Dieren bang voor onweer, wat te doen?

Bange hond onder paraplu tijdens onweer en bliksem

Van sommige dieren kun je precies merken dat er onweer op komst is. Ze zijn dan onrustig of extra aanhankelijk. Dit kan voor de baas heel vervelend zijn, maar voor het dier zelf ook!

Wat is onweer?

Bliksemschichten met onweer

In Nederland zien we nogal eens onweer met regen, hagel, stevige wind, bliksem en donder. Dit ontstaat doordat er wrijving optreedt tussen sterk stijgende warme lucht en sterk dalende koude lucht. Onweer gaat samen met een hoge luchtvochtigheid en een lage luchtdruk. En dit is precies hetgeen wat een dier al ver van tevoren kan aanvoelen. Een dier merkt de komst van onweer dan vaak ook eerder op dan wij. Hun instinct vertelt hen dan om een veilige schuilplaats op te zoeken, zodat zij zullen overleven. Huisdier of niet, het blijft een dier met natuurlijke instincten.

Angst voor onweer

Angstige hond weggekropen voor onweer en bliksem onder een stoel

Dieren kunnen bang zijn voor onweer. Dit kan komen door de harde geluiden en/of de lichtflitsen. Vaak zien we dat dieren bijvoorbeeld eens flink geschrokken zijn van een vuurwerkknal en daarna angst ontwikkelen voor steeds meer geluiden die voorkomen, waaronder onweer. Maar het kan ook los van vuurwerkangst ontstaan. Dit is natuurlijk erg vervelend voor zowel dier als baas. Symptomen waaraan u angst voor onweer kunt herkennen zijn bijvoorbeeld: lage staart, oren naar achteren, trillen, onrust, piepen, janken, blaffen/miauwen, verstoppen, kwijlen, minder eetlust en de urine laten lopen. De angst wordt vaak erger naarmate het dier ouder wordt.

Wat kunt u eraan doen?

Een dier dat bang is voor onweer, kan een hele uitdaging zijn. Het is belangrijk om uw dier van jongs af aan te leren dat het niet bang hoeft te zijn voor onweer. Eventueel kunt u regelmatig een CD of muziekfragment opzetten met onweergeluiden, terwijl u met uw dier speelt. Gedraag u volkomen normaal ten tijde van onweer. Dus doe alsof er niets aan de hand is. Vertroetel uw dier dus niet extra veel, dan kunt u juist de boodschap overbrengen dat de angst voor onweer terecht is. Zorg dat uw dier zijn eigen veilige plek heeft om zich terug te kunnen trekken. Sluit de gordijnen en zet eventueel muziek op. Wanneer uw dier steun zoekt bij u, dan mag u die gerust bieden. Laat merken dat u er bent, maar overdrijf niet. Straf uw dier nooit, dit zal hem/haar alleen maar angstiger maken. Laat je dier niet alleen thuis en zorg ervoor dat ze niet weg kunnen lopen.

Net als bij vuurwerkangst, is het belangrijk om uw dier langzaam te laten wennen aan de geluiden van onweer. Als uw dier bang is, dan zal dit veel tijd en energie kosten en heel langzaam moeten worden opgebouwd. Het is de bedoeling dat uw dier de geluiden gaat associëren met iets plezierigs, zoals iets lekkers of een spelletje. Soms is de angst zo groot, dat het raadzaam is een gedragsdeskundige in te schakelen en eventueel gebruik te maken van kalmerende medicatie of supplementen.

Zo bestaan er voedingssupplementen, zoals Zylkene, en het Royal Canin Calm diet. Feliway, Adaptil, Telizen of Bach rescue druppels kunnen helpen om de angst op natuurlijke wijze te verminderen. Thunder Shirts kunnen helpen door het geven van een geborgen gevoel.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle, dierenarts

Het avontuur van Romy en Buddy

Featured Video Play Icon

Ruim een jaar geleden stelde wij u aan Romy en Buddy voor. Romy heeft last van een angststoornis en een vorm van autisme. Ze durft niet alleen naar buiten en is erg afhankelijk van haar moeder. Het enige wat Romy wilt is een zelfstandig leven leiden net als elke andere 19-jarige meid. Romy wilde dit graag samen met een hulphond bereiken en niet zo maar een hulphond; met haar eigen Buddy. Via Stichting Bultersmekke Assistancedogs zou Buddy opgeleid gaan worden. Maar een opleiding tot hulphond kost €21.000, een bedrag dat niet vergoed wordt door de zorgverzekeraar en Romy zelf moest gaan inzamelen.

Vanaf dat moment heeft Romy al haar creativiteit en doorzettingsvermogen ingezet om dit bedrag bij elkaar te krijgen. Het verkopen van zelfgemaakte producten, doppenacties, donatie huisjes op verschillende locaties, cursussen verzorgen en ga zo maar door. Toen Dierapotheker.nl van dit verhaal hoorde wilden wij graag ons steentje bijdragen. En dat hebben wij samen met u kunnen doen. Ruim €3000,- is dankzij u via Dierapotheker naar Buddy zijn opleiding gegaan. Bedankt namens Romy en Buddy voor elke bijdrage.

Ook Hill’s Pet Nutrition hoorde van het verhaal van Romy en Buddy. En nou wil het toeval dat Hill’s eerste huisdier, een blindengeleidehond, ook Buddy heet. Hill’s begreep dus als geen ander de speciale band die Romy en Buddy hebben opgebouwd.

Op dat moment hebben Hill’s en Dierapotheker besloten hun krachten te bundelen. Dierapotheker en Hill’s hebben het restbedrag geschonken samen met één jaar lang Hill’s Science Plan hondenvoer. Romy kan zich nu eindelijk voor 100% op haar trainingen met Buddy gaan concentreren. Gefeliciteerd Romy en Buddy!

Wij willen namens heel Dierapotheker en Dierenartsenpraktijk Horst onze complimenten geven aan Romy. Wat heb je dit knap gedaan! En een dikke dank u wel aan ieder van u voor uw bijdrage!

Romy en Buddy willen u bedanken!

“Aan alle mensen die hebben meegeholpen om mijn inzamelactie tot een succes te maken:

Met heel veel trots mag ik nu eindelijk bekendmaken dat ik €21.000 succesvol heb ingezameld voor de opleiding van mijn assistentiehond Buddy te bekostigen!

Het proces van geld inzamelen was zwaar en het was heel veel werk, maar het was ook heel leuk. Ik heb heel veel creatieve ideeën bedacht hoe ik geld ging inzamelen.Ik heb mooie zelfgemaakte hondenlijnen, hondenspeeltjes en nog veel meer verkocht, allemaal voor de opleiding van Buddy te bekostigen.

Een hele grote dankjewel aan alle lieve mensen die een hondenlijn hebben aangeschaft, de donateurs, of mijn actie op een andere manier hebben gesteund!

Ook een grote dankjewel aan Britt Holle & het team van Dierapotheker.nl en Dierenartsenpraktijk Horst!
Zonder jullie was dit niet gelukt! Dankjulliewel voor alles wat jullie voor mij en Buddy gedaan hebben!

Ook wil ik Michelle Laagewaard bedanken voor alle hulp, zij heeft mij begeleid tijdens het geld inzamelen. Dankjewel!

Ook wil ik Hill’s Pet Nutrition bedanken voor de donatie en de hondenvoeding voor Buddy! Dankzij de donatie van Hill’s is het bedrag voor de opleiding van Buddy nu compleet!Nu kunnen Buddy en ik ons volledig richten op de trainingen en kan ik me richten op mijn doel: zelfstandig worden samen met Buddy!

Nogmaals bedankt iedereen die mij en Buddy heeft gesteund!
Groetjes Romy & een poot van Buddy”

Herfstmijt bij hond en kat

De herfstmijt, ofwel Neotrombicula autumnalis, wordt ook wel oogstmijt genoemd. Het is een mijt die met name voorkomt in weilanden en grasveldjes. In bepaalde gebieden zien we ze vaker dan in andere. In de nazomer en herfst komen de larven van deze mijten uit de eitjes die in het jaar daarvoor gelegd zijn. De larven hechten zich vast op een voorbij komende hond, kat of mens en geven irritatie. Ze blijven ongeveer een week op het dier aanwezig. Daarna vallen ze eraf en ontwikkelen zich op de bodem tot ‘nymfen’, die zich op hun beurt tot volwassen mijten ontwikkelen. De volwassen mijten leggen dan weer eitjes. De volwassen mijten zijn zo’n 2 mm groot!

Wat zijn de symptomen?

De mijten geven jeuk en irritatie. Dit zien we vooral op de lichaamsdelen die contact maken met de grond, zoals de voetjes, neus en buik. Ook bij de oren zien we ze regelmatig. Een dier zal zich gaan krabben, bijten, likken of met de neus over de grond wrijven. Zo kunnen rode, geïrriteerde, natte en kale plekken ontstaan (bv. hotspot). De mijten (larven) zijn vaak met het blote oog te zien als feloranje speldenknopjes, ze zijn 0.2-0.4 mm groot. Met de microscoop zijn de larven met hun 6 pootjes goed te zien. De jeuk kan echter ook aanhouden als de larven alweer verdwenen zijn!

Waaruit bestaat de behandeling?

De meeste anti-vlooienmiddelen werken ook tegen de herfstmijt, uw dierenarts kan u hierover informeren. In enkele gevallen is het nodig om de jeuk en ontsteking met andere medicijnen te bestrijden. Soms is een kraag nodig om te voorkomen dat een dier zichzelf nog verder openkrabt of bijt. Zolang uw dier steeds op plekken komt waar de herfstmijten zitten, kan deze zich opnieuw besmetten.

Hoe kan het voorkomen worden?

Door een regelmatige behandeling met middelen tegen vlooien, zult u vaak ook de herfstmijt kunnen voorkomen. Daarnaast kunt u in de periode augustus/september honden beter niet uitlaten op plekken waar bekend is dat er veel herfstmijten zitten.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Heeft mijn hond roos?

Schilfering puppy
Op het spreekuur komt een Golden retriever pup van 9 weken oud met wat schilfertjes tussen de haren. De nieuwe eigenaren vroegen of dit roos was en of ze er iets mee moesten doen. Logische vragen. En omdat er veel meer mensen zijn die zich dit afvragen, gaan we er wat verder op in.

Wat is het?

Roos bij mensen wordt gekenmerkt door veel losse huidschilfers op de behaarde hoofdhuid. Dit komt doordat de huidcellen zich veel sneller vernieuwen dan normaal. Ook bij honden zien we regelmatig een overmatige schilfering, al noemen we dat geen roos. Dit kan ontstaan doordat er veel meer huidcellen worden aangemaakt, of doordat er teveel huidcellen worden afgestoten. Bij pups vanaf zo’n 8 weken leeftijd zien we regelmatig duidelijke schilfering in de vacht. Deze kan veroorzaakt worden door een vachtmijt, Cheyletiella, maar ook door huidafwijkingen zoals ichthyosis. Dit is zeker bij Golden retrievers onder de 1 jaar een veelvoorkomend probleem. Ook bij oudere honden komen afwijkingen voor die leiden tot schilfering. Primaire seborroe is er daar een van, dit is erfelijk. Er zijn echter ook veel onderliggende oorzaken die seborroe kunnen geven, zoals infecties, allergieën, voedingsproblemen/tekorten, immuunstoornissen en hormoonafwijkingen.

Wat zijn de symptomen?

Overmatige schilfering is te herkennen aan witte/witgele/grijzige schilfers. Deze schilfers kunnen los in de vacht zitten, maar ook aan de huid vast. Meestal is er geen jeuk, maar dat kan wel. Daarnaast kan de huid soms rood verkleurd zijn en heel droog of juist vettig. Hierbij kan een onaangename geur aanwezig zijn.

Hoe stellen we de diagnose?

Vachtmijten kunnen we zien onder de microscoop. Vragen over de gezondheid en voorgeschiedenis van uw hond en een algeheel lichamelijk onderzoek kunnen verder een indruk geven van de onderliggende oorzaak van de schilfers. Soms zijn aanvullende onderzoeken, zoals een kweek, bloedonderzoek of huidbiopt nodig. Ook kan een speciaal dieet worden voorgeschreven.

Hoe wordt het behandeld?

Vaak horen we dat een hond met schilfers te weinig vet binnenkrijgt. Eigenaren zijn dan zelf al begonnen met het geven van schapenvet of zalmolie. Daar is meestal niets mis mee, maar zal zeker niet in alle gevallen voldoende zijn. Zoals u net hebt gelezen, kan uw hond namelijk van alles mankeren. Als de onderliggende oorzaak bekend is, kan gericht een behandeling worden ingesteld.

Vachtmijten kunnen behandeld worden met middelen tegen parasieten. Deze worden op de huid gedruppeld met een pipet. Uw dierenarts weet welk middel hiervoor geschikt is. Bij ichthyosis en andere huidproblemen, willen we de huidbarrière verbeteren. Dit betekent dit dat we gebruik zullen maken van producten die op de huid worden aangebracht en dus van buitenaf inwerken. Dit kan een medicinale shampoo zijn, maar er zijn bijvoorbeeld ook pipetjes. Bij hele milde vormen van ichthyosis bij pups, wordt ook wel afgewacht. De schilfering verdwijnt soms wanneer de puppyvacht plaatsmaakt voor de volwassen haren. Andere onderliggende oorzaken van schilfering vergen soms weer een heel andere aanpak. Elk geval is uniek!

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl  

Help, mijn hond jaagt zijn staart achterna

Jeuk bij staart hond
Het ziet er soms grappig uit: een hond die maar rondjes blijft rennen en zijn eigen staart achterna jaagt. Toch is dit vaak heel wat minder leuk dan het eruit ziet. Puppy’s doen het bijna allemaal wel eens. Ze leren door het al spelend najagen van hun staart om een prooi te pakken. Dit is in voorbereiding op het ‘echte werk’. Wanneer ze wat ouder worden, zo vanaf een half jaar leeftijd, zal dit gedrag normaal gesproken verdwijnen. Het ‘echte’ jagen heeft dan plaatsgemaakt voor het najagen van de staart. Wanneer honden op oudere leeftijd nog steeds hun staart achterna zitten, óf wanneer het najagen van de staart op oudere leeftijd begint, dan is het zaak om op te passen. Er kan dan meer aan de hand zijn.

Wat zijn de oorzaken?

Wanneer een wat oudere hond (>6 maanden) zijn staart achterna jaagt, kan er gedragsmatig wat aan de hand zijn. Denk hierbij aan verveling. Als een hond zijn energie niet kwijt kan, dan kan dat een reden zijn om dan maar achter zijn staart aan te gaan. Het kan dus een teken zijn dat uw hond aandacht tekort komt, te weinig ruimte of beweging heeft of te weinig stimulansen of speelmogelijkheden. Zowel positieve als negatieve aandacht kunnen het staarjagen verergeren. Naast verveling, kan stress een rol spelen. Bijvoorbeeld door verlatingsangst, een verhuizing of door de komst van een baby. Ook positieve stress, zoals de komst van bezoek, kan het gedrag uitlokken. Een derde oorzaak is een lichamelijke oorzaak zoals pijn, irritatie of jeuk. Denk dan aan kneuzingen en beschadigingen van de staart en huid- of vachtproblemen.

Wat zijn de symptomen?

Rondjes draaien en rennen achter de eigen staart aan, soms zelfs zo hevig dat de hond tegen van alles aanbotst. Als een hond de staart te pakken krijgt, kan deze door bijten en kauwen flink beschadigd raken. Zo kunnen kale plekken en wonden ontstaan. Er zijn honden die het gedrag dusdanig vaak en langdurig uitvoeren, dat ze bijna niets anders meer doen. Het is dan obsessief gedrag geworden.

Hoe wordt het behandeld?

Dit hangt af van de oorzaak. Meer beweging en activiteiten , zoals balspelletjes en voerpuzzels, voor uw hond kunnen de verveling verminderen. Stressvolle gebeurtenissen zijn niet altijd te vermijden, maar ook hier kunnen natuurlijke middelen, beweging en medicatie een handje helpen. Om pijn en ongemak uit te sluiten, kunt u het beste een afspraak maken bij de dierenarts. Deze zal de hond helemaal nakijken en mogelijk medicatie voorschrijven.

Wanneer is het een probleem?

Als uw hond zijn staart vaker najaagt dan anders, niet meer normaal functioneert of zijn staart beschadigd, kunt u het beste contact opnemen met uw dierenarts. De dierenarts zal onderliggende oorzaken kunnen opsporen en kunnen helpen met het instellen van de juiste behandeling. U mag best lachen als uw hond zijn staart najaagt, maar negeer de onderliggende oorzaken niet! 

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl  

Help, mijn hond bijt aan zijn staart

Help mijn hond bijt in zijn staart
Soms zie je wel eens dat een hond steeds bij zijn staart bijt en/of met zijn kont over de grond schuurt. Dit is meestal een teken van jeuk of pijn. Jeuk kan verschillende oorzaken hebben. Denk dan bijvoorbeeld aan een vlooienbesmetting, wormen of een overvulling of ontsteking van de anaalklieren, maar ook aan beschadigingen of huidproblemen. In ieder geval heel vervelend voor uw hond!

Wat zijn de symptomen?

Bijten en likken bij de staartbasis, de lage rug en rond de anus zien we het vaakst. Daarnaast kan de huid soms rood, nat en geïrriteerd zijn. Bij ontstoken anaalklieren kan het gebied rond de anus soms opgezet zijn of er kan zelfs een (doorgebroken)  abces aanwezig zijn. Bij een vlooienbesmetting kun je met een vlooienkam de vlooien zelf of de vlooienpoepjes aantreffen. Jaagt een hond zijn staart achterna? Lees dan hier meer.

Hoe wordt het behandeld?

Indien uw hond vlooien heeft, kunt u uw hond het beste een goed werkend anti-vlooienmiddel geven. Als een hond veel last heeft, is het slim om een afspraak te maken bij de dierenarts. Deze zal de hond onderzoeken en naar de oorzaak zoeken. Bij een vlooienbesmetting zullen de vlooien bestreden moeten worden en kan eventueel iets tegen de jeuk gegeven worden. Overvulde of ontstoken anaalklieren kunnen vaak worden leeggedrukt of gespoeld. Daarnaast worden soms antibiotica en/of pijnstillers voorgeschreven. Indien deze meest voorkomende oorzaken worden uitgesloten, zal uiteraard gezocht worden naar andere oorzaken.

Hoe kan het worden voorkomen?

Voorkom dat uw hond last krijgt van vlooien. Er zijn diverse middelen op de markt die tegen vlooien werken. Anaalklierontstekingen zijn soms lastiger te voorkomen. Soms zal het nodig zijn de klieren regelmatig leeg te drukken en in meer extreme gevallen wordt een operatie uitgevoerd. Daarnaast kunnen ook de dikte/stevigheid van de ontlasting of een onderliggende allergie een rol spelen bij het ontstaan van anaalklierproblemen. Het is dan zaak dit te achterhalen en de onderliggende oorzaak aan te pakken. 

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl  

Is ontwormen van hond en kat wel nodig?

Is ontwormen hond wel nodig?

Het antwoord hierop is: ja! Maar dan wel het liefst met een advies op maat. U wilt toch ook het beste voor uw dier?

Wormen bij hond en kat

De bekendste wormen bij hond en kat zijn wel de spoelwormen. Vrijwel alle honden en katten worden een of meerdere keren in hun leven hiermee besmet. Maar ook zien we regelmatig infecties met lintwormen, zweepwormen, haakwormen en de Franse hartworm. Daarnaast treffen we steeds vaker Giardia en Coccidiose aan. Dit zijn eigenlijk geen wormen, maar kleine eencellige parasieten. Lang niet altijd zult u iets aan uw dier merken als deze wormen heeft. Soms zal een dier vermageren, een minder mooie vacht hebben en last hebben van diarree of braken.

Gevaar voor de mens

Wormen van honden en katten kunnen overgebracht worden op mensen. Dit gaat door de opname van eitjes vanuit besmette aarde of ontlasting. Een infectie bij mensen kan leiden tot hele nare ontstekingen. Zeker kinderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderde weerstand lopen een groter risico. Laat kinderen dan ook niet spelen op een plek waar honden en katten hun behoefte doen en laat ze hun handen wassen na contact met dieren.

De zin van ontlastingsonderzoek

Lang niet alle honden en katten hebben wormen op het moment dat ze een middel tegen wormen krijgen. Ze worden dus voor niks behandeld en krijgen (onnodig) medicatie binnen. Ook komt het middel met de ontlasting in het milieu terecht en vormt daar een extra belasting. De kans op resistentie tegen wormmiddelen neemt hiermee toe. Bij paarden is het inmiddels zelfs niet meer toegestaan om zonder dierenartsadvies en/of ontlastingsonderzoek een wormkuur te geven.

Geen wormen in de ontlasting gezien?

Vaak horen we dat een hond geen wormen heeft, omdat de eigenaar immers geen wormen in de ontlasting van zijn dier gevonden heeft. Helaas is dat niet betrouwbaar. De wormen blijven meestal in de darmen zitten en alleen de wormeitjes komen met de ontlasting naar buiten. En die zijn met het blote oog niet te zien. Met ontlastingsonderzoek kan bepaald worden of een dier op dat moment wormeitjes uitscheidt en dus wormen heeft en behandeld moet worden. Er zijn verschillende soorten wormmiddelen verkrijgbaar. Sommigen werken alleen tegen spoelwormen, anderen ook tegen lintwormen en weer anderen pakken ook Giardia aan. Met een ontlastingsonderzoek weet u welk middel het meest geschikt is. Zo kunt u gericht wormen bestrijden bij uw dier!

Hoe gaat ontlastingsonderzoek in zijn werk?

U kunt in uw dierenkliniek tijdens openingstijden een ontlastingsmonster van uw dier inleveren. U mag dit inleveren in een eigen potje of zakje, maar u mag ook van tevoren bij de dierenkliniek een potje komen halen. De ontlasting wordt in een laboratorium onderzocht. Wanneer de uitslag bekend is, zult u hiervan per mail of telefonisch op de hoogte gebracht worden, samen met een passend advies voor uw dier.

Hoe vaak is er ontlastingsonderzoek of ontworming nodig?

Bij pups en kittens adviseren wij elke 2 weken te ontwormen tegen spoelwormen. Vanaf 2 maanden leeftijd kan de ontlasting maandelijks worden onderzocht of kunt u ‘blind’ (zonder onderzoek) een ontwormingsmiddel  (zoals Drontal, Milbemax, Panacur) geven. Vanaf 6 maanden leeftijd is het advies dit minimaal 3-4 x per jaar te doen. Wij kunnen u hierover verder informeren.

Bron: ESCCAP, European Scientific Counsel Companion Animal Parasites.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl

Dierenarts drs. Robin Holle kijkt u aan

Drs. Robin Holle
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Anderen lazen ook ons artikel over wat vertelt de poep van mijn hond
en meer artikelen over wormen bij dieren

Spierpijn bij hond, kat en paard

Wist u dat ons lichaam voor bijna 50% bestaat uit spierweefsel? Dat geldt ook voor onze dieren, afhankelijk van de soort en de conditie. Ja en als je spieren hebt dan kunnen die spieren natuurlijk ook weleens pijn doen.

Wat is spierpijn bij het dier?

We kennen 2 soorten spierpijn:

1. Vroege spierpijn
Opgestapeld melkzuur in de spier prikkelt de zenuwuiteinden waardoor een brandend gevoel ontstaat. Dit gebeurt tijdens of kort na de inspanning en dit kan ook leiden tot kramp.

2. Verlate spierpijn
Er zijn mini scheurtjes in de spiervezels. De spierpijn komt dan pas 1 tot 2 dagen na de inspanning. Deze vorm van spierpijn leidt tot extra aanmaak spiervezels.

Hoe ontstaat spierpijn?

Vaak ontstaat spierpijn door de spieren net iets meer te belasten dan ze gewend zijn. Bij dieren kan dat zijn door bepaalde (over-)trainingen.  Dat doen dieren vrijwel nooit uit zichzelf, maar altijd onder leiding van ons.  Of het nu een paard is of een hond, wij zijn het die iets van ze vragen. Een kat of konijn heeft om deze reden dan ook maar zeer zelden spierpijn (bijvoorbeeld wel na extreem opjagen bij angst). Een andere vorm van spierpijn die bij dier en mens kan voorkomen, is door schade aan de spieren bij een onverwachte beweging. Dit soort spierpijn komt plotseling op en de eerder genoemde spierpijn door overbelasting heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen.

Hoe kun je eigenlijk zien of een dier spierpijn heeft?

Best lastig om aan je dier te zien, of hij spierpijn heeft. Veel dieren zijn kampioen in het verbergen van pijn. Toch zijn er een aantal signalen die er op wijzen dat een dier spierpijn heeft.

  • Mijden aanraking
    Wanneer aaien en borstelen ineens niet meer gewaardeerd wordt door het dier dan is er iets loos.
  • Ander gedrag
    Pijn maakt chagrijnig. Dat geldt ook voor dieren, die vaak eerder geïrriteerd zijn wanneer ze flink spierpijn hebben. Ze zonderen zich af en worden slomer.
  • Andere houding
    Een bolle of een holle rug, scheef staan, vaak verandert de houding van een dier bij pijn.
  • Andere beweging
    De beweging van een dier zegt veel over het dier zelf. Een dier zonder pijn heeft altijd zijn  normale manier van bewegen, maar wanneer er sprake is van pijn dan kan het dier een andere gang vertonen. Mank lopen, hinken, stijf lopen zijn hier voorbeelden van. Soms zijn het maar hele subtiele veranderingen die alleen door kenners wordt gezien.
  • Andere richting van de haren
    De haren die op de huid boven een spier liggen, liggen daar volgens een vast patroon. Wanneer nu die spier niet goed werkt door pijn, dan kan die spier gespannen raken (soms ook voelbaar).  Die strakke spier trekt aan de huid en dat zie je dan weer in het patroon van de haren op die huid. Duurt de spierblessure lang dan kan door een mindere doorbloeding de huid en vacht droog worden en zijn er schilfertjes zichtbaar.

Wat helpt een dier met spierpijn?

Rust en aangepaste beweging zijn van belang bij een dier met spierpijn. Afhankelijk van de oorzaak van de spierpijn kan het herstel vlot gaan of wat langer duren. Bent u niet zeker van de oorzaak van het ongemak bij uw dier, vraag dan altijd uw dierenarts om raad.
Bepaalde voedingsstoffen kunnen ondersteunend werken om het lichaam te helpen herstellen bij spierpijn. Doel is dan om de spieren te versterken en vitaal te houden. Zo spelen aminozuren, vitamines (C en E), anti-oxidanten en magnesium een rol.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Epilepsie hond

Epilepsie bij de hond nader bekeken
Plotseling verstijven, omvallen, krampen, speekselen, de urine laten lopen…. Het beeld van een epileptische aanval is akelig. Epilepsie kan gezien worden als een soort kortsluiting in de hersenen. Net als bij mensen, komt het ook bij honden voor. Naast deze gegeneraliseerde vorm, bestaat er ook een focale (partiële) vorm die veel subtieler tot uiting komt. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de verschillende vormen, oorzaken, diagnostiek en behandeling van epilepsie bij de hond.

Symptomen van epilepsie

Een gegeneraliseerde (algehele) toeval kan worden opgedeeld in drie fases.
  1. Voorbereidende fase (prodroma): De hond kan ‘aanvoelen’ dat er wat gaat gebeuren en ander gedrag tonen. Zo kan deze meer aanhankelijk worden of juist onrustiger. Deze fase is niet bij elke hond opvallend aanwezig.
  2. De aanval zelf (ictus): De hond is niet bij bewustzijn. Verder zien we verstijven, krampen, omvallen, speekselen, urine en eventueel het laten lopen van de ontlasting. De symptomen kunnen in verschillende mate aanwezig zijn. De duur van een aanval is meestal maximaal 1 à 2 minuten.
  3. De na-fase (post-ictaal): De hond moet bijkomen van de aanval en kan wat verward en onrustig of juist sloom zijn. Sommige honden zien slecht. De meesten hebben flinke honger en dorst. Deze fase kan soms zelfs enkele dagen duren.
Naast deze gegeneraliseerde vorm, is er ook een focale vorm, waarbij de hond nog wel bij bewustzijn is. De hond heeft dan bijvoorbeeld alleen trillingen van een poot of oor. In andere gevallen zien we bijvoorbeeld het najagen van de staart of ‘vliegen happen’. Zo’n aanval kan wel overgaan in een gegeneraliseerde toeval. 

Verschillende oorzaken

De oorzaken voor epilepsie zijn in drie groepen te verdelen. Zo kan er een afwijking zijn in de hersenen, zoals een tumor, ontsteking, trauma of aangeboren afwijking. Dit noemen we structurele epilepsie. Bij de (konings)poedel komt een erfelijke vorm voor die ‘neonatale encephalopathie’ heet. Deze treedt op binnen 5 weken na de geboorte en pups sterven vaak op jonge leeftijd. Er is een DNA test beschikbaar, waardoor een juiste keuze van de ouderdieren gemaakt kan worden. Ook kunnen afwijkingen in het bloed leiden tot een epileptische aanval, dit noemen we reactieve epilepsie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan lever- en nieraandoeningen, vergiftigingen of afwijkingen aan het suiker- of zoutgehalte. De laatste groep is de ‘idiopathische epilepsie’. Dit is de meest voorkomende vorm en treedt voor het eerst op tussen 0,5 en 6 jaar leeftijd. Bij bepaalde rassen, zoals de poedel, komt dit vaker voor en speelt erfelijkheid een rol. Bij deze vorm zijn er geen afwijkingen met de onderzoeken te vinden.

Onderzoek naar epilepsie

Het kan soms lastig zijn om te bepalen of de symptomen bij epilepsie horen, of dat er een andere oorzaak is. Het maken van een filmpje en het bijhouden van een epilepsie dagboek kan helpen bij de diagnose. Daarnaast is bloedonderzoek verstandig, zeker wanneer uw hond ouder is dan 6 jaar of tussen de aanvallen door niet helemaal normaal is. Uiteindelijk kan alleen met een MRI- of CT-scan en onderzoek van hersenvocht een definitieve diagnose gesteld worden. 

Wat te doen tijdens een aanval?

Een epileptische aanval is niet alleen naar om te zien, maar kan ook vervelende gevolgen hebben voor het dier. Bij een langdurige aanval (≥ 20 minuten) kan er hersenschade optreden ten gevolge van zuurstoftekort, suikertekort, oververhitting en de bloeddruk. Maar ook kunnen onderliggende oorzaken voor de epilepsie meer problemen geven. Neem met spoed contact op met een dierenarts bij een langer durende aanval (≥ 5 minuten) of meerdere korte aanvallen die elkaar snel opvolgen. Tijdens de aanval is het belangrijk om de hond zoveel mogelijk met rust te laten en het geluid en licht in de omgeving te dempen. Zorg dat de hond zich niet kan verwonden. Kom niet in de buurt van zijn bek! Door de desoriëntatie en krampen kan het zijn dat u gebeten wordt. U hoeft niet bang te zijn dat de tong wordt ingeslikt. Een aanval is voor de hond zelf op dat moment niet pijnlijk. De periode na de aanval zelf, kan een hond soms nog dagenlang van slag zijn. Probeer dan zoveel mogelijk de normale routine aan te houden.

Therapie bij epilepsie

Tijdens een spoedsituatie wordt vaak medicatie via een infuus gegeven om de aanval zo snel mogelijk te stoppen. De therapie daarna hangt af van de oorzaak en ernst van de epilepsie. Bij reactieve of structurele epilepsie kan de oorzaak soms worden weggenomen, waardoor de aanvallen stoppen. In andere gevallen zal gestart worden met anti-epileptica. Omdat deze medicijnen bijwerkingen kunnen hebben, zal per situatie een afweging gemaakt moeten worden of het verstandig is te starten. In het algemeen wordt de richtlijn gehanteerd om te starten met medicatie als er 2 of meer toevallen in een half jaar voorkomen of als de aanvallen langer duren of erg hevig zijn.

Wat is de prognose?

De prognose is geheel afhankelijk van de oorzaak. Honden met idiopathische epilepsie kunnen met de juiste medicatie heel oud worden. Het doel van de medicatie is om de aanvallen sterk te verminderen. Het lukt vrijwel nooit om de hond helemaal aanvalsvrij te krijgen. Wanneer er wel een onderliggende oorzaak te vinden is, kan de prognose soms slecht zijn, denk bijvoorbeeld aan een hersentumor. Daarom is het ook fijn om meer te weten over de oorzaak. Poedels die lijden aan erfelijke epilepsie, mogen niet worden ingezet voor de fok.

In het kort

Bij poedels komen zowel gegeneraliseerde als focale toevallen voor. Neem contact op met uw dierenarts als uw hond voor de eerste keer een aanval heeft, een aanval die langer duurt dan 5 minuten, of meerdere korte aanvallen achter elkaar. Samen met uw dierenarts wordt een plan opgesteld dat het beste bij u en uw trouwe viervoeter past.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl Referenties:
  • Chen X, Johnson GS, Schnabel RD, Taylor JF, Johnson GC, Parker HG, et al., A neonatal encephalopathy with seizures in standard poodle dogs with a missense mutation in the canine ortholog of ATF2. Neurogenetics (2008) 9:41-49.
  • epilepsie-bij-honden.nl
  • VetVisuals® International

Fijn autorijden voor de hond

Tips-voor-fijn-autorijden-met-de-hond
Lekker naar het bos, strand of op vakantie met je hond. Gezellig toch? Helaas komt het wel eens voor dat de rit erheen voor de hond helemaal niet zo plezierig is. Zowel reisziekte (wagenziekte) als angst en stress kunnen een reis behoorlijk verpesten voor zowel hond als baas. Gelukkig kunt u zelf maatregelen nemen om de reis zo aangenaam mogelijk te maken.

Misselijkheid in de auto

Veel pups zijn in het begin wagenziek en kunnen gaan braken. Het misselijke gevoel kunnen ze koppelen aan de auto. Autorijden levert dan stress op. Lees hier meer over reisziekte en wat u kunt doen om uw hond te helpen.

Hoe leer ik mijn hond dat de auto leuk is?

Als pups op jonge leeftijd goede ervaringen opdoen in de auto, kunt u hem/haar leren dat autorijden helemaal niet erg is. Maar hoe werkt dat?
  • Vaak zal de eerste autorit voor een pup de reis zijn van fokker naar u als nieuwe eigenaar. Dit is ook de eerste keer zonder hun vertrouwde omgeving, moeder en nestgenootjes. Het kan behoorlijk stressvol zijn en daarnaast kunnen ze ook nog reisziek zijn. Het zou het mooist zijn als de fokker al geoefend heeft met korte autoritjes met de teef en haar pups, zodat ze vast kunnen wennen.
  • Stel de hond eerst op zijn gemak in een stilstaande auto. Ga pas rijden als u merkt dat uw hond zich op zijn gemak voelt.
  • Maak de autoritjes kort en aangenaam. Leid de hond af met een leuk speeltje of wat lekkers (niet als u zelf aan het stuur zit natuurlijk) en stop regelmatig voor wat frisse lucht en beweging buiten.
  • Als korte ritjes goed gaan, bijvoorbeeld naar het park om de hoek, dan kunt u de reistijd langzaam gaan opvoeren.
  • Beloon uw hond voor rustig gedrag in de auto.

Hoe kan ik mijn hond veilig vervoeren?

Het is een mooi gezicht, zo’n hond met zijn kop uit het raam met zijn vacht en oren flapperend in de wind. Verstandig is het echter niet! Het kan leiden tot vervelende ongelukken of irritaties aan oren of ogen. Maar hoe kan het dan wel veilig?
  • Laat uw hond niet los in de auto. Bij een ongeluk kan uw hond door de auto gelanceerd worden en door de voorruit vliegen of tegen u of een medepassagier aan. Dit kan leiden tot zeer ernstig letsel! Ook kunt u als bestuurder sneller worden afgeleid, wat gevaarlijke situaties op kan leveren.
  • Zet de hond altijd vast in de auto. Het liefst in een vast gemonteerde metalen transportbench. Deze zijn het veiligst wanneer u een ongeluk krijgt. Kunststof transportboxen of benches van metaaldraad, zijn geen veilige keuze! Bij een botsing kunnen ze kapot gaan en scherpe randen kunnen voor flink letsel zorgen. Ook canvas benches bieden onvoldoende bescherming.
  • Een andere mogelijkheid is om de hond vast te zetten in een speciaal reisharnas op de achterbank of in de kofferbak of door een rek te monteren. Dit voorkomt dat de hond bij plotseling remmen of een ongeluk door de voorruit geslingerd wordt. Voor de hond is dit wel een stuk minder veilig dan een bench! De ANWB heeft diverse tuigjes getest en deze producten waren niet geslaagd voor de crashtest: (www.anwb.nl/auto/tests/hond-mee-in-de-auto/test-hond-mee-in-de-auto). Zet de hond nooit vast aan de halsband of op de voorstoel.
  • Zorg voor een fijn klimaat in de auto. Niet te warm en niet te koud. Zorg voor frisse lucht en rook niet onderweg.
  • Tot slot nog een waarschuwing. Laat een hond NOOIT alleen in de auto, ook niet in de schaduw met een raampje op een kier. Honden kunnen hun warmte veel minder goed kwijt dan wij. De temperatuur kan in de auto snel oplopen en oververhitting kan snel optreden en zelfs de dood tot gevolg hebben. Wees dus verstandig!

Wat zegt de wet?

In Nederland zijn er geen specifieke regels voor het vervoeren van honden in de auto. Het mag alleen geen gevaarlijke situaties opleveren. In andere landen gelden wel strengere regels. Zo moet in Duitsland de hond verplicht vervoerd worden in een bench, achter een hondenrek of vastgezet met een tuig. U kunt via de ANWB en het LICG informatie vinden over het land waar u doorheen reist.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl