Na de geboorte moeten de pups worden nagekeken op afwijkingen, zoals een open gehemelte, afwijkend aantal tenen en een knikstaart. Sommige aandoeningen worden pas na enkele weken duidelijk. Een voorbeeld is het ‘zwemmerssyndroom’ waarbij pups vanaf 2-3 weken hun poten niet goed onder hun lijf kunnen krijgen. Ze kunnen dan niet goed lopen en maken een soort ‘zwemmende’ beweging met hun poten. In sommige gevallen is de borstkas afgeplat en is er onvoldoende ruimte voor de longen. Oorzaken kunnen zijn: een te gladde vloer, te zware pups en een erfelijke afwijking van het borstbeen. Therapie bestaat uit een goede ondergrond, het bij elkaar binden van de poten en fysiotherapie.
Diarree
Bij diarree is de ontlasting van de pups te waterig. Het komt vaak voor en kan heel ernstig zijn. Omdat pups nog geen volledig ontwikkeld afweersysteem hebben en snel uitgedroogd kunnen raken, is het belangrijk op tijd contact op te nemen met de dierenarts. De meest voorkomende oorzaken van diarree bij pups zijn gerelateerd aan de voeding of infectieus. In alle gevallen is een goede hygiëne belangrijk. Wanneer de diarree niet op tijd behandeld wordt, kan dit leiden tot invaginatie van de darmen. Hierbij schuift de darmwand in elkaar en kan ernstige schade ontstaan.
Voedingsgerelateerde oorzaken zijn bijvoorbeeld: te veel of te vette melk van de teef, verandering van voedsel en uitscheiding van medicijnen of andere stoffen via de melk.
De infecties worden ingedeeld in virussen, bacteriën en parasieten. Het parvovirus is erg berucht en heeft in de meeste gevallen een dodelijke afloop. Gelukkig kunnen we de teef goed vaccineren tegen parvo en kunnen we hygiënische maatregelen treffen om het optreden van parvo te voorkomen. Helaas worden niet alle honden goed gevaccineerd en komt deze ziekte vooral voor bij pups die vanuit het buitenland naar Nederland komen. Dit onderstreept des te meer het belang van een goed vaccinatieschema. Parasitaire infecties kunnen komen door wormen, giardia of coccidiose. Door middel van ontlastingsonderzoek op ontlasting van 3 opeenvolgende dagen kunnen deze infecties gediagnosticeerd worden. Zorgvuldige ontworming van pups is belangrijk ter voorkoming.
Canine herpesvirus
De meeste honden worden tijdens hun leven besmet met het canine herpesvirus (CHV) zonder dat je hier iets van merkt. Dit komt door direct contact met slijmvliezen van besmette honden, bijvoorbeeld tijdens de dekking. Tijdens de dracht en na de geboorte heeft de teef een verminderde weerstand en kan het virus actief worden. Het kan leiden tot vruchtbaarheidsproblemen, kleine nesten of embryonale sterfte. Daarnaast kan het leiden tot sterfte van pups. Pups raken besmet door direct contact met de slijmvliezen of uitvloeiing van het moederdier. Dit kan dus al tijdens de uitdrijving in het geboortekanaal plaatsvinden, maar ook later in het nest. Pups tot een leeftijd van twee weken zijn het gevoeligst voor de ziekte. De eerste verschijnselen worden meestal gezien bij pups van 1 week oud. Vaak hebben de pups het in het begin heel goed gedaan en stoppen dan ineens met drinken en worden lusteloos. Verder worden benauwdheid, braken, diarree, neusuitvloeiing en een pijnlijke buik gezien. De pups gaan schreeuwen en kunnen neurologische afwijkingen vertonen. Veelal leidt dit tot sterfte. Wanneer oudere pups geïnfecteerd worden, leidt dit meestal niet meer tot sterfte. De definitieve diagnose wordt gesteld door overleden pups te onderzoeken met sectie.
De therapie bestaat uit ondersteunende maatregelen om de lichaamstemperatuur en vochtbalans van de pups op peil te houden. Gezien de besmettelijkheid dienen de teef en pups apart gehouden te worden van andere honden.
Ter voorkoming bestaat de mogelijkheid om de teef preventief te vaccineren tegen canine herpesvirus. Het doel is om pupsterfte te voorkomen door de hoeveelheid afweerstoffen in de melk van de teef te verhogen. Opname van voldoende biest na de geboorte is dan van belang. Dierenartsenpraktijk Horst gebruikt het vaccin van Merial, Eurican® Herpes 205. De teef dient tweemaal gevaccineerd te worden. De eerste keer tijdens de loopsheid ofwel 7-10 dagen na dekking. De tweede keer 1-2 weken voor de verwachte werpdatum. De teef moet iedere dracht opnieuw volgens hetzelfde schema worden gevaccineerd.
In de volksmond wordt gesproken van ‘sterilisatie’ van teven en ‘castratie’ bij reuen. In feite worden beide ingrepen ‘castratie’ genoemd, omdat hierbij een deel van het geslachtsorgaan verwijderd wordt. In onderstaande teksten zal dan ook gesproken worden van ‘castratie’ van de teef.
Wat is stille loopsheid?
Wanneer de teef geen duidelijke loopsheidverschijnselen vertoont, wordt gesproken van een stille loopsheid. De oorzaak is onbekend. Het is belangrijk om regelmatig te kijken of er vulvazwelling optreedt en hoe de interactie tussen teef en reu verloopt. Op zich kan een stille loopsheid geen kwaad voor de teef.
Kan een hond loops zijn zonder bloedverlies?
Ja, een teef kan loops zijn zonder dat we bloedverlies zien. Bijvoorbeeld bij een stille loopsheid. U leest hier meer over een afwijkende cyclus van de teef.
Kan een hond afscheiding hebben?
Jazeker, afscheiding komt relatief vaak voor bij teven. Uitvloeiing (afscheiding) uit de vulva kan normaal zijn, zoals tijdens de loopsheid en tot 3 weken na de geboorte. Ook kunnen afwijkingen aanwezig zijn eierstokken, baarmoeder, vagina of urinewegen. Bij jonge teven die nog niet loops geweest zijn, komt vaak een ‘puppy vaginitis’ voor. Hierbij wordt wat witgele uitvloeiing uit de vulva gezien die veelal zal verdwijnen na de eerste loopsheid. Bij vaginale uitvloeiing is het belangrijk om door de dierenarts te laten beoordelen of geen sprake is van baarmoederontsteking, tumoren of andere afwijkingen.
Pyometra (baarmoederontsteking)
Intacte (niet gecastreerde) teven kunnen onder invloed van herhaalde blootstelling aan het hormoon progesteron cysteuze afwijkingen van de baarmoeder ontwikkelen. Hierdoor wordt de baarmoeder vatbaarder voor infecties en kan een baarmoederontsteking ontstaan waarbij pus in de baarmoeder ophoopt. Het is een levensbedreigende aandoening die vaak bij oudere teven voorkomt in de eerste drie maanden na de loopsheid. De kans op baarmoederontsteking is ongeveer 20% (1 op de 5 teven). Het kan echter ook bij jonge teven voorkomen. Castratie van de teef voorkomt deze aandoening.
Een baarmoederontsteking wordt veelal gekenmerkt door witte/gele/groene afscheiding uit de vulva en de teef likt er regelmatig aan. Als de baarmoedermond gesloten is, zal echter geen of weinig uitvloeiing uit de vulva te zien zijn. Ook kan ze meer drinken en plassen, buikpijn hebben, een dikkere buik krijgen, braken, koorts hebben en algemeen ziek zijn. De nieren kunnen ernstig worden aangetast en het kan leiden tot een buikvliesontsteking (peritonitis). Binnen enkele uren kan de teef doodziek zijn en zelfs sterven als gevolg van de toxines (gifstoffen) die zich ophopen.
De diagnose wordt gesteld door lichamelijk onderzoek van de teef, aangevuld met röntgenfoto’s of echografie van de baarmoeder en/of bloedonderzoek. Therapie bestaat bij voorkeur uit snel chirurgisch ingrijpen, waarbij zowel de baarmoeder als eierstokken worden weggehaald. Vaak zal de teef gestabiliseerd worden met een infuus en nabehandeld worden met antibioticum. Bij zeer waardevolle fokteven wordt soms overwegen niet chirurgisch in te grijpen, maar volgens een intensief protocol met verschillende medicijnen te behandelen. Het succespercentage is minder hoog en men neemt hiermee een risico voor de gezondheid van de teef zonder garantie op vruchtbaarheid.
Puerperale eclampsie (hypocalcemie na de geboorte)
Tijdens de dracht, maar met name tijdens de zoogperiode, zal de teef veel calcium afgeven aan de pups. Hierdoor kan een tekort aan calcium bij de teef ontstaan. Dit zien we vooral tussen de 1e-5e week na de geboorte bij honden van kleine rassen. Verschijnselen zijn bijvoorbeeld: afname melkgift, minder belangstelling voor de pups, onrustig/opgewonden/nerveus gedrag, angstig en paniekerig gedrag, hijgen, speekselen en soms braken en diarree. Daarna ziet men spiertrillingen- en krampen, waggelende gang, stijfheid en omvallen. Tenslotte kunnen epileptiforme aanvallen en een hoge lichaamstemperatuur voorkomen.
Zonder behandeling is het een levensbedreigende aandoening. De teef kan na 8-12 uur sterven. Met tijdige behandeling met onder meer injecties calcium is de prognose goed.
Om het ontstaan van hypocalcemie te voorkomen, is het aan te bevelen bij gepredisponeerde honden tijdens de tweede helft van de dracht en tijdens de zoogperiode voeding voor de ‘jonge’ hond te geven. Hier zit voldoende calcium, fosfor en vitamine D in, in de juiste verhouding. Dien tijdens de dracht geen extra calcium toe, want dit kan averechts werken.
Mastitis (melkklierontsteking)
Bij de teef kunnen met name in de zoogperiode een of meerdere melkklierpakketten ontstoken raken. De ontstoken melkklier is hard, pijnlijk, warm en gezwollen. De melk is abnormaal van kleur en dikte. De teef zelf kan koorts en een verminderde eetlust hebben. De therapie bestaat uit antibioticum, ontstekingsremmers en kompressen. De pups kunnen het beste bij de moeder worden gelaten, omdat anders melkstuwing kan optreden en de kans bestaat dat de ontsteking zich verder gaat uitbreiden.
Melkkliertumoren
Melkkliertumoren zijn veelvoorkomende tumoren. Ze komen vooral voor bij oudere teven die niet of pas op laterale leeftijd gecastreerd zijn. De kans is ruim 10%. Dit komt door de invloed van progesteron. Castratie van teven op jonge leeftijd (voor de 2e loopsheid) leidt tot een sterk verminderde kans op de ontwikkeling van melkkliertumoren ten opzichte van intacte teven.
De melkkliertumoren kunnen in een of meerdere pakketten voorkomen en voelen aan als knobbeltjes of een zwelling. Ze kunnen zowel goed- als kwaadaardig zijn en erg groot worden of gaan ontsteken. Definitieve diagnose kan pas gesteld worden door weefselonderzoek na verwijdering van de melkklier. Voorafgaand aan de operatie is het verstandig te onderzoeken of er uitzaaiingen aanwezig zijn door middel van röntgenfoto’s van de longen. Afhankelijk van de situatie kunnen operatief een of meerdere melkklieren worden weggenomen. Gelijktijdige castratie van de teef kan de groei van nieuwe tumoren in enkele gevallen remmen.
Abortus/vroeggeboorte
Verschillende oorzaken voor abortus of vroeggeboorte zijn: erfelijke afwijkingen, infecties, ziekte van de teef, medicijnen en een te laag progesterongehalte. Indien sprake is van abortus of vroeggeboorte (voor 58 dagen dracht), kunnen de vruchten en nageboorte worden ingestuurd voor onderzoek naar mogelijke oorzaken.
Wanneer een teef herhaaldelijk aborteert in een laat stadium van de dracht van ogenschijnlijk normale pups, moet aan een te laag progesterongehalte gedacht worden. Tijdens de dracht kan dan door middel van bloedonderzoek het progesterongehalte in de gaten worden gehouden. Met behulp van de Immulite® apparatuur bij Dierenartsenpraktijk Horst kan deze bepaling nauwkeurig worden gedaan. Als het progesterongehalte onder een bepaalde waarde daalt, kan progesteron gesupplementeerd worden.
Cryptorchidie, een erfelijke aandoeningen waarbij een of beide testikels niet zijn ingedaald, komt bij alle hondenrassen voor. Normaal verplaatsen de testikels van de reu zich in de eerste paar levensweken van de pup vanuit de buikholte via het lieskanaal naar de balzak (scrotum). Als een of beide testikels op een leeftijd van 6 maanden nog niet in het scrotum aanwezig is, dan is dat afwijkend en spreken we van cryptorchidie. De testikel kan zich in de buikholte of tussen het lieskanaal en het scrotum bevinden.
Omdat het een erfelijke aandoening is, worden dieren met cryptorchidie uitgesloten van de fokkerij. Ook teefjes uit hetzelfde nest kunnen uit dit oogpunt beter niet worden ingezet voor de fokkerij. Als een of beide testikels in de buik zijn achtergebleven, kan het raadzaam zijn om de reu te castreren. Bij Dierenartsenpraktijk Horst wordt dat meestal met een kijkoperatie (laparoscopie) gedaan. Een testikel die in de buik zit, heeft een grotere kans om zich te gaan ontaarden tot een testikeltumor. Omdat van buitenaf de grootte en hardheid van de testikel dan niet te beoordelen zijn, wordt dit vaak pas in een (te) laat stadium ontdekt.
Er wordt wel eens beschreven dat bepaalde medicijnen het afdalen van de testikels kunnen bevorderen. De resultaten zijn echter zeer twijfelachtig. Daarnaast is het vanwege het erfelijke karakter onverstandig met deze dieren te fokken.
Testikelafwijkingen
Er bestaan verschillende afwijkingen aan testikels en/of bijbal, die kunnen leiden tot verminderde vruchtbaarheid. Voorbeelden zijn ontstekingen, verdraaiingen van de zaadstreng en testikeltumoren. Bij afwijkingen van de grootte, vorm of hardheid van de testikel(s) of wanneer de reu niet wil dekken dient deze verder te worden onderzocht. Echografie, biopten en sperma onderzoek behoren tot de mogelijkheden. De therapie bestaat vaak uit castratie. Bij waardevolle dekreuen kan in sommige gevallen overwogen worden slechts een testikel te verwijderen (onvolledige castratie).
Ontstekingen van testikel of bijbal komen vooral voor bij jonge reuen en kunnen erg pijnlijk zijn. Mogelijke oorzaken zijn infecties en auto-immuunstoornissen, waarbij het lichaam zelf afweerstoffen maakt tegen de testikelcellen.
Bij een verdraaiing van de zaadstreng wordt de bloedvoorziening van de testikels ernstig verstoord. De testikels zwellen op en zijn erg pijnlijk. Dit kan ook voorkomen wanneer de testikel niet goed ingedaald is en zich nog in de buik bevindt. Bij een cryptorche reu met acute buikpijn dient hier dan ook altijd aan gedacht te worden.
Testikeltumoren zijn de op een na meest voorkomende type tumoren bij de reu. Ze komen vooral voor bij oudere honden vanaf 7 jaar leeftijd. De tumoren gaan uit van een of beide testikels en kunnen hormonen produceren. Meestal is een afwijkende grootte van de testikel(s) het enige symptoom. Bij hormoon producerende tumoren kunnen daarnaast nog andere symptomen gezien worden. Om de kans op uitzaaiingen te verkleinen, wordt geadviseerd de reu op korte termijn te castreren. De prognose is meestal gunstig.
Prostaatproblemen
Afwijkingen aan de prostaat komen veelvuldig voor. De prostaat zorgt voor productie van prostaatvloeistof onder invloed van testosteron. De prostaatvloeistof is een belangrijke component van het sperma. Afwijkingen kunnen dan ook leiden tot een verminderde vruchtbaarheid. De meest voorkomende afwijking van de prostaat is een goedaardige vergroting van de prostaat bij ongecastreerde reuen. Daarnaast komen ook ontstekingen, cystes en tumoren voor. Afwijkingen kunnen leiden tot problemen bij het urineren, (bloederig) urineverlies, pijnklachten en problemen met ontlasten. Onderzoek bestaat uit het betasten van de prostaat (met manueel onderzoek via het rectum), eventueel aangevuld met echografie, biopten, onderzoek van de prostaatvloeistof en bloedonderzoek.
Goedaardige vergroting van de prostaat (benigne prostaat hypertrofie of BPH) komt vaak voor bij niet gecastreerde (intacte) reuen en wordt meestal gezien vanaf 8 jaar leeftijd. Het ontstaat onder invloed van de langdurige aanwezigheid van het hormoon testosteron. Therapie bestaat bij voorkeur uit castratie, waarna de klachten een tot enkele weken zullen verdwijnen. Bij waardevolle fokreuen kan een behandeling met medicijnen worden overwogen.
Naast een goedaardige vergroting, kan ook een tumoreuze ontaarding van de prostaat voorkomen. Hieraan moet zeker gedacht worden bij een vergroting van de prostaat bij een gecastreerde reu. Prostaattumoren zijn veelal kwaadaardig en zaaien snel uit. Therapie is niet altijd mogelijk en goede diagnosestelling is dan ook van belang.
Ontstekingen en infecties kunnen ook voorkomen. Therapie kan bestaan uit medicatie (antibioticum). Vaak is een onderliggende aandoening aanwezig en dient deze ook behandeld te worden. Wanneer sprake is van abcessen of cystes (holtes met vocht) is aanvullend chirurgisch ingrijpen veelal gewenst.
Voorhuidontsteking
Bijna alle intacte (niet gecastreerde) reuen hebben een ontsteking van de voorhuid. In de volksmond wordt dit ook wel ‘puspiemel’ genoemd. Dit kan al op jonge leeftijd gezien worden, zodra ze hormonaal actief worden. De reu verliest dan druppeltjes gele/groene pus uit zijn geslachtsopening. Vaak worden deze rond de voorhuid gezien en de reu likt er regelmatig aan. De reu zelf heeft er vaak weinig hinder van, maar de pusdruppels komen in de omgeving terecht en geven vlekken. De oorzaak is een bacteriële infectie van het slijmvlies van de voorhuid, onder andere door de invloed van testosteron. Daarnaast kunnen verwondingen en afwijkingen aan de huid, het slijmvlies of penis als onderliggende oorzaak aanwezig zijn. De dierenarts zal dit beoordelen.
Voorhuidontsteking leidt doorgaans niet tot verminderde vruchtbaarheid. Een therapie zal worden ingesteld als de reu of de omgeving ongemak ondervinden. Behandeling bestaat uit het regelmatig schoonmaken en spoelen van de voorhuid met Prepusol, een speciale vloeistof. In dit filmpje, legt onze dierenarts uit hoe dit werkt.
Na het stoppen van de behandeling zal de infectie vroeg of laat weer terugkeren. Castratie, chirurgisch of met een implantaat, zal in 80-100% van de gevallen definitief tot vermindering of stoppen van de uitvloeiing leiden.
Net zoals mensen, krijgen honden en katten met bepaalde aandoeningen ook in veel gevallen een aangepast dieet voorgeschreven. Bijvoorbeeld bij maag of darm klachten kan speciaal voer worden aangeraden. Dat voer bevat minder vet om braken en diarree te voorkomen en is eventueel extra licht verteerbaar. Maar in sommige gevallen wordt juist voer voorgeschreven met extra vezels om de darmbeweging op gang te brengen en persen te voorkomen.
Darmklachten herkent u onder meer aan 1 of meer van de volgende symptomen: braken, diarree, bloed of slijm bij de ontlasting, persen bij de ontlasting, gewichtsverlies, abnormale grote of juist kleine eetlust en pijnlijke of gespannen buik. Vaak zijn de lichamelijke symptomen al voldoende om een diagnose te stellen. In sommige gevallen is verder onderzoek nodig zoals bloed- en ontlasting onderzoek of röntgenfoto’s
Ook bij lever-, blaas- of nieraandoeningen, suikerziekte en hyperthyreoidie (te snelle schildklierwerking) wordt vaak aangepast voer voorgeschreven. En ook bij sommige huidaandoeningen kan een aangepast dieet veel effect hebben.
Voeding bij overgewicht
Maar de meeste van u zullen bij een dieet toch in eerste instantie denken aan overgewicht. Uit onderzoek blijkt dat 50% van de honden en katten een overgewicht heeft. Gewichtstoename van huisdieren is vaak, net als bij ons, een combinatie van teveel eten en te weinig bewegen. Daarnaast hebben dieren die zijn gesteriliseerd meer kans op overgewicht omdat hun stofwisseling is veranderd. En oudere dieren bewegen vaak minder en hebben daarom ook minder calorieën nodig.
Net zoals mensen, krijgen honden en katten met bepaalde aandoeningen ook in veel gevallen een aangepast dieet voorgeschreven. Bijvoorbeeld bij maag of darm klachten kan speciaal voer worden aangeraden. Dat voer bevat minder vet om braken en diarree te voorkomen en is eventueel extra licht verteerbaar. Maar in sommige gevallen wordt juist voer voorgeschreven met extra vezels om de darmbeweging op gang te brengen en persen te voorkomen.
Darm-, lever, nier- en huidklachten
Darmklachten herkent u onder meer aan 1 of meer van de volgende symptomen: braken, diarree, bloed of slijm bij de ontlasting, persen bij de ontlasting, gewichtsverlies, abnormale grote of juist kleine eetlust en pijnlijke of gespannen buik. Vaak zijn de lichamelijke symptomen al voldoende om een diagnose te stellen. In sommige gevallen is verder onderzoek nodig zoals bloed- en ontlasting onderzoek of röntgenfoto’s.
Ook bij lever- of nieraandoeningen wordt vaak aangepast voer voorgeschreven dat de lever of nieren ontziet. En ook bij sommige huidaandoeningen kan een aangepast dieet veel effect hebben.
Dieet bij overgewicht huisdier
Maar de meeste van u zullen bij een dieet toch in eerste instantie denken aan overgewicht. Uit onderzoek blijkt dat 50% van de honden en katten een overgewicht heeft. Gewichtstoename van huisdieren is vaak, net als bij ons, een combinatie van teveel eten en te weinig bewegen. Daarnaast hebben dieren die zijn gesteriliseerd meer kans op overgewicht omdat hun stofwisseling is veranderd. En oudere dieren bewegen vaak minder en hebben daarom ook minder calorieën nodig.
Kunt u de ribben voelen?
Als u de ribben goed kunt voelen onder een dun vetlaagje dan is er sprake van een optimaal gewicht. Zijn de ribben moeilijk te voelen onder een dikke laag vet dan is er sprake van zwaarlijvigheid. En dat is reden om actie te ondernemen. Want een te zwaar huisdier heeft een sterk verhoogd risico voor een groot aantal aandoeningen zoals suikerziekte, hartaandoeningen, huidklachten, ademhalingsmoeilijkheden en gewrichtsontstekingen.
Meer beweging en minder voer
Begin in elk geval met meer te bewegen en minder te voeren. En beloon uw huisdier met een spelletje of een aai in plaats van lekkere calorierijke hapjes. U kunt ook overstappen op een speciaal dieetvoer. Dat voer is caloriearm en vezelrijk, zodat uw hond of kat afvalt en zich toch verzadigd voelt. En tot slot kunt u bij uw dierenarts een speciaal en gratis afslank-programma volgen. Uw hond of kat wordt dan regelmatig gecontroleerd op gewicht en conditie en u krijgt advies over de voeding.
Als u de ribben goed kunt voelen onder een dun vetlaagje dan is er sprake van een optimaal gewicht. Zijn de ribben moeilijk te voelen onder een dikke laag vet dan is er sprake van zwaarlijvigheid. En dat is reden om actie te ondernemen. Want een te zware hond heeft een sterk verhoogd risico voor een groot aantal aandoeningen zoals suikerziekte, hartaandoeningen, huidklachten, ademhalingsmoeilijkheden en gewrichtsontstekingen.
Hoe herkent u overgewicht bij uw hond?
Wanneer u probeert de ribben te voelen van uw hond lukt dit bijna niet.
Uw hond wordt sneller moe tijdens wandelen en houdt spelletjes ook minder lang vol.
Een hond die te zwaar is raakt sneller verhit wanneer het warm weer is.
Nog meer eetlust.
Waarom moet ik overgewicht of zwaarlijvigheid bij mijn hond aanpakken?
Honden met overgewicht zijn vaak minder speels en actief en kunnen vaak minder gemakkelijk bewegen.
Honden met overgewicht hebben meer kans op suikerziekte.
Stevige honden zijn vaak kortademig en hebben minder uithoudingsvermogen dan slanke soortgenoten.
Stevige honden hebben meer kans op vetgezwellen (lipomen).
De afweer van stevige honden is minder, dus meer kans op ziekte en een minder goede wondgenezing.
Stevige honden hebben meer kans op huidproblemen, waarbij de huid er schilferig uit kan zien.
Bij honden met overgewicht slijten de gewrichten sneller.
Honden met overgewicht hebben een verhoogde kans op complicaties tijdens narcose.
Oorzaken overgewicht
Misschien voert u uw hond te veel omdat u denkt dat uw hond anders honger heeft. Kan u zijn smekende blik niet aan?
Krijgt uw hond vaak tussendoortjes?
Is uw hond gecastreerd, dan heeft uw hond minder voer nodig. U mag uw hond bijna een derde minder voer geven na een castratie.
Te weinig beweging. Bijvoorbeeld als uw hond op leeftijd is.
Hoe kunt u overgewicht bij uw dier aanpakken?
Door uw hond op een gewichtscontrole dieet te zetten, zal hij gaan afvallen maar krijgt uw hond wel alle vitaminen en mineralen binnen die uw dier nodig heeft. Vertel ook aan de buren dat uw hond op een dieet zit.
Er zijn producten, zoals de Gluco balance van Phytonics, die de gewichtsafname helpen bevorderen wanneer het afvallen maar moeizaam gaat. Bij veel afvaldiëten neemt het volume van de ontlasting toe en dat kan lastig zijn. Bijvoorbeeld omdat honden vaker naar buiten moeten, wat voor oudere of zieke eigenaren lastig kan zijn.
Als u tussendoortjes geeft zorg er dan voor dat het veilige snacks zijn die weinig koolhydraten bevatten maar juist veel groente. Spreek met uw mede huisgenoten af dat één iemand uw hond voert zodat u precies weet wat hij allemaal eet. U kunt een potje maken waar alle extraatjes in zitten voor die dag, maar bedenk dan wel: Op = Op! Bedenk ook dat kluifjes/botjes/dentasticks veel calorieën bevatten.
Meer lichaamsbeweging! U kunt het voer in een voerbal geven of in verschillende bakjes doen. Op deze manier moet uw hond werken voor zijn maaltijd. Loop een extra blokje om of wissel een wandeling af met fietsen. Spelen is ook beweging, er zijn genoeg spelletjes om uit te kiezen zoals frisbieën of apporteren.
Voor een hond die echt te zwaar is, is zwemmen beter dan veel wandelen. Tijdens het zwemmen worden de gewrichten namelijk ontlast.
Ras gevoeligheid
Sommige rassen soorten zijn gevoeliger voor overgewicht: Beagle, Dashond (teckel), Bassethound, Cavalier King Charles Spaniël, Cairn terriër, Shetland Sheepdog, Labrador retriever en de Duitse Herder. Ook hebben sommige kattenrassen hier meer aanleg voor dan anderen: Europese korthaar, Europese middellanghaar en de Manx.
Hill’s breekt de code voor gewichtsverlies én gewichtsbehoud bij hond en kat
Hill’s Prescription Diet Metabolic Advanced Weight Solution is een baanbrekend en innovatief product, met een wetenschappelijk geselecteerde samenstelling van voedingsstoffen, dat inspeelt op het unieke energieverbruik van elk huisdier.
De producten van Hill’s™ Prescription Diet™ voor gewichtscontrole hebben de voorkeur van dierenartsen in heel Europa. Ze zijn wetenschappelijk samengesteld en het is klinisch bewezen dat zij uw hond en kat helpen afvallen. Het assortiment biedt complete en uitgebalanceerde voedingen die heerlijk smaken, waardoor u uw hond en kat eenvoudig helpt afvallen.
De werking van metabolic is klinisch bewezen
Door middel van het op- of neerwaarts reguleren van bepaalde genexpressies wordt de vetverbranding gestimuleerd terwijl verlies aan spiermassa juist wordt voorkomen. Het genexpressieprofiel van dieren met overgewicht en obesitas wordt overgeschakeld naar een profiel dat meer associatie heeft met dat van slanke dieren. Het is klinisch bewezen dat dit product het lichaamsvet van honden en katten op veilige wijze met 28% vermindert in 2 maanden.
Geen jo-jo effect
Hills Prescription Diet Metabolic Advanced Weight Solution helpt ook te voorkomen dat uw huisdier na het afvallen weer aankomt. Onderzoeken tonen aan dat, wanneer de dieren hun streefgewicht bereikt hebben ze grotere hoeveelheden van ditzelfde product kunnen eten terwijl ze toch hun nieuwe slanke vorm en gewicht behouden. Dieetvoedingen worden vaak onderzocht in een klinische omgeving onder strikt gecontroleerde voorwaarden. De effectiviteit van dit dieetvoer werd aangetoond in de dagelijkse thuisomgeving van dieren en hun eigenaren: 88% van de honden en katten viel af binnen twee maanden. Een blind onderzoek met 314 honden en katten werd uitgevoerd onder controle van dierenartsen en deze dieren vertoonden een gemiddeld gewichtsverlies van 0.7% per week.
Nieuwe generatie producten voor gewichtscontrole: Metabolic Advanced Weight Solution
Gewichtsverlies en -behoud die past bij uw huidige manier van voeren.
Baanbrekende voeding voor gewichtsverlies en -behoud voor uw hond.
Innovatief product waarvan bewezen is dat het uw hond helpt af te vallen en op gewicht te blijven.
U hoeft niet over te schakelen op een andere voeding als uw hond weer in vorm is.
Boek geweldige resultaten, zelfs als u het voer niet precies afweegt.
Innovatieve oplossing voor een succesvoller gewichtscontroleprogramma
Wetenschappelijk bewezen het lichaamsvet van honden op veilige wijze te verminderen met 28% in twee maanden. Voorkomt dat het huisdier na het afvallen weer aankomt (wetenschappelijk bewezen). 96% van de honden viel in twee maanden tijd af – bewezen in een blind voedingsonderzoek thuis. Gemakkelijk vol te houden en het huisdier heeft geen hongergevoel – 90% van de eigenaren voltooide het afvalprogramma.
Of een hond een banaan mag eten? Ja zeker, dat kan kan geen kwaad.
Welk groente en welk fruit mag een hond eten?
In groente en fruit zitten belangrijke voedingsstoffen. Bijvoorbeeld vitamines, mineralen en vetzuren. Honden zijn alleen niet in staat om de plantencellen af te breken van groenten. Wel wanneer de groente eerst gekookt is. Een hond mag vele soorten groente en fruit eten. maar let wel: alles met mate!
Dit mag een hond wel eten:
Groente Alfalfa, andijvie, sla, asperges, aardappel gekookt, bospeen, biet, bleekselderij, bloemkool, boerenkool, chinese kool, courgette, fenegriek, groene kool, gember, koolraap, koolrabi, knolselderij, komkommer, lamsoor, postelein, peterselie, paksoi, paardenbloem, pastinaak, pompoen, peultjes, rode kool, radijs, spruiten, snijbiet, sperziebonen, schorseneren, taugé, tuinkers, venkel, waterkers, witlof, wortels, zeekraal, zoete bataat. Let wel op met de koolsoorten, deze zijn niet goed voor de schildklier en geven vaak winderigheid bij de hond
Bij herstel van uw dier is L-Glutamine het belangrijkste aminozuur. Door sportende mensen wordt het veel gebruikt om het herstel na inspanningen te bevorderen. Herstel is ook nodig bij gezondheidsproblemen bij mens en dier. L-Glutamine is dan een prima aanvulling op de dagelijkse voeding.
L-Glutamine is het meest voorkomende aminozuur
L-Glutamine speelt bij veel processen in het lichaam van dieren een rol. Processen in het bloed, de weefsels, de ruggenmergvloeistof en in de bekleding van de darmwand. Het is het meest voorkomende aminozuur, een bouwsteen voor eiwitten. Een gezond dier kan het aminozuur L-Glutamine zelf aanmaken. Echter bij stress, ziekte, langdurige inspanning kan deze aanmaak tekort schieten. Dan moet er via de voeding aangevuld worden.
Wanneer extra L-Glutamine aan uw dier geven?
Extra L-Glutamine aan uw dier geven is aan te raden bij
Herstel van de darmen De bekleding van de darmwand (epitheel) worden continu afgebroken en opgebouwd. Bijna 50% van alle L-Glutamine wordt zo door de darm gebruikt. Extra L-Glutamine zorgt dus voor een versterking van de darmbarrière. Het geeft ondersteuning bij ontstekingen en irritaties van de darmwand.
Opbouw van de spieren Bij de aanmaak van andere aminozuren is L-Glutamine betrokken. Daarbij is het zelf een belangrijk aminozuur voor de spieren.
De genezing van wonden Bij verwondingen is er sprake van verhoogde celdeling en daarmee is er behoefte aan herstellende aminozuren. Cellen die helpen met het herstel en het voorkomen van infecties (macrofagen, lymfocyten) verbruiken L-Glutamine. Ook na operatieve ingrepen is er behoefte aan extra L-Glutamine.
Intensieve inspanning en training Spieren produceren en verbruiken veel L-Glutamine. Bij zware trainingen en wandelingen met uw hond stijgt de behoefte aan dit aminozuur.
Ondersteuning van het immuunsysteem Het immuunsysteem heeft veel L-Glutamine nodig. Vooral omdat de lymfocyten en macrofagen veel L-Glutamine verbruiken om indringers en lichaamsvreemde stoffen aan te pakken en op te ruimen.
Ontspannen en energie opladen L-Glutamine is de voorloper van GABA. Dat is een neurotransmitter die in het centrale zenuwstelsel voorkomt. Wanneer GABA wordt aangemaakt dan zorgt dat voor een gevoel van kalmte en ontspanning bij dieren (en ook bij de mens). Daarbij is L-Glutamine een bouwstof voor het suiker glucose en een energiebron voor de dunne darm en de immuuncellen.
Wat gebeurt er bij een tekort aan L-Glutamine?
Bij een langdurig tekort aan L-Glutamine verzwakken met name de spieren en het immuunsysteem. Er worden minder voedingsstoffen opgenomen en de darmwand wordt verhoogd doorlaatbaar. Daarbij zal de afweer functie van de slijmvliezen in het gehele lichaam onder druk komen staan. En van het een komt dan het ander.
Vele honden doen het, gras eten. Er doen allerlei verhalen de ronde over de oorzaak, maar wat is nu waar? Niemand is 100% zeker van de oorzaak, maar er zijn verschillende dingen die een rol kunnen spelen.
Waarom eet een hond gras?
Vaak wordt gedacht dat gras eten een teken is dat de hond misselijk is en moet overgeven. In sommige gevallen lijkt dit inderdaad zo te zijn. Op zich kan gras eten ook een braakreflex oproepen. Wanneer uw hond duidelijk op zoek gaat naar gras en daarna braakt, kan dit betekenen dat er een medische reden voor is.
Gras eten uit gewoonte
Veel vaker zal een hond gras eten uit ‘gewoonte’ of omdat het ‘lekker’ is. Ook wordt wel gesproken van tekorten aan bepaalde vezels in de voeding, dit is echter niet duidelijk bewezen.
Kan het kwaad dat mijn hond gras eet?
Wanneer uw hond een enkele keer gras eet dan is er niets aan de hand. Ook niet wanneer uw hond dan wel eens braakt. Wanneer uw hond vaak gras eet dan kan dit wijzen op een chronisch maag- en/of darmprobleem. Meestal vertoont de hond dan ook andere symptomen, zoals vaak uitbraken van eten of overgeven op een nuchtere maag, diarree, buikpijn en geborrel in de buik, vermageren.
Wat kunt u doen?
Meestal hoeft u niets te doen. Kauwt uw hond regelmatig op gras, maar leidt dit niet tot braken, dan is er waarschijnlijk niets aan de hand. Indien uw hond nooit gras gegeten heeft en daar ineens mee begint of wanneer uw hond regelmatig gras eet en daarna braakt, kan er een medische reden voor zijn. Neem in geval van twijfel dan ook altijd contact op met de dierenarts. Uw dierenarts kan dan verder onderzoek doen, met name bloedonderzoek en het zogenaamde kijken in maag en darmen (endoscopie) wordt dan wel ingezet om achter de oorzaak te komen.
Onderzoek naar gras eten bij honden
Benjamin L. Hart, wetenschapper en veterinair gedragsdeskundige heeft onderzoek gedaan naar het gras eten van honden.
Dit zijn de bevinden van Hart:
De meerderheid van de onderzochte honden eet dagelijks of wekelijks gras.
8% van deze honden vertoonde tekenen van misselijkheid of ziekte vóór het eten van gras en 22% van de honden braakt ook daadwerkelijk ná het eten van gras.
Opmerkelijk is dat jonge honden vaker gras eten dan oudere honden.
Jonge honden zijn vrijwel nooit misselijk voor het eten van gras.
Honden die misselijk zijn en dan gras gaan eten, braken vaker.
Honden die met regelmaat thuis plantaardig voedsel aangeboden kregen, aten net zo vaak gras als honden die dat niet aangeboden kregen.
Er is geen reden om aan te nemen dat een hond een gebrek aan bijvoorbeeld vezels probeert te compenseren door het gras eten.
Er is geen verschil qua gras eten tussen honden die brokken of rauw vlees aten.
Er is geen duidelijk bewijs gevonden dat honden gras eten vanwege misselijkheid of buikpijn of omdat ze een voedingsgebrek zouden hebben.
Ook een onderzoeksteam aan de University of New England (S.J. Bjone, W.Y. Brown, I.R. Price. (2007)) kwam tot dezelfde conclusie over gras eten bij honden; een hond die gras eet, is niet ziek of misselijk. Uit dit onderzoek kwam zelfs duidelijk naar voren dat gras simpelweg een voedselbron voor honden is. Interessant…