Gedurende de eerste levensweken zijn de pups volledig afhankelijk van de teef. Ze kunnen zichzelf nog niet warm en schoon houden en hebben de teef nodig om hun ontlasting en urine kwijt te kunnen. Onderstaand schema geeft globaal weer waar aan gedacht moet worden tijdens de eerste levensweken van de pups. Deze zaken worden hier verder toegelicht.
Na de geboorte is het belangrijk elke pup te identificeren en te wegen.
|
Temp. omgeving |
Ontwormen pups + teef |
Vaccinatie |
Voeding |
Overig |
Tabel. Overzichtsschema voor de verzorging van pups in de eerste levensweken.
Week 1 |
29-32°C |
|
|
Melk |
|
Week 2 |
26-29°C |
1e keer |
|
Melk |
Na 10 dagen verdubbeling gewicht pup |
Week 3 |
23-26°C |
|
|
Melk |
|
Week 4 |
23°C |
2e keer |
|
Melk + Vast |
|
Week 5 |
|
|
|
Melk + Vast |
|
Week 6 |
|
3e keer |
1e vaccinatie |
Melk + Vast |
Chippen pups verplicht vóór 7 weken leeftijd! |
Week 7 |
|
|
|
Vast |
|
Week 8 |
|
4e keer |
|
Vast |
|
Week 9 |
|
|
2e vaccinatie |
Vast |
|
Omgevingstemperatuur
De normale lichaamstemperatuur ligt bij pasgeboren pups rond de 35,5°C en na 1 week rond de 37,5°C, maar kan nog sterk fluctueren. Pasgeboren pups kunnen hun eigen lichaamstemperatuur nog niet op peil houden. Na de geboorte koelen ze flink af, zeker doordat ze nog nat zijn. Hoe sneller de teef ze droog likt en ze tegen elkaar aan kruipen, hoe beter dit voorkomen kan worden. De ideale omgevingstemperatuur in de directe omgeving van de pups is 29-32°C. Voor de teef ligt de ideale temperatuur een stuk lager. In een goed geïsoleerde werpkist wordt dan ook meestal een temperatuur van 24-27°C aangehouden. Door middel van een warmtelamp in een deel van de werpkist, kan aan de behoefte van zowel pups als moeder voldaan worden. Hang de lamp op de juiste hoogte, zodat de pups het niet te warm of te koud zullen hebben. Hangt de lamp te laag, dan kunnen de pups verbranden! Met een thermometer in de werpkist ter hoogte van de pups kun je bepalen of de omgevingstemperatuur juist is. Zorg er ook voor dat de pups niet op de tocht staan. Pups die het te koud hebben zijn onrustig, piepen, nemen niet toe in gewicht of vallen zelfs af.
Voeding
Melk. De eerste weken van hun leven drinken pups uitsluitend moedermelk. Deze melk is zeer voedzaam en energierijk. Bovendien zitten in de eerste melk, ook wel biest of colostrum genoemd, afweerstoffen die de pups gedurende hun eerste levensweken beschermen tegen verschillende ziektes. Het is dus belangrijk dat een pup al vrij snel na de geboorte gaat drinken bij de teef. Gezonde pups zullen al snel nadat ze door de teef zijn schoongelikt op zoek gaan naar een tepel. Het is belangrijk om te controleren of pups voldoende drinken. Na het drinken dient de pup rustig te gaan slapen en een gevuld buikje te hebben. Langdurig piepen en onrust kan op honger duiden. Om te weten hoeveel een pup gedronken heeft, kan deze voor en na het drinken gewogen worden.
Soms kan een pup te weinig melk drinken, bijvoorbeeld als de teef te weinig melk geeft of de pup ziek is. In dat geval is het mogelijk om de pups bij te voeren met kunstmelk. Er zijn verschillende melkvervangende preparaten op de markt, bijvoorbeeld Esbilac®. In de eerste week moeten ze minimaal 8x daags gevoerd worden, om de 2 tot 3 uur, dus óók ‘s nachts. Bij pups die nog wel wat melk bij de moeder drinken kan men dan bijvoorbeeld 4x daags bijvoeren met kunstmelk. Er zijn formules om uit te rekenen hoeveel voeding een pup nodig heeft. Een richtlijn voor de hoeveelheid kunstmelk wordt aangegeven op de verpakking. Dit kan per situatie echter verschillend zijn! Naarmate de pups zwaarder worden, dient de hoeveelheid melk steeds verhoogd te worden. Het bijvoeren kan met een voedingssonde in de maag of met een speciale fles met speen voor pups. Doe dit voorzichtig, de pup kan zich anders makkelijk verslikken.
Vaste voeding. Vanaf 3 tot 4 weken na de geboorte kunnen de pups langzamerhand bijgevoerd worden met vaste voeding speciaal bestemd voor pups. In eerste instantie blikvoer en later brokjes. Geef ze 5 tot 6 keer per dag voeding in een schotel waar de pups samen uit kunnen eten. Vanaf een leeftijd van 6 tot 8 weken zijn de pups volledig over op vaste voeding en kunnen ze gespeend worden. Het aantal voedingen kan dan naar 4 keer per dag tot 3 maanden leeftijd. Daarna 3 keer per dag tot 6 maanden leeftijd en daarna naar 2 keer per dag. Jonge honden mogen wettelijk vanaf 7 weken bij de moeder weggehaald worden.
Voor een optimale groei en gezondheid is een uitgebalanceerde voeding van groot belang. Te weinig, te veel of verkeerde voeding kan ernstige gevolgen hebben voor de rest van zijn leven. Een speciale puppyvoeding die afgestemd is op de grootte van het ras is zeer geschikt. Een chihuahua heeft immers andere behoeften dan een Duitse dog. In puppyvoeding zit de juiste verhouding aan energie, eiwitten, vitaminen en mineralen. Het bijvoeren van extra vitaminen en mineralen is niet nodig en kan zelfs schadelijk zijn.
Groei
Bij een gezonde pup zal het gewicht vanaf de geboorte continue toenemen. Een pup die meer dan 10% van zijn lichaamsgewicht verliest, loopt risico te sterven en moet worden bijgevoerd. Weeg de pups dus in de eerste 24 uur na de geboorte en daarna dagelijks. Na 10 dagen dient de pup in gewicht verdubbeld te zijn. Voor een betrouwbare weging moeten de pups elke dag rond hetzelfde tijdstip gewogen worden op een nauwkeurige weegschaal. Noteer de gewichten, zodat een groeicurve gemaakt kan worden. Het stagneren van de groei is vaak het eerste teken dat er problemen zijn. Door het gewicht goed bij te houden is men vroeg gewaarschuwd en kan tijdig worden ingegrepen.
Ontlasting en urine
De eerste 2 tot 3 levensweken zijn de pups nog niet in staat zelf te ontlasten of urineren. De moeder zal dit stimuleren door de pups te likken op hun buik en rond de anus. Houd in de gaten of dit ook gebeurt. Bij moederloze pups kunt u het gedrag van de teef nabootsen door met een vochtig watje over de buik en rond de anus van de pup te wrijven.
Diarree komt geregeld voor bij pups en kan allerlei oorzaken hebben, zoals een voerverandering, verkeerde voersamenstelling en allerlei infecties. Onafhankelijk van de oorzaak is het belangrijk om tijdig in te grijpen. Pups kunnen namelijk snel uitdrogen. Neem dan ook contact op met de dierenarts in geval van diarree.
Hygiëne
Om de kans op infecties zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk het nest (werpkist) goed schoon te houden. Teven zullen vaak de ontlasting van de pups opeten, zodat het nest schoon blijft. Maak ook zelf het nest minimaal eenmaal daags schoon.
Ontworming
Vrijwel alle teven hebben ‘slapende’ (geïnhibeerde) spoelwormlarven in hun lichaam. De meeste pups worden dan ook al in de baarmoeder besmet met spoelwormen. Ook via de melk kunnen ze besmet worden. Pups kunnen erg ziek worden van een wormbesmetting en zelfs sterven. Om dit te voorkomen is het belangrijk om alle pups meerdere keren te ontwormen op 2, 4, 6 en 8 weken leeftijd. Er zijn speciale ontwormingsmiddelen voor pups op de markt, bijvoorbeeld Drontal pup. Ook de teef kan dan meteen samen met de pups ontwormd worden (Milbemax). Het heeft geen zin om de teef tijdens de dracht extra te ontwormen, omdat de ‘slapende’ spoelwormlarven hiermee niet worden aangepakt.
Vaccinatie
De eerste levensweken worden pups tegen verschillende ziektes beschermd door afweerstoffen die ze binnenkrijgen via de moedermelk. De hoeveelheid afweerstoffen neemt daarna geleidelijk af en de pup zal zelf afweerstoffen moeten aanmaken om beschermd te blijven. Het is daarom belangrijk om de pups op tijd te vaccineren. De basisenting voor pups bestaan uit een serie van drie vaccinaties: de eerste op 6 weken leeftijd, de tweede op 9 weken leeftijd en de laatste op 12 weken. Het herhalen van de vaccinatie heeft meerdere redenen: het immuunsysteem van de pup is nog niet volledig ontwikkeld, sommige vaccins geven na eenmalige vaccinatie onvoldoende bescherming en afweerstoffen die de pups van de moeder hebben gekregen kunnen de vaccinatie hinderen. De pups zijn dan ook pas volledig beschermd na deze serie van drie vaccinaties. Het is wettelijk verplicht dat pups vóór de 7 weken leeftijd de eerste keer gevaccineerd worden, uiterlijk 1 week voordat de pups naar de nieuwe eigenaar gaan.
Sinds 29 december 2014 moeten pups verplicht gevaccineerd worden tegen rabiës (hondsdolheid) wanneer zij naar het buitenland moeten reizen of worden ingevoerd in Nederland. Deze vaccinatie mag pas gegeven worden vanaf 3 maanden leeftijd (dus niet 12 weken!). Na vaccinatie is er een verplichte wachttijd van 3 weken voordat de pups over de grens vervoerd mogen worden. Houd hier dus rekening mee bij het kopen of verkopen van een pup.
Chippen
Pups geboren vanaf 1 april 2013 moeten binnen 7 weken na de geboorte verplicht gechipt worden en binnen 8 weken na de geboorte bij een aangewezen databank worden geregistreerd. Voor meer informatie kijk op www.chipjedier.nl. Bij rashonden zal vaak een chipper van de Raad van Beheer thuis komen voor nestcontrole en chippen. Het chippen kan ook door een dierenarts gebeuren, op de praktijk of aan huis, en kan dan gecombineerd worden met de eerste vaccinatie en uitgifte van het dierenpaspoort. Bij het chippen wordt er onderhuids een microchip ingebracht met een identificatienummer dat kan worden uitgelezen met een reader.
Fokken met rashonden
Bij het fokken van rashonden met stamboom zijn er een aantal extra zaken waar rekening mee moet worden gehouden. Vanaf 1 juni 2014 krijgen alle rashondenpups een verplicht DNA-afstammingsbewijs. Daarvoor wordt van alle rashondenpups en hun ouders DNA afgenomen. Zo is zeker dat de opgegeven ouders ook echt de ouders zijn, maar kan ook gerichter gewerkt worden aan het verbeteren van de gezondheid van rashonden. Voor meer informatie zie www.raadvanbeheer.nl
Vragen?
Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com
Drs. Jacques Jenniskens
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl