Diarree en plakpoep konijn

Herfsttips voor konijnen in huis en buiten huis

Het is bij konijnen belangrijk om onderscheid te maken tussen diarree en plakpoep (acaecotrofie). Konijnen produceren normaal 2 soorten ontlasting: droge keutels en blindedarmkeutels (caecotrofen). De caecotrofen zijn zachte, kleverige kleine mestballetjes. Deze worden in de blinde darm gemaakt en bevatten veel nuttige voedingsstoffen voor het konijn. Konijnen eten deze normaal gesproken direct op vanuit de anus en zie je dus meestal niet in het hok. Als een konijn om wat voor reden dan ook de caecotrofen niet meer opeet, ontstaat de zogenaamde ‘plakpoep’. Het konijn produceert daarnaast nog ‘normale’ droge keutels en er is dus geen sprake van diarree. Acaecotrofie kan komen doordat het konijn ze niet meer goed kan opeten door rugproblemen, gebitsproblemen of zwaarlijvigheid. Ook verkeerde voeding is een zeer vaak voorkomende oorzaak.

Een konijn met echte diarree, heeft geen normale droge keutels meer. Dit kan komen door verschillende oorzaken als voedingsproblemen (bv teveel brood of konijnensnoepjes), coccidiose en bacteriën. Ook stress en huisvesting kunnen een rol spelen.

Wat zijn de symptomen?

Bij ‘plakpoep’ (acaecotrofie) liggen blindedarmkeutels in het hok of zijn deze vastgeplakt rond de anus en onder de poten van het konijn. Er zijn nog wel normale droge keutels aanwezig. De vastgeplakte ontlasting trekt vliegen aan en er is een grotere kans op myasis (madenziekte).

Bij diarree is er geen normale ontlasting meer aanwezig. Ook kan het konijn dan lusteloos worden en minder gaan eten.

Indien een konijn andere of kleinere keutels krijgt dan normaal, is het belangrijk om contact op te nemen met de dierenarts. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Vaak laten konijnen in het begin helemaal niet zien dat ze ziek zijn of dat er wat aan de hand is. Helaas wordt het vaak pas in een (te) laat stadium ontdekt dat er iets mis is en dan is therapie niet altijd meer mogelijk. Neem bij twijfel altijd contact op.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Op basis van het type keutels, de omstandigheden en lichamelijk onderzoek van het konijn kan een aanwijzing verkregen worden voor de oorzaak. Tevens kan ontlastingsonderzoek worden uitgevoerd naar parasieten, coccidiose of bacteriën.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Bij zowel diarree als acaecotrofie is een goede voeding zeer belangrijk. Dit betekent: ongelimiteerd vers water en hooi, groenvoer en zeer beperkt droogvoer. Geef geen konijnensnoepjes, brood, knabbelstaven of gemengde korrels. Lees hierover meer in het hoofdstuk voeding. Naast goede voeding is ook een gezond lichaamsgewicht belangrijk. De meeste konijnen die we in de praktijk tegenkomen zijn helaas veel te dik.

Specifieke behandeling zal afhangen van de oorzaak en de omstandigheden. Het is altijd belangrijk om de vacht goed schoon te houden. Vraag de dierenarts om advies.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

VHS, RHD konijnenziekte

Wat is RHD?

RHD (Rabbit Haemorraghic Disease) is een zeer beruchte virusinfectie onder konijnen. Het is ook wel bekend onder de naam VHS of VHD (Viraal Haemorragische Diarree). De ziekte dankt deze namen aan het feit dat deze wordt veroorzaakt door een virus dat sterfte veroorzaakt ten gevolge van inwendige bloedingen en leveraantasting.

De ziekte is enkel besmettelijk voor konijnen en is ongevaarlijk voor mensen en andere diersoorten. RHD is een uiterst besmettelijke ziekte die hoge sterfte onder konijnen veroorzaakt. Eerdere uitbraken van RHD in het buitenland leren ons dat ook het Nederlandse konijnen bestand (met name in Brabant en Limburg) ernstig in gevaar is. De klassieke variant van dit virus wordt RHD1 genoemd. In 2015 zijn er veel konijn geweest die plotseling zijn gestorven. Dit bleek te komen door een nieuwe variant van het Rabbit Hemorrhagic Disease virus, namelijk RHD2.

Hoe wordt een konijn besmet?

RHD verspreidt zich zowel via direct als via indirect contact. Dat betekent dat het direct van konijn op konijn kan overgaan, via stekende insecten (bv. muggen), maar ook via onze handen/kleding/schoenen/voerbakken/voeding/etc. Raakt een hok met meerdere konijnen besmet dan zal vaak 70-80% van de konijnen sterven.

Wat zijn de symptomen?

Klassieke variant (RHD1): Na infectie zal meer dan 80% van de konijnen na 1 tot 2 dagen sterven. Dit kan zonder voorafgaande symptomen! Soms zien we eerst benauwdheid, koorts, bloedingen (bv uit de neus) of zenuwverschijnselen. Vaker zien we dat een konijn een schreeuw geeft en dood neervalt. Daarna komt er soms bloederig schuim/vocht uit de neus.

Nieuwe variant (RHD2): De symptomen zijn vergelijkbaar met die van RHD1. Sterfte wordt echter vaak pas na 3-5 dagen gezien. Ook kan er een chronisch ziektebeeld voorkomen, waarbij vooral afvallen en sloomheid gezien worden. Konijnen kunnen dan na enkele weken alsnog overlijden.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Definitieve bevestiging van RHD gebeurt door sectie en weefsel onderzoek in een Pathologisch Laboratorium.

Waaruit bestaat de behandeling?

Er is helaas geen behandeling. Vaak overlijden de konijnen zeer snel. Om het konijn een lijdensweg te besparen, is het vaak beter om het konijn in te laten slapen.

Hoe kan RHD worden voorkomen?

Door vaccinatie en goede hygiëne kan de ziekte worden voorkomen. Elk rechtstreeks contact met wilde konijnen moet vermeden worden en geef geen zelf geplukt groenvoer aan konijnen die niet gevaccineerd zijn. Het is niet voldoende om het hok enkel door strenge hygiëne te beschermen indien er in de omgeving een geval van RHD is vastgesteld, enkel vaccinatie biedt afdoende bescherming.

Er is nu een vaccin die bescherming biedt tegen de 3 konijnenziektes met één vaccinatie. De bescherming duurt een jaar lang.

Let goed op of uw dierenarts vaccineert tegen niet alleen RHD1, maar ook tegen RHD2!
Lees hier meer over de vaccinatie van het konijn.

Zodra RHD is vastgesteld moeten maatregelen worden genomen in de gehele regio. Indien wilde konijnen besmet zijn dan is uiterste voorzichtigheid geboden. Nieuw aangekochte konijnen moeten 2 weken in quarantaine gehouden worden. Daarnaast moeten bezoekers die door de velden of bossen gelopen hebben, of met andere konijnen in contact zijn geweest wisselen van kleding en schoeisel en grondig de handen wassen. Daar ook ongedierte de besmetting kan overbrengen moeten ratten en muizen bestreden worden, hierom het voer in goed afsluitbare containers bewaren, en moeten ook insecten geweerd worden (muggengaas voor ventilatie openingen). Dit laatste is overigens ook in verband met myxomatose van belang daar dit ook door stekende insecten wordt overgebracht.

Wordt men geconfronteerd met een uitbraak dan kan men door snelle vaccinatie van de nog gezonde konijnen sterfte stoppen binnen 72 uur. Dit geldt enkel wanneer direct na de eerste sterfte gevallen begonnen wordt met vaccinatie. Dit is niet het geval indien er reeds 1 week of langer sterftegevallen zijn. Dus bij twijfel niet wachten doch direct overgaan tot vaccineren.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Myxomatose konijn

Wat is Myxomatose?

Myxomatose is een gevreesde konijnenziekte die veroorzaakt wordt door een poxvirus. Dit virus komt in Nederland niet van oorsprong voor (niet-endemisch). In de vijftiger jaren is het virus echter wijd verspreid geraakt in Europa en vormt het een bedreiging voor de konijnenpopulatie in Nederland.

Hoe wordt een konijn besmet?

De ziekte komt nu continu (endemisch) voor bij Europese wilde en tamme konijnen en Europese hazen. Maar de hazen zijn wel behoorlijk resistent tegen dit virus. Besmetting vindt plaats via rechtstreekse of indirecte contacten en via zogenaamde vectoren. Dit zijn insecten (bv. muggen en vlooien) die het virus rechtstreeks van konijn op konijn overbrengen. We zien myxomatose uitbraken vooral in de (na)zomer.

Wat zijn de symptomen?

Er zijn twee vormen van myxomatose. We kennen de acute zeer heftig verlopende vorm (klassieke vorm) en een meer chronische vorm.

De acute klassieke vorm wordt gekenmerkt door verdikkingen va de huid. Dit is voornamelijk bij de oogleden, lippen, neus, binnenkant  van de oren en rond de geslachtsdelen. Konijnen worden vaak slomer en hebben koorts. Het geeft vaak plotseling snel verergerende ziekteverschijnselen waarbij de sterfte bij niet gevaccineerde konijnen binnen enkele dagen kan oplopen tot 100%. De eetlust blijft meestal goed tot kort voor de dood. Een pussige ontsteking van de ogen en oogleden, alsmede vaak de neus is een constant symptoom, en geeft aanleiding tot de typische blindheid. In het najaar en de winter zie je de aangetaste konijnen vaak zielig door het bos heen scharrelen. Niet in staat te vluchten voor de wandelaars omdat ze niets meer kunnen zien.

Bij de meer chronische of modulaire vorm ontstaan na enkele dagen oedemateuze gezwellen (pseudo-tumoren) vooral op de oren, rond de anus en geslachtsopening. Deze vorm kan spontaan genezen: de pseudo-tumoren of myx-oedemen slinken daarna weer en geven korstvormige letsels die daarna verdwijnen. Het verloop is dan veel minder heftig.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Dit gebeurt op basis van de klinische symptomen en het verloop van de ziekte.

Waaruit bestaat de behandeling?

Myxomatose wordt veroorzaakt door een virus en er zijn geen medicijnen die dit virus kunnen remmen. Wel kunnen ondersteunende maatregelen worden ingezet om het konijn een kans te geven de ziekte te overwinnen. Bij de heftige acute klassieke vorm van myxomatose is euthanasie helaas vaak de beste optie om ernstig lijden te besparen.

Besmette dieren moeten warm geplaatst worden (liefst binnen in huis). En apart van de andere konijnen. De ogen moeten gezalfd worden en soms is het verstandig het dier antibiotica en ontstekingsremmers toe te dienen om bijkomende infecties te bestrijden. Verder moet het dier goed eten en voldoende water krijgen. Het is mogelijk een deel van de dieren door de ziekte heen te slepen, maar dit is een langdurige en tijdrovende bezigheid. Het kan wel 4-6 weken duren voor herstel optreedt en er is kans dat het konijn alsnog sterft.

De vaccinatie van konijnen in besmet milieu (dus als er al meerdere konijnen in een groep ziek zijn) geeft vaak toch nog goede resultaten. De op dat moment nog niet zieke konijnen kunnen eventueel alsnog beschermd worden. Ons advies is dan ook om alle niet zieke konijnen zo snel mogelijk na de myxomatose uitbraak te vaccineren.

Hoe kan myxomatose worden voorkomen?

De beste preventie bestaat uit vaccinatie en  het bestrijden van de insecten. Plaats dus altijd muggengaas om de hokken heen. Dit voorkomt ook problemen met maden (miasis) in de zomer. Bestrijd ook vlooien. Daarnaast dient in de tuin zoveel mogelijk direct of indirect contact met wilde konijnen worden vermeden.

De beste preventie is vaccinatie. Dit kan vanaf 5 weken leeftijd en is aan te raden voor alle konijnen. Ook konijnen die alleen binnen worden gehouden kunnen namelijk myxomatose krijgen! Het vaccin beschermt na 3 weken tegen VHS en Myxomatose en is een jaar werkzaam. De beste tijd om de inenting te laten geven is tussen maart en juni, zodat het konijn in de zomermaanden het best beschermd is. Een konijn moet in goede conditie zijn voor deze enting, een dierenarts zal het dier eerst moeten onderzoeken of het gezond is. De eerste inentingen moeten gegeven worden als het konijn er de leeftijd voor heeft, ongeacht de tijd van het jaar.

Kijk hier voor meer informatie over de vaccinatie bij het konijn.

U kunt nu met 1 prik uw konijn een jaar lang laten beschermen tegen 3 ziektes. Vraag er naar bij uw dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com

Maike Fennis dierenarts interne

Drs. Maaike Fennis
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Parasieten konijn

Wat is encephalitozoon cuniculi? Encephalitozoon cuniculi (E. cuniculi) is een protozo die ziekte veroorzaakt bij konijnen. E. cuniculi wordt uitgescheiden via de urine van besmette konijnen. Via voeder, drinkwater of het hok kunnen andere konijnen besmet worden. Ook kan E. cuniculi worden overgedragen van moeder op babykonijntjes in de baarmoeder. E. cuniculi kan in de omgeving enkele weken overleven in de vorm van een spore. Na besmetting kan E. cuniculi aanwezig blijven zonder ziekte te veroorzaken. Op het moment dat een konijn een verminderde weerstand heeft (door bijvoorbeeld stress), kan E. cuniculi zich in het lichaam vermeerderen en wel leiden tot ziekteverschijnselen.

Wat zijn de symptomen?

De ziekteverschijnselen kunnen heel divers zijn, bijvoorbeeld:
  • Hersenverschijnselen: scheve kop, oogbolbewegingen (nystagmus) en rondtollen. Dit kan er zeer heftig uit zien.
  • Achterhandsproblemen: verlamde of slappere achterpoten.
  • Urinewegproblemen: veel drinken/plassen of urine incontinentie (urinebrand).
  • Oogproblemen: staar, iris ontstekingen, lensverkleuringen.
  • Vermageren.
  • Acute sterfte
De symptomen kunnen afzonderlijk van elkaar of samen voorkomen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Een definitieve diagnose is zeer lastig te stellen. Vaak wordt op basis van de verschijnselen en voorgeschiedenis besloten het konijn te behandelen tegen E. cuniculi zonder verder te testen. We gaan dus uit van een infectie tot het tegendeel bewezen is. Er zijn bloedtesten die antistoffen tegen E. cuniculi kunnen aantonen. Deze worden zowel bij gezonde als zieke konijnen aangetroffen en een positieve test is dus niet bewijzend. Indien een konijn geen antistoffen tegen E. cuniculi heeft, wordt de kans dat de verschijnselen door E. cuniculi komen wel kleiner. Urine onderzoek en pathologisch onderzoek na overlijden kunnen extra aanwijzingen geven dat het om E. cuniculi gaat.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Bij een verdenking op E. cuniculi starten we zo snel mogelijk met de behandeling. Deze bestaat uit medicijnen ( o.a. fenbendazol) en ondersteunende maatregelen. Zeker in het begin kan het beeld zeer heftig zijn en is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het konijn voldoende voeding en vocht binnenkrijgt. De behandeling met fenbendazol is vaak ruim 4-6 weken nodig. We behandelen voor de zekerheid ook de hokgenoten omdat het besmettelijk is. Vaak leidt behandeling wel tot verdwijnen van de ziekteverschijnselen maar niet tot volledige verwijdering van E. cuniculi uit het lichaam. Dat betekent dat de ziekte later weer opnieuw naar voren kan komen, zoals bij verminderde weerstand.

Oormijt

Wat is het?

Oormijten (Psoroptes cuniculi) leven aan de binnenkant van het oor en veroorzaken een ontsteking van de gehoorgang. Het wordt ook wel oorschurft genoemd. Het kan aan een of beide oren voorkomen.

Wat zijn de symptomen?

Het konijn heeft jeuk, wat zich uit in schudden met de kop en krabben aan de oren. De oorschelp wordt dikker en roder. Bij de ingang van de gehoorgang worden vaak geel-witte of bruine schilferige korsten gezien. De korsten kunnen zich uiteindelijk uitbreiden over het hele oor, kop en nek. Uiteindelijk kan een midden- of binnenoorontsteking ontstaan.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De dierenarts kan met een otoscoop (oorkijker) in de gehoorgang kijken. Soms zijn de schurftmijten direct te zien, maar soms alleen met microscopisch onderzoek. Voordat een behandeling wordt ingesteld is het belangrijk om te bepalen of het trommelvlies nog heel is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

De therapie bestaat uit het behandelen van de oorontsteking met zalf en het doden van de oormijten met een hiervoor geschikt middel. Wij gebruiken hiervoor vaak pipetten die twee keer op de huid worden toegediend. Ook kunnen extra pijnstillers worden gegeven. Ga niet zelf aan de slag met allerlei middelen en laat u adviseren door de dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Madenziekte, myasis konijn

Wat is de madenziekte? Als het warm weer wordt moet je vreselijk oppassen. Regelmatig overlijden konijnen aan de madenziekte (de officiële naam is myiasis) die veroorzaakt wordt door een blauw-groene vlieg, genaamd Lucilia sericata. Aan het eind van de lente/begin zomer, wanneer de dagen warmer worden en de luchtvochtigheid hoger zie je overal de beruchte blauw-groene “strontvliegen” weer. Ze ruimen uitwerpselen op van katten, honden, kippen etc. Maar ze zoeken ook vieze achterwerken van andere dieren zoals schapen, kippen, konijnen, etc. De vliegen zoeken konijnen met vieze achterwerken, konijnen die de lucht van diarree of urine bij zich hebben of wondjes hebben. Ook natte of slecht schoongemaakte hokken trekken deze vliegen aan. Ze leggen eitjes in aangekoekte uitwerpselen of op de vies ruikende huid, meestal onder de staart of bij de achterpoten. De maden die hier uitkomen eten zich binnen 4 uur een weg naar binnen. De dieren lopen dus met maden in hun lichaam en kunnen bloedvergiftiging krijgen.

Wat zijn de symptomen?

Vaak wordt een vieze achterhand gezien of wondjes waar maden in zitten. Ook kunnen er wondjes /gaatjes in de huid zitten en kan het konijn meer stil zitten. De maten eten het konijn letterlijk op. Zonder snelle behandeling kan een konijn binnen twee dagen sterven. Ga daarom altijd zo snel mogelijk naar de dierenarts indien u maden constateert.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Vaak zijn de maden in de wonden zichtbaar.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Het konijn moet gewassen worden met een geschikt middel om de maden te doden en alle maden zullen van het konijn afgehaald moeten worden. Daarnaast kunnen nog ontstekingsremmers en antibioticum worden ingezet. Indien de ziekte verder gevorderd is, bestaat er grote kans op sterfte.

Hoe kan madenziekte worden voorkomen?

Houd het hok goed schoon en voorkom met een hor dat vliegen bij het konijn kunnen komen. Controleer het konijn dagelijks op een vieze achterhand en wondjes. Was het konijn indien de vacht vies is in een bak met lauwwarm water. De aangekoekte keutels worden zacht door het warme water en kunnen uit de vacht gewreven worden. Het beste gaat dit met twee mensen, de één houdt het konijn vast, de ander probeert zachtjes de onderkant schoon te wassen onder de kraan. Trek desnoods een rubberen huishoudhandschoen aan. Droog je konijn daarna heel goed af.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Huid en vacht problemen cavia

Wat is het en wat zijn de symptomen? Veel voorkomende oorzaken van vachtproblemen en jeuk bij de cavia zijn mijten en huidschimmel.
  • Trixacurus caviae is een mijt die vooral voorkomt op nek, schouders, dijen en buik. Een infectie zorgt voor een extreme jeuk. Vaak worden wondjes met korstvorming en kaalheid gezien. Ook kan pus gevormd worden. Soms is de jeuk zo heftig dat het lijkt alsof de cavia een epileptische aanval krijgt.
  • Huidschimmel bij cavia’s begint vaak op de neus. Ook de rest van de kop, nek, rug en flanken kunnen aangetast zijn. Vaak zijn het duidelijk afgegrensde plekken met kaalheid, schilfering en roodheid aan de randen. Om deze reden wordt het ook wel ringworm genoemd. Deze schimmel is tevens zeer besmettelijk voor mensen, dus pas goed op en ga bij twijfel zelf naar de huisarts.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Met microscopisch onderzoek van huidafkrabsels kunnen mijten worden gevonden. Om schimmel aan te tonen kan met een Woodse lamp worden gekeken. Vaak is een schimmelkweek noodzakelijk.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Therapie van schurftmijt bestaat uit behandeling met injecties of een oplossing met ivermectine. Huidschimmel kan behandeld worden met medicijnen die in de bek worden gegeven of door de cavia te wassen met een speciale vloeistof. Daarnaast zijn goede hygiëne en ontsmetting van de omgeving belangrijk. De prognose is goed.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Luchtwegproblemen konijn

Ziekten van de luchtwegen komen regelmatig voor bij konijnen. In een groot aantal gevallen speelt de bacterie Pasteurella multocida hierbij een rol. Dit is waarschijnlijk de meest verspreide infectieziekte bij konijnen. Het gaat rond in elke konijnenkolonie die je ziet. Sommige “families” konijnen schijnen meer weerstand te hebben dan andere. De ziekte kent talrijke onderling zeer diverse ziektebeelden en symptomen. Kenmerkend van al deze aandoeningen binnen deze groep is de aanwezigheid van de pusvormende Pasteurella bacterie. De symptomen zijn afhankelijk van het orgaansysteem waar de infectie optreedt. Zeer veel gezonde konijnen hebben de Pasteurella bacterie bij zich zonder ziek te worden. Bij verminderde weerstand kan de bacterie wel leiden tot ziekteverschijnselen. Behalve Pasteurella kunnen ook andere bacteriën, voeding, stress, huisvesting, gebrek aan beweging en andere infecties/abcessen een oorzaak zijn voor problemen met de luchtwegen.

Wat zijn de symptomen?

De symptomen kunnen heel divers zijn. Het is belangrijk om op tijd naar de dierenarts te gaan voor een juiste diagnose en behandeling. Tijdige behandeling kan chronische problemen voorkomen.

Neus

Het meest voorkomende, herkenbare symptoom is een conditie die “snot” genoemd wordt, met niezen, natte neus, en vieze voorpootjes van het steeds schoonmaken van de rommel die zich op/rond de neus ophoopt.

Longen

Vanuit de neusslijmvliezen kan de bacterie gemakkelijk doordringen in de longen. Bij vatbare konijnen kan de bacterie dan acute longontstekingen geven die snel en agressief met antibiotica behandeld moeten worden. Onbehandelde konijnen kunnen binnen 24 uur aan de infectie overlijden.

Ogen

Een meer subtiele vorm van Pasteurella komt voor in de vorm die onder meer natte ogen veroorzaakt met een witte slijmsliert erin. Vaak is ook de traanbuis ontstoken. Indien men op de binnenste ooghoek drukt waar de traanbuizen beginnen, kan men vaak grote hoeveelheden wittige “kaas” naar buiten in het oog duwen. Het zal duidelijk zijn dat alleen een oogzalfje in dat geval onvoldoende zal zijn om de bacterie ook uit de traanbuizen en de traanzak te verdrijven.

Oren en middenoor

Vanuit de neus en mondholte kan de bacterie via de buis van Eustachius makkelijk het middenoor bereiken. Daar kan het dan een middenoorontsteking veroorzaken, die vaak ernstig is en lastig te bestrijden. Omdat de bacterie door het afweersysteem van het konijn omhuld wordt door een dikke puslaag ontstaat er snel een abces. Dit abces kan naar buiten doorbreken maar ook naar het binnenoor. Daar wordt het evenwichtsorgaan vervolgens aangetast. Het konijn houdt de kop scheef en kan gaan rondtollen omdat het niet langer in staat is zijn evenwicht te bewaren en al draaiend in paniek raakt. Vrij typisch is in het beginstadium de “tic” die men in de ogen ziet. Bij deze zgn. nystagmus draait het oog continue langzaam naar opzij weg om vervolgens met een snelle slag weer in de normale stand te komen. Via de gehoor en evenwichtszenuwen kan de bacterie opkruipen richting hersenen en uitmonden in fatale hersenvliesontsteking. Door de pusvorming is deze vorm bijzonder lastig te bestrijden. Alleen wanneer men direct bij de eerste symptomen van een scheve kop al direct start met de behandeling heeft het konijn een redelijke kans op genezing.

Bloedbaan

Ook ernstige bloedvergiftiging (ziekte die zich door het bloed verspreidt), longontsteking, pusophoping, melkklierontsteking en baarmoederontsteking kunnen tot de dood leiden. Aan de buitenkant ziet men alleen een sloom en meestal bijzonder ziek konijn zonder verdere opvallende andere symptomen.

Huid

Abcessen onder de kaak vanuit ontstoken kieswortels en gebitsafwijkingen zoals scheefgroeiende tanden. In dit specifieke geval lijkt het konijn een gebitsprobleem te hebben. In werkelijkheid zijn hier de tanden niet de oorzaak, maar slechts een symptoom. Ook natte en smettende plekken die geïnfecteerd raken, kapotte hakgewrichten (sorehocks), zijn ook Pasteurella symptomen. Ook bijt- en operatie wonden kunnen mits niet direct zorgvuldig behandel zeer snel geen etteren tgv. een infectie met deze bacterie.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Op basis van de ziektegeschiedenis, lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s en kweek kan een diagnose worden gesteld. Een grondige gebitsinspectie is alleen mogelijk onder narcose. Er zal per dier worden bepaald wat de  beste methode is.

Waaruit bestaat de  behandeling?

Verschillende symptomen eisen een verschillende aanpak. Behandeling kan bestaan uit schoonspoelen van de traanbuis, schoonhouden van de huid rondom de ogen, oogzalf, antibioticum en ontstekingsremmers. Eventuele gebitsproblemen dienen aangepakt te worden.

Hoe kunnen luchtwegproblemen worden voorkomen?

Zorg voor een goede huisvesting: niet op de tocht, goede omgevingstemperatuur (niet te warm of koud) en een schoon hok zonder ammoniakdampen van de urine. Vermijd parfums, sprays, verf, kookluchtjes en stof.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Mag ik mijn huisdier in de tuin begraven?

Gestorven hond, kat, konijn begraven

Wanneer uw huisdier is gestorven dan kunt u hem naar de dierenarts brengen. De dierenarts zal dan verder voor uw dier zorgen. Het kan ook zijn dat u uw dier liever wilt begraven in uw eigen tuin. Mag dat? Dat hangt er van af waar u woont.

Begraven in eigen tuin

Een EU besluit heeft bepaald dat uw huisdier begraven in uw eigen tuin mag. Dat geeft artikel 14 van het EU besluit van 29 juni 2005 aan. Er worden wel voorwaarden gesteld:

  • Voldoende ruimte.
  • Terrein waarop uw dier begraven wordt moet uw eigendom zijn.
  •  Mag dus niet de tuin van een huurhuis zijn of bij erfpacht.

Soms stellen gemeentes in Nederland aanvullende voorwaarden. Die voorwaarden zijn soms lastig te achter halen, het beste neemt u even contact op met uw gemeente.

Mag ik mijn dier in het bos begraven?

U mag uw dier niet in een bos of park begraven. Uitsluitend in uw eigen tuin onder voorwaarden.

Hoe begraaf ik mijn dier?

Wanneer u gaat graven, dan kunt u zich het beste hieraan houden:

  • Leg uw dier in een doos van karton of wikkel uw dier in een linnen tas of papier.
  • Gebruik geen plastic (milieu).
  • Begraaf uw dier diep, minstens 1 meter onder de grond.
  • Maak een herkenbare plaats door een tegel, kruisje of plant te plaatsen.
  • Begraaf uw dier in aanwezigheid van uw kinderen, het ritueel helpt bij het verwerken.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl

Hoe weet ik dat mijn dier dood is?

Is mijn hond, kat, konijn overleden?

Je hoort het wel eens. Een hamster die wordt begraven terwijl die in winterslaap is. Wanneer is een dier eigenlijk dood?

Wanneer is mijn dier dood?

Aan een gestorven dier kunt u dit zien:

  • Geen beweging, ook niet bij duwen tegen het lichaam
  • Geen ademhaling
  • Geen hartslag (hand op borstkas vlak achter voorpoot)
  • Ooglid en hoornvlies (cornea) reflex afwezig

Ooglid en hoornvlies reflex testen bij dieren

U kunt zelf de ooglid en hoornvlies (cornea) reflex testen bij uw dier. Doe dit alleen wanneer u twijfelt of uw dier dood is.

  • Raak met uw vinger het ooglid of het hoornvlies aan.
  • Een levend dier zal dan knipperen met het ooglid.
  • Een dood dier doet dat niet.

De cornea (hoornvlies) reflex is de laatste reflex die bij het huisdier verdwijnt bij het doodgaan. Bij twijfel neemt u contact op met uw dierenarts.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: info@dierapotheker.nl
Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl

Drs. Robin Holle
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl 

Overlijden huisdier

U moet er nu natuurlijk nog niet aan denken, maar er kómt een moment dat uw huisdier overlijdt. Een moeilijke, maar onvermijdelijke gebeurtenis in elk dierenleven. Bovendien een gebeurtenis waarbij u als baasje allerlei keuzes moet maken. We geven u hier een overzicht van de mogelijkheden.

Mag ik mijn huisdier begraven in eigen tuin?

Het is in veel gemeentes toegestaan om uw huisdier zelf te begraven, in uw eigen tuin. Zo geeft u uw dier een vast plekje bij u in de buurt. Let wel: dit geldt alleen voor huisdieren zoals honden, katten en knaagdieren. Aan de afmetingen of plek van het graf worden verder geen eisen gesteld, dus het staat u vrij om voor uw lieveling een mooie plek te kiezen. Vergeet een hond trouwens niet af te melden bij de hondenbelasting. Het klinkt misschien een beetje raar, maar het voorkomt vreemde situaties op een later moment.

Dierenbegraafplaats

Natuurlijk weet u niet wat een nieuwe eigenaar met uw tuin doet als u ooit gaat verhuizen. Als u er zeker van wilt zijn dat het grafje van uw dier nooit wordt verstoord, kunt u daarom kiezen voor een graf op een dierenbegraafplaats. De prijzen van een begrafenis variëren van 75 tot 150 euro, afhankelijk van de grootte van uw dier. Bij de meeste begraafplaatsen kunt u bovendien al uw persoonlijke wensen bespreken.

Cremeren

Veel mensen kiezen ervoor hun dier te laten cremeren. Ook bij deze optie is er van alles mogelijk. Zo kan uw maatje samen met andere dieren worden gecremeerd, waarna de as over zee wordt uitgestrooid. Als u het toch prettiger vindt om de as zelf uit te strooien of te bewaren, kunt u uw huisdier ook individueel laten cremeren. Ook bij een dierencrematorium heeft u dus alle ruimte om uw eigen wensen kenbaar te maken. De kosten lopen uiteen van 25 tot 200 euro.

Resomeren

U kunt uw dier nu ook laten resomeren. Dat kan individueel of collectief. Resomeren is een proces waarbij de stoffelijke resten van het dier onder druk en met behulp van kaliumhydroxide versneld worden ontbonden in verwarmd water. Deze nieuwe methode is 90% energiezuiniger en 90% minder milieubelastend. Bovendien gaat er 20% meer as terug naar de familie en zitten er in die as minder roetdeeltjes.

Nalaten aan de wetenschap

Een andere optie is om uw huisdier na te laten aan de wetenschap. Dierenartsen in opleiding kunnen daarvan leren. Eigenaren die dit zo doen, houden daar een goed gevoel aan over.

Aandenkens

Gedenkteken-huisdier-hond-kat Als uw geliefde hond, kat, vogel of knager er niet meer is, kan een mooi aandenken veel troost geven. Doe de leukste foto in een mooi lijstje, bewaar een plukje haar in een doosje of laat een mooi portret maken. U kunt ook nog een stapje verder gaan: uw huisdier laten opzetten. Zo blijft hij of zij altijd in huis, hoewel een opgezet dier natuurlijk heel wat anders is dan een levendig kameraadje. En als u uw lieveling nóg dichterbij wilt hebben, is er tegenwoordig zelfs de mogelijkheid een echte diamant te laten maken van de as. Momenteel merken wij dat een pootafdruk in klei van uw hond of kat een bijzonder waardevol aandenken kan zijn.

Uitzonderingen

De mogelijkheden die we hierboven beschrijven, gelden alleen voor huisdieren. Bij grotere dieren, of dieren die als vee worden aangemerkt, gelden andere regels. Die dieren vallen namelijk onder de destructiewet, wat onder andere betekent dat ze niet begraven mogen worden. Runderen, geiten en schapen moeten dus door de destructiedienst worden opgehaald. 

Paardencrematorium 

Paarden worden sinds 1 januari 2001 als huisdier aangemerkt en mogen dus worden gecremeerd. Zo zijn er paardencrematoria die overleden paarden ophalen en waar in laten slapen onder voorwaarden ook mogelijk is. Bijvoorbeeld dierencrematorium Twente.

Overleg

Als de mogelijkheden u nog wat onduidelijk zijn, dan kunt u het beste contact opnemen met uw dierenarts. Die heeft vaak de nodige ervaring op dit gebied, en kan u meer informatie geven of u helpen met kiezen. Maar welke keuze u ook maakt, het belangrijkste advies dat we u kunnen geven is: doe wat uw hart u ingeeft. U zult zich het prettigst voelen als u afscheid neemt van uw dier op een manier die bij hem of haar past.

Vragen?

Neem gerust contact met ons op: info@dierapotheker.nl Robin-Holle-Dierenarts-Dierapotheker.nl Drs. Robin Holle Dierenartsenpraktijk Horst Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl