bij vrouwtjes.

Fokgegevens

Rat

  • Geslachtsrijp: vanaf 4 weken
  • Draagtijd: 21-23 dagen
  • Nestgrootte:  7-9 rittens
  • Speenleeftijd: 4-5 weken. Houd mannelijke dieren apart van hun moeder en zusjes, zij kunnen hen anders al bevruchten!
  • Volwassen gewicht: 450-520 gram (mannelijk), 250-300 gram (vrouwelijk)
  • Levensverwachting: 2-3 jaar (max. 3,5)

Hamster

  • Geslachtsrijp: vanaf 4-5 weken
  • Draagtijd: 16-21 dagen afhankelijk van de soort
  • Nestgrootte:  5-8 jongen
  • Speenleeftijd: 3-4 weken. Houd mannelijke dieren apart van hun moeder en zusjes, zij kunnen hen anders al bevruchten!
  • Volwassen gewicht goudhamster: 85-130 gram (mannelijk), 95-150 gram (vrouwelijk)
  • Levensverwachting: 1,5-2 jaar

Huisvesting en verzorging

Ratten leven van nature in kleine groepen bestaand uit een dominant mannetje, enkele vrouwtjes en enkele onderdanige mannetjes. Het zijn sociale dieren die graag samen gehuisvest worden. Als bodembedekking  kan papier, beukensnippers of karton gebruikt worden. Houtsnippers (zaagsel) zijn ongeschikt, omdat ratten snel last hebben van hun luchtwegen. Goudhamsters zijn solitaire dieren en kunnen het best alleen worden gehuisvest. Dwerghamsters kunnen vaak wel samen worden gehouden, maar houdt dit wel goed in de gaten. Als ze gaan vechten kan dit fataal aflopen. Zorg voor een kooi met een voldoende diepe bak waar ze in kunnen graven. Geschikte bodembedekking bestaat uit papier en materialen uit mais, hennep of houtpulp. Zaagsel kan ook gebruikt worden, maar kan mogelijk gezondheidsproblemen geven. Verder vinden ze een zandbadje in chinchillazand vaak heerlijk. Het zijn nachtdieren en ze kunnen ’s nachts dan ook behoorlijk wat herrie maken! Een hamsterkooi op de slaapkamer is dan ook meestal niet aan te raden. Ratten en hamsters zijn zeer ondernemend en klimmen en klauteren wat af. Zorg voor een grote kooi van tralies met meerdere verdiepingen. Bied voldoende speeltjes, knaagmateriaal en nestmateriaal aan.

Voeding

Ratten en hamsters zijn omnivoren (alleseters) en voeden zich in de natuur met granen, planten, insecten en wormen. Koop dus speciale voeding die geschikt is voor ratten of hamsters. In andere voeding ontbreken vaak de benodigde voedingsstoffen. Wij geven de voorkeur aan uniforme biks, waar ze niet de lekkere dingen uit kunnen pikken. Naast biks kan groente, fruit, een stukje gekookt ei of wat kaas gegeven worden. Ook honden- of kattenbrokken lusten ze graag. Hierbij geldt wel: alles met mate! Ook ratten en hamsters kunnen te dik worden.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Informatie over de cavia

Wat is een cavia?

De cavia komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en werd in de16e eeuw in Europa geïmporteerd, waarschijnlijk via Suriname. De vacht kan zowel glad als ruw en kort- als langharig zijn. Cavia’s worden ten onrechte nogal eens marmot genoemd. De echte marmotten zijn de ‘mulmeltiere’ die in de alpen voorkomen. De cavia is een knaagdier en heeft steeds doorgroeiende tanden. Door slijtage worden ze niet te lang. Soms slijten ze onvoldoende en kunnen ze gebitsproblemen geven. Een mannelijke cavia wordt een beer genoemd, een vrouwelijke cavia een zeug. Voor uitgebreide informatie over aanschaf en huisvesting van cavia’s, kijk ook op LICG.

Gedrag

De cavia is een groepsdier met een duidelijke hiërarchie onder de beertjes. Bij de vrouwtjes (zeugjes) komt dit verschijnsel veel minder of niet voor. Beertjes in de groep worden door de dominante beer in de groep geduld maar als zij avances maken naar zeugjes zullen zij worden verjaagd.

Hanteren

De cavia is een goed te hanteren dier dat niet zo snel zal bijten. Hij moet met beide handen worden opgepakt. Het beste is het dier rond de schouders te pakken en met de andere hand het onderlichaam te ondersteunen. Vooral bij drachtige cavia’s is het belangrijk het onderlichaam te ondersteunen omdat dit erg zwaar wordt. Bij zware of drachtige dieren bestaat namelijk het gevaar dat de vingertoppen in de buikholte een leverscheuring veroorzaken met als gevolg een inwendige bloeding met dodelijke afloop.

Voortplanting

Meestal past men polygame fok toe van 1 beertje met 4 à 5 zeugjes. Cavia’s maken geen nest maar verschuilen zich graag in hooi, dat dus ook beschikbaar moet zijn. Dat beschermt bovendien de pasgeboren jongen tegen afkoeling. Pasgeboren cavia’s zijn meer volgroeid dan bij anderen knaagdieren het geval is. Het zijn nestvlieders. Bij de geboorte zijn de jongen al behaard, de ogen zijn open en het gebit is ontwikkeld. Kort na de geboorte kunnen de jongen al voer opnemen en water drinken. Hoewel het zeugje maar 1 paar tepels heeft, kan ze goed nesten van 3 a 4 jongen groot brengen.

Fokgegevens

  • Geslachtsrijp: vanaf 4-7 weken. Haal de mannetjes dus op tijd (voor de 4 weken leeftijd) weg bij de moeder en zusjes!
  • Fokrijpheid: 3 maanden (beer), 5 maanden (zeug). Vrouwelijke dieren moeten op jonge leeftijd (vóór de 6-8 maanden leeftijd) gedekt worden. Gebeurt dit later, dan kan het geboortekanaal te klein zijn en kunnen de jongen niet goed geboren worden. Dan zal een keizersnede nodig zijn.
  • Draagtijd: 59-72 dagen. Cavia’s zijn nestvlieders en de jongen worden met haar geboren.
  • Nestgrootte: 1-6 jongen (gemiddeld 4)
  • Geboortegewicht: 70-100 gram
  • Speenleeftijd: 3-4 weken
  • Volwassen gewicht: beertje: 950-1200 gram, zeugje: 700-850 gram
  • Levensverwachting: 4-5 jaar (max. 8 jaar)

Hoe verzorg je een cavia?

Het lijkt zo makkelijk om een cavia te houden. Op zich is het dat ook wel maar het vraagt wel tijd, consequent handelen en aandacht. Vooral de huisvesting en de dagelijkse voeding zijn van belang. Daarom staan we daar hier even nader bij stil.

Huisvesting van de cavia

Cavia’s worden het best in grote, vlakke kooien gehouden. Ze moeten zich kunnen verschuilen, bijvoorbeeld in hooi of onder een afdakje. Als bodembedekking kunnen houtkrullen, hooi of zaagsel gebruikt worden. Zaagsel heeft als nadeel dat het zich bij de beertjes kan ophopen onder de voorhuid van de penis en daar een chronische ontsteking veroorzaken. De ideale omgevingstemperatuur is 20-24 °C. Ze kunnen goed tegen lagere temperaturen als ze een goede bodembedekking hebben. Cavia’s zijn slecht bestand tegen hoge temperaturen. Deze mag zeker niet hoger zijn dan 30 graden.

Voeding van de cavia

Cavia’s missen een enzym dat nodig is om vitamine C te maken. De cavia heeft dus dagelijks aanvoer van vitamine C nodig: minimaal 10 mg per kg lichaamsgewicht per dag. Dit is niet het geval bij het konijn. Konijnenvoer kan dus niet aan cavia’s kan worden gegeven zonder dat extra vitamine C wordt verstrekt. Cavia voeding bevat extra toegevoegd vitamine C, maar dit alleen is onvoldoende. Fruit en groenvoer zijn hiervoor geschikt, maar vitamine C kan ook met een tabletje worden gegeven. Veel cavia’s zien dit echt als een snoepje! Cavia’s zijn planteneters. Hoewel hooi vaak als voedsel wordt gegeven, moet het zodanig worden verstrekt dat de cavia het tevens als beschuttingsmateriaal kan gebruiken. Wat hooi en appel zijn vaak onmisbaar voor een goede conditie. Bij verstrekken van groenvoer moet men oppassen geen ziekten in te brengen. Cavia’s zijn kieskeurige eters. Ze kunnen eten en drinken weigeren als het voedsel of de voerbak zijn veranderd. Ze zijn ook slordige eters. Ze morsen veel en doen hun behoeften in de voerbak. Het voedsel moet dus vaak worden ververst en de voerbak moet regelmatig worden schoongemaakt. Ook waterflessen met liefst roestvrij stalen drinktuiten moeten vaak worden gereinigd, omdat cavia’s in de fles terugspuwen. Water en voer moeten vrij ter beschikking staan. Dierenartsenpraktijk Horst adviseert de Supreme Science Selective voeding voor uw cavia. Deze is bij Dierapotheker.nl te bestellen.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Parasieten bij konijn, cavia, fret, rat, chinchilla en hamster

 

Mijten, luizen, vlooien, wormen bij konijn en knaagdieren

Mijten (schurft), vlooien en luizen kunnen hinderlijk zijn voor het konijn en knaagdieren. Deze parasieten veroorzaken vooral schilfering en haaruitval en dat waar het dier het meeste last van heeft: Jeuk. Het is dus het beste om parasieten bij uw konijn of knaagdier te voorkomen en wanneer ze er toch last van hebben dit direct goed te behandelen. Gebruik nooit zomaar de middelen die bij hond en kat gebruikt worden, want deze kunnen giftig zijn voor de kleindieren. Frontline bij het konijn is hiervan een berucht voorbeeld.

Mijten bij het konijn en knaagdier

Er zijn verschillende soorten mijten. De belangrijkste zijn:

  1. De vachtmijt
    De vachtmijt geeft vooral veel losse haren. Maar ook jeuk: de diertjes krabben en bijten zichzelf en zo ontstaan wondjes, roos en kale plekken. De veroorzaker is de Cheyletiella parasitovorax. Deze is goed te vinden door met een vlooienkam de huid uit te kammen en dan de schilfers onder de microscoop te bekijken. We zien dan de mijten en de eitjes. Een andere vorm van vachtmijt is Leoparacarus gibbus, deze is op de haren te zien onder de microscoop, en geeft een kale huid zonder schilfers. De haren vallen als vanzelf uit doordat de haarschachten worden aangetast.Konijnen en knaagdieren die last hebben van de vachtmijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  2. Huidmijt of schurft
    De huidmijt geeft schurft bij het konijn en het knaagdier. Schurft kenmerkt zich door jeuk, vooral bij de oren en andere plekken op de kop. Echter ook op de rest van het lichaam kunnen de gevolgen van de jeuk zichtbaar zijn: kale plekken en wondjes. De diagnose is te stellen door een huidafkrabsel onder de microscoop te bekijken. Dit afkrabsel moet diep uit de huid worden genomen (tot bloedens toe) want de mijten leven in gangen in de huid. Deze mijt is vaak wel lastig te vinden. De huidmijt heeft de naam Notoedres cati of Sarcoptes scabiei. Demodex cuniculi is het maar zelden, deze leeft in de talgklierzakjes van de haren en is microscopisch gemakkelijk te vinden.De huidmijt is goed te behandelen met Ivermectine. 
  3. Oormijt
    Flappert uw konijn of knaagdier veel met de oren? En krabt hij ook aan zijn oor en schudt hij met de kop? De kans is groot dat hij last heeft van oormijt. We zien dan ook vaak bruine korsten in het oor. We zien oormijt vooral bij jonge dieren en bij dieren uit een kinderboederij of opvang. We zien dan ook dat alle dieren er last van hebben. Om de diagnose zeker te stellen kijken we met een otoscoop in het oor en we zien de oormijten dan kruipen.Konijnen en knaagdieren die last hebben van oormijt zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).
  4. Oogstmijt
    De oogstmijt, ook wel de herfstmijt genoemd, komt plaatselijk in Nederland voor op kalkrijke gronden in grasstroken langs het water. Een infectie met herstmijt bij konijnen komt niet veel voor en als het voorkomt dan is het rond augustus (oogstmaand). De oogstmijten zitten vooral op de kop van het konijn, vaak op één plek op de neus. Mensen kunnen trouwens ook last hebben van de oogst mijt. De behandeling van oogstmijt gebeurt met een pincet en scherpe lepel. Hiermee haal je de mijten van het dier af. Wanneer uw konijn de oogstmijt in augustus heeft opgelopen dan is het vrijwel zeker dat ze de jaren erna weer besmet worden met deze mijt. Voorkom dus in deze periode dat uw konijn buiten in struiken, bosjes en gras langs het water kan komen.

Vlooien bij knaagdieren en het konijn

Konijnen en knaagdieren kunnen vlooien oplopen. Vaak gebeurt dit via egels. Egels hebben vaak en veel vlooien bij zich. Vlooien kunnen ook bij konijnen jeuk geven en kunnen de ziekte Myxomatose overdragen.

Behandel een konijn met vlooien nooit met Frontline. Frontline is gif voor het konijn. Konijnen en knaagdieren die last hebben van vlooien zijn het beste te behandelen met Selamectine (Stronghold). Dit is een effectief en veilig mijten- en vlooienmiddel voor bijzondere dieren, zoals konijn, cavia en rat. Het is echter geregistreerd voor hond en kat en niet voor bijzondere dieren. Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van Stronghold bij het konijn. De dosering is: voor dieren <800 gram lichaamsgewicht: gedeelte van pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml), dieren tussen 800 gram en 2.5 kg: 1 pipet Stronghold pup/kitten (15 mg=0.25ml) en dieren zwaarder dan 1.5 kg: 1 pipet Stronghold volwassen kat (45 mg).

Luizen

Luizen zuigen bloed en beschadigen zo de huid van het konijn en knaagdier. In de vacht legt een luis witte eitjes, ze zijn dan ook in een donkere vacht goed zichtbaar. Besmetting van dier naar dier is bij luizen minder aan de orde. Wel kan ook de luis Myxomatose naar het konijn overdragen. Behandel een knaagdier of konijn met luizen met ivermectine en vergeet niet ook de ligplek en de vacht goed schoon te maken.

Schimmels bij knaagdier en konijn

Schimmels komen veel voor bij dieren. Vaak zonder dat die schimmels klachten veroorzaken bij het dier. Wanneer een dier een verlaagde weerstand heeft dan kan een schimmel toeslaan en een dunne huid en kleine korstjes op de huid veroorzaken. Zonder behandeling kunnen die beschadigingen van de huid grote kale plekken worden. Schimmels zijn besmettelijk van dier naar dier en soms ook naar mens. Schimmels zijn vaak hardnekkig en behandelen moet dan ook consequent gebeuren. Een bijzondere vorm van schimmel is Ringworm. Het is te zien doordat er een ring in de huid van konijn of knaagdier ontstaat, vanuit het midden treedt er namelijk genezing op. Ringworm kan jeuk geven die niet erg pijnlijk is.

Madenziekte bij konijnen

Madenziekte, ook wel Myasis genoemd, is een groot gevaar voor konijn in de zomer maanden. Bij warmte is de groene vleesvlieg een bedreiging voor het konijn. Deze vliegen leggen eieren in vieze haren, bijvoorbeeld bij plakpoep rond de anus en onder de staart van het konijn. Ook bij andere ontstekingen van de huid kan de vlieg zich nestelen op het konijn. De aangekoekte poep bij het konijn wordt vooral veroorzaakt doordat het konijn te veel eten krijgt aangeboden. Een konijn heeft namelijk 2 soorten keutels, gewone en blinde darm. En konijn eet die blinde darm keutels altijd op (coprofagie). Wanneer dit niet gebeurt dan geeft dit plakpoep rond de anus van het konijn. Juist die blinde darm keutels zijn namelijk erg plakkerig. De vliegen leggen eitjes op d aangetaste huid en dan ontstaan maden. De witte maden kunnen heel klein zijn maar ook 1 cm lang en ze zijn zeer bewegelijk. Die maden maken gaten in de huid van het konijn en richten zo enorme schade aan. Heeft uw konijn madenziekte? Ga dan naar uw dierenarts, vaak is een behandeling onder narcose noodzakelijk.

Voorkom de madenziekte ten alle tijde. Geef een konijn maar 20 gram voer per kg lichaamsgewicht + altijd hooi. Wanner er toch plakpoep komt, verwijder deze dan direct met lauw water en houdt het hok fris en schoon. Nomyiasis is een effectieve spray die helpt en ondersteunt bij Myasis. De spray doodt de vliegen en de maden op het konijn.

Wormen bij knaagdier en konijn

Ook bij knaagdieren en konijnen komen wormen voor. Dit kunnen verschillende soorten zijn. Bij het konijn is de meest voorkomende de Pinworm. De besmetting komt door het eten van eitjes van de worm. De besmetting kan al gebeuren kort na de geboorte vanuit de moeder van het dier. Ook andere konijnen (buiten) zijn een bron van infectie. We zien bij een worminfectie meestal afwijkende keutels, vaak minder en te kleine. Ook slijmdraden worden wel gezien. De pinworm kunnen we met het blote oog zien zitten op de keutels.

We behandelen worminfecties, met name de spoel- en zweepworm, bij knaagdier en konijn met een antiworm middel op basis van ivermectine. De pinworm van het konijn is hier echter niet bijzonder gevoelig voor. Beter is dan op voorschrift te behandelen met Panacur (cascaderegeling).

E. Cuniculi bij het konijn

E. Cuniculi is een zogenaamde protozoaire ziekte. Een protozoa is een ééncellig organisme die iets groter is dan een bacterie. Deze besmetting komt bij het konijn vaak voor. De E. Cuniculi nestelt zich met name in zenuwweefsel. De symptomen zijn: hersenproblemen, achterhandsproblemen, blaas- of nierproblemen, heen en weer bewegen oogbol, vermageren zonder reden. De diagnose is lastig te stellen en behandelen heeft het meest zin wanneer u er snel bij bent en uw dierenarts bezoekt.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl